woensdag 12 januari 2022

Top tien 2021 (in willekeurige volgorde)


1. Arno (en Sofiane Pamart) – Vivre

Hopelijk is dit niet het laatste album van de ernstig zieke Vlaamse zanger. Mocht dit toch onverhoopt het geval zijn, dan is het wel een prachtige zwanenzang geworden met ingetogen, doorleefde versies van een aantal van zijn beste songs. De begeleiding op piano door Sofiane Pamart is ook mooi.




2. Nick Cave en Warren Ellis – Carnage

Omdat de geplande tour met zijn begeleidingsband The Bad Seeds vanwege corona niet door kon gaan, dook Nick Cave met violist Warren Ellis de studio in. Het resultaat mag er zijn: Carnage is wederom een indrukwekkend Cave-album, vanaf het onheilspellende beginnummer Hand of God tot de bedaarde pianoklanken van slotlied Balcony Man.


 

dinsdag 4 januari 2022

Alternatief kerstconcert

Samen met flamencogitarist Erik Vaarzon Morel verzorgt pianist Bert van den Brink in het Beauforthuis een online kerstconcert. De twee muzikanten spelen repertoire dat voornamelijk op flamenco is geïnspireerd. Wellicht komt er ook een gedicht van Lorca of een Spaans kerstlied voorbij.

Hoe vind je het om online op te treden?
‘Ik heb het eerder gedaan met Erik. Dat was wel bijzonder. Om te beginnen omdat ik na het eerste nummer geen applaus kreeg, maar het meest wonderlijke was dat ik een microfoon in mijn handen kreeg en opeens ook de presentator van de avond werd. Dat was heel leuk hoor, maar normaal gesproken praat je tegen mensen die voor je zitten. Nu voelde het alsof ik radiopresentator was, zo van: ‘Radio 4, de VPRO’ haha.‘

De sfeer is natuurlijk ook niet te vergelijken …
‘Ja, dat klopt. Maar ik ben wel een musicus die onafhankelijk van het publiek speelt. Ik vind het ook prima om in een studio te spelen. Het is heel fijn dat er mensen in de zaal zitten en ik doe het ook zeker voor hen, maar ik word niet helemaal euforisch als ik hoor dat de zaal vol zit. Ik word meer gestimuleerd door het moment dat het echt moet gebeuren. Gisteren speelde ik bijvoorbeeld nog mee bij Wende’s Caleidoscoop, en dan gaat het echt van 3,2,1 en gaan! Vrij directief dus, speel of ik schiet.’

Rood Adeo: 'Nederlandse muzikanten jatten overal wat.'


Zo’n 25 jaar al staat songwriter, zanger en instrumentalist Rood Adeo garant voor fijne obscuur-romantische liedjes in de stijl van Tom Waits. Dit jaar verschijnt zijn nieuwe album ‘Worn Love’ met nieuwe nummers, eerdere opnames en live-uitvoeringen. 


Zaterdag treed je op in het Beauforthuis. Dat is niet de eerste keer …

‘Nee, ik schat dat ik er tussen de 40 en 50 keer op het podium heb gestaan. De eerste keer zal ergens in de jaren 90 zijn geweest. Ik dacht meteen: ‘Dit is een theater zoals je het wil hebben’. Het voelde als een thuiskomen. Waar dat aan ligt? Volgens mij is het een soort Feng Shui, de Chinese filosofie die ervan uitgaat dat je geluk wordt bepaald door de omgeving. Alles klopt in het Beauforthuis: de grootte, de ligging, de akoestiek. Ik heb nu alweer zin in het optreden van zaterdag!’

Welk optreden in het Beauforthuis is je het meest bijgebleven?

‘Dat kan ik niet zeggen. Ik heb gespeeld met gelegenheidsformaties van diverse pluimage, duetten gezongen en met mensen op het podium gestaan die ik zeer bewonder. We hebben hier verschillende programma’s gebracht met songs van Tom Waits, JJ Cale, Brel en natuurlijk met eigen werk. Het is onmogelijk om een keuze te maken uit al die herinneringen. Net zoiets als het vragen naar je favoriete kind.’

‘Ik wil de historie van het pand weer voelbaar maken.'


Hij hoefde niet lang na te denken toen hij werd gevraagd om mee te denken over verbeteringen van het Beauforthuis. De Limburgse architect/muzikant Ivo Rosbeek is zeer te spreken over het muziekpodium/theatercafé in Austerlitz. ‘Er heerst hier een ondernemende geest.’

Ivo Rosbeek (45) heeft in Heerlen een eigen architectuurstudio waar hij ook muziek componeert en produceert. Regelmatig combineert hij beide disciplines, zoals bij de revitalisatie en overkapping van het openluchttheater in Brunssum, het theaterprogramma 'Such Places As Memory' rondom de poëzie van de Amerikaanse architect John Hejduk, en dus ook bij het Beauforthuis. 

Hoe komt een architect uit Zuid-Limburg terecht bij het Beauforthuis?
‘In 2009 werd ik samen met Paul van Loo uitgenodigd om in het Beauforthuis onze in het Limburgs hertaalde liedjes van de Groningse zanger Ede Staal te komen spelen. Lidwien heeft een goede klik met Limburg en bezoekt de provincie regelmatig. Een collega van haar komt uit Eys-Wittem en ze heeft een grote liefde voor streektalen in het algemeen. Samen hebben we ook in Limburg ter inspiratie architectuur bezocht. Denk aan de beroemde Abdij in Mamelis van architect Dom Hans van der Laan, of kasteel Wijlre waar (moderne) kunst, park en gebouwen een geheel vormen. Toen Paul en ik werden gevraagd om in het Beauforthuis op te treden, was de verbouwing door Greiner van Goor architecten in volle gang. Zij hebben met de bouw van de backstage vleugel met kantoren en boskamer, maar ook met de herinrichting van de kerk en de bouw van de eerste kubus een prima basis ontworpen waar we nu op voort kunnen bouwen. In 2019 werd ik gevraagd om mee te denken over de toekomstige interventies.’

Raymond 70 jaar


Al met al is het best een vreemd verjaardagsfeestje. Om te beginnen had het vorig jaar al gevierd moeten worden. Toen werd Raymond van het Groenewoud 70 jaar. Maar om de bekende reden kon die geplande verjaardagstour niet doorgaan. 

Dit jaar lukte het wel, maar het optreden van vanavond is meteen ook het laatste avondconcert voor de nieuwe lockdown. Het publiek in de Grote Zaal van TivoliVredenburg lijkt dit ook te beseffen: vol overgave werd er meegebruld, gesprongen en gefeest bij grote hits als: Je veux l’amour, Maria en Meisjes.

Die anderhalve meter komt later wel weer, zo lijkt het motto. Of zoals Van het Groenwoud het tegen het eind van het optreden geestig formuleert: ‘We hebben nog 13 minuten te gaan voordat het virus weer toeslaat’. De beminnelijke Belg wordt bijgestaan door een vierkoppige band die af en toe behoorlijk te keer gaat, met name Rik Aerts op gitaar. Soms houden de muzikanten het klein en ingetogen, zoals in de mooie, langgerekte jazzy prelude van keyboardspeler Bram Weijters op Brussels by Night.

Top of snob?

Dit jaar stemden liefhebbers van alternatieve muziek voor de tiende keer op de Snob 2000. Wat ooit begon als ludieke vorm van kritiek op de conservatieve Top 2000-muziek is uitgegroeid tot een omvangrijke keuzelijst met ruim 8000 liedjes. ‘We zijn nu nog snobistischer.’

Het begon min of meer als een geintje. Op muziekblog ‘Ondergewaardeerde liedjes’ (‘over onbekende pareltjes’) werd tien jaar geleden aandacht besteed aan liedjes die ten onrechte ontbraken in de keuzelijst van de Top 2000. ‘De helden van de jaren nul en de jaren negentig, zoals Queens of the Stone Age, White Stripes en Franz Ferdinand, stonden er niet tussen. Daar begrepen wij niks van,’ vertelt Freek Janssen (42), in het dagelijks leven bedrijfsjournalist bij Philips.

Foto: Juan Vrijdag

Een lid van het muziekblog opperde om een alternatieve lijst te maken. Goed idee, dacht Janssen, en provisorisch werden een spreadsheetje met een paar honderd keuzenummers en een onlinestemformuliertje in elkaar gezet. Het aantal inzendingen overtrof de verwachtingen. Een naam voor de alternatieve Top 2000 was snel gevonden. ‘De Snob 2000 klinkt lekker en het verwijst natuurlijk naar de Top 2000. Met als strekking: wij weten het beter. Mensen begrijpen de knipoog, al krijgen we ook wel eens het verwijt dat we te negatief zijn,’ vertelt Janssen.

Als de muziek ophoudt


Na een optreden bij concertpodium Cambrinus in Horst besluit singer-songwriter Sue van Rens tijdelijk te stoppen met muziek maken. Het levert haar alleen nog maar stress op. Dat is nu ongeveer tien jaar geleden en sindsdien is het stil.


Op een (zeldzaam) zomerse dag in augustus spreek ik Sue, zittend op een boomstam in het bosje ’t Kempke bij Kasteel d’Erp, op loopafstand van haar huis. Ze komt hier regelmatig om even te ontspannen. Een paar weken eerder laat ze nog weten dat ze twijfelt over een interview. Ze ziet het toch niet zo zitten om terug te kijken op die periode omdat ze mentaal een kleine terugslag heeft gehad. Na een korte bedenktijd besluit ze: ‘Misschien is het ook wel goed om er eens uitgebreid over te praten.’

Foto: Peter de Ronde
Ze is vernoemd naar het befaamde lied van Johnny Cash, A boy named Sue. Je kunt je een slechtere start voorstellen als muzikant. Haar ouders waren groot liefhebber van country & westernmuziek, met name van The man in Black: ‘Voor mij is dat een nostalgisch gevoel: op zondagochtend wakker worden en beneden de muziek van Johnny Cash horen.’

Tomboy
In haar jeugdjaren is Sue nog vooral geïnteresseerd in fietscrossen. Ze is een fanatiek beoefenaar van deze sport en behoort tot de top van Nederland. Op haar 15e neemt ze zelfs deel aan het WK. ‘Ik was meer een tomboy dan een echt meisje,’ zegt ze lachend. ‘Met de poppen heb ik nooit gespeeld.’

Muziek kan wel al vroeg op haar aandacht rekenen. De muziekles op de lagere school vindt ze erg leuk, maar voor zingen in de klas is ze te verlegen. ‘Ik was als kind erg bang om iets fout te doen of te zeggen.’ Zingen doet ze wel soms, maar alleen in de beslotenheid van haar kinderkamer. ‘Als ik hoorde dat er iemand aankwam, stopte ik snel.’

Harold en Hamid


De Limburgse singer-songwriter Harold K en de Iraanse gitarist/mondharmonicaspeler Hamid Reza Behzadian vinden elkaar in de americana, ‘maar dan net op een andere manier gespeeld.’ Samen brengen ze een muziekvoorstelling met poëzie (o.a. Pessoa en Rilke), blues, voordracht en liedjes. Vrijdag 26 november staan ze op het podium in het Beauforthuis in Austerlitz.


Aparte combinatie, hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
‘Ja, dat is wel grappig. Je zou het niet meteen verwachten, maar we kennen elkaar uit de Utrechtse dans-scene. Ik heb aan bluesdansen gedaan en hij speelde muziek voor de dansers. Door corona is onze samenwerking in een stroomversnelling geraakt, we hebben elkaar echt gevonden in die periode. Samen hebben we een online optreden verzorgd en toen ik in Culemborg een voorleessessie ging doen, heb ik Hamid gevraagd om me te begeleiden. Dat is uiteindelijk een mix geworden van blues, voordracht en poëzie. Die minivoorstelling is het prototype geworden van wat we nu gaan doen in het Beauforthuis.’

foto: Maarten Mooijman
De klik tussen jullie was er direct?
‘We komen natuurlijk allebei uit een heel ander milieu: hij uit Teheran en ik uit Susteren. Maar we zijn wel, min of meer, generatiegenoten. Wat we met elkaar delen bijvoorbeeld is dat we opgegroeid zijn met de populaire cultuur. De Action Heros, zoals Rocky, sijpelden ook door in Iran. Hij leerde dat alles uit de VS fout was, voor mij geldt juist het omgekeerde. En bands als Queen en Pink Floyd kende hij ook. Van de laatste band is hij overigens een groot fan, in tegenstelling tot ik.’

De Kleedkamer: Sven Ratzke


Wat doen acteurs voor ze het podium opgaan? Hebben ze last van plankenkoorts? Wat zijn hun kleedkamerrituelen? Deze maand: Sven Ratzke.


Je staat al aardig wat jaren op de planken. Ben je nog nerveus voorafgaand aan een voorstelling?

‘Nervositeit is het laatste waar ik last van heb. Dat klinkt stoer, maar het is wel zo. Voor een try-out heb ik wel wat zenuwen, maar dat is meer omdat ik dan nog niet goed in het materiaal zit.’

Hoe was dat aan het begin van je carrière?

‘Vroeger dacht ik er bij een première in Amsterdam wel over na welke recensent er in de zaal zou zitten. In Nederland zijn ze vaak zo zeikerig, haha. Maar daar heb ik nu ook schijt aan. Je kunt jezelf wel helemaal gek maken, maar je hebt toch niet de volledige controle. Ik zeg ook altijd tegen jongere collega’s: “Er gaat sowieso iets mis. Dat hoort erbij.” Een goede voorbereiding is natuurlijk wel belangrijk: geluid en licht moeten in orde zijn en je moet je materiaal kennen.’