Licht in de droefenis
De aankondiging van een nieuw album van de Kift staat altijd garant voor een flinke dosis voorpret. De Zaanse band weet steevast te verrassen met een originele, handgemaakte vormgeving. En met een aantal nieuwe prachtnummers natuurlijk.
Een sigarendoos, een fotoalbum, gerecycled jute en een heuse ordner vormden eerder de omlijsting van nieuwe albums van de Kift. En Niemandsland is wederom een kunstig werkje geworden. Het album is verpakt in oude briefkaarten (o.a. uit Duisburg en Gorensjka), inclusief handgeschreven kattenbelletjes. Het licht nostalgische gevoel dat de vergeelde ansichtkaarten oproept past goed bij De Kift, waar de weemoed nooit ver weg is.
Al 35 jaar vaart de veelkoppige formatie uit Koog aan de Zaan zijn eigen koers, met een aanstekelijke mix van fanfare, punk en theater. Van tijd tot tijd is er ook ruimte voor enige verstilling. Op Niemandsland gaat de Kift op zoek naar ‘het mooie en het schone in deze zorgelijke tijden, op politiek, maatschappelijk en klimatologisch gebied.’
Zanger Ferry Heyne put voor zijn teksten uit de wereldliteratuur, onder het motto: Waarom zou je zelf iets bedenken als er al zoveel moois is geschreven? Op dit album citeert hij uit het werk van o.a. Pablo Neruda, Sylvia Plath, August Strindberg, Armando en Marion Bloem. Het openings- en titellied is geïnspireerd op ‘Thirteen’ van Johnny Cash. Geheel toevallig zal het niet zijn dat Niemandsland (alweer) het dertiende album is van De Kift.
Erg vrolijk is het merendeel van de teksten niet die Heyne uit zijn orders met mooie passages uit de literatuur heeft geplukt. De Belgische zangeres (en saxofonist) Roos Janssens zorgt met haar charmante Vlaamse tongval af en toe voor wat licht in de duisternis. Het door haar gezongen ‘Witte Vlinder’ (naar een tekst van Iosif Brodski) is prachtig. Ook mooi is het duet, of beter gezegd de dialoog, met drummer/(koor)zanger Wim ter Weele, ‘Vogels’, dat gebaseerd is op een treurige tekst van Cormac McCarthy . Ter Weele is zoals gebruikelijk ook verantwoordelijk voor de fijne illustraties op dit album.
Dat De Kift een verleden heeft in de punk, blijkt uit weerbarstige songs als ‘Dageraad’ en ‘Wereld, wereld’. In het oriëntaals getinte ‘De Nacht’ krijgt de band steun van de Amsterdam Klezmer Band. Mooi is ook het ingetogen ‘Kompanen’, met de tekst:
‘Ja, zo zouden we het graag hebben, dat we de kroon droegen en genoeg kregen van de wereld. Maar is het niet omgekeerd, dat de wereld genoeg krijgt van ons, en niet wij van haar?’ (Herta Müller)
Gelukkig schijnt er bij de Kift ook altijd licht door alle droefenis: op ‘Wals’ kan vrolijk gedanst worden. Het slotakkoord is voor een weemoedige trompet, voorafgegaan door de woorden: ‘Zoveel dingen die ik vergeten wil’. Ja, zo zouden we het graag hebben.
Zanger Ferry Heyne put voor zijn teksten uit de wereldliteratuur, onder het motto: Waarom zou je zelf iets bedenken als er al zoveel moois is geschreven? Op dit album citeert hij uit het werk van o.a. Pablo Neruda, Sylvia Plath, August Strindberg, Armando en Marion Bloem. Het openings- en titellied is geïnspireerd op ‘Thirteen’ van Johnny Cash. Geheel toevallig zal het niet zijn dat Niemandsland (alweer) het dertiende album is van De Kift.
Erg vrolijk is het merendeel van de teksten niet die Heyne uit zijn orders met mooie passages uit de literatuur heeft geplukt. De Belgische zangeres (en saxofonist) Roos Janssens zorgt met haar charmante Vlaamse tongval af en toe voor wat licht in de duisternis. Het door haar gezongen ‘Witte Vlinder’ (naar een tekst van Iosif Brodski) is prachtig. Ook mooi is het duet, of beter gezegd de dialoog, met drummer/(koor)zanger Wim ter Weele, ‘Vogels’, dat gebaseerd is op een treurige tekst van Cormac McCarthy . Ter Weele is zoals gebruikelijk ook verantwoordelijk voor de fijne illustraties op dit album.
Dat De Kift een verleden heeft in de punk, blijkt uit weerbarstige songs als ‘Dageraad’ en ‘Wereld, wereld’. In het oriëntaals getinte ‘De Nacht’ krijgt de band steun van de Amsterdam Klezmer Band. Mooi is ook het ingetogen ‘Kompanen’, met de tekst:
‘Ja, zo zouden we het graag hebben, dat we de kroon droegen en genoeg kregen van de wereld. Maar is het niet omgekeerd, dat de wereld genoeg krijgt van ons, en niet wij van haar?’ (Herta Müller)
Gelukkig schijnt er bij de Kift ook altijd licht door alle droefenis: op ‘Wals’ kan vrolijk gedanst worden. Het slotakkoord is voor een weemoedige trompet, voorafgegaan door de woorden: ‘Zoveel dingen die ik vergeten wil’. Ja, zo zouden we het graag hebben.
Eerdere publicatie op 8WEEKLY.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten