dinsdag 4 januari 2022

‘Ik wil de historie van het pand weer voelbaar maken.'


Hij hoefde niet lang na te denken toen hij werd gevraagd om mee te denken over verbeteringen van het Beauforthuis. De Limburgse architect/muzikant Ivo Rosbeek is zeer te spreken over het muziekpodium/theatercafé in Austerlitz. ‘Er heerst hier een ondernemende geest.’

Ivo Rosbeek (45) heeft in Heerlen een eigen architectuurstudio waar hij ook muziek componeert en produceert. Regelmatig combineert hij beide disciplines, zoals bij de revitalisatie en overkapping van het openluchttheater in Brunssum, het theaterprogramma 'Such Places As Memory' rondom de poëzie van de Amerikaanse architect John Hejduk, en dus ook bij het Beauforthuis. 

Hoe komt een architect uit Zuid-Limburg terecht bij het Beauforthuis?
‘In 2009 werd ik samen met Paul van Loo uitgenodigd om in het Beauforthuis onze in het Limburgs hertaalde liedjes van de Groningse zanger Ede Staal te komen spelen. Lidwien heeft een goede klik met Limburg en bezoekt de provincie regelmatig. Een collega van haar komt uit Eys-Wittem en ze heeft een grote liefde voor streektalen in het algemeen. Samen hebben we ook in Limburg ter inspiratie architectuur bezocht. Denk aan de beroemde Abdij in Mamelis van architect Dom Hans van der Laan, of kasteel Wijlre waar (moderne) kunst, park en gebouwen een geheel vormen. Toen Paul en ik werden gevraagd om in het Beauforthuis op te treden, was de verbouwing door Greiner van Goor architecten in volle gang. Zij hebben met de bouw van de backstage vleugel met kantoren en boskamer, maar ook met de herinrichting van de kerk en de bouw van de eerste kubus een prima basis ontworpen waar we nu op voort kunnen bouwen. In 2019 werd ik gevraagd om mee te denken over de toekomstige interventies.’

Was je meteen enthousiast over dat voorstel?
‘Vanaf de eerste keer dat ik in het Beauforthuis kwam, vond ik het een buitengewoon bijzondere plek. Ik heb er vaker als muzikant opgetreden, ook met een programma over Toon Hermans. Met de bewerkte liedjes van Ede Staal speelden we door het hele land, dus ik heb veel theaters van binnen gezien. Het Beauforthuis is echt de buitencategorie, vanwege de prachtige locatie midden in het bos, de sfeer die de zaal uitstraalt, de fijne akoestiek en de goede instrumenten waaronder de vleugels. Bij veel theaters word je door een portier opgevangen en naar de kleedkamer begeleid. In het Beauforthuis voel je je meteen welkom. Je wordt er heel hartelijk ontvangen en krijgt gelijk een stuk taart of iets anders aangeboden. De hele sfeer is er geweldig. Ook de bevlogenheid van Lidwien sprak me gelijk erg aan. Ze ziet overal mogelijkheden en koppelt mensen aan elkaar om die kansen volop te benutten.’

Hoe ben je als architect te werk gegaan?
‘Mijn eerste taak was de uitwerking van de tweede kubus waarin de spoelkeuken en koelcellen zijn opgenomen. We hebben er toen voor gekozen om bij beide kubussen een houten gevel te plaatsen die goed aansluit bij de kenmerken van de kerk. De verticale steunberen, met daartussen de horizontale lijnen van het metselwerk, komen op een moderne wijze terug in het ontwerp voor de kubussen. De kleur van de houten gevels is zo gekozen dat ze mooi opgaan in de natuurlijke omgeving en passen bij het metselwerk van de kerk. Doordat we de spoelkeuken en de koelcellen in de tweede kubus hebben geplaatst, kon ook de professionele keuken opgewaardeerd worden. De mogelijkheden van het (eet)café zijn hierdoor flink uitgebreid. Naast mijn taak als architect in en rondom het Beauforthuis mag ik ook meedenken bij initiatieven op andere plekken, zoals De Koepel van Stoop en de Oosterkerk.’

De buitentuin is ook flink op de schop gegaan …
‘Ja, die werd steeds vaker en intensiever gebruikt. We hebben de hele bestrating aangepast. Vroeger bestond die uit een kiezelpaadje en oude stoeptegels. Nu liggen er overal rondom het gebouw gebakken waaltjes, ofwel klinkers, in de kleuren van het pand. Op de plaats van de entrees zijn de oude historische stenen in mooie patronen hergebruikt. De voorzieningen voor de terrassen zijn nu veel beter dan in het verleden.’

Kun je nog iets vertellen over wat er binnen zoal is verbeterd?
‘Om te beginnen is de bar verplaatst van de middelste ruimte naar de voorkant van het gebouw. Het café moest beter gaan functioneren. In het middenstuk hoopten de mensen zich op omdat entree, bar en kaartcontrole voor aanvang van de voorstelling zich op één plek concentreerden. Ook zijn er plannen om het theatercafé verder aan te passen. Als je er nu binnenkomt, ervaar je het als een langgerekte ruimte. De oude structuur van het gebouw is helaas niet meer voelbaar. Vroeger kwam je binnen in een gang en was er links en rechts een kamer. Dat gevoel willen we in het toekomstige (theater)café terugbrengen. Het is de bedoeling dat je dan door een boog naar de linker- en de rechterkant kunt lopen. In de middelste ruimte stond vroeger zoals gezegd de bar. Doordat die verplaatst is naar de voorkant, is de trap naar de kelder beter bereikbaar. Als je vroeger naar beneden wilde, moest je eerst de bar verschuiven. Nu staat er een hek omheen, maar in de toekomst willen we daar beloopbaar glas plaatsen zodat je goed kunt zien dat je over een historische trap loopt. Teruggrijpen naar het verleden, dat is het verhaal. Tegelijkertijd zie je dat de bedrijvigheid zich meer richting de voorzijde verplaatst. Het Beauforthuis is steeds meer een pleisterplaats geworden. Mensen lopen er de hele dag binnen: voor een kopje koffie in de ochtend tot een voorstelling in de avond. De ruimtes binnen en de tuin buiten worden de laatste jaren op steeds meer verschillende manieren gebruikt. Het telkens moeten omdenken vanwege corona heeft ervoor gezorgd dat we een aantal dingen kunnen uitproberen, waarbij we de goede elementen behouden.’

Kun je nog een voorbeeld geven van het teruggrijpen naar het verleden?
‘We zitten erover te denken om het touw van de klokkentoren te verlengen. Nu kun je vanuit de woning van Lidwien de klok luiden, maar het zou mooi zijn als dat ook kan in het gangetje in de keuken, bij bijzondere gelegenheden. De historie van het gebouw moet weer voelbaar worden, maar ook in het nieuwe deel van het gebouw gaan we aan de slag. In het kantoor gaan we mooie dakkapellen plaatsen zodat er meer functionele gebruiksruimte met meer daglicht ontstaat. En in de Boskamer komt een groot raam met uitzicht op het bos.’

Dat zijn mooie plannen allemaal. Wat maakt het werken hier zo bijzonder?
‘Er heerst een ondernemende geest. We proberen samen dingen uit en er worden steeds nieuwe kansen opgezocht. We denken continu in verbeteringen. Het Beauforthuis heeft ook heel duidelijk een maatschappelijke functie. De verhuur van mountainbikes en de Pipowagen zijn bijvoorbeeld nieuwe initiatieven die zijn ontstaan tijdens corona, waardoor een nieuwe groep mensen het Beauforthuis weet te vinden. Ik ben ook erg te spreken over de eigenzinnigheid van het Beauforthuis. Dat zit hem in kleine dingen. Nergens in de Nederlandse horeca heb ik op een toilet ‘Redders in nood’ gezien: van deodorant tot pleisters, het ligt daar allemaal. Dat vind ik heel bijzonder. De bloemen die je in het pand ziet komen nooit gewoon van een bloemist, maar altijd uit het wild. Het biologische aspect speelt een grote rol in het Beauforthuis. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de keuze voor het bier van Gulpener, maar ook in de nieuwe heuvelrugtuin aan de achterzijde.‘

In hoeverre heeft corona nog tegengewerkt bij de werkzaamheden?
‘Het is nu wel lastig ja. Je moet voortdurend omdenken. Op dit moment moet alles weer om vijf uur dicht. Maar ik vind het heel knap hoe we er bij het Beauforthuis mee om zijn gegaan. Van de nood is een deugd gemaakt. Tijdens de lockdown is er een Take Away gekomen, zijn we gaan bezorgen, is er een Pipowagen gekomen en zijn concerten gestreamd. Medewerkers zijn hier ook gaan klussen en hebben in die tijd de bar verplaatst. Maar alles verloopt hier heel gefaseerd, stapje voor stapje. Nooit is er opeens een pak geld.’

Behalve die keer dat Youp van ’t Hek in zijn eentje een ton regelde voor een dakrenovatie …

‘Ja, dat is een mooi voorbeeld van inventief geld inzamelen. Honderd bezoekers kochten toen een kaartje van duizend euro. Je slaat zo twee of drie vliegen in een klap. Niet alleen krijg je het voor elkaar dat het dak gemaakt kan worden, ook bouw je zo een community op van mensen die trouw blijven aan het Beauforthuis en regelmatig naar optredens komen. Die maatschappelijke functie is kenmerkend voor het Beauforthuis.’

Eerdere publicatie in Beaufortpost.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten