vrijdag 28 december 2007

Top 10 2007


Enige tijd schreef ik cd-, concertrecensies en columns voor Altcountry.nl. In december maakten alle medewerkers een lijstje met hun favoriete altcountry-platen van dat jaar. In 2007 was dit mijn top 10.



1. Two Gallants - Two Gallants
2. Wilco - Sky Blue Sky
3. Whip - Blues For Lovers
4. Elvis Perkins - Ash Wednesday
5. Alela Diane - The Pirate’s Gospel
6. Beirut - The Flying Club Cup
7. Lucky Fonz III - Life is Short
8. Mark Davis - Mistakes I Meant To Make
9. Ian Siegal - Swagger
10. Fink - Distance and Time

 

maandag 24 december 2007

Kerstkaart


Mooiste kerstnummer allertijden is ‘Christmas Card from a Hooker in Minneapolis’, afkomstig van Tom Waits’ album ‘Blue Valentine’. De chroniqueur van de zelfkant had de mensheid al met een vijftal prachtalbums verblijd toen hij in 1978 met dit meesterwerkje op de proppen kwam. 

Voornamelijk broeierige jazzy blues met piano en sax bepaalde in die periode het repertoire van Tom Waits; het zou nog een jaar of vijf duren aleer hij zijn experimentele kant toonde op (het geniale) ‘Swordfishtrombone’.

Aan ‘Blue Valentine’ koester ik om meerdere redenen fijne herinneringen. Om te beginnen was het mijn kennismaking met de man die ik tot de dag van vandaag beschouw als meest begaafde liedjesschrijver en performer ooit. ‘Blue Valentine’ is een van mijn favoriete Waits-albums, met name vanwege het wonderschone titelnummer. Niet alleen de grommende stem in combinatie met de muziek sprak op mijn vijftiende tot de verbeelding, ook de afbeelding op de achterkant van de hoes prikkelde de fantasie. In groen-tinten zien we een jeugdige Waits, in gedachten verzonken, bij een tankstation gebogen staan over een blondine in het rood die bevallig tegen een Ford Thunderbird leunt. Je ziet de bijbehorende film zo voor je. (Pas jaren later kwam ik erachter dat het hier zijn toenmalige vriendin Rickie Lee Jones betreft)

maandag 17 december 2007

Arno Adams

Arno Adams is een Limburgse troubadour met op het repertoire doorleefde, donkere en veelal autobiografische liedjes. Alom bekend en erkend in het zuiden des lands, boven de rivieren is het nog even wachten op een doorbraak. Verbazingwekkend is dat; zowel tekstueel als muzikaal is Adams bepaald een hoogvlieger. 

De man uit Belfeld verdient meer aandacht, dat constateer ik nog maar eens na het beluisteren onlangs van zijn cd ‘Dans Met Mich’ uit 2002. Het hele album is de moeite waard, een nummer springt er wat mij betreft uit: ‘Doëd’. Er is veel moois geschreven en gezongen over de dood -denk aan My Death van David Bowie, A Handful of Dust van Loudon Wainwright III of Kraaien van Krang- ook Doëd is fraaie ode aan het verscheiden. Het lied is een beklemmend relaas van een man die bij een auto-ongeluk om het leven is gekomen, met als sinistere bijzonderheid dat de dode man de verteller is. 

maandag 10 december 2007

Skarl


Krang, de eigenzinnige formatie van Andre Manuel, is alweer een poosje ter ziele. Gelukkig blijkt er ergens in Nederland nog een ketterse fanfare rond te lopen. 

Skarl is de ietwat curieuze naam voor het Friese gezelschap met een soortgelijke muzikale intentie als de formatie van Manuel. Na een tip van een (Friese) vriend was het voor mij een fijne ontdekking dat er naast De Kift en Stuurbaard Bakkebaard in dit land nog andere bands een volkomen eigen koers varen. 

De formatie Skarl, die tot mijn verbazing al een jaar of tien blijkt te bestaan, speelt theatrale ketelmuziek van de betere soort en veelal gezongen in het dialect. En de bandnaam? “Skarl duidt op een procesmatige manier van werken. Zoals ‘Jan fan ‘e Strjitte’ (Jan van de Straat) zijn kostje bij elkaar scharrelt, zo scharrelt Skarl klanken, woorden en oude instrumenten bij elkaar op zoek naar de geur, de smaak en de kleur”, zo meldt hun website. 

De teksten van hun laatste cd ‘Serenade’ zijn geromantiseerde verhalen die aan het begin van de vorige eeuw in lokale cafés van kleine visserdorpjes werden uitgewisseld tussen dorpsgenoten, zeelieden, marskramers en circusartiesten. Voor de liefhebbers van puffende en piepende potten-en pannenmuziek (denk ook aan de Dead Brothers) met gebruik van instrumenten als ukelele, trombone en traporgel: beluister en bekijk de live-uitvoering van ’Sear Dien’.

 

woensdag 5 december 2007

Jeugdig talent


1. Een openbaring voor mij is de plotse verschijning van Lucky Fonz III aan het firmament van de singer-songwriters. De pas 26-jarige Amsterdammer kwam onlangs met zijn tweede album Life Is Short dat vol staat met lyrische folk- en countryliedjes met een scherp randje. Voor zijn leeftijd opvallende doorleefd gezongen, met lichte wiebelstem, en liedjes die compositorisch sterk zijn en bij vlagen ontroerend. 

Liefhebbers van Will Oldham, Johnny Cash en Leonard Cohen komen ruimschoots aan hun trekken bij deze cd van een waarachtig talent van eigen bodem. Voorheen leidde Lucky Fonz III (echte naam Otto Fons Wichers) al levens als klassiek-pianist, gabber, dj, straatmuzikant en barpianist. En nu is hij dus veelbelovend singer-songwriter.

maandag 26 november 2007

De toegift

Mooi moment: de toegift. Of beter gezegd: het wachten op de toegift. De band is klaar met spelen en verdwijnt van het podium. Iedereen in de zaal weet het: die komen terug. Toch het ongedurige wachten. De verwachtingsvolle blikken. Beetje joelen en fluiten voor de vorm en na een minuutje of vijf volgt dan het sluitstuk van de show. Een ongeschreven wet bij live-concerten.

Soms gaat het anders. Afgelopen vrijdag in de Melkweg besluit het duo Two Gallants, na een formidabel optreden van krap een uur, de enthousiaste zaal te negeren en niet meer terug te keren voor een toegift. De dj start vrijwel direct een cd. Onbegrip in de zaal. Verbijstering en verontwaardiging ook. Een anticlimax. De arrogantie van die snotapen om zoiets te flikken.

maandag 19 november 2007

Getroebleerde geest


Een flinke dosis talent is geen garantie is voor een glansrijk leven. Gipsygitarist Jimmy Rosenberg heeft het aan den lijve ondervonden. Kenners zien in hem als twaalfjarige de opvolger van Django Reinhardt. Op zijn vijftiende loopt hij met een miljoenencontract op zak. De wereld aan zijn voeten…


Documentairemaker Jeroen Berkvens maakte een prachtig portret van de dan 26-jarige gitarist, neef van de vermaarde Stochelo van het Rosenberg Trio. In een Belgische kliniek probeert hij de demonen uit zijn hoofd te verdrijven en weer grip te krijgen op zijn leven. Een sterk contrast met de beelden van een piepjonge Jimmy, zeer begaafd en (schijnbaar) zorgeloos, in een wereld van volwassenen. Hij kan de weelde echter niet aan en vlak voor een wereldwijde doorbraak gaat het mis. 

Jimmy raakt aan de heroïne, en als zijn vader -een dominante man maar ook bindende factor van het gezin- voor acht jaar in de cel belandt wegens de moord op zijn schoonzoon, slaan de stoppen helemaal door. Jimmy vergooit in korte tijd al zijn kapitaal aan drugs en dure auto’s die hij vervolgens (geen rijbewijs) in de prak rijdt. Een groot hart heeft hij wel; sommige daklozen zijn hem nog steeds dankbaar voor de duizenden guldens die hij ze toestak.

dinsdag 13 november 2007

Roots of Heaven 2007


Aan de jongens van Storybox de eer om het bal in het Patronaat te openen. Het Utrechtse kwartet begint ietwat schuchter, wat volgt is een degelijk en redelijk overtuigend optreden. 

Storybox heeft patent op gloedvolle en harmonieuze Beatleske liedjes met hier en daar een theatrale uitspatting. Zoekend naar het perfecte popliedje, zo lijkt het. De banjo van Oscar Buma geeft het geheel een rootsy tintje. Zanger Helge Slikker is goed bij stem en oogt zelfverzekerd. “Heerlijk”, zo meldt hij voldaan na het expressieve einde op zang en piano van Not Easy. 
Lucinda Williams

Storybox speelt vanmiddag uiteraard veel liedjes van hun overtuigend debuut A Fool’s Attempt, zoals het vaudeville-achtige Tonight en het deinende Come and Go. De nummers worden adequaat uitgevoerd zonder al te veel poespas. “Hele mooie dame” Niels de Rooij, bassist van de band, fungeert vandaag als stand-in voor de tweede stem. Soms mag het nog een tikkeltje risicovoller bij Storybox en een enkele keer padapapadada minder zou geen kwaad kunnen. Maar de band is live ook prima te verteren en de rek lijkt er nog niet uit.

zondag 10 juni 2007

Het jeugdig elan van de Rolling Stones


Een ouverture met Gimme Shelter was passend geweest, want geschuild werd er volop in de Goffert voorafgaand aan het optreden van de Rolling Stones.

Vanonder paraplu’s, regenjassen, grote stukken zeil en stukken hout kwam de meute tevoorschijn nadat de wolken waren geleegd en de riff van Start me Up door het park galmde. Special guest Van Morisson had anderhalf uur eerder vroegtijdig het podium moeten verlaten vanwege aanhoudende donder en bliksem. Maar op het moment dat de Big Bang van start ging was het droog.

En het bleef droog die twee uur van het optreden, als grootste rock and rollband dwing je dat blijkbaar af. De Britse oer-rockers waren van plan om de vele doorweekten voor het eind van de show droog te krijgen, dat werd al snel duidelijk. Niet alleen door het enorme vuurwerk en de vuurspuwende bakken, maar voornamelijk door een gloedvol en gedreven show. De meningen zijn verdeeld over de drang van de jongens op leeftijd zich te blijven manifesteren op het podium, feit is dat ze nog immer staan voor een onverwoestbaar spelplezier, enorme inzet en groot vakmanschap, gecombineerd met het jeugdige elan van Jagger, Richards en Wood.

zaterdag 21 april 2007

Blue Highways 2007


De Grote Zaal van Vredenburg is vroeg in de middag al aardig volgelopen bij aanvang van openingsact Bo Ramsey. De met een cowboyhoed getooide Ramsey -hij vormt een uitzondering vandaag- zorgt voor een veelbelovende ouverture van Blue Highways.


Als gitarist op Lucinda Williams’ ‘Car Wheels On A Gravel Road’ en als producent van haar opvolger ‘Essence’ heeft Ramsey zijn sporen al ruimschoots verdiend. De man uit Burlington, Iowa, wordt
begeleid door bassist Jonathan Penner, Steven Hayes op drums en gitariste Pieta Brown. De laatste zal later op de dag ook nog zelf optreden. Bo Ramsey speelt zompige blues die te vergelijken is met het werk van Tony Joe White. De zang- en gitaarstijl van Ramsey is bepaald onderkoeld te noemen. De meeste nummers worden gekenmerkt door een monotone en ietwat slome cadans. Ramsey bromt er wat doorheen en soleert op zijn gitaar met als motto: less is more. Toch overtuigt het optreden van Ramsey. 

Zijn laatste cd is een ode aan helden van hem als Howlin’ Wolf en Willie Dixon. Van Howlin’ Wolf speelt hij het fraaie ‘No Place To Go’ en hij besluit het optreden met een broeierige versie van ‘Sitting On The Top Of The World’. Met country heeft het niet zo heel veel van doen, maar een prettig relaxte opening van Blue Highways is het wel.

donderdag 15 maart 2007

Majestueus optreden Bonnie ‘Prince’ Billy 


Het geduld van de vele bezoekers voor Bonnie ‘Prince’ Billy wordt nog even op de proef gesteld. Voorprogramma Sir Richard Bishop grossiert namelijk in lang uitgesponnen gitaarimprovisaties, in een stijl ergens tussen Django Reinhardt, Indiase raga en flamenco. 

Foto: Pim Rupert
Virtuoos is het zeker en bij vlagen ook sfeervol. Het instrumentale optreden van de met haarband en zonnebril getooide Bishop is toch wat misplaatst vlak voor de komst van de koning van de folk-noir: Bonnie ‘Prince’ Billy.

Een lichte siddering gaat door de Grote Zaal van Vredenburg zaal als de prins dan eindelijk op het podium verschijnt. Het aantal volgelingen is ondertussen talrijk; het optreden in Utrecht was snel uitverkocht. Bepaald vorstelijk oogt hij niet, met zijn enorme hoofd, de woeste baard en sombere blik.

dinsdag 30 januari 2007

Alleen de stemmen van Lanegan en Campbell gaan goed samen


Ruim een uur later dan aangekondigd verschijnt in Paradiso het voorprogramma William Elliott Whitmore ten tonele. De jeugdige Whitmore beschikt over een lekker raspende stem en speelt op energieke wijze en stampvoetend zijn duistere folkblues, zichzelf begeleidend op banjo en gitaar.


Vervolgens duurt het weer een hele poos aleer Mark Lanegan en Isobel Campbell het podium betreden. De eerste fluitconcerten dienen zich reeds aan als de twee eindelijk aanstalten maken te beginnen. Ze zetten wel direct sterk in met ‘Revolver’, een van de prachtnummers van hun cd ‘Ballad of the Broken Seas’.

Dit album is alom bewierookt in de pers; geprezen werd vooral de fraaie wisselwerking tussen de engelachtige stem van Campbell en het duistere gegrom van Lanegan. De intieme sfeer op de cd blijft live overeind, maar Lanegan en Campbell vormen wel een uiterst bizar stel. Met name Mark Lanegan is een zonderling.

De voormalige voorman van The Screaming Trees staat volkomen roerloos op het podium en lijkt vergroeid met de microfoon. Zijn stuurse blik verraadt een peilloze somberheid. Contact met de zaal, zijn vrouwelijke kompaan of de bandleden is er niet.