"Flamenco is armoede en tragiek, maar ook het grote geluksgevoel"
Met de voorstelling 'Patrias' staat flamencogitarist Paco Peña zondag in De Flint in Amersfoort. De meester van de flamenco zet de Spaanse Burgeroorlog en de Spaanse dichter/toneelschrijver Federico García Lorca hierin centraal.
De invloed van Lorca (1898-1936) op het Spaanse culturele erfgoed is evident, beaamt ook de 'koning van de flamenco', Paco Peña: "Lorca was niet alleen een uitermate inspirerende intellectueel, maar hij heeft ook grote invloed gehad op de flamenco. Hij componeerde zelf muziek en speelde gitaar en piano." Vanwege zijn linkse karakter (en waarschijnlijk ook als gevolg van zijn openlijke homoseksualiteit) werd Lorca in 1938 gedood door aanhangers van Franco."Hij was pas 38 jaar oud, zijn geest zat nog boordevol mogelijkheden. Dat hij gedood is door een hersenloos iemand, is een grote tragedie."
De tragiek van de vermoorde dichter koppelt Paco Peña in zijn voorstelling 'Patrias' ("Spaans voor "Vaderlanden") aan een andere dramatische gebeurtenis uit de Spaanse geschiedenis: de burgeroorlog tussen 1936 en 1939. Aan de hand van historische filmbeelden (o.a. uit de Franse documentaire film 'Mourir à Madrid' uit 1963), en in samenwerking met muzikanten en dansers, neemt de gitarist het publiek mee terug naar het Spanje van de jaren 30. Hoe is het idee ontstaan voor dit onderwerp? "Tijdens de honderdjarige herdenking in Edinburgh van de WOI, in 2014, ben ik gevraagd om de thema's oorlog en flamenco met elkaar te verbinden. Toen kwam ik al snel uit bij mijn eigen oorlog: de Spaanse burgeroorlog."