donderdag 12 september 2024

Leonards lofzang


Met Avalanche Quartet maakte Henk Hofstede (Nits) mooie bewerkingen van songs van Leonard Cohen. Het lied dat centraal staat in de docu Hallelujah - Leonard Cohen, a Journey, a Song stond echter nooit op het repertoire.


‘Het is zeker niet mijn favoriete nummer van Leonard Cohen,’ vangt Hofstede aan in zijn woning in Amsterdam. ‘Ik was dan ook niet meteen geïnteresseerd in een documentaire over Hallelujah. Maar hij is toch erg goed, ook al omdat hij niet alleen over dat lied gaat.’

Maar geen Hallelujah voor Hallelujah dus, wat jou betreft?

‘Nee, Cohen heeft veel betere nummers geschreven. De melodie vind ik niet ijzersterk. Liedjes als Who by fire en Take this waltz zitten veel beter in elkaar. Maar wat me vooral tegenstaat is de productie met die synths. Cohen wilde zijn stijl moderniseren. Zijn zoon Adam adviseerde hem om dat met synths te doen. Daarom had Cohen op reis altijd een keyboard met ritmebox mee. Pas veel later krijgt Hallelujah, tijdens live-uitvoeringen, de juiste kleur. Met Avalanche Quartet was het ook altijd leuk om liedjes van Cohen te ontdoen van hun omgeving. Een sobere band paste het best bij zijn stem en songs.’

Wanneer heb jij Leonard Cohen ontdekt?

‘In 1968 hoorde ik Sisters of Mercy op een verzamelplaat die ik voor acht gulden had gekocht. Hierop stonden bekende namen als Bob Dylan en Simon and Garfunkel, maar ook een onbekende ster: Leonard Cohen. Ik werd meteen geraakt door zijn diepe stem, maar ook het arrangement en de damesvocalen vond ik erg mooi. Vanaf toen ben ik al zijn platen gaan kopen. Vergeleken met Dylan klonk Cohen gedistingeerd en elegant. Van de tekst van Sisters of Mercy begreep ik niet veel, maar dat maakte me niet uit.’

Cohen is ook altijd wat ongrijpbaar geweest …

‘Ja, net als Dylan blijft hij een mysterie. Je krijgt nooit helemaal toegang tot hem en dat moet ook zo blijven. Het mysterie zit meer in zijn melodieën dan in de teksten. Die lijken eenvoudig, maar dat is bedrieglijk. Ze beschikken over een enorme kracht. Cohen is een soort beeldhouwer, die net zo lang aan iets schaaft totdat het geraamte overblijft. Hij deed dan ook vijf of zes jaar over een album. Zijn beste liedjes vergeleek hij met een Volvo, ook zo robuust en onverslijtbaar. Daar kan ik wel inkomen. In dat opzicht streeft hij een album als Sgt. Pepper van The Beatles, dat meer tijdsgebonden is, zelfs voorbij.’

Toch wilde zijn platenmaatschappij Colombia Records het album met Hallelujah, Various Positions, niet in de VS uitbrengen …

‘Dat is wel bizar ja. En een grote teleurstelling voor Cohen die zeven jaar aan dat nummer had gewerkt en waarvoor hij meer dan 150 coupletten schreef. De plaat verscheen wel op een klein label, in o.a. Engeland, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Scandinavië. ‘A kind of sweet revenge’, zegt Cohen in de docu als twee versies van Hallelujah (waaronder die van Jeff Buckley, red.) jaren later op 1 en 2 staan in de Amerikaanse billboards.’

Een soort genoegdoening. Heb jij enig idee waar Hallelujah over gaat?

‘Daarover tast ik in het duister. Zoals wel vaker vermengt Cohen religieuze met autobiografische elementen. Maar in de loop van de jaren is er zoveel in het lied gesneden. Ook Cohen speelde live soms een andere versie. John Cale haalde voor zijn bewerking, die later is gebruikt voor Shrek (de animatiefilm die een enorme boost gaf aan het nummer, red.) de religieuze passages eruit. De regisseur van Shrek zei op zijn beurt: ‘We cut out the naughty parts.’ Denk bijvoorbeeld aan: ‘She tied me to a kitchen chair.’ Zo is het lied door de jaren flink veranderd. Overigens staat op de soundtrack van Shrek de versie van Rufus Wainwright, waarschijnlijk om commerciële redenen. Voor de film zelf vonden ze hem te jong klinken.’

Welke uitvoering spreekt jou het meeste aan?


‘Die van John Cale en Jeff Buckley strijden om de beste plek. Het hangt van mijn stemming af. De versie van Jeff Buckley vind ik soms iets te heilig, te hemels. John Cale heeft er een meer aardse uitvoering van gemaakt. Die is het schaalmodel geworden voor Jeff Buckley en Rufus Wainwright. Cale heeft het lied ontdaan van al het onnodige. Ik kies dan toch voor zijn versie. Leonard Cohen heeft zich daar zelf nooit over uitgelaten, maar ik denk dat hij die ook het beste vond.’

Door al die uitvoeringen in Idols, The Voice, The X-Factor, etc. heeft Hallelujah flink aan waarde ingeboet …

‘Ja, het is een lied geworden voor iedereen. Als een song op een ellendige manier wordt uitgevoerd, loopt het ravage op. Daar is niks aan te doen. Met Imagine gebeurde hetzelfde. Een nummer overleeft dat niet, ook al is het in de oorsprong nog zo geweldig. Sommige versies zullen Cohen ook pijn aan de oren hebben gedaan. Al weet ik uit betrouwbare bron dat hij altijd dol was op inkomsten uit zijn liedjes. En met Hallelujah heeft hij veel verdiend.’

Heb je hem ooit ontmoet?

‘Ja, in 1988 in Brussel. We speelden in hetzelfde tv-programma, ‘Mike aan zee’. Met de Nits playbackten we J.O.S. Days, Cohen deed First we take Manhattan en Take this waltz, dacht ik. Ook playback. We hebben samen geluncht. Hij was goed geluimd, heel aardig en geestig. Op een gegeven moment vroeg hij of we hem wilden begeleiden tijdens zijn wereldtour I’m your man. Met de Nits waren we zelf bezig met een grote tournee, dus ik zei ‘Nee’. Spijt heb ik niet. Maar soms denk ik wel eens: wat zou er gebeurd zijn als …?’

Eerdere publicatie in de VPRO Gids. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten