donderdag 26 november 2009

Marten de Paepe: melancholicus hopend op de grote doorbraak

 
Dromerige folk kenmerkte het debuut van de in Amersfoort woonachtige Marten de Paepe. De opvolger die begin volgend jaar verschijnt is een stukje steviger en beschikt volgens eigen zeggen over 'een van de beste liedjes uit de pophistorie'. Een interview met een muzikant die liever achterom kijkt dan vooruit.

Boswandeling
‘Etherische americana’, zo omschreef een recensent de muziek van Marten de Paepe. De Paepe: 'Mijn liedjes klinken te Engels voor americana, ze bevinden zich op het kruisvlak van folk en pop. En er zitten zeker dromerige elementen in, maar zelf ben ik erg down to earth. Met zaken als esoterie en soefi heb ik niks.' Sfeer speelt wel een belangrijke rol: 'De luisteraar moet zin krijgen om een boswandeling te maken of om in de vensterbank een boek te lezen terwijl het buiten sneeuwt.' 

Hoe maak je muziek sfeervol? De Paepe: 'Sommige liedjes hebben de stemming al in zich, het vuurtje moet alleen nog aangewakkerd worden. Om ervoor te zorgen dat de sfeer een liedje zo draagt dat het echt bij de luisteraar binnenkomt, dat is het allermoeilijkste.'

Oude dingen

De 27-jarige De Paepe is melancholicus pur sang, liever kijkt hij achterom dan vooruit: 'Ik ben erg van de oude dingen, over het heden en de toekomst voel ik een voortdurende onvrede. Het verleden is voor mij een veilig baken'. Niet zo verrassend dus dat hij historicus is geworden: 'De geschiedenis staat bol van de mooie verhalen, anekdotes en rare mensen. Het is eigenlijk een roman op zich.' 

maandag 12 oktober 2009

Skarl: met een soeppan mooie geluiden bij elkaar scharrelen


Zoals Jan fan de strjitte (Fries voor: Jan van de straat) ooit zijn kostje bij elkaar scharrelde, zo doet de formatie Skarl dat met woorden en instrumenten. In 2000 won de band het Friese songfestival met dit lied over een zwerver. De roots van Skarl liggen in Friesland, gitarist en iedjesschrijver Philippus Feenstra is woonachtig in Utrecht.

Liefhebbers van puffende, piepende potten- en pannenmuziek in de stijl van Tom Waits, De Kift en Andre Manuel komen bij Skarl prima aan hun trekken. Veelal in het Fries bezingt deze formatie op hun laatste cd ‘Serenade’ geromantiseerde verhalen die aan het begin van de vorige eeuw in vissersdorpjes werden uitgewisseld tussen zeelieden, marskramers en circusartiesten. 

Verhalen over arbeiders, de fanfare, liefde en verlangen en met als instrumentarium o.a. trombone, trekzak, traporgel, vuilnisvat en soeppan. De teksten zijn doorspekt met de nodige zwarte humor en zelfspot. Feenstra: 'Ons motto is: lachen om de trieste dingen en huilen om de vrolijke dingen.'

Geluiden pakken
Min of meer toevallig is de oprichting van Skarl tot stand gekomen. Tien jaar geleden verzorgde een driekoppig gezelschap een optreden voor Omroep Friesland om leden te werven. Het drietal bleek muzikaal gezien op dezelfde golflengte te zitten en besloot er mee door te gaan. Als inspiratie voor de bandnaam diende het Friese Skarl, een dorpje vlakbij de huidige repetitieruimte in Workum. 'We vinden Skarl een mooi woord en in het Fries betekent het ook nog zoiets als ‘scharrelen’. Ook wij scharrelen wat rond en proberen zo allerlei geluiden te pakken.'

Ondertussen is de bezetting gegroeid tot zeven man -een pianist en saxofonist zijn toegevoegd- en als alles meezit presenteert de formatie volgend jaar haar nieuwe cd. Aan het typische Skarl-geluid wordt niet veel gesleuteld, wel belooft Feenstra “een iets positievere toonzetting.”

Zolder

Op de eerste albums van Skarl was voornamelijk het Fries de voertaal. Commercieel gezien misschien niet zo handig, erkent ook Feenstra: 'Van het Achterhoeks of het Limburgs pik je hier en daar nog wel wat op, maar het Fries is een eigen taal met aparte woorden. Het is en blijft echter onze moedertaal en een mooie taal om in te zingen bovendien'. Toch heeft Skarl ervoor gekozen om meer teksten voor hun nieuwe cd in het Nederlands te schrijven. De reden: de tekstschrijvers van de band, Pieter Kurpershoek en Philippus Feenstra wonen al een poosje niet meer in het noorden. 

En de Nederlandse taal heeft ook zijn charme: 'Het Nederlands is scherper en hoekiger, het Fries klinkt soms iets te vriendelijk.' Wellicht helpt de overstap op de Nederlandse taal de band aan optredens buiten de regio Friesland. Feenstra: 'Van de 1000 geperste cd’s van Serenade liggen er nog aardig wat op zolder.'

Onaf
Net als De Kift en De Ketterse Fanfare heeft Skarl een zwak voor de schaduwkant van het bestaan. 'Een echte verklaring hiervoor heb ik niet. Wel is het zo dat onze zanger veel inspiratie haalt uit zijn werk met verstandelijk gehandicapten.' Het raspende stemgeluid van zanger Pieter Kurpershoek en de rammelende cadans van de liedjes maken dat Skarl niet bepaald gepolijst klinkt; je zou hun muziek ook als ‘onaf’ kunnen karakteriseren. 'Ik woon zelf ook liever in een jarendertighuis dan in een nieuwbouwwoning. En een zwart-witfoto vind ik mooier dan een kleurenfoto.' 

En vanwaar de voorliefde voor onalledaagse instrumenten als marimba, klokkenspel, draailier en traporgel? 'In de muziekzaal in Drachten waar we ‘Serenade’ hebben opgenomen, stonden toevallig een marimba en een lyra (soort klokkenspel dat in drumbands gebruikt wordt). Die hebben we gebruikt om het klankpalet zo mooi mogelijk te maken. En een traporgel koop je voor een prikkie op de rommelmarkt!'

Straatnieuws Utrecht, oktober 2009

donderdag 10 september 2009

The Gasoline Brothers: prima doping voor de (oudere) wielrenner


Een hype enkele maanden voor de release van een nieuwe cd: je kunt het slechter treffen als band. Van de ene op de andere dag wordt het debuutalbum van The Gasoline Brothers 'Hm!' veelvuldig gedownload in Frankrijk. De Tourkaravaan blijkt er mee aan de haal te gaan. In oktober verschijnt de langverwachte opvolger van de Utrechtse band: 'Tsk!'.

Het zomerse succesverhaal van The Gasoline Brothers wordt in gang gezet als drummer èn wielerfan Leon Geuyen via twitter in contact komt met profrenner Koos Moerenhout. De renner blijkt gecharmeerd van de Utrechtse band: Geuyen: 'Toen ik Moerenhout een link stuurde waar je ons eerste album kunt downloaden ontstond er in korte tijd een buzz van mensen uit zijn netwerk die hetzelfde deden'. Als dank voor bewezen diensten belooft de band een nummer voor Moerenhout te schrijven, mits hij het NK wint. Hetgeen de renner in de herfst van zijn carrière prompt doet. 

In juli is er dan een fikse stijging van het aantal downloads van het album vanuit Frankrijk: deelnemers aan de Tour de France hebben het album ontdekt en twitteren het vrolijk voort. Steven de Jongh is fan geworden, maar ook Belgische soigneurs en mannen uit de stal van Colombia lopen weg met The Gasoline Brothers. Geuyen: 'Een toefje op de slagroom was het geweest als Lance Armstrong ons album had opgepikt. Met zijn voorliefde voor bands als Bon Iver en Fleet Foxes had dat gekund, maar helaas…' De vaderlandse media duiken er massaal bovenop, mooi meegenomen natuurlijk in de aanloop van een nieuwe cd. 

woensdag 26 augustus 2009

Bart van der Lee: een sociaal bewogen liedjesschrijver


'Misschien bouw ik ooit samen met een bevriende architect een school in een ontwikkelingsland.' Aan het woord is de Utrechtse singer-songwriter Bart van der Lee. Het is zijn droom om een groot publiek te bereiken met zijn rauwe en persoonlijke liedjes, maar de ambities reiken verder: 'Onrechtvaardigheid heeft me altijd erg geraakt.'

Baard
Bart van der Lee groeit op in de Filipijnen, Thailand en Kenia; door het ontwikkelingswerk van zijn vader verandert het gezin Van der Lee veelvuldig van woonplaats. Dertien jaar is hij als zijn ouders verhuizen naar Nederland. In het echte leven (zo zegt hij zelf) een vrolijke jongen, in zijn liedjes kiest Van der Lee veelal voor meer tragiek: 'Ik ben pas tevreden over een lied als ik het vier keer achter elkaar speel en vier keer kan janken.' 

Muzikale voorbeelden zijn o.a. Tom Waits, Nick Cave, Leonard Cohen en Bonnie ‘Prince’ Billy, artiesten die net als hij een voorliefde hebben voor de duistere kant van het bestaan. Met de laatste heeft hij bovendien een omvangrijke baard gemeen. Van der Lee: 'Ik neig inderdaad naar de sinistere kant van het leven. In mijn jeugd heb ik de ellende van de sloppenwijken gezien en ook op mijn werk (bij het Leger des Heils, MC) zie ik mensen die aan de rand leven. Ik zal niet snel iets vrolijks verzinnen.'

maandag 20 juli 2009

Anois en de verklanking van Tolkiens’ wereld


'Voorafgaand aan een optreden vertellen we elkaar soms vieze moppen.' Je zou het niet direct verwachten als je de plechtige muziek van Anois (Iers voor “nu”) beluistert. Onlangs verscheen het debuut van de Utrechtse ‘soft gothic’-formatie, ‘Emily Brontë’, een album met gedichten op muziek van deze 19e eeuwse Engelse schrijfster. Straatnieuws sprak met toetsenist/medecomponist èn oud-Straatnieuwsmedewerker Wim van Noort: 'Tijdens een optreden kan ik danig ontroerd raken.'

Doedelzak
Voormalig zangeres van Clannad, Moya Brennan, pende na een concert tijdens de signeersessie per abuis “Wym” in plaats van “Wim”op zijn cd. Hij heeft het zo maar gelaten en koestert het Keltisch klinkende Wym nu als artiestennaam. Verliefd op de Keltische muziek raakte Van Noort na een bezoek aan Ierland, ongeveer tien jaar geleden. 'Het melancholische spreekt me erg aan, en de instrumenten, met name de Ierse doedelzak ('uilleann pipes') en fluit, zijn prachtig. Toen de gastmuzikant voor de cd in de oefenruimte op de Ierse doedelzak begon te spelen, sprongen de tranen in mijn ogen.'

Vorstelijk
Fans van Anois zitten over de hele wereld, zo blijkt uit het gastenboek op hun website. Reacties zijn er onder andere uit Litouwen, Peru, Tsjechië en Canada. Van Noort: 'Onze bekendheid is echt goed op gang gekomen toen Veronica Metz, onze zangeres, teksten van Tolkien ging gebruiken. Na de filmcycli Lord of the Rings is er een hype ontstaan rondom deze schrijver.'' Met name Polen loopt warm voor de Utrechtse formatie. Van Noort: 'Tijdens een optreden op een Tolkienfestival in Polen waren we, tot onze grote verbazing, de hoofdact. We zijn een paar dagen vorstelijk behandeld en hebben nimmer meer verdiend dan daar. Misschien speelde de Europese subsidie die Polen net had ontvangen hierbij een rol.' (lach)

vrijdag 26 juni 2009

Harold K wil literair spel met de luisteraar aangaan


De nieuwe cd is bijna klaar, maar eerst vertrekt hij voor vier maanden naar Berlijn. Harold K, een Limburgse troubadour die vanuit de Utrechtse wijk Lunetten zijn verhalende verkenningen van de ziel de wereld instuurt. Straatnieuws sprak met hem in het Louis Hartlooper Complex over zijn nieuwe album De Laatste Pionier: 'Het Nederlands mooi laten klinken, dat is voor mij de grote uitdaging.'

Zijn achternaam leidde regelmatig tot misverstanden, dus besloot Harold Konickx de letters achter de K weg te laten: Harold K werd de artiestennaam. Mooie bijkomstigheid is dat in een van zijn favoriete boeken, ‘Het Proces’ van Franz Kafka, de hoofdpersoon wordt aangeduid met Josef K. En een andere geliefd schrijver van de Limburgse neerlandicus, Gerard Reve, placht collega Harry Mulisch aan te duiden met Harry M.

Wendla
Het debuut van Harold K uit 2005, Mengsmering, bevatte voornamelijk ingetogen luisterliedjes, geworteld in de Amerikaanse blues en folk. De Laatste Pionier is rijker georkestreerd en neigt door de dromerige en vervreemdende sfeer eerder naar een band als Spinvis. 'Ja, dat klopt wel, ik wilde nu eens echt uitpakken. Ik heb altijd een voorliefde gehad voor indiepop en als het goed is hoor je dat op mijn nieuwe cd'. Harold K schreef voor De Laatste Pionier verhaaltjes vanuit diverse personages: 'Experimenteren met perspectieven, zoals Bertolt Brecht, Kurt Weill en ook David Bowie dat deden, dat was de opzet. Ik wil een literair spel met de luisteraar aangaan.'

dinsdag 26 mei 2009

La Primavera: tijd voor de flamenco


Van de zoete lentezon en rokjesdag is het een kleine stap naar de ruisende rokken, gracieuze dans en gepassioneerde gitaar van de flamenco. Ook in de Domstad wint deze Spaanse volksmuziek de laatste jaren flink aan populariteit. 

RASA fungeerde de afgelopen twee jaar als podium voor de Flamenco Biennale en op 10 mei is er in het wereldculturencentrum een optreden van Tino van der Sman, een rijkelijk getalenteerde Nederlandse flamencogitarist die zelfs in Zuid-Spanje geroemd wordt.

Het is een bijzonder verhaal: na twee jaar gitaarstudie reist de Haagse Tino van der Sman op zijn veertiende naar Spanje om er lessen te volgen bij Paco Pena, de grootmeester van de flamenco. Van der Sman raakt in de ban van de flamencomuziek en na afronding van het conservatorium in Rotterdam vestigt hij zich definitief in Sevilla. Aanvankelijk om zijn kennis op het gebied van de flamenco bij te spijkeren, maar het duurt niet lang aleer hij zelf zijn gitaarkennis doorgeeft. Een niet-Spaanse flamencodocent in Sevilla -bakermat van de flamenco- dat is een zeldzaam verschijnsel. Van der Sman is momenteel een grote jongen in de flamenco; hij trad op met grote muzikanten uit deze wereld (o.a. bij het gezelschap La Primavera). En 10 mei is hij dus te bewonderen in RASA.

zondag 26 april 2009

Herman Pouderoyen: 'Utrecht inspireert me'


'Mensen ontroeren of aan het lachen maken, dat is eigenlijk alles wat ik wil bereiken met mijn muziek. Maar een optreden in Carré zou natuurlijk ook leuk zijn.' Aan het woord is singer-songwriter Herman Pouderoyen. De Nick Cave van de Domstad wordt hij genoemd. Hoe denkt deze chroniqueur van de zelfkant over de stad waar hij sinds 1995 woont?


Pouderoyen heeft een zwak voor Utrecht: 'Ik ben geboren in Den Haag en getogen in Bilthoven. Zo heb ik al vroeg geleerd een hekel te hebben aan kouwe kak, opportunisten en corpsballen.' Vervolgens heeft hij het in meerdere steden geprobeerd, maar de muzikant heeft zijn keuze gemaakt: 'Utrecht is een prachtige stad die me inspireert en ontroert. Luister maar eens naar het liedje ‘Het bloed kruipt waar het gaan kan’ op mijn laatste cd. Nee, ik wil hier nooit meer weg.' 

Mooiste plekje in Utrecht? 'De Oude Gracht natuurlijk, vooral als het regent”. En wat is zijn meest geliefde schuilplaats tegen de regen? 'Café Averechts, een kroeg die wordt gerund door vrijwilligers. Bovendien gaat al het geld naar goede doelen en herkent niemand me daar.' Een andere favoriete kroeg van Pouderoyen is de Ierse pub O’Leary’s: 'In dit café is het zo rustig dat je jezelf kunt horen denken. En tot voor kort werkte er de leukste barvrouw van Utrecht, Sophie. Helaas vond zij het nodig om een wereldreis te maken.' Een laatste tip nog van de Utrechtse zanger: 'Cees Place: elke week hangt in deze kroeg een nieuwe schimmelsoort aan het plafond, dus hier voel ik me wel thuis.'

maandag 23 februari 2009

Russian Dance

Vorige week was ik in het buitenland: in Sint Petersburg om precies te zijn. Altijd al een droom geweest om de stad van Dostojevski te bezoeken. Om een beetje in de stemming te komen draaide ik voorafgaand aan de reis nog maar eens Russian Spy and I van de Hunters, met een geweldige Jan Akkerman op gitaar.

Sneeuw en winterse kou vormden de perfecte entourage voor een eerste bezoek aan Sint Petersburg. Glibberend en glijdend heb ik me enkele dagen vergaapt aan het ene moois na het andere. Schitterende stad, rijk aan historie. En muziek? Er sijpelt niet veel door naar het westen, dat is zeker. Het zijn voornamelijk klassieke componisten die hier bekend zijn. De Leningrad Cowboys zegt u? Die komen uit Finland. 

maandag 2 februari 2009

Blues in Baarlo


Voormalig bioscoop Thalia te Baarlo, Noord-Limburg, vormde afgelopen zaterdag het decor voor een optreden van de Limburgse troubadour Arno Adams. In het zuiden van het land is Adams een grote meneer, boven de rivieren zal het noemen van zijn naam menig muziekliefhebber de wenkbrauwen doen ophalen. 

Vreemd, want Arno Adams is een talentvol liedjesschrijver die gezegend is met een dijk van een (donkere)stem. De man uit Belfeld heeft een roerig leven achter de rug met drank/drugs, een gokverslaving en andere sores, en dat hoor je. Sinds hij drieëntwintig jaar geleden definitief voor de muziek koos, komt hij vanuit zijn schuilplaats in Venlo met het ene na het andere prachtlied op de proppen. 

zondag 18 januari 2009

De Staat


In de Volkskrant van maandag schreef Gijsbert Kamer een lovende recensie over Noorderslag in Groningen. Ik heb het Nederlands popfestival een uurtje op tv bekeken en kwam wederom tot de conclusie dat bandjes van eigen bodem voornamelijk goed zijn in een ding: het naspelen van andere (Amerikaanse of Britse) formaties. 

Foto: Jelmer de Haas
Enige inventiviteit valt er niet of nauwelijks te ontwaren bij al die zogenaamde veelbelovende acts. Uitzonderingen zijn er natuurlijk wel, zoals Lucky Fonz III, Roosbeef en Paulusma. Sinds kort kan er een formatie worden toegevoegd aan het rijtje vaderlandse bands dat meer doet dan imiteren: De Staat. 

Steeds gedacht dat het hier weer zo’n vervelende Nederlandstalige hiphopformatie met temerige maatschappijkritiek zou betreffen; het tegendeel is waar: De Staat is een (echt) stoere en eigengereide rockformatie uit Nijmegen die tegelijkertijd rootsy en rauw klinkt. Oer-Amerikaans èn oorspronkelijk. Hoekig èn opzwepend. Aards èn hip. Met name de coole zangpartijen zijn een lust voor het oor. 

Alom opgehemeld in de landelijke muziekpers en deze keer is dat terecht. De band heeft het al geschopt tot voorprogramma van dEUS. 21 januari nog voor 8 (!) euro te bezichtigen in de Utrechtse Ekko. Beluister alvast het geweldige Prison of Love.

zondag 11 januari 2009

Surfer Rosa


Enkele weken geleden bekeek ik een dvd met een reünieconcert -opgenomen in 2004 te Boston- van een van de leukste bands van eind jaren 80/begin jaren 90: de Pixies. 

Aanvankelijk voornamelijk succesvol in Groot-Brittannië en Nederland, maar toen Kurt Cobain meldde dat zijn Smells Like Teen Spirit een vergeefse imitatie was van Gouge Away, een nummer van de Pixies, was de doorbraak in hun thuisland ook een feit. 

Behalve dat ik de Pixies toentertijd een ware sensatie vond, is de band voor mij onlosmakelijk verbonden met een van mijn grootste muzikale overwinningen ooit: toenmalige vrienden beschouwden me als volslagen krankjorum toen ik ze enthousiast wilde maken voor het tweede album Doolittle. Wat een herrie! Hoe kon ik daar naar luisteren? 

Een paar maanden later waren ze volledig om en vergezelden ze me als fan naar het concert in het Utrechtse Vredenburg, alwaar de band bijkans de zaal afbrak (en waar ik de prachtige poster van Surfer Rosa op de kop tikte).

zondag 4 januari 2009

Top tien, herzien


Een mens kan zich vergissen: een album dat ik abusievelijk over het hoofd heb gezien bij de samenstelling van mijn top tien van 2008 is Such Unrest van Brown Bird. Deze schitterende cd behoort minimaal tot de top 5 van mijn favoriete albums van afgelopen jaar.

Brown Bird is een eigenzinnig drietal dat folk-noir combineert met indie, Oost-Europese en klassieke muziek. Het hoesje van de cd oogt kinderlijk naïef en vrij knullig bovendien met een bandnaam die slechts voor de helft leesbaar is. En op het eerste gehoor klinkt de muziek van Brown Bird misschien ook nog tamelijk onschuldig, maar na beluisteren van een paar nummers raak je er niet meer los van.