woensdag 20 augustus 2025

Van Flight naar Lowlands


De schrijver/historicus Patrick Bakkenes kijkt in zijn nieuwe boek Van Flight naar Lowlands terug op twee baanbrekende popfestivals in de Utrechtse Jaarbeurs, eind jaren zestig. Dat doet hij aan de hand van interviews met betrokkenen en veel archiefmateriaal.

Binnenkort gaat Lowlands weer van start, het driedaagse muziekfestival in Biddinghuizen. Wat veel bezoekers niet zullen weten, is dat de kiem van het festival ligt in Utrecht. In 1967 en 1968 werden in de Jaarbeurs twee popfestivals georganiseerd onder de naam Flight to Lowlands Paradise. De eerste editie was aanzienlijk succesvoller dan de tweede.

Als Utrechter Bunk Bessels in april 1967 samen met een vriend in het Alexandra Palace in Londen het undergroundfestival The 14 Hour Technicolor Dream bezoekt (met optredens van o.a. Pink Floyd, The Soft Machine én Simon Vinkenoog), raakt hij dermate enthousiast dat hij een dergelijk festival met muziek, kunst en poëzie ook in Utrecht van de grond wil krijgen. Met de hulp van de anarchistische Utrechtse provobeweging Volte, waar Bessels ook aan deelneemt, en een welwillende gemeente, slaagt hij in zijn opzet.

De liedjes van Taylor Swift ontleed


Taylor Swift Compleet, het verhaal van de 248 songs, doet wat het de titel belooft: een minutieus beeld scheppen van haar totale oeuvre.


Dat een succesvolle artistieke carrière gebaat is bij een slechte jeugd geldt niet voor Taylor Swift. De Amerikaanse zangeres groeit op in grote weelde, in West Reading, Pennsylvania, in een liefdevol gezin. Als kind zit ze op paardrijden, maar veel liever zingt ze Disneyliedjes. Op haar zesde raakt ze in de ban van country. Vanwege die voorliefde wordt ze op school wel gepest door haar leeftijdsgenoten, die luisteren naar pop en R & B. Swift zal er later menig liedje aan wijden, al gaan de meeste van haar songs over de liefde in al zijn facetten. 

Ze focust zich op de twaalf-snarige gitaar die ze van haar ouders kreeg. Urenlang, tot bloedens toe, oefent ze op het lastig te bespelen snaarinstrument dat ze een paar jaar later inruilt voor een zes-snarig exemplaar. Op haar 12e schrijft ze haar eerste liedje ‘The Outside’. Haar ouders zien het talent (en de tomeloze ambitie) van hun dochter en verhuizen naar Nashville om Taylor de kans te geven haar droom waar te maken. Een verstandige keuze: haar eerste album (Taylor Swift, 2006) wordt in de VS een groot succes, met de singles ‘Tim McGraw’ en ‘Teardrops On My Guitar’. Er zullen nog 247 songs volgen.

Reizen is (geen) onzin


Frank Heinen is vooral bekend van zijn sportverhalen. ‘Reizen is onzin’ is zijn eerste bundel met reisverhalen. ‘Ze gaan vooral over de praktische onnozelheden waarmee je te maken krijgt als je met zijn tweeën op pad gaat.’


Zijn debuut als reisschrijver maakt Heinen voor de wieler-weblog ‘Het is Koers!’. In ruil voor een reisverhaal draagt hij tijdens een fietsreis een wielershirt met hun naam erop. ‘De uitgebreide versie van dat verhaal is te lezen in het boek,’ vertelt Heinen in café Marktzicht. Met onderkoelde humor beschrijft hij hierin de fietstocht die hij samen met zijn vriendin maakt vanuit Utrecht naar het Italiaanse Ferrara. Op geleende citybikes en nauwelijks getraind. Grote ontberingen blijven de twee bespaard, kleine ongemakken zijn aan de orde van de dag.

Foto: Angeliek de Jonge
En het blijkt Heinen wel te liggen: het schrijven van een reisverhaal. ‘De meeste verhalen van mij zijn redelijk serieus. In een reisverhaal kan ik een meer lichtzinnige toon aanslaan. Informatief hoeft het niet per se te zijn, wel literair en humoristisch. Zoals mijn sportverhalen vaak niet over sport gaan, gaan mijn reisverhalen niet over reizen. Ik schrijf vooral over de praktische onnozelheden waarmee je te maken krijgt als je met zijn tweeën op pad gaat.’

Recensie: Judy Blank – Big Mood 


De muziekwereld maakt voor het eerst kennis met Judy Blank als de zangeres in 2013 bij het tv-programma De Beste Singer-Songwriter van Nederland (nipt) wordt geklopt door Michael Prins. 

Wanneer ze niet lang daarna optreedt bij het North Sea Jazz festival, wordt ze opgemerkt door Seasick Steve. Met de bluesveteraan treedt ze een paar keer samen op. Het debuutalbum van Judy Blank When the storm hits wordt goed ontvangen en bestaat uit melodieuze pianopop, geïnspireerd op de jaren 70. 

De grote muzikale ommekeer komt als de Utrechtse zangeres een rondreis maakt door het zuiden van de VS en gaat optreden in bars en cafés (open mic nights). Deze ervaring heeft haar tweede album Morning Sun (opgenomen in Nashville) sterk beïnvloed. Folk en country voeren nu de boventoon. De liedjes ‘Mary Jane’ en ‘Tangled Up In You’ worden breed opgepikt, zelfs door Elton John. Intussen heeft Judy Blank zich definitief gevestigd in Nashville. 

Leesclubfestival


Vrijdag 27 juni organiseren uitgeverij Das Mag en De Utrechtse Boekenbar een groot leesclubfestival in Utrecht. Twaalf leesclubs en één literaire talkshow die tegelijkertijd plaatsvinden op verschillende locaties door de stad. Bowi van Onna van Uitgeverij Das Mag vertelt.Wat staat er precies te gebeuren?

‘Deze formule hebben we eerder toegepast bij edities in o.a. Amsterdam, Antwerpen en Berlijn: verspreid door de stad zijn er op hetzelfde moment twaalf leesclubs waarin lezers in gesprek gaan met elkaar en de auteur van het boek. Daarna is er een groot feest waar alle deelnemers naartoe komen. Voor mensen die liever niet meedoen aan een leesclub maar wel naar een programma willen, is er ook een literaire talkshow met Tobi Lakmaker en Peter Buurman.

Welke auteurs geven er zoal acte de presence?

‘Onder andere Martin Rombouts, Lize Spit, Marion Bloem, Thomas Heerma van Voss en Yael van der Wouden. Ook zijn er Utrechtse leesclubleiders als Gijs Wilbrink, Yentl van Stokkum, Lisa Bouyeure en Maarten Liebregs.’

Waarom is Utrecht een goede locatie voor dit festival?

‘Utrecht is misschien wel de officieuze literaire hoofdstad van Nederland. Er is een levendige leescultuur met boekhandels en festivals en veel lezers uit onze achterban wonen er. We organiseren het festival met De Utrechtse Boekenbar, een boekhandel waar we al vaker kleinere literaire evenementen mee gedaan hebben. Zij weten hoe de hazen in Utrecht lopen en hoe de Utrechtse lezer te mobiliseren. Door hun contacten waren bijvoorbeeld ook alle leesclublocaties zo geregeld.

Poppodium dB's: 'De ziel is meeverhuisd'


Vorig jaar verhuisde poppodium dB’s noodgedwongen naar een andere locatie. Journalist Machiel Coehorst maakt de balans op met programmeur Jeroen Boekhorst. ‘dB’s is heel community-based, dat merk je als je hulp nodig hebt.’

Buiten klinkt vrolijke bluegrass van de Argentijnse formatie Angry Zeta. Mensen van diverse pluimage genieten in de zon met een biertje in de hand van fijne muziek. Zo op het eerste oog en oor is er veel hetzelfde gebleven op de nieuwe locatie van oefenstudio’s en poppodium dB’s. Maar de verhuizing van de Cartesiusweg naar de Vlampijpstraat is niet zonder slag of stoot verlopen. Lange tijd was het onzeker of dB’s op de nieuwe plek, een voormalig Turks huwelijkspaleis, financieel wel haalbaar was. Intussen draait het poppodium alweer ruim een jaar op volle toeren.

Drie weken na het slotconcert bij het oude dB’s waren er al optredens op de nieuwe locatie. Hoe hebben jullie dat zo snel voor elkaar gekregen?

‘Dat was een tour de force. De eerste concerten verliepen niet echt soepel. De zaal was nog niet klaar, voor elk optreden moesten het podium en de PA opnieuw worden opgebouwd en isolatie worden aangelegd. De bezoekers konden alleen langs hekken de zaal in en uit. Gelukkig kregen we veel steun van vrijwilligers. dB’s is heel community-based, dat merk je als je hulp nodig hebt.’

Goede kweekvijver


Het verhaal over piratenzender Radio Veronica is er een van pionieren, branie (of (over)moed) en (te) grote ego’s. Kundig opgetekend in het gelijknamige boek.

Veel medewerkers die later bekend zijn geworden bij radio of tv hebben het vak geleerd op de boot in de Noordzee, zoals Lex Harding, Tineke de Nooij, Harmen Siezen, Barend en Van Dorp en Chiel Montagne. Zelfs Boudewijn de Groot vond er een paar maanden emplooi als dj, onder het pseudoniem Marcel Overstegen.

In april 1960 starten twee vermogende broers, naar het voorbeeld van een Deense radiopiraat, de Vrije Radio Omroep Nederland. Om de regels te omzeilen, vaart het zenderschip buiten de territoriale wateren. Aanvankelijk onder Panamese vlag, later de Guatemalteekse.

De naam verandert al snel in Veronica, naar ‘Het schaap Veronica’, een gedichtenbundel van Annie M.G. Schmidt over een schaap met zwarte poten. Ook Radio Veronica wordt, zeker in de begintijd, als het zwarte schaap beschouwd door de gevestigde orde.

(weer) Verliefd worden op de aarde


Een virtuele basisschoollerares leidt de bezoeker van de expo Op aarde bij Sonnenborgh langs al het mooie van de natuur. ‘De mensen moeten weer verliefd worden op de aarde.’

Docente Elin gaat op zoek naar een nieuw verhaal om haar leerlingen te helpen de klimaatcisis anders te benaderen. ‘Na het geven van een opdracht aan haar klas schrok ze van de dystopische kijk die de kinderen hadden op de wereld,’ vertelt hoofd marketing en communicatie Emma Vendel.

Elin neemt je (via oortelefoons die bezoekers opzetten na binnenkomst) mee in haar werkkamer en werkplaats, waar ze aan dat verhaal bouwt. Dat doet ze in de vorm van installaties die al je zintuigen aanzetten. ‘Door haar ogen zie je de grootheid van het heelal, voel je de aarde onder je voeten, vlieg je mee met de grutto’s en schiet je even wortel naast de bomen in het park,’ luidt de uitnodigende tekst op de website.

Een beetje lichtheid in tijden van waanzin

Op één dag een actualiteitenshow in elkaar zetten: de acteurs Yara Piekema en Roán ten Cate van theatergroep Het NUT gaan het doen, samen met een groep makers uit verschillende disciplines.

Het idee voor de voorstelling Orde van de Dag stamt al uit 2010. Artistiek leider bij Het NUT, Greg Nottrot, liet een team van acteurs, muzikanten, cabaretiers en schrijvers in de Utrechtse stadsschouwburg hun licht schijnen op de actualiteit. Nu is Orde van de Dag terug met een nieuwe generatie makers.

Wordt de nieuwe show heel anders dan de vorige?

‘Een deel van het format blijft behouden. Maar er zijn nieuwe verhalen te vertellen, dus komen er nieuwe rubrieken. We vragen mensen op straat naar hun “nieuws van de dag”, er komt iedere editie een gastspreker langs en we gebruiken de documentaire theatervorm: Recorded delivery. En de groep makers is nu gevarieerder. Behalve schrijvers, acteurs en muzikanten werken we ook met dansers, mimers en draqqueens.’

Annet Schaap over Krekel: ‘Ik wilde een nog beter boek schrijven.’


Na het daverende succes van Lampje duurde het even voordat kinderboekenschrijver Annet Schaap haar volgende verhaal rond kreeg. Krekel is een meer dan waardige opvolger van haar prachtige debuut. ‘Ik wilde een nog beter boek schrijven.’


‘Hier moet je zijn!’ Het is even zoeken naar de nieuwe werkruimte van Annet Schaap op het Hooghiemstraplein. ‘Toen ik hier voor het eerst kwam, was ik ook bij de verkeerde ingang,’ zegt ze lachend. Via een aantal smalle gangetjes en trapjes belanden we uiteindelijk in haar nieuwe werkkamer. Buiten schijnt volop de zon, binnen is het door de afgedekte ramen vrij donker. ‘Dat vind ik prettiger werken.’

Tien jaar had Annet Schaap een prima werkplek in de Vlampijpateliers, vlakbij het Werkspoorkathedraal. Opeens kreeg zij, en met haar ongeveer 70 medebewoners, van gemeente Utrecht te horen dat ze binnen een paar weken moesten verhuizen. ‘Het gebouw was volledig onbewoonbaar verklaard. De elektriciteit was onveilig, er was een lekkage en er dreigde zelfs instortingsgevaar.’ Door de lekkage gingen een paar schetsen en tekeningen van Schaap verloren.

De platenkast van Paul McCartney


De verbeelding van muzikant en Beatles-fan Yorick van Norden sloeg op hol toen hij een foto zag van Paul McCartney omringd door zijn platenverzameling, in de muziekkamer van zijn Londense woning. Minutieus bestudeerde Van Norden alle platenruggen om de muzikale voorkeuren van zijn idool te achterhalen. Dit speurwerk leidde tot een omvangrijk boek en een gelijknamige muziek- en theatervoorstelling.

Ruim tweehonderd platen uit de collectie wist Van Norden te determineren. Hieruit selecteerde hij 26 artiesten waarover McCartney zich ooit had uitgelaten. Zelf spreken doet hij de vroegere voorman van The Beatles niet. De route voert via Fred Astaire, Booker T. & The M.G.’s en West Side Story naar de klassieke muziek an Julian Bream. Om te laten zien dat ze ‘niet zo dom waren als ze eruitzagen’, speelden The Beatles op feestjes wel eens een mopje klassiek (Bourrée In E Minor van Bach is verwerkt in Blackbird). 

Verlangen naar mythische oorden


Aan internationale waardering geen gebrek voor I am Oak. Al meer dan 50 miljoen keer zijn liedjes van de Utrechtse band gestreamd op Spotify. Maar de twijfel blijft.


Al zo’n vijftien jaar maakt Thijs Kuijken als I am Oak ingetogen, melancholieke folk, veelal met gitaar of piano als basis. Op Time Drifts zijn ook wat voorzichtige synths te horen. Op een zonovergoten terras bij de nieuwe locatie van dB’s vertelt Kuijken over zijn muziek. Dat doet hij net zo bedachtzaam als zijn muziek klinkt.
Foto: Clasine Haringsma

Thijs Kuijken doet alles zelf: het schrijven van de muziek, het bespelen van de instrumenten en het opnemen van een album. ‘Zo kan ik langer aan mijn liedjes werken en ze langzaam laten ontwikkelen, laagje voor laagje. Ik vind het ook moeilijk om compromissen met anderen te sluiten. Omdat ik mijn eigen klankbord ben, duurt het zo wel langer voordat een album klaar is. Met een band kom je sneller tot beslissingen.’

Zijn vorige album Osmosis dateert alweer van zes jaar geleden. ‘Corona zat me in de weg. Aanvankelijk ben ik oude liedjes van mij opnieuw gaan opnemen. Daar is ook een album uit voorgekomen. Maar toen alle liveshows in het water vielen, raakte ik zo gedemotiveerd dat ik dacht: ‘Wat heeft het nog voor zin om iets nieuws te maken als je er toch niks mee kan?’

Bowl: Storm in je hoofd

Op het nieuwe album van de Utrechtse postpunkband Bowl zingt Vos Ploeg openhartig over zijn mentale problemen.

In 2023 won Bowl in het vorige onderkomen van dB’s de Utrechtse bandwedstrijd Clash of the Titans. Dit gaf de band -op dat moment pas een half jaar actief- een flinke boost en leidde o.a. tot het mee-touren bij het prestigieuze rondreizende Nederlandse muziekfestival de Popronde. In augustus 2014 verscheen het eerste deel van het conceptalbum The rude interruption of fear. In april verschijnt deel twee.


Op het terras van de nieuwe locatie van dB’s spreken we met zanger Vos Ploeg. Hij wordt vergezeld door medemuzikanten Pascal Mosterd en Jorah Peterse, beide gitarist. Aan het woord is vooral Ploeg.

Deel twee van jullie nieuwe album is anders van toon dan het tweede. Kun je daar iets over vertellen?

‘Het eerste deel klinkt vrij chaotisch en gaat over de storm die in mijn hoofd woedde. Ik ontdekte dat ik een dwangstoornis had. Op het volgende deel, dat iets lichter van toon is, plaats ik mijn stoornis in perspectief. Ik kijk naar de symptomen en de invloed op mijn leven. Eigenlijk wilde ik op het tweede deel vertellen hoe alles weer goed kwam. Maar toen we dat album gingen maken, kreeg ik een terugval.’

dinsdag 19 augustus 2025

Vrouwen in de nederpop


In de jaren 60 was het niet uitzonderlijk dat een Nederlandse zangeres de enige vrouw was in een line up. Vergeleken met toen is er wel het een en ander veranderd.

Tegenwoordig is een Nederlandse vrouwelijke artiest regelmatig de headliner op een festival. En muzikale onderscheidingen zij er ook in overvloed. Maar op de radio is nog steeds minder dan een kwart van alle muziek afkomstig van ‘de andere kunne.’ Reden voor muzikant Tim Treffers om een aantal populaire Nederlandse zangeressen van toen en nu aan het woord te laten over hun dromen, succes en (over)leven in een mannenwereld.

Daar zitten veel positieve verhalen bij, maar wat toch vooral opvalt zijn de talloze anekdotes waarin mannen (echtgenotes, producers, platenbazen, pluggers, etc.) een dubieuze rol spelen.

Dit begint al in de jaren 60, als Ria Valk (‘Hou je echt nog van mij, Rocking Billy’) van haar man alleen klussen mag aannemen waarmee de hypotheek betaald kan worden. Zangeres Bojoura (‘Frank Mills’) wordt door haar manager verboden om live op te treden en Astrid Nijgh (‘Ik doe wat ik doe’) mag van echtgenoot Lennaert zelfs helemaal niet zingen. Dat doet ze pas na de scheiding.

Recensie: Lilian Hak - RESET


Twaalf jaar is best een lange tijd om van de radar verdwenen te zijn. Niet dat de Utrechtse zangeres, songwriter en producer Lilian Hak stil heeft gezeten.

Ze produceerde (en schreef mee aan) een album van Wouter Hamel, maakte een voorstelling voor de Parade en bracht een aantal singles uit. Maar de liedjes die niet afraakten, bleven zich opstapelen. Nu is er dan Haks vijfde album, RESET. Haar meest persoonlijke, zo zegt ze zelf.

Met haar eerste albums, Silence Feels Safe en Love’s Victory March zat Lilian Hak nog stevig verankerd in de elektronische muziek. Voor de twee die volgden liet ze zich inspireren door filmmuziek – uit de gouden eeuw van Hollywood (Old Powder New Guns, 2010) en uit spaghettiwesterns (Lust Guns & Dust, 2013).

RESET is beïnvloed door Portishead, Air en Lana del Rey, maar ook jazz, soul, bossanova en (wederom) filmmuziek klinkt door. Enkele thema’s die ze aanroert: de zoektocht naar rust in een chaotische wereld, het verlangen naar vrijheid en kracht en de moed om te resetten. De productie gaf Hak deze keer deels uit handen, aan Marien Dorleijn.

Het is een gevarieerd album, met een James Bond-achtige vibe in openingsnummer 'I will ever be your head', het hitgevoelige 'Under the wire', bossanova in 'Last song' (met Bert van den Brink op accordeon) en een fijn koortje in 'The best is yet to come'. Soms klinkt de muziek van Lilian Hak net iets te vrijblijvend. Het uptempo 'City is my home' is een van de beste nummers. Slotlied 'Mother' is een mooie, ingetogen ode aan haar overleden moeder. Fijn dat Lilian Hak weer terug is.

Eerdere publicatie in Oor.  

100 jaar ZTC Zuilen


De Zuilense Tennisclub (ZTC) is een goed bewaard geheim. De kleine club (vijf banen) ligt enigszins verscholen in de wijk. Deze zomer viert ZTC haar 100-jarig jubileum en is daarmee de oudste tennisclub van Utrecht. De voorzitter is Anouschka Scholten.

Prachtig weer, maar er kan nog niet gespeeld worden, zie ik.

‘Nee, morgen worden de lijnen erin gelegd door een groep vrijwilligers. Vervolgens komen de palen en netten erop. Vroeger kon je op gravel van november tot april niet spelen, maar dit jaar hebben we tot januari door kunnen tennissen. Met de warme winters van tegenwoordig is het langer doorspelen en eerder beginnen.’

Toch zijn er niet veel clubs meer met alleen gravelbanen …

‘De echte tennisliefhebber houdt van gravel. De bal stuitert anders en je kunt erop glijden. Ook is de kans op blessures kleiner. ZTC is een kleine, intieme gezinsclub met een grote betrokkenheid van jong en oud. Al is de laatste jaren de samenstelling van deze wijk, en dus ook van onze club, aan het veranderen.’

Tijd voor een reset


Ze is een veelzijdige vocalist, songwriter en producer. Utrechter Lilian Hak combineert avant-garde elektronica met filmische pop, indie en jazz. Onlangs verscheen haar vijfde album: RESET. ‘De nummers vloeiden er organisch uit.’


Met haar eerste albums, Silence Feels Safe en Love’s Victory March (2006), zat ze nog stevig verankerd in de elektronische muziek. Voor de twee die volgen liet Lilian Hak zich inspireren door filmmuziek – uit de gouden eeuw van Hollywood (Old Powder New Guns, 2010) en uit spaghettiwesterns (Lust Guns & Dust, 2013). En nu is er haar nieuwe album, RESET, gelaagd en intiem, met invloeden van Portishead en Lana del Rey, maar ook uit de jazz, soul, bossanova en filmmuziek. Thema’s zijn de zoektocht naar rust in een chaotische wereld, het verlangen naar vrijheid en kracht, en de moed om te resetten.

Het is alweer twaalf jaar geleden dat je vorige album uitkwam.

‘Ik heb niet stilgezeten, hoor. Er waren zoveel muzikale uitstapjes, dat ik niet aan mijn eigen ding toekwam. Wel heb ik nog een aantal singles uitgebracht. Ook heb ik een voorstelling voor De Parade gemaakt en een album van Wouter Hamel geproduceerd en meegeschreven. En lange tijd was ik niet tevreden over het materiaal dat ik had liggen. De nummers die niet afraakten, bleven zich maar opstapelen.’

Als echtpaar samen aan een boek werken


De kinderboeken van Koos Meinderts worden geïllustreerd door zijn vrouw Annette Fienieg. En dat is best bijzonder. ‘Werk en privé zijn bij ons niet gescheiden. Ons werk is ook ons leven.’

Utrechter Koos Meinderts (72) schreef meer dan dertig kinderboeken en is meermaals bekroond. Vorig jaar won hij nog de Zilveren Griffel voor Zebedeus en het ganzenbord van Wisse en voor zijn boek Naar het Noorden ontving hij in 2017 de Gouden Griffel.

Maar Meinderts is vooral bekend van De club van lelijke kinderen (1987), het verhaal over een dictator die alle lelijke kinderen op wil ruimen. Het boek behandelt op luchtige wijze serieuze thema’s als discriminatie en onderdrukking en is (‘met dat rare oranje mannetje in het Witte Huis’) weer akelig actueel. In 2019 verschenen een (succesvolle) film en een tv-serie van het boek.
Foto: Angeliek de Jonge

Bijzonder is dat de meeste boeken van Meinderts worden geïllustreerd door zijn vrouw, Annette Fienieg. ‘Het is natuurlijk een voordeel dat we elkaar heel goed kennen. We weten wat we aan elkaar hebben. Normaal gesproken heb je als schrijver nooit veel contact met de illustrator,’ zegt Meinderts. De twee zijn elkaars eerste beoordelaars. ‘Annette is mijn klankbord. Als ze ergens aan blijft haken, heeft ze altijd gelijk.’

Rudeboy: de eeuwige outsider 


‘Mijn boek wordt een kruising tussen Ik, Jan Cremer, The Catcher In The Rye en Mein Kampf’, vertelt Rudeboy in de zomer van 2023 aan collega Willem Bemboom. En ja, opzienbarend is Inside Outsider zeker.


Eigenlijk had Patrick Tilon (Rudeboy) beroepsmilitair willen worden. Dat de rapper ooit een carrière in de krijgsmacht ambieerde, wordt al snel duidelijk in deze kloeke autobiografie: de oorlogstaal is niet van de lucht. 

Op driejarige leeftijd krijgt Tilion Chelsea Boots, met aan weerszijden een pistool aan een kettinkje. ‘Die nam ik uit hun zakjes en begon ze zo goed en kwaad als het ging te richten op mensen,’ schrijft hij. Onschuldig kindervermaak, maar ook veelzeggend. Zes jaar later ontwikkelt hij een fascinatie voor WO2. Als volwassene bekijkt hij de oorlogsfilm Saving Private Ryan maar liefst 20 keer. 

Het boek behelst gelukkig meer dan Tilions fascinatie voor pistolen en geweld. Hij vertelt uitgebreid over zijn opvoeding in Suriname, met een Brits-Guyaanse moeder en een creools Surinaamse vader, die bandlid is van The Cosmo Beats (‘de beste band van Suriname’). Van hem krijgt hij de liefde voor de Beatles mee. Na de scheiding van zijn ouders belandt Tilion bij zijn oma, een tante en een streng gelovig pleeggezin waar het -op zijn zachts gezegd- niet klikt, waarop zijn vader hem meeneemt naar de Bijlmer in Amsterdam. 

 Het recht op een thuis


Manon Uphoff schreef in de bundel Laat me binnen drie verhalen over personages die om uiteenlopende redenen verbannen zijn uit hun huis, familie of gezin. ‘Het is een oer-verlangen van de mens om een thuis te hebben.’

De Utrechtse schrijver, scenarist en beeldend kunstenaar heeft een aantal genomineerde en bekroonde romans, novellen en verhalen op haar naam staan. Haar vorige roman, Vallen is als vliegen, werd een bestseller en was volgens de NRC en Humo de beste Nederlandstalige roman van 2019. Het aangrijpende boek over misbruik in haar jeugd werd vertaald in het Spaans, Hongaars en Engels. Falling is like Flying werd in Times Literary Supplement een van de beste boeken van 2024 genoemd. Onlangs verscheen een nieuwe verhalenbundel van Manon Uphoff: Laat me binnen.

Twee weken geleden was je te gast bij VPRO Boeken in de bibliotheek van Utrecht. Hoe heb je dat ervaren?

‘Ik ben altijd wel zenuwachtig voor een tv-optreden. Tv is een heel intens medium. Het scheelde wel dat het gesprek met Lotje IJzermans plaatsvond in de stadsbieb. Dat is voor mij natuurlijk een vertrouwde omgeving. Het fijne van dat programma vind ik dat je echt een goed gesprek over een boek kunt voeren. Ik kijk er met veel genoegen op terug.’

Heb je veel reacties gekregen?

‘Ja, over het algemeen werd er heel positief op gereageerd. Een groot verschil met een aantal jaren geleden is wel dat de toon en de aard van reacties op de sociale media erg is veranderd. Die zijn veel heftiger, negatiever en onvriendelijker. Soms is het puur schelden, en dan ook nog in kapitalen. Het lijkt wel alsof er een algoritme op losgaat dat alle negatieve reacties uitvergroot zodat er reuring ontstaat.’

Inside Outsider


Urban Dance Squad was met hun unieke mix van rock, hiphop en rap een regelrechte (live)sensatie. Rapper en frontman Rudeboy schreef een autobiografie over zijn leven: Inside Outsider.

In de jaren 90 maakt de Utrechtse formatie een vijftal innovatieve en succesvolle albums. Ook waren er hits met 'Deeper shade of soul' en 'Demagogue'. De band tourde wereldwijd en stond in het voorprogramma van Living Colour en Red Hot Chili Peppers. Rage Against The Machine liet zich inspireren door de sound van Urban Dance Squad.

Je bent muzikant. Waarom besloot je een boek te schrijven?

‘Daar zijn meerdere redenen voor. Er wordt al tien jaar gewerkt aan een docu over Urban Dance Squad, maar dat schiet niet op omdat de drummer, een control freak, veel materiaal niet af wil staan. Ook heeft er altijd een misconceptie over mijn karakter bestaan. Mensen vinden me een lastig persoon en wantrouwig. Ik wilde opschrijven waar dat karakter vandaan komt.’

Daar zal de titel van het boek vast iets mee te maken hebben …

‘Ja, dat klopt. Ik heb me altijd een buitenstaander gevoeld. Dat gevoel is ontstaan in mijn jeugd toen mijn Amerikaanse moeder me al op heel jonge leeftijd zeer opvallend kleedde. Kleding was voor haar van vitaal belang. Tegenwoordig hou ik er ook erg van en zie ik kleding als een uniform. Maar als kind voel je je anders en buitengesloten. Dat is eigenlijk altijd zo gebleven. Als je foto’s van de band bekijkt, zie je dat ik nog steeds zo kijk en afstand neem van de anderen.’

Blue Valentine(s)


Tom Waits zag ik helaas nooit live. En de kans is klein dat het ooit nog gaat gebeuren. Een alternatief is de (prima) tribute band Braindogs, die covers van Waits speelt. Voor Uitagenda Utrecht mocht ik een persoonlijk verhaal schrijven over mijn voorliefde voor de muziek van Tom Waits. 


Het begon allemaal met het album Blue Valentine. De middagpauzes op de middelbare school waren nog dusdanig lang dat er genoeg tijd was om de zinnen te verzetten. Dat gebeurde ofwel in de platenzaak in de stad met een koptelefoon op, ofwel bij een klasgenoot thuis die mooie platen liet horen op de chique muziekinstallatie van zijn ouders. Die klasgenoot luisterde niet naar de Simple Minds en The Cure zoals ik, maar naar Frank Zappa en Sonny Rollins.

Tijdens een van die middagen zette hij een album op dat iets bij mij losmaakte: Blue Valentine van Tom Waits. Geen galmende gitaren, geëxalteerde zang en zweverige synths die ik kende van de new wave, maar ‘echte’, levende muziek, met saxofoon, piano en een grommende stem die wel wat weg had van Louis Armstrong, waar mijn vader zo van hield. Mooi zingen leek niet het motto te zijn, maar het kwam wel binnen. Het album leek opgenomen in een rokerige jazzclub.

Ook de hoes sprak tot de verbeelding. In fraaie groentinten is het contemplatieve gezicht te zien van een nog jonge Waits. Op de achterkant staat hij voorovergebogen over een vrouw in het rood (Ricky Lee Jones, zijn toenmalige vriendin, zo hoorde ik pas veel later), die leunt tegen een Fort Thunderbird. Een scene die tegenwoordig enige vraagtekens zou oproepen, maar op mij als zestienjarige maakte het tafereel veel indruk.

dinsdag 25 maart 2025

Hoge bergen, diepe dalen


In 1976 trad soulzanger Marvin Gaye op in Amsterdam. Het waren de gloriedagen van een roemruchte carrière, die gewelddadig tot zijn einde kwam.


In de categorie ‘bizarre overlijdens van grote popsterren’ spant die van Marvin Gaye misschien wel de kroon. Als de zanger zich in een ruzie tussen zijn ouders mengt, wordt hij doodgeschoten door zijn vader. Die vader was dominee en niet echt te spreken over de losbandige levensstijl van zijn zoon. Een dag voor diens 45ste verjaardag loopt het vader-zoonconflict gruwelijk uit de hand.

Twintig jaar eerder kwam een ander soulicoon om bij een tragisch schietincident: Sam Cooke. Als eerbetoon had Marvin Gaye, net als Cooke dat ooit gedaan had, een e toegevoegd aan zijn achternaam. Maar die e zou ook een afrekening met zijn vader kunnen zijn, of een manier om zijn naam los te koppelen van de associatie met homoseksualiteit.
Foto: Gijsbert Hanekroot

Hoe dan ook, platenbaas Berry Gordy van hitfabriek Motown is zeer in zijn nopjes als hij de soulzanger begin jaren zestig weet te strikken. Al snel zijn er successen met ‘Can I Get a Witness’, ‘Ain’t No Mountain High Enough’, ‘It Takes Two’ en ‘I Heard It Through the Grapevine’, allemaal liedjes uit de koker van de vaste liedjesschrijvers bij Motown.

Wanneer Gayes goede vriendin en zangpartner Tammi Terrell overlijdt, vertikt hij het om nog langer vrolijke Motownliedjes te zingen. In 1971 komt hij met het maatschappijkritische ‘What’s Going On’. Gordy ziet er geen brood in, maar brengt het nummer toch uit. Een verstandige keuze, want zowel het lied als het gelijknamige album worden iconisch.

De eeuwige stadsdichter


Naar eigen zeggen schreef Ingmar Heytze zo’n 350 gedichten over Utrecht. In zijn nieuwe bundel Stad van licht en steen verzamelde hij de beste 101. ‘Dichten is een dergelijke afwijking van mij dat ik er niet mee zou stoppen als ik de stad zou verlaten.’

Ingmar Heytze is dé stadsdichter van Utrecht. Vijf jaar schreef hij wekelijks voor het AD een gedicht over Utrecht. Daarnaast was hij twee jaar de officiële stadsdichter en hij schreef poëzie voor het Utrechts Monumentenfonds. In de stad hangen ook nog ongeveer twintig muurgedichten in de openbare ruimte.
Foto: Angeliek de Jonge

In 2015 verscheen je bundel Utrecht voor beginners & gevorderden. Was het tijd voor een update?

‘De derde druk was uitverkocht, een goede reden voor een nieuwe selectie. Het leeuwendeel uit die bundel bestaat uit nieuwsgedichten die ik schreef voor het AD. Een aantal daarvan is gedateerd. Gedichten over Aleid Wolfsen of over het burgemeestersreferenda zijn niet meer interessant. De selectie uit die bundel heb ik aangevuld met nieuwe stadsgedichten.’

Circusartiesten


Bijna dertig jaar lagen de opnames van deze curieuze en amusante liveregistratie uit 1968 op de plank. De initiator Mick Jagger was niet tevreden over het optreden van zijn band, vooral vanwege Brian Jones die zwaar onder invloed was.

Extra pijnlijk dus dat dit het laatste publieke optreden is van Brian Jones met de Rolling Stones. Een half jaar later wordt hij uit de band gezet en een maand daarna wordt hij dood in zijn zwembad aangetroffen.

Van al die treurnis is weinig te merken bij dit minifestival. Want het is een vrolijke boel in de circustent, waar circusdirecteur Mick Jagger (met een hoge circushoed en een keurig strikje) en zijn assistent Keith Richards (met een dikke sigaar en een ooglapje) olijk de hoofdgasten aankondigen: Jethro Tull, The Who, Taj Mahal, Marianne Faithfull en John Lennon.

Van Lennon is bekend dat hij graag in blues- en rockkringen verkeerde. Zijn versie van het Beatlesnummer Yer Blues, met de gelegenheidsformatie Dirty Mac (Eric Clapton en Keith Richards op gitaar, Mitch Mitchell van The Jimi Hendrix Experience op drums), is dan ook een van de hoogtepunten van de show.

Podiumvrees


De Britse muziekpers doopte in 1995 de ‘strijd’ tussen de twee grootste Britse bands van dat moment, Blur en Oasis, tot The Battle of Britpop.

De muziek van Blur stond voor artschool, Oasis werd geassocieerd met de working class. Beide bands brengen in dat jaar een single uit, Oasis ‘Roll with it’ en Blur ‘Country House’. De laatste bereikt de eerste plek van de Britse muzieklijst en dus ‘wint’ Blur The Battle. Niet veel later neemt Oasis revanche met hun album (What’s the story) Morning glory?, dat wereldwijd meer dan 22 miljoen keer wordt verkocht.

Dat het opgeklopte sfeertje voor de bands niet zo had gehoeven, blijkt wel als de gitarist van Blur, Graham Coxon, tijdens een feestje bij de platenmaatschappij ter ere van het succes van de band, overweegt om -met een glas champagne in zijn hand- uit het raam te springen. Dit laat hij optekenen in zijn memoires Verse, Chorus, Monster! (2023). Het hele circus rond Blur had zijn plezier om in een band te spelen, waar het toch allemaal mee begonnen was, vergald.

Peukenbos


Een half miljoen peuken heeft kunstenaar, sociaal ondernemer en wereldverbeteraar Angelina Kumar nodig voor het Peukenbos, een maatschappelijk kunstproject dat Nederland schoner en bewuster moet maken.

Jazeker, zelf heeft ze ook gerookt, zegt Kumar lachend. Maar dat is alweer lang geleden. Als dit project haar een ding duidelijk heeft gemaakt, is het wel dat sigaretten desastreus zijn voor mens en milieu. ‘Roken is een persoonlijke keuze, maar het weggooien van sigaretten is enorm schadelijk voor de omgeving. Een peuk is een soort mini-dynamiet.’
Foto: Renée de Groot

Betalen met peuken

De kiem van het peukenbos ligt in India. Op het strand van Goa begon een Nederlandse vriendin van haar, samen met een groep enthousiaste vrijwilligers van de LaLa Foundation, met het verzamelen van weggegooide sigaretten. Bij de WasteBar konden mensen met peuken betalen voor drankjes. Samen brachten de twee de WasteBar naar Nederland om mensen ook hier bewust te maken van het probleem van vervuilende sigaretten. Kumar wist met haar organisatie zo’n twaalf communities te activeren om stranden en straten in Nederland schoon te maken. Ook werkt ze samen met festivals en events, waaronder het LaLaLa Festival. In ruil voor een bepaalde hoeveelheid sigarettenpeuken kunnen mensen daar gratis tickets krijgen.

'Therapie is het mooiste cadeau'


De Vlaamse schrijver Griet op de Beeck besloot therapeut te worden. In het college Het wordt beter vertelt ze over de helende zoektocht die ze de afgelopen jaren heeft afgelegd, en hoe ze nu zelf ook anderen helpt.

Griet op de Beeck is een van de succesvolste auteurs in het Nederlands taalgebied. Ze schreef o.a. de bestsellers Vele hemels boven de zevende en Kom hier dat ik u kus. Het wordt nooit beter is haar non-fictiedebuut. Hierin beschrijft ze haar zoektocht naar ‘het beter’, na een traumatische jeugd met seksueel misbruik. Het werd ook beter, maar nooit helemaal goed. Op zoek naar wat haar echt kan helpen, besloot Op de Beeck om zelf therapeut te worden. In Het wordt nooit beter doet ze verslag van dit traject en vertelt ze wat ze daarvan leerde. Ook hoopt ze andere mensen met een trauma te helpen bij het vinden van de juiste hulp.

Ze zat in een ‘diepe donkerte’, die ze moest doorbreken. Ze kampte met onbestemde grote angsten, met zelfhaat, eenzaamheid, eetstoornissen en zelfs zelfmoordneigingen. Het was meer volhouden dan voluit leven. Griet: ‘Om de impasse te doorbreken, begon ik aan de opleiding tot therapeut. Daar ontdekte ik de meerwaarde van ervaren hoe iets écht voelt tegenover louter praten. Ik kreeg steeds meer zin om ook zelf therapie te gaan geven. Dat laat zich goed met het schrijven combineren. Als er een roman dringend wordt, ga ik zeker weer schrijven, maar dat zal nog wel even duren, vermoed ik.’
Foto: Ester Gebuis

Stappen voorwaarts
De keuze om een opleiding tot therapeut te gaan doen, heeft haar ‘ontzettend veel’ gebracht. ‘Het heeft me mee de weg gewezen naar mijn eigen spectaculaire beter, en in contact gebracht met boeiende mensen die ik mag bijstaan in hun traject.’ Ook kreeg ze de kans om te leren van invloedrijke vernieuwers, zoals trauma-expert Bessel van der Kolk en relatietherapeut Esther Perel. Een voorrecht, aldus Griet. Het leverde haar vriendschappen op met experts die haar de weg wezen naar therapievormen die werkelijk voor heling kunnen zorgen.

Drie keer Kester


Met haar dromerige indiepop stond Robin Kester al twee keer eerder op ESNS (Eurosonic Noorderslag), het showcasefestival in Groningen. Haar debuutalbum Honeycomb Shades werd vorig jaar lovend ontvangen.

Drie jaar geleden stond je hier nog als redelijk onbekende artiest. Nu is dat wel anders. Hoe ervaar jij dat?

‘Daar heb ik nog niet zo over nagedacht. Een showcase is altijd weer spannend. Een aantal nummers van mijn nieuwe album speel ik dit jaar op Eurosonic voor het eerst live. Daar heb ik veel zin in, al heb ik ook nog steeds wel last van podiumangst. Die is wel minder dan toen, maar niet heel veel minder. Vorig jaar kreeg ik na de show op Eurosonic weer een paniekaanval.’
Foto: Danique van Kesteren

Je bent eigenlijk ook liever in de studio bezig, toch?

‘Ja, dan kun je lekker schaven en pielen aan de nummers. Dat vind ik het allerleukst. Maar optreden doe ik tegenwoordig wel met meer plezier dan een paar jaar geleden. Met een band erbij voelt het ook minder klein en kwetsbaar. Al gaat er nog wel af en toe een betablockertje in voor een optreden.’

Lutke Krub: Een ode aan de kleine gemeenschap


Het wonderlijke kerstverhaal ‘Lutke Krub’ is een gezamenlijk project van muzikant Spinvis en striptekenaar Hanco Kolk. In Plato geven ze alvast een voorproefje. De NUK sprak het tweetal voorafgaand aan de voorstelling.

'Lutke Krub' is in vele opzichten een klassiek kerstverhaal (inclusief de Drie Wijzen uit het Oosten, die zich laven aan de beste hasj), maar volgens Erik de Jong (Spinvis) gaat het ‘eigenlijk over de samenhorigheid van kleine gemeenschappen die het Echte Wonder zijn.’ Zeventien prachtige iconen van Hanco Kolk en zeven nieuwe liedjes van Spinvis maken het gesammtkunstwerk compleet. Eerder werkten De Jong en Kolk op deze manier samen bij het album/boek Tot Ziens, Justine Keller (2011).

In het bomvolle nieuwe pand van Plato vertelt het tweetal op een donkere, kille donderdagavond voor een opvallend jeugdig publiek over de totstandkoming van het wonderlijke kerstverhaal en de illustraties. De Jong geeft er een korte samenvatting bij en zingt uiteraard een paar liedjes die bij het project horen. Dat een illustratie op de kop hangt (Kolk: ‘Dan gaan jullie ook maar op de kop staan’) en Spinvis een liedje verkeerd inzet, doet niks af aan de onderhoudende vertelling van het duo.

Hoe is het om op tournee te gaan met een kerstverhaal?

Erik: ‘Het is op elke plek weer anders, maar het is altijd leuk. Gisteren waren we in Groningen. Daar komen we sowieso graag. Minder fijn was het dat we door de stromende regen terug naar huis moesten rijden.’ Hanco: ‘Wel grappig was het dat ze geen beamer en projectie hadden en dat we de illustraties toen maar door hebben gegeven aan het publiek.’

The sound of Simon 


De titel van de docu In restless dreams is afkomstig uit de klassieker The sound of silence, maar verwijst ook naar de ontstaansgeschiedenis van het laatste studioalbum van Paul Simon: Seven Psalms.

Hij heeft al een paar geen muziek meer gemaakt als Paul Simon op 15 januari 2019 in een droom een stem hoort zeggen dat hij aan een album, getiteld Seven Psalms, zal gaan werken. ‘Het was een soort meditatie,’ vertelt Simon in de docu. ‘Alles komt puurder binnen als je droomt.’ In de maanden die volgen, schrijft hij, vaak in het holst van de nacht, de teksten voor het album.
 
De liedjes op Seven Psalms zijn ingetogen en spiritueel, met thema’s als geloof, liefde en vergeving. Simons stem klinkt breekbaar, wat de zeggingskracht ten goede komt. Als hij een zangpartij opnieuw wil doen, zegt saxofonist Branford Marsalis, die meewerkt aan het album, ‘Laat de strijd met de tonen erin. Dat is soul!’

Tijdens de opnames van het album verliest de zanger het gehoor aan zijn rechteroor. ‘Misschien had ik een obstakel nodig om meer spiritueel te zijn,’ constateert hij nuchter.

Het opnameproces loopt als rode draad door In Restless Dreams van regisseur Alex Gibney, die eerder docu’s maakte over James Brown, Hunter S. Thompson en Steve Jobs. Gibney volgt Paul Simon in zijn studio, waar hij zingend en tokkelend op zijn gitaar de nuances zoekt voor de nieuwe liedjes. 

De keizer van koning voetbal


In Duitsland weten ze wel raad met hun sporthelden. In de docu Beckenbauer Der letzte Kaiser wordt bijna drie uur lang de loftrompet gestoken.

Een atypische Duitse voetballer, zo wordt hij gekarakteriseerd. Een tegenpool van de ongepolijste Uwe Zeeler, dé topspeler van West-Duitsland ten tijde van de opkomst van Beckenbauer. Met zijn kaarsrechte loop, fijne passing en mooie dribbel is Franz Beckenbauer een toonbeeld van elegantie.

Het handelsmerk van de middenvelder is de trap met buitenkant voet, zoals die bijna achteloos genomen vrije schop in de finale op het WK van 1974 tegen Oranje. Een schitterend ‘buitenkantje’ over de Nederlandse muur, die slechts met de grootste moeite door Jan Jongbloed over de lat getikt kan worden.

Ex-voetballers als Michel Platini, Uli Hoeneß en Jürgen Klinsmann en een rits aan Duitse acteurs, journalisten, schrijvers, vrienden en politici steken in de docu de loftrompet over Beckenbauer. ‘Hij voetbalde alsof hij in een ketel met toverdrank was gevallen’. 

Het NTO laat muzikale dromen uitkomen


Als beginnend muzikant al na tien weken optreden met een heus orkest? Het Nieuw Talent Orkest (NTO) maakt dit mogelijk.

‘Het klinkt misschien ongelooflijk, maar het werkt echt,’ vertelt dirigent Maud Lavrijsen. Zelf leidde ze eerder een succesvol NTO-project in Tienhoven met een groep beginnende muzikanten. ‘Meer dan de helft ging na de eindshow door met muziek maken. Het Nieuw Talent Orkest is het Nieuw Tienhovens Orkest geworden!’

Hetzelfde schuitje

Het NTO is bedoeld voor iedereen die er altijd al van droomde om een blaas- of slagwerkinstrument te leren bespelen. In 2016 was in Friesland de eerste editie, onder de naam ‘Nij Talint Orkest’. Intussen is het NTO al op meer dan 80 plekken in Nederland met succes opgestart. Eind januari is Utrecht aan de beurt, op initiatief van Orkest Tegenwind dat dit jaar haar 40-jarig bestaan viert.

Ode aan de Earring

De combinatie van muziek en persoonlijke verhalen is in deze tijd van het jaar geheid een succesformule. De Earring & ik gaat ook zo te werk, resulterend in een bij vlagen ontroerende docu waarin de verbindende kracht van muziek centraal staat.

Een afscheidsconcert was helaas niet meer mogelijk vanwege de ziekte van gitarist George Kooymans (ALS). En dus besloot journalist Yaël Vinckx fans van de Earring op te roepen om gezamenlijk enkele klassiekers van de Haagse band uit te voeren. Dit in navolging van de docu We are the thousand, waarin 1000 muzikanten het nummer Learn to fly van The Foo Fighters opnemen. De locatie: Ahoy in Rotterdam (en, verrassend: niet Den Haag).

Een ambitieus plan, maar het lukte. Bijna duizend (muzikale) fans van de Golden Earring speelden eendrachtig Twilight Zone, Radar Love, Back Home en Buddy Joe. En het klonk imponerend, in die grote zaal. Documentairemaker Joris Postema nam dit concert als uitgangspunt en liet een aantal fans aan het woord over hun persoonlijke connectie met de band. Dit leidde tot een mooie, bij vlagen ontroerende docu waarin fans openhartig vertellen over aangrijpende gebeurtenissen in hun leven, waarbij de muziek van hun geliefde band als (een soort van) soundtrack fungeerde.

Annie Lennox staat haar mannetje


Je zou haar de vrouwelijke tegenhanger van David Bowie’s personage Ziggy Stardust kunnen noemen: zangeres Annie Lennox in de iconische clip van Sweet Dreams.


Met het korte knaloranje haar, het maatpak en de stropdas is ze een opvallende verschijning in het nummer dat de carrière van The Eurythmics in 1983 lanceerde. Volgens de BBC was de video baanbrekend voor vrouwelijke popsterren, vanwege de krachtige androgyne look van Lennox. En dan te bedenken dat ze er mentaal niet best aan toe was op het moment dat het nummer ontstond.

Na het uiteenvallen van haar -redelijk succesvolle- band The Tourists (en het einde van de relatie met gitarist Dave Stewart) had Lennox nog maar weinig fiducie in een positief vervolg van haar loopbaan. Ze stond zelfs op het punt om terug te keren naar haar geboorteland Schotland. In die stemming zat ze in de studio, toen Stewart uit het niets een vrij basale drumbeat produceerde op zijn synthesizer.

Licht in de droefenis


De aankondiging van een nieuw album van de Kift staat altijd garant voor een flinke dosis voorpret. De Zaanse band weet steevast te verrassen met een originele, handgemaakte vormgeving. En met een aantal nieuwe prachtnummers natuurlijk.

Een sigarendoos, een fotoalbum, gerecycled jute en een heuse ordner vormden eerder de omlijsting van nieuwe albums van de Kift. En Niemandsland is wederom een kunstig werkje geworden. Het album is verpakt in oude briefkaarten (o.a. uit Duisburg en Gorensjka), inclusief handgeschreven kattenbelletjes. Het licht nostalgische gevoel dat de vergeelde ansichtkaarten oproept past goed bij De Kift, waar de weemoed nooit ver weg is.

Al 35 jaar vaart de veelkoppige formatie uit Koog aan de Zaan zijn eigen koers, met een aanstekelijke mix van fanfare, punk en theater. Van tijd tot tijd is er ook ruimte voor enige verstilling. Op Niemandsland gaat de Kift op zoek naar ‘het mooie en het schone in deze zorgelijke tijden, op politiek, maatschappelijk en klimatologisch gebied.’

De zachte zanger


‘Het is een kwestie van geduld,’ dacht schrijver Ralf Mohren toen zanger Jack Poels terughoudend reageerde op zijn voorstel om een biografie te schrijven. En inderdaad, na enige tijd kwam opeens, bijna terloops (‘op de Jack Poels-manier’) het ja-woord.


Er volgden tien gesprekken in de stamkroeg van Poels in America, Boëms Jeu, met als resultaat de kloeke biografie ‘De zachte zanger’ (een typering van Connie Palmen). De rijkelijk meanderende woordenstroom van Poels wordt sporadisch onderbroken door de schrijver, met een korte toevoeging, correctie of nuancering.

Het verhaal is opgetekend in het huis van Poels zelf, die even op vakantie was om bij te tanken. Met lichte tegenzin, want hij is het liefst thuis. Onderwijl de vissen in het aquarium voerend, familiefoto’s aan de muur bekijkend, het kruidenrekje in de keuken bestuderend (Poels kookt graag) en bladerend door de platencollectie, schreef de Zuid-Limburgse Mohren de gesprekken uit.

Rowwen Hèze verwierf voor het eerst enige landelijke bekendheid tijdens carnaval in 1987, met het ludieke protestlied Niks, Stront Niks. Zeker in de beginjaren werd de band nogal eens gelinkt aan de jolijt van carnaval, maar gaandeweg breidt Rowwen Hèze hun feestrepertoire van polka en texmex uit met prachtige ballads.

donderdag 13 maart 2025

Utrecht bruist van de nieuwe muziek. Het was weer een jaar vol nieuwe albums, singles en ep’s van eigen bodem. Een greep uit het vat vol lokaal talent.

1. The Yearlings – After all the party years 

Nog een Utrechtse band (na Walker Diver) die al enige jaren aan de weg timmert. Al meer dan twee decennia grossiert The Yearlings in uitgebalanceerde, weemoedige americana met mooie samenzang. ‘2024 is meer dan we aankunnen, maar ‘After All The Party Years’ is een album waarmee we verder kunnen, met onze rug recht en minder naïef,’ zegt de band. De eerste single Medicine Ball gaat over de nacht dat Joe Biden de verkiezing won, vier jaar geleden. Dat waren nog eens tijden …


Drie vragen aan Olaf Koeneman, zanger/gitarist/tekstschrijver bij The Yearlings: 


Is dit jullie meest politiek getinte album?

‘Ja, maar ik zie ons niet als een politieke band. We schrijven over wat we meemaken en wat ons raakt. Grote politieke omwentelingen zijn daar nu eenmaal een prominent onderdeel van geworden.’

After all the party years is wel een schrijnende albumtitel, na de winst van Trump …


‘Inderdaad. Het reflecteert de tijden. Ik zie meer releases met dit soort sombere titels verschijnen. ‘Party on!’ zou gewoon een immorele titel zijn, toch? Al is het meest schrijnende dat voor veel mensen ‘Party on!’ een passendere titel zou zijn in het kader van Trumps winst.

Vind je dat muzikanten zich meer moeten uitspeken over maatschappelijke kwesties?

‘Nee hoor. Ik vind dat elke artiest moet proberen om mooie, betekenisvolle dingen te maken. Er zijn veel manieren waarop je dat kunt doen. Het kan ook helpen om je kop binnen je bubbel te houden en een hele plaat te maken over lieve mensen.’

No satisfaction


Keith bewonderde zijn gitaarspel, Mick was jaloers op zijn vele vriendinnen. Het tweetal zal frontman Brian Jones een paar jaar later in alles overvleugelen.

Begin jaren 60 staat Brian Jones aan de basis van de toekomstige grootste rock ‘n roll band ter wereld: The Rolling Stones. Jones bepaalt de muzikale koers, regelt de eerste optredens en krijgt de meeste fanmail.

Met de komst van manager Andrew Loog Oldham verandert alles. Oldman schuift Richards en Jagger naar voren als bandleiders. Vanaf nu wordt de muziek geschreven door het duo. Meer pop en minder blues, zo moet het worden. Tot grote onvrede van bluesman pur sang Brian Jones. Maar het succes komt snel.

Dennis van Aarssen: ‘Bigband is tijdloos’


Hij stond op het punt om er de brui aan te geven, maar gaf zichzelf nog één kans: deelname aan The Voice of Holland. Als crooner verovert Dennis van Aarssen nu de wereld. ‘Die muziek swingt natuurlijk als een jekko!’

Het zaadje voor zijn toch wel opmerkelijke liefde voor Amerikaanse swing en bigband werd geplant in de auto van zijn ouders. Die zetten de cd Swing When You’re Winning op, waarop de Britse popzanger Robbie Williams klassiekers als My Way en Mr. Bojangles ten gehore brengt. ‘Ik werd spontaan verliefd op die muziek,’ vertelt Dennis van Aarssen. Nu, op zijn dertigste, wordt de in Dordrecht geboren zanger wel de Nederlandse Frank Sinatra genoemd. Hij won twee Edisons en treedt wereldwijd op. In TivoliVredenburg luidt hij met de feestdagen in met zijn eigen bigband, waarmee hij covers van bekende kerstliedjes speelt en nummers van zijn eigen kerstalbum Christmas When You’re Here.
Foto: Eddy Westveer

Wat sprak je als kind zo aan in die muziek?

‘Het was vooral het waanzinnige orkest waarmee Robbie Williams op het podium stond. Op de livebeelden zag je het publiek, netjes gekleed en opgemaakt, dat keurig aan tafeltjes zat te luisteren. Dat vond ik gaaf. En die muziek swingt natuurlijk als een jekko! Pas later kwam ik erachter dat de nummers die Williams met zoveel bravoure zong, zijn geschreven door anderen, zoals Frank Sinatra en Sammy Davis Jr. Ik ben me in hun muziek gaan verdiepen. Sinatra’s manier van zingen is magisch en ongeëvenaard. Hij dwingt je om te luisteren.’

Creatieve chaos


Zelf ervaren hoe het is om ADHD te hebben. Dat kan bij De Grote ADHD Experivaganza van Thomas van Luyn. ‘Hoe groter en overweldigender iets wordt, hoe beter ik kan focussen.’

Duizendpoot Thomas van Luyn is cabaretier, acteur, muzikant, televisieprogrammamaker, schrijver en columnist. Bekend werd hij door zijn imitaties in het tv-programma Kopspijkers. Met Mike Boddé maakte hij de hilarische Mike & Thomas show. Ook is Van Luyn al jarenlang vaste columnist bij de Volkskrant. Geestig beschrijft hij hier zijn gestoei met de dagelijkse beslommeringen.

Je houdt niet echt van interviews he, las ik in een van die columns …

‘Klopt. Ik doe alleen publiciteit als ik ga optreden in het theater. Omdat ik nogal een flapuit ben, ben ik in interviews vaak te eerlijk. Als ik dan later al die dingen teruglees … Aan mijn stem hoor je niet of ik een kwinkslag maak. Ik hou meer van geschreven interviews. Dan kan ik langer nadenken over een formulering.’

Sef On Stage (II)


In een eerdere aflevering van On Stage was rapper Sef te gast met zijn formatie IJsland. Vanavond mag hij zelf zijn favoriete muziekavond samenstellen.

‘Een beetje oncomfortabel en awkard,’ zo omschrijft gastvrouw Froukje de muziek van IJsland. En het is inderdaad niet alledaags wat rapper Sef, Abel (van punkband Hang Youth) en de Antwerpse producer Faisal Chatar laten horen bij On Stage. Gehuld in winterse kleding knalt het drietal hun ontregelende beats en vinnige raps door de Grote Zaal van TivoliVredenburg. ‘Ik hou van hun vibe. Het is hard, het is vet,’ zegt Froukje na afloop tegen een lichtelijk verbouwereerde presentatrice Nadia Moussaid.
Foto: Frank Ruiter

De bandnaam IJsland is geen verwijzing naar de noordelijke eilandstaat, maar refereert aan het kille (politieke) klimaat in Nederland. Op het gelijknamige album, met op de cover een zwarte en een witte schorpioen die elkaar in de staart bijten, windt het rapduo er geen doekjes om: ‘Dit is IJsland, voor de helft weiland, ijskoude ziel, alles glimt, Philipp Pleinland. En als het zes uur is, gaat de deur dicht, want met afgesloten grenzen dan gourmet je toch het lekkerst.’

Muzikale polyglot


Deze maand wordt Nana Mouskouri, de Griekse zangeres met als handelsmerk de zwarte hoornen bril, 90 jaar.


Na een optreden van Edith Piaf in Parijs twijfelt Nana Mouskouri of ze nog wel langer het podium op wil. Huilend loopt ze de Olympia uit, hier kan ze toch nooit aan tippen? En eerlijk is eerlijk: Mouskouri ontbeert de expressieve klasse van de Franse chansonnière. Maar de op Kreta (Chania) geboren zangeres met de zoetgevooisde stem wordt in Frankrijk een bijna even grote ster als Piaf.

Met de schlager Weiße Rosen aus Athen breekt Nana Mouskouri begin jaren 60 door in Duitsland. De beelden van toen tonen een ietwat tuttige, timide en mollige zangeres. Wanneer de Griekse besluit om het toch te gaan proberen in Frankrijk, kiest ze voor een make-over. In korte tijd valt ze tien kilo af en haar uiterlijk (bril en kapsel) wordt gerestyled. Zo ontstaat de Nana Mouskouri zoals we die tot de dag van vandaag kennen.

Perfecte kweekvijver


Het belang van de lokale omroep moet niet onderschat worden. Veel presentatoren zijn er hun carrière begonnen. In NOS 50 jaar Lokale Omroep komen enkele van hen aan het woord. Ook vertelt oud-radiopresentator Sjors Fröhlich (nu burgemeester) over de rol van de lokale media bij het controleren van de macht.

Ben jij ook bij de lokale omroep begonnen?


‘Ik ging als 12-jarige al bij de NCRV aan de slag. Voor die tijd was er nog geen lokale omroep. Wel heb ik bij een piratenzender gewerkt, dat is vergelijkbaar. Mensen konden er ook verzoekplaatjes aanvragen, er werd verslag gedaan van de plaatselijke feestweek en we volgden lokale sportwedstrijden. Op zaterdag ging ik met een cassetterecorder naar de sporthal om een volleybalwedstrijd te verslaan. Jaren later, in 1996, was ik radioverslaggever bij de volleybalfinale van Oranje op de Olympische Spelen in Atlanta. Dus ook voor mij is daar het zaadje is geplant.’

Veel omroepmedewerkers hebben hun eerste meters gemaakt in de lokale journalistiek …

‘Ja, bij de lokale omroep kun je dingen uitproberen en foutjes maken die je op landelijk niveau liever niet maakt. Al moet het streven natuurlijk zijn om ook daar professioneel en journalistiek te werk te gaan. Als beginnend radio- of tv-maker is het belangrijk om jezelf uit te vinden. Welke dingen werken wel en welke niet? De lokale omroep is de perfecte kweekvijver voor journalistiek talent. Voor de nationale media is het dan ook van groot belang dat lokale omroepen blijven bestaan.’