donderdag 30 december 2010

Top 10 2010


Enige tijd schreef ik cd-, concertrecensies en columns voor Altcountry.nl. In december maakten alle medewerkers een lijstje met hun favoriete altcountry-platen van dat jaar. In 2010 was dit mijn top 10.





1. John Grant - Queen of Denmark
2. Brown Bird - The Devil Dancing
3. Midlake - The Courage of Others
4. The Walkmen – Lisbon
5. Tim Knol - Tim Knol
6. Ray LaMontagne - God Willin\' & the Creek Don\'t Rise
7. Johnny Cash – American VI: Ain’t no grave
8. Musée Mécanique - Hold This Ghost
9. Isobel Campbell & Mark Lanegan – Hawk
10. Rumer – Seasons of my soul

net niet:
Dylan Leblanc - Paupers Field
The Pierces - Thirteen Tales of Love and Revenge
I Am Oak - On Claws
Dix - Sayonara


maandag 18 oktober 2010

I scare myself


Sinds ik van hot naar her reis voor allerlei kortlopende opdrachten, is goede automuziek onontbeerlijk. Mijn laatste zelfgebakken cd is er een met muziek van de jaren 80. 

Ik zal zeker niet ontkennen dat in deze jaren -waarin ik muzikaal gevormd ben- veel rommel is gemaakt, toch lukte het me toch moeiteloos om een nummertje of vijftig bij elkaar te zoeken.  Niet in het genre van de altcountry, want die muziek was me toen nog onbekend. Wel: New Gold Dream van de Simple Minds, 10.15 Saturday Night van The Cure, Love van The Cult, Killing Moon van Echo & The Bunnymen en Burning Down The House (live) van de Talking Heads, songs die het ook uitstekend doen onderweg. Bij die laatste zat ik onlangs te stuiteren achter mijn stuur. Geweldige percussie! En ook op Rattlesnakes van Loyd Cole and The Commotions, Big Mouth Strikes Again van The Smiths en Golden Brown van The Stranglers is het prima karren. Lichte weemoed ligt voortdurend op de loer, dat dan weer wel. 

maandag 11 oktober 2010

A Skin Too Few


In het kader van de verkiezing van de beste portretfilm vertoonde de publieke omroep afgelopen week een vijftal films, waaronder A Skin Too Few : The Days of Nick Drake. De eerste prijs ging uiteindelijk naar Rock ‘n’ Roll Junkie, Jan Eilanders’ rolprent over Herman Brood. 

Prima keuze natuurlijk, maar de documentaire van Jeroen Berkvens over Nick Drake, de even getalenteerde als gevoelige troubadour mocht er ook zijn. Berkvens maakte eerder een prachtige film over gipsy-gitarist Jimmy Rosenberg, een andere gekwelde ziel. 

zaterdag 11 september 2010

Hallo Venray


Teleurstellend was het, het optreden van Hallo Venray afgelopen zaterdag in Ekko te Utrecht. De formatie van Henk Koorn speelde voornamelijk (erg) stevige nummers van hun laatste album. 

Dat deed het trio vol overgave, maar de echte bezieling ontbrak toch. En het nieuwe materiaal is lang niet zo boeiend als het vroegere werk van begin jaren negentig. Het was dan ook lang wachten op een klassieker als Tuck the man. Andere fijne nummers ten tijde van het album The more I laugh, the hornier due gets, zoals The heart and the soul en Eugene bleven achterwege. 

woensdag 30 december 2009

Top 10 2009


Enige tijd schreef ik cd-, concertrecensies en columns voor Altcountry.nl. In december maakten alle medewerkers een lijstje met hun favoriete altcountry-platen van dat jaar. In 2009 was dit mijn top 10.



1. Wilco - The Album
2. Madness - The Liberty of Norton Folgate
3. Brown Bird – The Devil Dancing-
4. God Help The Girl - God Help the Girl
5. Sam Baker – Cotton
6. De Staat - Wait For Evolution
7. Bill Callahan - Sometimes I Wish We Were An Eagle
8. Fink - Sort Of Revolution
9. Felice Brothers - Yonder Is The Clock
10. Antony & the Johnsons - The Crying Light

Dit is mijn lijstje zoals het elders op internet is te vinden. Een album of vijf vallen niet direct in de categorie altcountry; dit zijn de (prima) vervangers voor deze site:

2. Steve Earle - Townes
4. Slaid Cleaves – Everything you love will be taken away …
6. Romi Mayes – Archin in yer bones
8. Dan Auerbach – Keep it hid
10. Alela Diane – Forest Parade

donderdag 26 november 2009

Marten de Paepe: melancholicus hopend op de grote doorbraak

 
Dromerige folk kenmerkte het debuut van de in Amersfoort woonachtige Marten de Paepe. De opvolger die begin volgend jaar verschijnt is een stukje steviger en beschikt volgens eigen zeggen over 'een van de beste liedjes uit de pophistorie'. Een interview met een muzikant die liever achterom kijkt dan vooruit.

Boswandeling
‘Etherische americana’, zo omschreef een recensent de muziek van Marten de Paepe. De Paepe: 'Mijn liedjes klinken te Engels voor americana, ze bevinden zich op het kruisvlak van folk en pop. En er zitten zeker dromerige elementen in, maar zelf ben ik erg down to earth. Met zaken als esoterie en soefi heb ik niks.' Sfeer speelt wel een belangrijke rol: 'De luisteraar moet zin krijgen om een boswandeling te maken of om in de vensterbank een boek te lezen terwijl het buiten sneeuwt.' 

Hoe maak je muziek sfeervol? De Paepe: 'Sommige liedjes hebben de stemming al in zich, het vuurtje moet alleen nog aangewakkerd worden. Om ervoor te zorgen dat de sfeer een liedje zo draagt dat het echt bij de luisteraar binnenkomt, dat is het allermoeilijkste.'

Oude dingen

De 27-jarige De Paepe is melancholicus pur sang, liever kijkt hij achterom dan vooruit: 'Ik ben erg van de oude dingen, over het heden en de toekomst voel ik een voortdurende onvrede. Het verleden is voor mij een veilig baken'. Niet zo verrassend dus dat hij historicus is geworden: 'De geschiedenis staat bol van de mooie verhalen, anekdotes en rare mensen. Het is eigenlijk een roman op zich.' 

maandag 12 oktober 2009

Skarl: met een soeppan mooie geluiden bij elkaar scharrelen


Zoals Jan fan de strjitte (Fries voor: Jan van de straat) ooit zijn kostje bij elkaar scharrelde, zo doet de formatie Skarl dat met woorden en instrumenten. In 2000 won de band het Friese songfestival met dit lied over een zwerver. De roots van Skarl liggen in Friesland, gitarist en iedjesschrijver Philippus Feenstra is woonachtig in Utrecht.

Liefhebbers van puffende, piepende potten- en pannenmuziek in de stijl van Tom Waits, De Kift en Andre Manuel komen bij Skarl prima aan hun trekken. Veelal in het Fries bezingt deze formatie op hun laatste cd ‘Serenade’ geromantiseerde verhalen die aan het begin van de vorige eeuw in vissersdorpjes werden uitgewisseld tussen zeelieden, marskramers en circusartiesten. 

Verhalen over arbeiders, de fanfare, liefde en verlangen en met als instrumentarium o.a. trombone, trekzak, traporgel, vuilnisvat en soeppan. De teksten zijn doorspekt met de nodige zwarte humor en zelfspot. Feenstra: 'Ons motto is: lachen om de trieste dingen en huilen om de vrolijke dingen.'