donderdag 12 januari 2023

Allemaal zijn we een beetje Elvis


Rondom de dag dat hij 88 jaar zou worden, organiseren enkele fans van Elvis Presley een feestje in Theater Berenkuil: het Elvisfest. Met cabaret, een Elvisdisco, een fototentoonstelling en de presentatie van de 20e editie van het magazine Almost in Elvis: ‘Mijn boek met bebopalulaverhalen’.

Bedenker en maker van dit periodiek met eigenzinnige verhalen over Elvis Presley is schrijver Dennis van Tiel. Al sinds zijn vroege jeugd is Van Tiel gefascineerd door zanger uit Memphis, Tennessee.

Foto: Angeliek de Jonge
Beschouw jij jezelf als grootste Elvisfan van Utrecht?

‘Ik zie mezelf niet direct als een fan die alles van Elvis geweldig vindt. Elvis is voor mij meer een excuusmuze om elke keer een leuk blad over hem te maken. Zijn leven en tragiek vormen voor mij de inspiratiebron. Hij is een soort vleesgeworden Amerika: alles wat in dat land samenkomt, zie je bij hem terug, zoals showbusiness, overdaad in fastfood, medicijnengebruik, voorliefde voor wapens, religie, talent en misbruik van talent.’

Wanneer is het zaadje geplant bij jou?

‘Toen ik een jaar of 9 was, zag ik een muziekprogramma over zijn laatste tournee in 1977. Die doodzieke man in een pak fascineerde mij. Waarom werd hij zo aanbeden? Ik kende tot dan alleen ‘normale’ artiesten als Meat Loaf. Mijn vader bracht uit de VS ook een paar platen mee van Elvis. Toen is de fascinatie ontstaan en die is altijd gebleven. Zijn verhaal ben ik pas later gaan lezen.’

Kovacs doet geen concessies meer


Binnenkort verschijnt het derde album van Kovacs. Sharon Kovacs is geboren en (deels) opgegroeid in Baarlo. Haar muziek reikt inmiddels tot ver over de landsgrenzen. Op het nieuwe album Child of Sin reflecteert ze op een moeilijke periode in haar jeugd.

Getooid met een fikse, knalgele zonnebril spreekt Sharon Kovacs op een snikhete middag openhartig over de thematiek op haar nieuwe album. De locatie: het terras dat onlangs tot beste van Limburg is uitgeroepen in het centrum van Baarlo, het dorp waar Sharon Kovacs 32 jaar geleden geboren is en de eerste jaren van haar jeugd doorbracht.

De plekjes met een parasol zijn helaas bezet. Is het niet te warm voor haar, zo in die brandende zon? ‘Nee hoor, ik heb mijn gezicht goed ingesmeerd. Ik vind het eigenlijk wel lekker zo.’

De zangeres combineert het interview met een bezoekje aan haar oma, die een paar straten verderop woont. Precies op de plek waar vroeger de lagere school stond van Kovacs, ’t Kempke. Eén keer heeft ze opgetreden in haar geboortedorp, zo zegt ze. ‘Dat was tijdens de viering van 50 jaar bevrijding. Toen heb ik voor al die oudjes in de bibliotheek gespeeld. Dat vonden ze erg leuk,’ zegt ze lachend. ‘En oh ja, ik heb ook nog als kind voor mijn oma gezongen in zaal Habets!’

Zoek niet te hard naar geluk


In zijn twaalfde bundel ‘Met wat geluk’ dicht Ingmar Heytze over gelukkig zijn in moeilijke tijden. Hoe maak je iets van een leven waarin gewone dagen steeds schaarser lijken? ‘Het nastreven van geluk is onverstandig. Tevreden zijn is al heel wat.’

‘In de generatie opa’s en oma’s is het grote sterven begonnen, de wereld zucht onder oorlog, klimaatcrisis en de naweeën van een pandemie. Hoe houd je een acceptabel humeur onder zulke omstandigheden?’, is te lezen op de achterkant van de nieuwe dichtbundel van Ingmar Heytze. ‘Wanneer ik gelukkig ben? Als ik teveel gitaren heb en een goede espressomachine.’

Kijk je nu heel anders aan tegen geluk dan toen je een jaar of 16 jaar was?

‘Zeker. Als zestienjarige heb je nog een compromisloze kijk op de wereld. Je kunt helemaal je eigen gang gaan en jezelf zijn, met alle angsten en onzekerheden over de toekomst. Ook kun je alles zeggen tegen iedereen, als puber kom je daar mee weg. Er is niet veel dat je afleidt van een beetje in het gras liggen, een stickie roken en naar het heelal kijken.’

In hoeverre is dat veranderd?

‘Dat flierefluiten gaat er wel af met de jaren. Het aantal beslommeringen neemt toe. Het grote verschil tussen toen en nu zijn mijn kinderen. Het is misschien een cliché, maar je bent zo gelukkig als je ongelukkigste kind. Als de kinderen gelukkig zijn, ben ik het ook. Dat is een directe voorwaardelijkheid. Zijn ze niet gelukkig, dan kan ik wel de Lotto winnen of allerlei literaire prijzen, maar dan ben ik het ook niet. Mijn geluk is dat van mijn kinderen.’

Ode aan Kate Bush


Sinds de jaren 80-hit Running up that hill te horen was in de populaire Netflixserie Stranger Things, is Kate Bush ontdekt door een jongere generatie. In haar nieuwe theatershow brengt Anneke van Giersbergen een eerbetoon aan de Britse zangeres.

‘Ja, het kwam mij ook wel goed uit,’ zegt zangeres Anneke van Giersbergen over de Kate Bush-revival. ‘Al was het ver voor Stranger Things dat ik besloot om een theatervoorstelling over haar te maken.’ Anneke is onder meer bekend van de metalband The Gathering, maar schreef ook muziek voor de Efteling, maakte een kindervoorstelling en deed een show over Madonna. 

Ze werkte samen met artiesten als Devin Townsend, Anathema, de IJslandse folkgroep Árstíðir en BLØF en begin 2021 verscheen haar soloalbum The Darkest Skies Are The Brightest. En nu staat Anneke op de planken met eigen interpretaties van liedjes van Kate Bush. ‘Zij kan wel hoger zingen dan ik. Ze is een sopraan, ik een mezzosopraan. Wuthering Heights kan ik overigens wel aan hoor. Het is niet zo dat ik de liedjes heb moeten verlagen. Maar het belangrijkste is dat je het gevoel goed overbrengt.’

Wanneer raakte jij in de ban van Kate Bush?

‘Toen ik als kind de clip van Wuthering Heights op tv zag, was ik meteen onder de indruk. Zo iemand was er nog niet, met die aparte liedjes en die hoge stem. Ik ben altijd naar haar muziek blijven luisteren. Kate Bush maakt emotionele en diepzinnige muziek die tegelijkertijd ook pop is. Haar stem is natuurlijk prachtig. En ze zingt over niet-alledaagse onderwerpen, zoals literatuur en poëzie, waarmee ze haar eigen verhaal maakt. Als je naar haar luistert, ontdek je elke keer wel iets nieuws: hoe ze naar het leven kijkt, haar emoties verwoordt, de dingen beleeft. Mijn favoriete album is The Red Shoes, met daarop You’re The One als een van haar mooiste liedjes. Het lijkt een gewone love song, maar als je er echt induikt, ontdek je allerlei lagen in de melodie, sound, emotie en tekst.’

In de vrije ruimte


Al tien haar helpt het Utrechtse platform No Man's Land jonge muzikanten bij het nemen van een volgende stap in hun ontwikkeling. ‘Laat de druk van de markt achter je. Pas dan heb je de vrijheid om kunst te maken.’


Talentontwikkeling; daar draait het vooral om bij No Man’s Land. Het platform richt zich op jonge makers die hun weg zoeken in de popmuziek, en stelt daarbij coaches, netwerken, kennisdeling en geld ter beschikking. Een gesprek met directeur-bestuurder Robert Kouijzer en programmamaker Chris van Beek.

Als je googelt op No Man’s Land kom je eerst uit bij een kledingmerk. Dat lijkt me niet helemaal de bedoeling …

Robert: ‘Dat wist ik niet, haha. Voors ons verwijst de naam No Man’s Land naar de ruimte die kunstenaars betreden als ze nog weinig structuur hebben. Het niemandsland’ Van Beek: ‘Om makers te helpen brengen wij in dat niemandsland partijen bij elkaar. Het is dé plek waar ze de kennis kunnen opdoen die ze nodig hebben voor een volgende stap.’ Kouijzer: ‘Samen ontwikkelen we nieuwe wegen.’ Chris: ‘Maar we kunnen ook nog altijd truien gaan verkopen, haha.’

Het levende lab van Pynarello


Het avontuurlijke klassieke ensemble Pynarello maakte vijf jaar geleden een vliegende start en werd al snel omarmd door publiek, programmeurs en andere musici. ‘We rekken op een vriendelijke manier de grenzen van het genre op.’


Pynarello is een muzikaal collectief uit Utrecht dat experimenteert met de conventies van klassieke muziek. Dat genre kan avontuurlijker, spontaner en directer, volgens het ensemble, dat dit jaar haar vijfjarige bestaan viert. Ter ere van dat jubileum kreeg Pynarello de sleutel van TivoliVredenburg om daar een seizoen lang Ensemble in residence te zijn. ‘De programmeur van TivoliVredenburg zei: “Jullie gedroegen je altijd al zo, dus veel verandert er niet.” En we zijn inderdaad al jaren kind aan huis in TivoliVredenburg; we spelen en repeteren er regelmatig,’ vertelt artistiek leider en violist Lonneke van Straalen. ‘Maar we zien de titel ensemble in residence toch als een cadeautje. Het is fijn dat we zo extra aandacht krijgen in ons jubileumjaar.’

Hoe is het idee ontstaan om Pynarello op te richten?

‘Ik had al langer de wens om met gelijkgestemde avonturiers een band, collectief, ensemble of orkest op te richten. De klassieke wereld werkt al decennialang met dezelfde conventies en kaders. Ik houd erg van tradities, maar kijk ook altijd hoe het anders kan. Soms is het goed om je af te vragen of iets nog wel bij de tijdgeest past, en of er misschien veranderingen nodig zijn. Een klassiek orkest met een experimenteerdrang zoals Pynarello was er nog niet. Vanaf minuut één zijn we een soort levend laboratorium. We houden er niet van om dingen kapot te maken, of ergens tegenaan te schoppen, maar rekken op een vriendelijke manier de grenzen een beetje op.’

Zoeken naar de bron van het licht


De voorstelling Licht van theatergezelschap Het NUT vertelt het verhaal van lichtontwerper Uri Papaport die twee weken blind door het leven gaat na een operatie aan zijn oog. Theatermaker Greg Nottrot neemt hem mee op een reis naar de bron van het licht.

Hoe kwam je op het idee om deze voorstelling te maken?

‘Het verhaal gaat over vriendschap, mijn angst voor het donker en de ogen van Uri Rapaport, de beste lichtontwerper van Nederland. Hij is een lichttovenaar die al meer dan veertig jaar achter de schermen bezig is. Vanaf mijn begintijd als theatermaker werken we al samen. Hij is ook een vriend van mij. Ik wilde al langer een voorstelling maken waarin hij als hoofdpersonage centraal zou staan, en niet in dienst van het verhaal, zoals gewoonlijk. Aanvankelijk zag hij dat niet zo zitten, Uri voelt zich prettiger in het donker. Maar gelukkig heeft hij moeite om nee te zeggen. Nu staat hij dus gedwongen vier weken als hoofdpersoon in mijn voorstelling.’

Kun je iets meer over het verhaal vertellen?

‘Het is een deels fictieve, deels realistische vertelling van een reis die we vorige zomer samen hebben gemaakt. Uri had te horen gekregen dat hij een tumor op zijn oogbol had. Na de operatie moest hij een tijdje geblinddoekt door het leven omdat zijn ogen nog moesten genezen. In afwachting van een hersteld zicht, of niet was hij dus een tijdje blind. Voor een lichtontwerper is dat het ergste wat er kan gebeuren. Dat gegeven heb ik gebruikt voor mijn voorstelling. Ik neem hem mee op reis, op zoek naar de bron van het licht.’