donderdag 22 juni 2006

Introverte Ben Harper mist overtuiging


Zijn cd’s zijn weliswaar nogal wisselend van kwaliteit en het niveau van zijn imponerend debuut ‘Welcome to the cruel world’ heeft hij nimmer geëvenaard, maar zet de beste nummers van Ben Harper op een compilatie-cd en anderhalf uur luisteren en huiveren is gegarandeerd.

Vol verwachting toog ik afgelopen donderdag dan ook naar Amsterdam alwaar Ben Harper samen met zijn vaste begeleidingsband The Innocent Criminals zijn opwachting maakte in de Heineken Music Hall. De ambiance voor het optreden is veelbelovend: een lekker volle zaal, een aangenaam koele binnentemperatuur en de “opwarmmuziek” (o.a. Funkadelic) plus het geluid uit de speakers zijn prima de luxe. 

Het duurt dan een fikse poos eer de formatie het grote podium betreedt. Ben Harper en consorten zetten in met het funky ‘Both sides of the gun’ van het gelijknamige laatste album. Het vrolijke niemendalletje ‘Steal my kisses’ is het tweede nummer, gevolgd door stevige rocknummers als ‘Burn to shine’ en ‘Glory & Consequence’. Wat vanaf de eerste tonen opvalt, is de slecht hoorbare zang. Ben Harper heeft een aarzelende, breekbare stem die in een grote zaal pas gedijt bij goede versterking. En Harper vertikt het om contact te zoeken met de zaal. Nu is dat geen sinecure in een kolos als de Heineken Music Hall, maar een poging ertoe had hij wel mogen ondernemen. 

Wanneer Harper aanstalten maakt om zijn befaamde Weisenborn met dat machtig mooie geluid te gaan bestieren, duurt het een eeuwigheid aleer hij de gitaar aan de praat krijgt. Zo is de ouverture van het optreden licht teleurstellend. En wat volgt te weinig begeesterd. De muzikanten van The Innocent Criminals zijn zeker vakbekwaam en goed op elkaar ingespeeld en het blijft een belevenis om de snerpend snijdende slide-solo’s van Harper op zijn Weisenborn te ervaren, toch overheerst het gevoel dat de band teveel op safe speelt. Veel nummers van de laatste cd ‘Both sides of the gun’ -een album dat net als eerder werk muzikaal alle kanten uitwaaiert- passeren uiteraard de revue. 

Stond zijn debuut ‘Welcome to the cruel world’ nog in het teken van mooi ingetogen en rootsy gitaarliedjes, op latere cd’s verkent hij de meest uiteenlopende genres: van reggae, funk, blues, soul en (hard)rock tot jazz, gospel, psychedelica en Afrikaanse muziek. En daar ligt ook het probleem van de rijkelijk getalenteerde musicus; hij wil te veel en vervreemdt zo van die fraai authentieke stijl uit zijn beginperiode. Echo’s van die uitgebeende songs zijn wel weer hoorbaar op een van zijn laatste cd’s, opgenomen met The Blind Boys of Alabama. Dat is meteen zijn beste werk sinds jaren.

Ben Harper is een groot bewonderaar van Bob Marley, diens ‘Exodus’ integreert hij moeiteloos en schaamteloos in zijn eigen ‘Jah work’, compleet met Marley’s uitbundig extatische podiumgedrag. Het komt niet echt uit de verf, de introverte Harper ontbeert het charisma van zijn voorbeeld. Verrassend is zijn keuze voor Neil Young’s ‘Heart of gold’, maar deze versie gaat niet de boeken in als de meest spraakmakende. Aan het publiek ligt het niet vanavond, de respons is bij voortduring erg enthousiast. De veelal jeugdige bezoekers springen op en neer, brullen hele lappen tekst mee, onderwijl vrolijk rondkiekend met mobieltjes. De schuchtere Harper lijkt geïmponeerd door de reacties uit de zaal. 

En zo kabbelt het optreden zonder echte hoogte-of dieptepunten naar het einde. Dan wordt het onverwachts toch nog even mooi tijdens de eerste toegift: Ben Harper alleen met zijn gitaar, zo horen we hem het liefst. Veel van zijn akoestische pracht komt voorbij, helaas blijft het wachten tevergeefs op prijsnummers als ‘Like a king’, ‘Whipping boy’, ‘Power of the gospel’ en ‘Well, Well, Well’, dat grandioos slepende nummer op de cd met The Blind Boys of Alabama. Daarna wordt het helaas weer funken, rocken, springen en brullen.

Zonde: Harper is op zijn best in de ingetogen miniatuurtjes.

Heineken Music Hall, 22 juni 2006

Geen opmerkingen:

Een reactie posten