dinsdag 19 augustus 2025

Vrouwen in de nederpop


In de jaren 60 was het niet uitzonderlijk dat een Nederlandse zangeres de enige vrouw was in een line up. Vergeleken met toen is er wel het een en ander veranderd.

Tegenwoordig is een Nederlandse vrouwelijke artiest regelmatig de headliner op een festival. En muzikale onderscheidingen zij er ook in overvloed. Maar op de radio is nog steeds minder dan een kwart van alle muziek afkomstig van ‘de andere kunne.’ Reden voor muzikant Tim Treffers om een aantal populaire Nederlandse zangeressen van toen en nu aan het woord te laten over hun dromen, succes en (over)leven in een mannenwereld.

Daar zitten veel positieve verhalen bij, maar wat toch vooral opvalt zijn de talloze anekdotes waarin mannen (echtgenotes, producers, platenbazen, pluggers, etc.) een dubieuze rol spelen.

Dit begint al in de jaren 60, als Ria Valk (‘Hou je echt nog van mij, Rocking Billy’) van haar man alleen klussen mag aannemen waarmee de hypotheek betaald kan worden. Zangeres Bojoura (‘Frank Mills’) wordt door haar manager verboden om live op te treden en Astrid Nijgh (‘Ik doe wat ik doe’) mag van echtgenoot Lennaert zelfs helemaal niet zingen. Dat doet ze pas na de scheiding.

Recensie: Lilian Hak - RESET


Twaalf jaar is best een lange tijd om van de radar verdwenen te zijn. Niet dat de Utrechtse zangeres, songwriter en producer Lilian Hak stil heeft gezeten.

Ze produceerde (en schreef mee aan) een album van Wouter Hamel, maakte een voorstelling voor de Parade en bracht een aantal singles uit. Maar de liedjes die niet afraakten, bleven zich opstapelen. Nu is er dan Haks vijfde album, RESET. Haar meest persoonlijke, zo zegt ze zelf.

Met haar eerste albums, Silence Feels Safe en Love’s Victory March zat Lilian Hak nog stevig verankerd in de elektronische muziek. Voor de twee die volgden liet ze zich inspireren door filmmuziek – uit de gouden eeuw van Hollywood (Old Powder New Guns, 2010) en uit spaghettiwesterns (Lust Guns & Dust, 2013).

RESET is beïnvloed door Portishead, Air en Lana del Rey, maar ook jazz, soul, bossanova en (wederom) filmmuziek klinkt door. Enkele thema’s die ze aanroert: de zoektocht naar rust in een chaotische wereld, het verlangen naar vrijheid en kracht en de moed om te resetten. De productie gaf Hak deze keer deels uit handen, aan Marien Dorleijn.

Het is een gevarieerd album, met een James Bond-achtige vibe in openingsnummer 'I will ever be your head', het hitgevoelige 'Under the wire', bossanova in 'Last song' (met Bert van den Brink op accordeon) en een fijn koortje in 'The best is yet to come'. Soms klinkt de muziek van Lilian Hak net iets te vrijblijvend. Het uptempo 'City is my home' is een van de beste nummers. Slotlied 'Mother' is een mooie, ingetogen ode aan haar overleden moeder. Fijn dat Lilian Hak weer terug is.

Eerdere publicatie in Oor.  

100 jaar ZTC Zuilen


De Zuilense Tennisclub (ZTC) is een goed bewaard geheim. De kleine club (vijf banen) ligt enigszins verscholen in de wijk. Deze zomer viert ZTC haar 100-jarig jubileum en is daarmee de oudste tennisclub van Utrecht. De voorzitter is Anouschka Scholten.

Prachtig weer, maar er kan nog niet gespeeld worden, zie ik.

‘Nee, morgen worden de lijnen erin gelegd door een groep vrijwilligers. Vervolgens komen de palen en netten erop. Vroeger kon je op gravel van november tot april niet spelen, maar dit jaar hebben we tot januari door kunnen tennissen. Met de warme winters van tegenwoordig is het langer doorspelen en eerder beginnen.’

Toch zijn er niet veel clubs meer met alleen gravelbanen …

‘De echte tennisliefhebber houdt van gravel. De bal stuitert anders en je kunt erop glijden. Ook is de kans op blessures kleiner. ZTC is een kleine, intieme gezinsclub met een grote betrokkenheid van jong en oud. Al is de laatste jaren de samenstelling van deze wijk, en dus ook van onze club, aan het veranderen.’

Tijd voor een reset


Ze is een veelzijdige vocalist, songwriter en producer. Utrechter Lilian Hak combineert avant-garde elektronica met filmische pop, indie en jazz. Onlangs verscheen haar vijfde album: RESET. ‘De nummers vloeiden er organisch uit.’


Met haar eerste albums, Silence Feels Safe en Love’s Victory March (2006), zat ze nog stevig verankerd in de elektronische muziek. Voor de twee die volgen liet Lilian Hak zich inspireren door filmmuziek – uit de gouden eeuw van Hollywood (Old Powder New Guns, 2010) en uit spaghettiwesterns (Lust Guns & Dust, 2013). En nu is er haar nieuwe album, RESET, gelaagd en intiem, met invloeden van Portishead en Lana del Rey, maar ook uit de jazz, soul, bossanova en filmmuziek. Thema’s zijn de zoektocht naar rust in een chaotische wereld, het verlangen naar vrijheid en kracht, en de moed om te resetten.

Het is alweer twaalf jaar geleden dat je vorige album uitkwam.

‘Ik heb niet stilgezeten, hoor. Er waren zoveel muzikale uitstapjes, dat ik niet aan mijn eigen ding toekwam. Wel heb ik nog een aantal singles uitgebracht. Ook heb ik een voorstelling voor De Parade gemaakt en een album van Wouter Hamel geproduceerd en meegeschreven. En lange tijd was ik niet tevreden over het materiaal dat ik had liggen. De nummers die niet afraakten, bleven zich maar opstapelen.’

Als echtpaar samen aan een boek werken


De kinderboeken van Koos Meinderts worden geïllustreerd door zijn vrouw Annette Fienieg. En dat is best bijzonder. ‘Werk en privé zijn bij ons niet gescheiden. Ons werk is ook ons leven.’

Utrechter Koos Meinderts (72) schreef meer dan dertig kinderboeken en is meermaals bekroond. Vorig jaar won hij nog de Zilveren Griffel voor Zebedeus en het ganzenbord van Wisse en voor zijn boek Naar het Noorden ontving hij in 2017 de Gouden Griffel.

Maar Meinderts is vooral bekend van De club van lelijke kinderen (1987), het verhaal over een dictator die alle lelijke kinderen op wil ruimen. Het boek behandelt op luchtige wijze serieuze thema’s als discriminatie en onderdrukking en is (‘met dat rare oranje mannetje in het Witte Huis’) weer akelig actueel. In 2019 verschenen een (succesvolle) film en een tv-serie van het boek.
Foto: Angeliek de Jonge

Bijzonder is dat de meeste boeken van Meinderts worden geïllustreerd door zijn vrouw, Annette Fienieg. ‘Het is natuurlijk een voordeel dat we elkaar heel goed kennen. We weten wat we aan elkaar hebben. Normaal gesproken heb je als schrijver nooit veel contact met de illustrator,’ zegt Meinderts. De twee zijn elkaars eerste beoordelaars. ‘Annette is mijn klankbord. Als ze ergens aan blijft haken, heeft ze altijd gelijk.’

Rudeboy: de eeuwige outsider 


‘Mijn boek wordt een kruising tussen Ik, Jan Cremer, The Catcher In The Rye en Mein Kampf’, vertelt Rudeboy in de zomer van 2023 aan collega Willem Bemboom. En ja, opzienbarend is Inside Outsider zeker.


Eigenlijk had Patrick Tilon (Rudeboy) beroepsmilitair willen worden. Dat de rapper ooit een carrière in de krijgsmacht ambieerde, wordt al snel duidelijk in deze kloeke autobiografie: de oorlogstaal is niet van de lucht. 

Op driejarige leeftijd krijgt Tilion Chelsea Boots, met aan weerszijden een pistool aan een kettinkje. ‘Die nam ik uit hun zakjes en begon ze zo goed en kwaad als het ging te richten op mensen,’ schrijft hij. Onschuldig kindervermaak, maar ook veelzeggend. Zes jaar later ontwikkelt hij een fascinatie voor WO2. Als volwassene bekijkt hij de oorlogsfilm Saving Private Ryan maar liefst 20 keer. 

Het boek behelst gelukkig meer dan Tilions fascinatie voor pistolen en geweld. Hij vertelt uitgebreid over zijn opvoeding in Suriname, met een Brits-Guyaanse moeder en een creools Surinaamse vader, die bandlid is van The Cosmo Beats (‘de beste band van Suriname’). Van hem krijgt hij de liefde voor de Beatles mee. Na de scheiding van zijn ouders belandt Tilion bij zijn oma, een tante en een streng gelovig pleeggezin waar het -op zijn zachts gezegd- niet klikt, waarop zijn vader hem meeneemt naar de Bijlmer in Amsterdam. 

 Het recht op een thuis


Manon Uphoff schreef in de bundel Laat me binnen drie verhalen over personages die om uiteenlopende redenen verbannen zijn uit hun huis, familie of gezin. ‘Het is een oer-verlangen van de mens om een thuis te hebben.’

De Utrechtse schrijver, scenarist en beeldend kunstenaar heeft een aantal genomineerde en bekroonde romans, novellen en verhalen op haar naam staan. Haar vorige roman, Vallen is als vliegen, werd een bestseller en was volgens de NRC en Humo de beste Nederlandstalige roman van 2019. Het aangrijpende boek over misbruik in haar jeugd werd vertaald in het Spaans, Hongaars en Engels. Falling is like Flying werd in Times Literary Supplement een van de beste boeken van 2024 genoemd. Onlangs verscheen een nieuwe verhalenbundel van Manon Uphoff: Laat me binnen.

Twee weken geleden was je te gast bij VPRO Boeken in de bibliotheek van Utrecht. Hoe heb je dat ervaren?

‘Ik ben altijd wel zenuwachtig voor een tv-optreden. Tv is een heel intens medium. Het scheelde wel dat het gesprek met Lotje IJzermans plaatsvond in de stadsbieb. Dat is voor mij natuurlijk een vertrouwde omgeving. Het fijne van dat programma vind ik dat je echt een goed gesprek over een boek kunt voeren. Ik kijk er met veel genoegen op terug.’

Heb je veel reacties gekregen?

‘Ja, over het algemeen werd er heel positief op gereageerd. Een groot verschil met een aantal jaren geleden is wel dat de toon en de aard van reacties op de sociale media erg is veranderd. Die zijn veel heftiger, negatiever en onvriendelijker. Soms is het puur schelden, en dan ook nog in kapitalen. Het lijkt wel alsof er een algoritme op losgaat dat alle negatieve reacties uitvergroot zodat er reuring ontstaat.’

Inside Outsider


Urban Dance Squad was met hun unieke mix van rock, hiphop en rap een regelrechte (live)sensatie. Rapper en frontman Rudeboy schreef een autobiografie over zijn leven: Inside Outsider.

In de jaren 90 maakt de Utrechtse formatie een vijftal innovatieve en succesvolle albums. Ook waren er hits met 'Deeper shade of soul' en 'Demagogue'. De band tourde wereldwijd en stond in het voorprogramma van Living Colour en Red Hot Chili Peppers. Rage Against The Machine liet zich inspireren door de sound van Urban Dance Squad.

Je bent muzikant. Waarom besloot je een boek te schrijven?

‘Daar zijn meerdere redenen voor. Er wordt al tien jaar gewerkt aan een docu over Urban Dance Squad, maar dat schiet niet op omdat de drummer, een control freak, veel materiaal niet af wil staan. Ook heeft er altijd een misconceptie over mijn karakter bestaan. Mensen vinden me een lastig persoon en wantrouwig. Ik wilde opschrijven waar dat karakter vandaan komt.’

Daar zal de titel van het boek vast iets mee te maken hebben …

‘Ja, dat klopt. Ik heb me altijd een buitenstaander gevoeld. Dat gevoel is ontstaan in mijn jeugd toen mijn Amerikaanse moeder me al op heel jonge leeftijd zeer opvallend kleedde. Kleding was voor haar van vitaal belang. Tegenwoordig hou ik er ook erg van en zie ik kleding als een uniform. Maar als kind voel je je anders en buitengesloten. Dat is eigenlijk altijd zo gebleven. Als je foto’s van de band bekijkt, zie je dat ik nog steeds zo kijk en afstand neem van de anderen.’

Blue Valentine(s)


Tom Waits zag ik helaas nooit live. En de kans is klein dat het ooit nog gaat gebeuren. Een alternatief is de (prima) tribute band Braindogs, die covers van Waits speelt. Voor Uitagenda Utrecht mocht ik een persoonlijk verhaal schrijven over mijn voorliefde voor de muziek van Tom Waits. 


Het begon allemaal met het album Blue Valentine. De middagpauzes op de middelbare school waren nog dusdanig lang dat er genoeg tijd was om de zinnen te verzetten. Dat gebeurde ofwel in de platenzaak in de stad met een koptelefoon op, ofwel bij een klasgenoot thuis die mooie platen liet horen op de chique muziekinstallatie van zijn ouders. Die klasgenoot luisterde niet naar de Simple Minds en The Cure zoals ik, maar naar Frank Zappa en Sonny Rollins.

Tijdens een van die middagen zette hij een album op dat iets bij mij losmaakte: Blue Valentine van Tom Waits. Geen galmende gitaren, geëxalteerde zang en zweverige synths die ik kende van de new wave, maar ‘echte’, levende muziek, met saxofoon, piano en een grommende stem die wel wat weg had van Louis Armstrong, waar mijn vader zo van hield. Mooi zingen leek niet het motto te zijn, maar het kwam wel binnen. Het album leek opgenomen in een rokerige jazzclub.

Ook de hoes sprak tot de verbeelding. In fraaie groentinten is het contemplatieve gezicht te zien van een nog jonge Waits. Op de achterkant staat hij voorovergebogen over een vrouw in het rood (Ricky Lee Jones, zijn toenmalige vriendin, zo hoorde ik pas veel later), die leunt tegen een Fort Thunderbird. Een scene die tegenwoordig enige vraagtekens zou oproepen, maar op mij als zestienjarige maakte het tafereel veel indruk.