Voor ieder kind is er een boek
Wat doe je voor de klas als je zelf niet van lezen houdt? Deze vraag staat centraal in het boek ‘Wie niet leest is gek’ van schrijver, columnist én parttime leerkracht op de Drie Koningenschool in de Meern, Naomi Smits.
Aan de hand van praktijkverhalen, en tips van leerkrachten en kinderboekenschrijvers, deelt Naomi Smits in dit onderwijsboek haar liefde voor boeken en lezen. ‘Nederland bungelt wat betreft leesvaardigheid al jaren onderaan de internationale lijsten. Waar zit de crux? Bij de leerkracht. Teveel leerkrachten lezen niet en hebben geen idee wat er gebeurt in de kinderboekenwereld,’ zegt Smits.
Waarom is het zo belangrijk dat leerkrachten zelf ook van lezen houden?
‘Zien lezen doet lezen. En een goed voorbeeld doet volgen. Het hoort gewoon bij het vak van leerkracht. Over rekenen kan een onderwijzer niet zeggen: ‘Dat is stom, dat doe ik niet.’ Hetzelfde geldt voor lezen. Het hoeft niet je grootste hobby te zijn, maar je moet kinderen wel kunnen adviseren en enthousiasmeren. Pas als je weet waar hun interesses liggen, kun je ze naar een goed boek leiden. Een goede leerkracht weet kinderen dagelijks te verrassen en te verleiden met een mooi kinderboek.’
‘Prepubers van groep 8 vinden lezen vooral stom. Dan zeg ik: ‘Je hebt het goede boek nog niet gevonden. Kijk, dit is een mooi boek voor jou!’ Ik ga het gesprek met ze aan. Ook lezen we samen een boek in de klas. Momenteel is dat Koning van Katoren. Kinderen leren hierbij ook veel over regeringsvormen. Zo verplaats je een boek naar het nu. Als ze vragen of Jan Terlouw nog meer heeft geschreven, kun je zijn andere boeken laten zien. Koning van Katoren gaat over een strijd. Dan kun je de vraag stellen: ‘Zijn er meer boeken waar een strijd wordt geleverd’? In een tweetal, of klassikaal bespreken de kinderen dit soort dingen. Ook promoot ik elke ochtend een kinderboek, bijvoorbeeld het laatste van Lucy Strange. Zoiets kost je maar twintig seconden. In elke klas heb je boeklovers en boekhaters. De meeste kinderen moet ik een boek in de maag splitsen. Dat is een uitdaging, maar ik ben ervan overtuigd dat er voor ieder kind een boek is.’
Niet alle onderwijzers gaan zo te werk …
‘Nee, veel leerkrachten zeggen dat ze geen tijd hebben voor boekpromotie. Het kost je twintig seconden! Tijdens het stillezen doen veel onderwijzers de administratie, schrijven ze mailtjes of halen ze koffie. Ik ga dan ook een boek lezen. Zo geef je het goede voorbeeld. Als kinderen thuis niet worden voorgelezen, en dat komt vaak voor, heeft de leraar een belangrijke rol bij leesbevordering. In een team van leerkrachten zitten gelukkig altijd wel een paar enthousiastelingen die de kar trekken. Ik begin in een overleg vaak over leuke kinderboeken. Ook geef ik boekentips in de interne nieuwsbrief van school en promoot ik kinderboeken op Instagram onder de naam ‘Leesknokploeg’.
In je boek ben je kritisch over de pabo-opleidingen.
‘Jazeker, daar kan nog een flinke slag worden gemaakt op het gebied van voorlezen en kinderliteratuur. Kinderliteratuur is een vrijwillig vak op de pabo, terwijl elke student verplicht zou moeten worden om wekelijks een kinderboek te lezen. Na vier jaar heb je er dan tweehonderd gelezen! Laatst vroeg ik iemand die net klaar was met de pabo welk kinderboek het laatst was gelezen. ‘Rupsje Nooit Genoeg’, luidde het antwoord. Ik moest bijna huilen toen ik dat hoorde. De pabo moet een veel sterkere rol gaan spelen bij leesbevordering. Zoals het nu gaat, ontstaat er niet alleen een kwantitatief lerarentekort, maar ook een kwalitatief. Wil een leerkracht bij kunnen dragen aan de kennis van een kind, dan moet hij of zij goed beslagen ten ijs komen en boven de lesstof staan. ‘Ja, maar lezen kost hartstikke veel tijd!,’ zeggen ze dan. Een prentenboek heb je in tien minuten gelezen. En je kunt ook in de auto, of tijdens het hardlopen, een luisterboek of een podcast opzetten.’
Waarom is het ook weer zo belangrijk dat kinderen lezen?
‘Het vergroot hun wereld en draagt bij aan een beter leven. Later kun je dan een hypotheekakte lezen, of een bijsluiter bij medicijnen. De emotionele waarde van lezen is ook groot: denk aan de fantasie, prikkeling en ontspanning die het oproept. Er gaat een wereld voor je open. Je gaat op reis door thuis te blijven. De verbeelding is heel belangrijk: jezelf kunnen verplaatsen in de emoties van een ander. In mijn klas lees ik nu Vis in een boom voor. Daarin wordt een groep 8 beschreven die een afspiegeling is van alle groepen 8 over de hele wereld. Zo wordt een boek voor kinderen heel herkenbaar. Als er iets broeit in mijn klas, stel ik de vraag: ‘Hoe lossen ze dit op in het boek?’ Lezen is ook goed voor de sociale cohesie.’
Wat hoop je te bereiken met boek?
‘Ik weet dat leerkrachten het gaan lezen. Ik hoop dat ze de boekpromotie van een halve minuut oppikken. De verplichte boekbespreking mag eruit wat mij betreft. En elke dag voorlezen en de ouders aanspreken op voorlezen. Leerkrachten moeten beseffen dat ze een belangrijke rol spelen bij het leesproces van een kind. Ze kunnen daarin het verschil maken.’
Eerdere publicatie in AD Utrechts Nieuwsblad
Geen opmerkingen:
Een reactie posten