Thea Beckman kreeg miljoenen kinderen aan het lezen
Kinderboekenschrijfster Thea Beckman had een sterke connectie met Utrecht. Vivian de Gier schreef een lijvige bio over haar en geeft deze maand literaire theatervoorstellingen, lezingen en rondleidingen in de stad.
De kinderboeken van Thea Beckman (1923-2004) zijn onverminderd populair en worden nog steeds veel verkocht en uitgeleend in de bibliotheek. Haar bekendste boek Kruistocht in Spijkerbroek uit 1973 kreeg een Gouden Griffel, een Europese prijs voor het beste historische jeugdboek en is in vele landen vertaald. Journaliste Vivian de Gier schreef een mooie biografie over het leven van Thea Beckman. ‘Veel mensen zeiden: ze heeft geen interessant leven gehad. Nou, integendeel!’
Wanneer ontstond bij jou het idee voor dit boek?
‘Ik wilde altijd al een keer een biografie schrijven. Al snel dacht ik aan een kinderboekenschrijver uit mijn jeugd, want toen is mijn liefde voor literatuur ontstaan. En Thea Beckman was een van mijn favoriete schrijfsters. Wat ook meespeelde is dat er in de media maar weinig interesse is voor jeugdliteratuur. Er wordt zelfs een beetje op neergekeken. Dat is zonde, want er zijn zoveel mooie jeugdboeken. Ik werd ook getriggerd door mensen die zeiden dat Thea Beckman geen interessante persoon zou zijn om over te schrijven. ‘Dat kan toch niet? Met zo’n oeuvre?’, dacht ik. Bovendien: saaie mensen bestaan niet. Thea Beckman was een markante persoonlijkheid die met veel dingen voorop heeft gelopen.’
Wat spreekt je zo aan in haar boeken?
‘Ze schiep levensechte personages. Als kind kun je je daar aan optrekken. Ook gebruikte ze vaak een historische setting, dat was niet heel gebruikelijk in die tijd. En haar boeken zijn avontuurlijk en spannend, met leuke personages. De karakters zijn niet stereotiep. De meiden zijn kordate types die de wereld in trekken. Ze zijn stoerder dan gewoon was in kinderboeken van die tijd. Van de jongens laat Beckman juist de gevoelige kanten zien. Ook schreef ze over waarden die belangrijk zijn voor pubers, zoals eerlijkheid en gelijkwaardigheid. Jongeren houden ervan als ze een houvast krijgen met betrekking tot goed en kwaad.’
Haar bekendste boek is Kruistocht in Spijkerbroek. Is dat ook jouw favoriet?
‘Ik had nooit een favoriete titel, maar heb wel tranen met tuiten gehuild bij dit boek, want er gaan allemaal kinderen dood, zoals bijvoorbeeld het jongetje Carolus. Haar boek Hasse Simonsdochter vond ik ook te gek, net als de trilogie van de Honderdjarige Oorlog. Hasse Simonsdochter speelde zich gedeeltelijk af in de omgeving waar ik woonde als kind, het dorp Achterveld, waar Hasse en Jan een tijd wonen in een boerderij. Plekken in het boek, zoals de Barneveldse Beek, kende ik van nabij en dat maakte het bijzonder voor mij. Hasse is ook een mooi personage: ze is eigenwijs, stoer, driftig, kwetsbaar en lief tegelijk. Dit boek was overigens ook de favoriet van Thea Beckman zelf.’
Heb je tijdens het schrijven nog verrassende ontdekkingen gedaan?
‘Thea Beckman leidde een redelijk stabiel en kalm leven, zonder grote schandalen. Ondanks haar burgerlijke leven was ze wel volhardend. Pas op haar 50e is ze bekend geworden met Kruistocht in Spijkerbroek. In meerdere opzichten was Thea Beckman een voorloper. Veel vrouwelijke schrijvers van toen hadden het gymnasium of de hbs gedaan. Beckman schreef haar grootse oeuvre als autodidact bij elkaar. Door hard te werken en haar eigen koers te volgen heeft ze miljoenen kinderen aan het lezen gekregen. Daar heb ik veel respect voor.’
Hoe zou je haar karakter omschrijven?
‘Ze was volstrekt autonoom. In die tijd was het niet gebruikelijk dat een vrouw zelfstandig was. En ze was bloedeerlijk, aan pleasen deed ze niet. Dus ze zei wat ze ergens van vond, en het maakte haar niet zoveel uit of dat de ander wel of niet welgevallig was. Sommige mensen vonden dat lastig, maar het mooie was ook: je wist wat je aan haar had.’
Wat was haar connectie met Utrecht?
‘Tussen 1947 en 1958 woonde ze in Wijk C. Daarna is ze naar Bunnik verhuisd, waar ze de rest van haar leven heeft gewoond. In Utrecht begon ze met schrijven. Ze had bijna vijfentwintig jaar een column in het Utrechtsch Nieuwsblad en schreef er haar debuut als jeugdauteur. Ze was lid van de Utrechtse Dolle Mina, haalde haar atheneumdiploma aan de Avondschool en studeerde er vervolgens sociale psychologie. Later wijdde ze twee jeugdboeken aan de geschiedenis van Utrecht: Stad in de Storm en De Val van de Vredeborch. In oktober, de Maand van de Geschiedenis, is er in het Volksbuurtmuseum een tentoonstelling over Thea Beckman. Vroeger was daar de lagere school van haar zonen. Mijn partner in crime Marc Brester en ik geven samen lezingen en stadswandelingen gebaseerd op De val van de Vredeborch. We lopen door haar oude buurtje en langs locaties uit de roman, zoals de plek waar vroeger de brouwerij zat van Trijn van Leemput, de verzetsheldin die in opstand kwam tegen de Spaanse overheersing. Beckman woonde daar om de hoek.’
Thea Beckman wordt dus flink in het zonnetje gezet …
‘Jazeker, en dat verdient ze ook. Maar ik wil mensen vooral in contact brengen met de magie van kinderliteratuur. Ik kan iedereen aanraden om weer eens een paar jeugdboeken te lezen. Zo hou je contact met het kind in jezelf. En vooral met die jeugdige onbevangenheid, positiviteit en verwondering.’
‘Ik wilde altijd al een keer een biografie schrijven. Al snel dacht ik aan een kinderboekenschrijver uit mijn jeugd, want toen is mijn liefde voor literatuur ontstaan. En Thea Beckman was een van mijn favoriete schrijfsters. Wat ook meespeelde is dat er in de media maar weinig interesse is voor jeugdliteratuur. Er wordt zelfs een beetje op neergekeken. Dat is zonde, want er zijn zoveel mooie jeugdboeken. Ik werd ook getriggerd door mensen die zeiden dat Thea Beckman geen interessante persoon zou zijn om over te schrijven. ‘Dat kan toch niet? Met zo’n oeuvre?’, dacht ik. Bovendien: saaie mensen bestaan niet. Thea Beckman was een markante persoonlijkheid die met veel dingen voorop heeft gelopen.’
Wat spreekt je zo aan in haar boeken?
‘Ze schiep levensechte personages. Als kind kun je je daar aan optrekken. Ook gebruikte ze vaak een historische setting, dat was niet heel gebruikelijk in die tijd. En haar boeken zijn avontuurlijk en spannend, met leuke personages. De karakters zijn niet stereotiep. De meiden zijn kordate types die de wereld in trekken. Ze zijn stoerder dan gewoon was in kinderboeken van die tijd. Van de jongens laat Beckman juist de gevoelige kanten zien. Ook schreef ze over waarden die belangrijk zijn voor pubers, zoals eerlijkheid en gelijkwaardigheid. Jongeren houden ervan als ze een houvast krijgen met betrekking tot goed en kwaad.’
Haar bekendste boek is Kruistocht in Spijkerbroek. Is dat ook jouw favoriet?
‘Ik had nooit een favoriete titel, maar heb wel tranen met tuiten gehuild bij dit boek, want er gaan allemaal kinderen dood, zoals bijvoorbeeld het jongetje Carolus. Haar boek Hasse Simonsdochter vond ik ook te gek, net als de trilogie van de Honderdjarige Oorlog. Hasse Simonsdochter speelde zich gedeeltelijk af in de omgeving waar ik woonde als kind, het dorp Achterveld, waar Hasse en Jan een tijd wonen in een boerderij. Plekken in het boek, zoals de Barneveldse Beek, kende ik van nabij en dat maakte het bijzonder voor mij. Hasse is ook een mooi personage: ze is eigenwijs, stoer, driftig, kwetsbaar en lief tegelijk. Dit boek was overigens ook de favoriet van Thea Beckman zelf.’
Heb je tijdens het schrijven nog verrassende ontdekkingen gedaan?
‘Thea Beckman leidde een redelijk stabiel en kalm leven, zonder grote schandalen. Ondanks haar burgerlijke leven was ze wel volhardend. Pas op haar 50e is ze bekend geworden met Kruistocht in Spijkerbroek. In meerdere opzichten was Thea Beckman een voorloper. Veel vrouwelijke schrijvers van toen hadden het gymnasium of de hbs gedaan. Beckman schreef haar grootse oeuvre als autodidact bij elkaar. Door hard te werken en haar eigen koers te volgen heeft ze miljoenen kinderen aan het lezen gekregen. Daar heb ik veel respect voor.’
Hoe zou je haar karakter omschrijven?
‘Ze was volstrekt autonoom. In die tijd was het niet gebruikelijk dat een vrouw zelfstandig was. En ze was bloedeerlijk, aan pleasen deed ze niet. Dus ze zei wat ze ergens van vond, en het maakte haar niet zoveel uit of dat de ander wel of niet welgevallig was. Sommige mensen vonden dat lastig, maar het mooie was ook: je wist wat je aan haar had.’
Wat was haar connectie met Utrecht?
‘Tussen 1947 en 1958 woonde ze in Wijk C. Daarna is ze naar Bunnik verhuisd, waar ze de rest van haar leven heeft gewoond. In Utrecht begon ze met schrijven. Ze had bijna vijfentwintig jaar een column in het Utrechtsch Nieuwsblad en schreef er haar debuut als jeugdauteur. Ze was lid van de Utrechtse Dolle Mina, haalde haar atheneumdiploma aan de Avondschool en studeerde er vervolgens sociale psychologie. Later wijdde ze twee jeugdboeken aan de geschiedenis van Utrecht: Stad in de Storm en De Val van de Vredeborch. In oktober, de Maand van de Geschiedenis, is er in het Volksbuurtmuseum een tentoonstelling over Thea Beckman. Vroeger was daar de lagere school van haar zonen. Mijn partner in crime Marc Brester en ik geven samen lezingen en stadswandelingen gebaseerd op De val van de Vredeborch. We lopen door haar oude buurtje en langs locaties uit de roman, zoals de plek waar vroeger de brouwerij zat van Trijn van Leemput, de verzetsheldin die in opstand kwam tegen de Spaanse overheersing. Beckman woonde daar om de hoek.’
Thea Beckman wordt dus flink in het zonnetje gezet …
‘Jazeker, en dat verdient ze ook. Maar ik wil mensen vooral in contact brengen met de magie van kinderliteratuur. Ik kan iedereen aanraden om weer eens een paar jeugdboeken te lezen. Zo hou je contact met het kind in jezelf. En vooral met die jeugdige onbevangenheid, positiviteit en verwondering.’
Eerdere publicatie in Uitagenda Utrecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten