woensdag 26 augustus 2009

Bart van der Lee: een sociaal bewogen liedjesschrijver


'Misschien bouw ik ooit samen met een bevriende architect een school in een ontwikkelingsland.' Aan het woord is de Utrechtse singer-songwriter Bart van der Lee. Het is zijn droom om een groot publiek te bereiken met zijn rauwe en persoonlijke liedjes, maar de ambities reiken verder: 'Onrechtvaardigheid heeft me altijd erg geraakt.'

Baard
Bart van der Lee groeit op in de Filipijnen, Thailand en Kenia; door het ontwikkelingswerk van zijn vader verandert het gezin Van der Lee veelvuldig van woonplaats. Dertien jaar is hij als zijn ouders verhuizen naar Nederland. In het echte leven (zo zegt hij zelf) een vrolijke jongen, in zijn liedjes kiest Van der Lee veelal voor meer tragiek: 'Ik ben pas tevreden over een lied als ik het vier keer achter elkaar speel en vier keer kan janken.' 

Muzikale voorbeelden zijn o.a. Tom Waits, Nick Cave, Leonard Cohen en Bonnie ‘Prince’ Billy, artiesten die net als hij een voorliefde hebben voor de duistere kant van het bestaan. Met de laatste heeft hij bovendien een omvangrijke baard gemeen. Van der Lee: 'Ik neig inderdaad naar de sinistere kant van het leven. In mijn jeugd heb ik de ellende van de sloppenwijken gezien en ook op mijn werk (bij het Leger des Heils, MC) zie ik mensen die aan de rand leven. Ik zal niet snel iets vrolijks verzinnen.'

maandag 20 juli 2009

Anois en de verklanking van Tolkiens’ wereld


'Voorafgaand aan een optreden vertellen we elkaar soms vieze moppen.' Je zou het niet direct verwachten als je de plechtige muziek van Anois (Iers voor “nu”) beluistert. Onlangs verscheen het debuut van de Utrechtse ‘soft gothic’-formatie, ‘Emily Brontë’, een album met gedichten op muziek van deze 19e eeuwse Engelse schrijfster. Straatnieuws sprak met toetsenist/medecomponist èn oud-Straatnieuwsmedewerker Wim van Noort: 'Tijdens een optreden kan ik danig ontroerd raken.'

Doedelzak
Voormalig zangeres van Clannad, Moya Brennan, pende na een concert tijdens de signeersessie per abuis “Wym” in plaats van “Wim”op zijn cd. Hij heeft het zo maar gelaten en koestert het Keltisch klinkende Wym nu als artiestennaam. Verliefd op de Keltische muziek raakte Van Noort na een bezoek aan Ierland, ongeveer tien jaar geleden. 'Het melancholische spreekt me erg aan, en de instrumenten, met name de Ierse doedelzak ('uilleann pipes') en fluit, zijn prachtig. Toen de gastmuzikant voor de cd in de oefenruimte op de Ierse doedelzak begon te spelen, sprongen de tranen in mijn ogen.'

Vorstelijk
Fans van Anois zitten over de hele wereld, zo blijkt uit het gastenboek op hun website. Reacties zijn er onder andere uit Litouwen, Peru, Tsjechië en Canada. Van Noort: 'Onze bekendheid is echt goed op gang gekomen toen Veronica Metz, onze zangeres, teksten van Tolkien ging gebruiken. Na de filmcycli Lord of the Rings is er een hype ontstaan rondom deze schrijver.'' Met name Polen loopt warm voor de Utrechtse formatie. Van Noort: 'Tijdens een optreden op een Tolkienfestival in Polen waren we, tot onze grote verbazing, de hoofdact. We zijn een paar dagen vorstelijk behandeld en hebben nimmer meer verdiend dan daar. Misschien speelde de Europese subsidie die Polen net had ontvangen hierbij een rol.' (lach)

vrijdag 26 juni 2009

Harold K wil literair spel met de luisteraar aangaan


De nieuwe cd is bijna klaar, maar eerst vertrekt hij voor vier maanden naar Berlijn. Harold K, een Limburgse troubadour die vanuit de Utrechtse wijk Lunetten zijn verhalende verkenningen van de ziel de wereld instuurt. Straatnieuws sprak met hem in het Louis Hartlooper Complex over zijn nieuwe album De Laatste Pionier: 'Het Nederlands mooi laten klinken, dat is voor mij de grote uitdaging.'

Zijn achternaam leidde regelmatig tot misverstanden, dus besloot Harold Konickx de letters achter de K weg te laten: Harold K werd de artiestennaam. Mooie bijkomstigheid is dat in een van zijn favoriete boeken, ‘Het Proces’ van Franz Kafka, de hoofdpersoon wordt aangeduid met Josef K. En een andere geliefd schrijver van de Limburgse neerlandicus, Gerard Reve, placht collega Harry Mulisch aan te duiden met Harry M.

Wendla
Het debuut van Harold K uit 2005, Mengsmering, bevatte voornamelijk ingetogen luisterliedjes, geworteld in de Amerikaanse blues en folk. De Laatste Pionier is rijker georkestreerd en neigt door de dromerige en vervreemdende sfeer eerder naar een band als Spinvis. 'Ja, dat klopt wel, ik wilde nu eens echt uitpakken. Ik heb altijd een voorliefde gehad voor indiepop en als het goed is hoor je dat op mijn nieuwe cd'. Harold K schreef voor De Laatste Pionier verhaaltjes vanuit diverse personages: 'Experimenteren met perspectieven, zoals Bertolt Brecht, Kurt Weill en ook David Bowie dat deden, dat was de opzet. Ik wil een literair spel met de luisteraar aangaan.'

dinsdag 26 mei 2009

La Primavera: tijd voor de flamenco


Van de zoete lentezon en rokjesdag is het een kleine stap naar de ruisende rokken, gracieuze dans en gepassioneerde gitaar van de flamenco. Ook in de Domstad wint deze Spaanse volksmuziek de laatste jaren flink aan populariteit. 

RASA fungeerde de afgelopen twee jaar als podium voor de Flamenco Biennale en op 10 mei is er in het wereldculturencentrum een optreden van Tino van der Sman, een rijkelijk getalenteerde Nederlandse flamencogitarist die zelfs in Zuid-Spanje geroemd wordt.

Het is een bijzonder verhaal: na twee jaar gitaarstudie reist de Haagse Tino van der Sman op zijn veertiende naar Spanje om er lessen te volgen bij Paco Pena, de grootmeester van de flamenco. Van der Sman raakt in de ban van de flamencomuziek en na afronding van het conservatorium in Rotterdam vestigt hij zich definitief in Sevilla. Aanvankelijk om zijn kennis op het gebied van de flamenco bij te spijkeren, maar het duurt niet lang aleer hij zelf zijn gitaarkennis doorgeeft. Een niet-Spaanse flamencodocent in Sevilla -bakermat van de flamenco- dat is een zeldzaam verschijnsel. Van der Sman is momenteel een grote jongen in de flamenco; hij trad op met grote muzikanten uit deze wereld (o.a. bij het gezelschap La Primavera). En 10 mei is hij dus te bewonderen in RASA.

zondag 26 april 2009

Herman Pouderoyen: 'Utrecht inspireert me'


'Mensen ontroeren of aan het lachen maken, dat is eigenlijk alles wat ik wil bereiken met mijn muziek. Maar een optreden in Carré zou natuurlijk ook leuk zijn.' Aan het woord is singer-songwriter Herman Pouderoyen. De Nick Cave van de Domstad wordt hij genoemd. Hoe denkt deze chroniqueur van de zelfkant over de stad waar hij sinds 1995 woont?


Pouderoyen heeft een zwak voor Utrecht: 'Ik ben geboren in Den Haag en getogen in Bilthoven. Zo heb ik al vroeg geleerd een hekel te hebben aan kouwe kak, opportunisten en corpsballen.' Vervolgens heeft hij het in meerdere steden geprobeerd, maar de muzikant heeft zijn keuze gemaakt: 'Utrecht is een prachtige stad die me inspireert en ontroert. Luister maar eens naar het liedje ‘Het bloed kruipt waar het gaan kan’ op mijn laatste cd. Nee, ik wil hier nooit meer weg.' 

Mooiste plekje in Utrecht? 'De Oude Gracht natuurlijk, vooral als het regent”. En wat is zijn meest geliefde schuilplaats tegen de regen? 'Café Averechts, een kroeg die wordt gerund door vrijwilligers. Bovendien gaat al het geld naar goede doelen en herkent niemand me daar.' Een andere favoriete kroeg van Pouderoyen is de Ierse pub O’Leary’s: 'In dit café is het zo rustig dat je jezelf kunt horen denken. En tot voor kort werkte er de leukste barvrouw van Utrecht, Sophie. Helaas vond zij het nodig om een wereldreis te maken.' Een laatste tip nog van de Utrechtse zanger: 'Cees Place: elke week hangt in deze kroeg een nieuwe schimmelsoort aan het plafond, dus hier voel ik me wel thuis.'

maandag 23 februari 2009

Russian Dance

Vorige week was ik in het buitenland: in Sint Petersburg om precies te zijn. Altijd al een droom geweest om de stad van Dostojevski te bezoeken. Om een beetje in de stemming te komen draaide ik voorafgaand aan de reis nog maar eens Russian Spy and I van de Hunters, met een geweldige Jan Akkerman op gitaar.

Sneeuw en winterse kou vormden de perfecte entourage voor een eerste bezoek aan Sint Petersburg. Glibberend en glijdend heb ik me enkele dagen vergaapt aan het ene moois na het andere. Schitterende stad, rijk aan historie. En muziek? Er sijpelt niet veel door naar het westen, dat is zeker. Het zijn voornamelijk klassieke componisten die hier bekend zijn. De Leningrad Cowboys zegt u? Die komen uit Finland. 

maandag 2 februari 2009

Blues in Baarlo


Voormalig bioscoop Thalia te Baarlo, Noord-Limburg, vormde afgelopen zaterdag het decor voor een optreden van de Limburgse troubadour Arno Adams. In het zuiden van het land is Adams een grote meneer, boven de rivieren zal het noemen van zijn naam menig muziekliefhebber de wenkbrauwen doen ophalen. 

Vreemd, want Arno Adams is een talentvol liedjesschrijver die gezegend is met een dijk van een (donkere)stem. De man uit Belfeld heeft een roerig leven achter de rug met drank/drugs, een gokverslaving en andere sores, en dat hoor je. Sinds hij drieëntwintig jaar geleden definitief voor de muziek koos, komt hij vanuit zijn schuilplaats in Venlo met het ene na het andere prachtlied op de proppen.