woensdag 23 december 2020

 Top 11 2020 van Nederlandse albums


1. De Kift - Hoogriet

Vertrouwde kwaliteit van dit bijzondere Zaanse muziekgezelschap, wederom variërend van vrolijk kopergeschetter tot droeve ballads. Het twaalfde album alweer. 

 

2. Broeder Dieleman - De liefde is de eerste wet

Verfijnde Zeeuwse folk over natuur, religie en het leven in zijn algemeenheid van deze eigenzinnige muzikant. In deze clip gaat hij zelf de boer op om zijn waar aan de man te brengen. 



3. VanWyck - God is in the Detour

Neder-americana van de bovenste plank. Gloedvol, bijna zalvend zingt de Amsterdamse Christine Oele in de stijl van Nathalie Merchant haar stemmige, lyrische folkliedjes. 


dinsdag 10 november 2020

Toch nog Le Guess Who dit jaar, maar alleen online  


Met Le Guess Who ON/OFF was er een prima coronaproof alternatief bedacht voor het eerder afgelaste LGW. Op diverse plekken in Utrecht zouden artiesten optreden voor een beperkt gezelschap. Maar door de nieuwe coronamaatregelen moest LGW OFF worden geannuleerd. Wel presenteert LGW van 13 t/m 15 november onder de naam LGW ON een online televisiekanaal, met zelfgemaakte videoreportages en eerdere concerten. 

De NUK sprak met Johan Gijsen over de teleurstelling van het cancelen van LGW OFF, en over de andere tak van het festival LGW ON, die gelukkig wel doorgang kan vinden.

‘Moedeloos word ik ervan’, schreef je op Facebook …
‘Dat stond boven een artikel van 3VOOR12 en veel mensen lazen alleen die regel. Zo erg is het ook weer niet hoor. Het was een momentopname en had te maken met het dubbele gevoel dat ik kreeg van de nieuwe maatregelen. Aan de ene kant zijn we door de overheid financieel gesteund om dingen te organiseren. Dat gaf ons de mogelijkheid om deze variant van LGW op touw te zetten. Het belang van cultuur zien ze dus wel in. Maar aan de andere kant staat cultuur altijd helemaal achteraan op de prioriteitenlijst, dat zie je nu ook weer. En dat is moeilijk te accepteren.’ 

Het lijkt me heel frustrerend als je op het laatste moment alles moet cancelen.
‘Ja, het is sowieso een heel maf jaar. Eerst zijn we genoodzaakt om het festival te annuleren, vervolgens bedenken we een coronaproof festival voor lokale bezoekers, en dan gaat dat weer niet door. We zijn er wel trots op dat het ons gelukt is om dat op poten te zetten. Het zag er goed uit en we kregen veel positieve reacties. We zijn heel blij dat we met het hele team drie maanden hard aan een alternatief hebben kunnen werken. Ik begrijp dat de overheid moeilijke keuzes moet maken. Maar dit is wel heel wrang. Alle concerten waren binnen een paar minuten uitverkocht …’ 

‘De natuur als metafoor voor de dingen die ik wil vertellen’ 


De man achter het de Utrechtse band I Am Oak is al even bedachtzaam als zijn muziek. Binnenkort verschijnt een nieuw album, dat refereert aan de coronacrisis. Een gesprek met songwriter Thijs Kuijken. ‘Met mijn liedjes wil ik mensen geruststellen en inspireren.’


Van het opnieuw oplaaiende virus ondervindt ook I Am Oak de gevolgen. Een tourtje in Zwitserland werd gecanceld. ‘We zouden daar eerst tien dagen in quarantaine moeten. Dat is voor ons niet te doen,’ vertelt Thijs. ‘Erg jammer. Het zou de eerste keer zijn sinds maart dat we weer met zijn allen op het podium stonden.’ De lockdownperiode heeft hij doorgebracht met het maken en posten van filmpjes waarin hij een nieuwe draai gaf aan liedjes uit zijn repertoire. Om, zoals hij het zelf zegt, iets nuttigs te doen en een teken van leven te geven. ‘Ik speelde bijvoorbeeld een gitaarliedje op keyboard en andersom. Al met al heb ik het vijftig dagen volgehouden om elke dag een bestaand nummer opnieuw op te nemen.’ 

Je maakt de liedjes van I Am Oak voornamelijk in je eentje. Waarom?
‘Om te beginnen uit praktisch oogpunt. Ik heb de middelen om dat te doen en met een band moet je altijd afspraken maken. Ook moet je op bepaalde tijden presteren, terwijl ik thuis op ieder moment aan een liedje kan werken. Ik schrijf alles zelf, dus de basis is sowieso al van mij. Daarnaast vind ik het leuk om liedjes aan te kleden en uit te bouwen. Ik ben wel vaker van plan geweest om een nieuw idee mee te nemen naar de band, maar dan ga ik het toch weer zelf uitwerken.’

dinsdag 27 oktober 2020

Schoolkinderen in Marokko krijgen een steuntje in de rug 


In een jeep vol met schooltassen rijdt de Utrechter Karim Boulidam (33) samen met zijn vriend Jamal (33) dwars door Marokko. Ongeveer 150 tassen per dag deelt het Utrechtse tweetal uit aan schoolkinderen. ‘We maken die kinderen superblij, ontlasten de ouders en helpen de lokale economie een handje.’


‘Wacht, ik zet de wagen even aan de kant.’ Het blijkt nog niet zo eenvoudig om rijdend over een onverharde weg in Marokko via een mobieltje zijn verhaal te doen. Vanuit Al Hoceima, een havenstad in het noorden van Marokko, is Karim onderweg naar het Atlasgebergte waar hij wederom een aantal kinderen hoopt te verblijden met een schooltas. Eerder deed hij dat al in de bergen nabij de kustplaats, waar hij bij zijn familie aanvankelijk vakantie aan het vieren was. 

Na een maand sloeg de verveling toe, zo vertelt hij. ‘Door de corona blijven de meeste Europese Marokkanen thuis, dus er was niet zo gek veel te beleven.’ Karim besloot zich nuttig te maken en kocht in een plaatselijke winkel twintig schooltassen. Met een vriend trok hij het Rifgebergte in waar hij de tassen uitdeelde aan schoolgaande kinderen. Hij poste een filmpje op Instagram en dat werd een groot succes. ‘Ik kreeg meteen superveel berichten van mensen die me wilden helpen en geld wilde doneren,’ vertelt Karim enthousiast. 

Spinvis verzint 

Erik de Jong gebruikte de lockdownperiode om alle details voor een nieuwe Spinvisplaat -7.6.9.6.- uit te werken. 'Ik zocht een albumtitel die nog vers was.'

Nadat hij maanden in de studio aan liedjes had gewerkt, trad Erik de Jong (1961) -zoals Spinvis volgens de burgelijke stand heet - onlangs voor het eerst weer op met zijn band. ‘Ja, het was lang geleden dat we nog eens met de hele band op het podium stonden,’ merkt De Jong op bij een kopje muntthee in het café Gegeven Paard bij TivoliVredenburg. Op een volkomen leeg strand van Vlieland speelde Spinvis voor een tv-uitzending over Into The Great Wide Open, op een bloedhete dag in augustus, een aantal oude en nieuwe liedjes. Het oogt bijna surrealistisch: de band in rokkostuum en met de meeuwen als enige toeschouwers. 

Ook aan Spinvis zijn de coronaperikelen niet voorbij gegaan. De band stond vlak voor de lockdown klaar om op te treden voor een uitverkochte zaal in Arnhem, toen de directeur zei: ‘Pak alles maar weer in.’ De rest van het verhaal is bekend. Een voordeel van de gedwongen rustpauze was dat De Jong in zijn studio in Nieuwegein in alle rust zijn nieuwe album af kon ronden. ‘Vanaf maart had ik niks meer te doen: de telefoon ging niet en er waren ook geen optredens. Voor de nieuwe plaat was dat eigenlijk heel goed. Ik had alle tijd om de details uit te werken.’

‘Het is een mythe dat je schrijven niet kunt leren’ 


Samen met dichter Ingmar Heytze en schrijver/performer Maud Vanhauwaert organiseert de Amersfoortse dichter Tjitske Jansen op 2, 3 en 4 oktober een workshop poëzie bij de Expeditie in Amersfoort. ‘Moed is het voornaamste talent dat je nodig hebt om dichter te kunnen zijn.’

Toch maar eerst even de corona. Hoe heeft zij de crisis ervaren? ‘Een week voor de lockdown heb ik al mijn werk afgezegd omdat ik overwerkt was. Als ik een weekje had gewacht, had niemand dat hoeven weten.’ Het is ironisch bedoeld natuurlijk. Jansen had een paar maanden nodig om bij te komen. Veel deed ze niet in die periode. Schrijven lukte nog net. 

In juli ging ze weer aan de slag en werkte ze vier weken bij Buitenkunst, waar kunstenaars in alle disciplines workshops geven in de buitenlucht. ‘Daar heb ik erg van genoten. Het prachtige weer, de inspirerende collega’s, de mooie locatie … En het besef dat het met een beetje pech ook niet door had kunnen gaan maakte me extra dankbaar. Tijdens het lesgeven kreeg ik vleugels en weer veel zin om zelf cursussen te organiseren.’

Jansen bracht tot nog toe drie bundels uit met een combinatie van poëzie, proza en theater. Ze treedt ook regelmatig op bij culturele festivals en onderwijst middelbare scholieren in het lezen en schrijven van gedichten. Ook gaf ze les op schrijfopleidingen. ‘Maar dat betaalde zo slecht dat ik besloot om zelf schrijf- en poëziecursussen te gaan organiseren.’

De verbindende kracht van muziek


Catching Cultures Orchestra is een muzikaal project dat de muziek van vluchtelingen combineert met Westerse jazz en fanfare. Het 25-koppige gezelschap bestaat uit blazers en zangers, en uit bespelers van Arabische instrumenten als de sas, ney, ud en darbuka.

Op een terras in het Griftpark sprak de NUK met oprichter Roelof Wittink en de Syrische sas-speler Dalshad Hasan over dit bijzondere project. Wittink is niet alleen zakelijk leider bij Catching Cultures, maar speelt ook sousafoon, piano en accordeon. Ook is hij lid van het Utrechtse blaasorkest Tegenwind.

Wat is het idee achter Catching Cultures Orchestra?
‘We willen laten zien dat muziek de kracht heeft om mensen bij elkaar te brengen en te verbinden. Het is natuurlijk leuk om groepsgewijs muziek te maken, maar om goed samen te kunnen spelen moet je goed naar elkaar luisteren. Zo leer je van elkaar en leer je elkaar beter kennen. Catching Cultures Orchestra is een gemeenschap van mensen die samen plezier hebben, en om elkaar geven. Dat is best bijzonder. Muziek krijgt zo nieuwe dimensies waar iedereen iets uit kan halen.’

Vrijplaats voor bands 


Vierde dB’s vorig jaar nog zijn 25-jarig bestaan, nu is het nog maar de vraag of de oefenstudio in de Cartesiusdriehoek kan blijven. De komende jaren verrijst daar namelijk een groen woon-, werk- en leefgebied met drieduizend nieuwe woningen. Een deel daarvan wordt gebouwd boven op het monumentale CAB-gebouw waarin dB’s zetelt.


Talloze bekende en minder bekende Utrechtse bands hebben er gerepeteerd in een van zeventien oefenruimtes, opgetreden in de concertzaal of een album opgenomen in Studio Moskou. Wat betekent het verdwijnen van dB’s voor de lokale muziekscene? Een gesprek met drie mensen die nauw bij de studio’s betrokken zijn. ‘dB’s is een kloppend hart voor popmuziek in Utrecht. En zonder kloppend hart stroomt er geen bloed door de stad.’ 

maandag 14 september 2020

 ‘Als het mag zoals het nu gaat, zing ik het wel uit.’ 

Vanaf 9 september is Herman van Veen te zien in de theaters met de voorstelling: ‘75 ‘Dat kun je wel zien dat is hij’. De muzikant/schrijver/schilder denkt in deze onzekere tijd niet aan stoppen. ‘’Ik ben nu een jong iemand met 75 jaar ervaring.’ 

Foto: ANP
Op 14 maart vierde Herman van Veen zijn 75ste verjaardag, precies rond het tijdstip dat het coronavirus serieuze vormen aannam. Hij zag zich gedwongen om zestig voorstellingen te verplaatsen. Over die periode zegt hij nu, zes maanden later: ‘Het is vooral het ongewisse dat het lastig maakt. Het ontbreken van een duidelijk perspectief. Naast mijn theaterwerk run ik samen met Edith Leerkes een kunstencentrum op Landgoed De Paltz in Soest. Ongeveer 25 mensen zijn hier economisch afhankelijk van. Wij hebben nogal moeten aanpoten. 

‘Uw nieuwe voorstelling is getiteld: 75 ‘Dat kun je wel zien dat is hij’.
Wat zijn uw ambities op uw 75e?
‘Overeind blijven en genieten van wat er kan, met de mensen die ik liefheb.’

Verwijst de titel van de show ook naar het kinderlijke dat nooit verloren mag gaan?
‘Ja, dat klopt wel. Tevens refereert het aan mijn opgetogen gezicht vanwege het feit dat ik er nog ben.’

Wat wilt u vertellen met deze voorstelling?
‘Dramaturgisch functioneert het als een dagboek, in de vorm van een tijdreis. Het laveert tussen wat was, is en wellicht kan komen, met oud en nieuw werk door elkaar. Er is veel muziek uiteraard en veel om te lachen ook. Elke avond wordt een beetje anders.’

woensdag 9 september 2020

Vliegende Hollander is een opera over hoogmoed en eeuwig leven


Van 19 augustus t/m 13 september is de opera Vliegende Hollander te zien in de Veerensmederij in Amersfoort. In een aangepaste setting uiteraard, maar het gezelschap van Holland Opera mag eindelijk weer het podium op.

‘This fall suits you best,’ roept regisseur Joke Hoolboom. Over een kleine drie weken is de try out van Vliegende Hollander en God en de Duivel repeteren een scene. Het blijkt nog geen sinecure om de Canadese sopraan Stephanie Desjardins (God) comfortabel en geloofwaardig te laten vallen op het houten podium na een ruwe ingreep van de duivel, gespeeld door bariton Arnout Lems. ‘Het gaat nu om de details. Fysiek moet alles kloppen,’ vertelt Hoolboom na afloop van de repetitie in de foyer. 

De regisseuse is verheugd om, na een maandenlange pauze, weer op te kunnen treden. ‘Ook Holland Opera is hard geraakt door de coronacrisis. Het Zwanenmeer is afgezegd, net als Ruimtevlucht en Dido. En in de Werkspoorkathedraal in Utrecht zouden we een opera op locatie doen, Divorce of Figaro, maar die ging ook niet door. Dit is voor ons de eerste keer weer. We hebben er heel veel zin in!’

Big in Japan


Blue eyed soul, zo wordt de muziek van de Utrechtse singer-songwriter Tim Treffers wel omschreven. Hij combineert zijn stijl met pop en jazz en gooit daar hoge ogen mee. Niet in eigen land, maar opvallend genoeg vooral in Japan. Daar prijkt zijn vriendelijke hoofd op menig fanshirt. 


Werd Treffers’ debuut Never trust a man in a fur coat min of meer toevallig opgepikt in Japan, voor de opvolger, Carnival of life, wist hij een groot Japans platenlabel te strikken en zijn laatste album Young and determined kwam er direct binnen op één. Ook maakte Treffers een succesvolle tour door het land, hangen er posters van hem in de platenzaken en wordt hij er op straat herkend. In Japan blijkt een grote markt te zijn voor zijn luchtige mix van pop, soul en disco uit de jaren 70.

In Japan is je hoofd te zien is op etuis, T-shirts en vlaggetjes, en is zelfs uit marmer gehakt…
‘Het is vrij surrealistisch, ja. Ik had het eerst niet zo door, maar toen ik er twee jaar geleden ging touren, merkte ik pas echt hoeveel fans ik heb in Japan. Ik ging ook optreden ergens in een dorpje waar ze zich zo hadden verheugd op mijn komst, dat ze en marmeren beeld van mij hoofd gemaakt hadden. Als een soort welkom. Heel bijzonder.’

Hoe ben je er eigenlijk ontdekt?
‘Als student kocht ik verzamelplaten en cd’s, die ik op een site met winst doorverkocht. Een Japanner kocht een album van de Dolly Dots van mij en keek wat ik nog meer in de aanbieding had. Mijn eigen album had ik ook op die site gezet, want je weet maar nooit. Dus hij kocht mijn cd en zo had ik mijn eerste Japanse fan. Ik vroeg hem naar labels en belangrijke personen in de Japanse muziekindustrie en die heb ik allemaal gemaild. Een dag later nam P-Vine Records contact met mij op. Zij wilden met mij in zee.’

De onvernietigbare veer van iemand die waarlijk leeft


Ronald Giphart schreef een mooi portret over zijn moeder, Wijnie Jabaaij, die 25 jaar geleden overleed. De progressieve en markante politica maakte zich sterk voor de vrouwenrechten, de positie van minderheden en het milieu. Nu Giphart bijna de leeftijd heeft bereikt waarop zijn moeder na een slopende ziekte door euthanasie uit het leven stapte, acht hij de tijd rijp voor een ode in boekvorm.


De titel ‘Wie waarlijk leeft’ is een citaat uit een gedicht. Kun je daar iets meer over vertellen?
‘Die regel is afkomstig uit het lievelingsgedicht van mijn moeder ‘Gij en wij saam’ van Albert Verweij. De hele zin luidt: ‘Wie waarlijk leeft, heeft in zijn hart een onvernietigbare veer’. Dat is ook van toepassing op mijn moeder. Zij zag haar einde naderen, maar wat niet eindigde was haar geestdrift, kracht en inspiratie die ze doorgaf aan anderen. Het gedicht is een oproep aan de mensen: hoe kun je al het leed aanzien zonder er iets tegen te doen? ‘Geen leer, geen naam, alleen de wil om sterker te zijn dan leed en tijd’, schrijft Verweij. En: ‘Aanvaard uw taak, volvoer haar stil, heb lief en hoop en wees bereid.’ Prachtige regels die het levensmotto waren van mijn moeder. Ze stonden op haar overlijdensbericht en in de rouwadvertenties.‘ 

Je schreef eerder de roman ‘Ik omhels je met duizend armen’ over je moeder. Wanneer besloot je om dit portret te schrijven?
‘Mijn uitgever, De Bezige Bij, brengt af en toe kleine, chique boekjes uit met een mooie omslag en harde kaft. Na mijn laatste roman ‘Alle Tijd’ vroegen ze mij om ook zo’n boekje te schrijven. Het zijn werkjes van ongeveer 90 bladzijdes waarin schrijvers van hun vertrouwde thema’s afstappen. Vaak zijn ze autobiografisch. In juni is het 25 jaar geleden dat mijn moeder overleed. Aanvankelijk was ik van plan om een brief te schrijven aan mijn zus en mijn kinderen om een verhaal te vertellen over hun moeder/oma. Toen dacht ik: dat is een mooi onderwerp voor zo’n boekje! Tijdens een diner met mijn uitgeefster citeerde ik het gedicht en mijn uitgeefster zei meteen: Dat wordt de titel!’ 

Anne van Veen heeft iets te vieren

Van de Utrechtse schrijfster, actrice en zangeres Anne van Veen verscheen onlangs de roman: Iets te vieren. Centraal staan een beroemde dirigent en zijn muzikale dochter die zich wel, maar ook niet wil losmaken van haar milieu.

Multitalent Anne van Veen speelt in theatervoorstellingen, zingt en schrijft. Iets te vieren is haar tweede roman. Hoofdpersonen zijn de expressieve gitariste Lidewij (Lied voor intimi) en de ingetogen logopedist Tobias, die elkaar ontmoeten via een advertentie waarin Tobias zijn imaginary friend ter overname aanbiedt. Tegen het decor van Utrecht, al wandelend, kletsend, kibbelend en flirtend, zoeken de twee jongvolwassenen hun weg in de wereld. Lied is de dochter van de wereldberoemde dirigent Duco Donkersloot die ze alleen ziet als er ‘iets te vieren’ is. Overeenkomsten met Anne van Veens vader Herman, zijn er, zegt de schrijfster, maar de twee mannen zijn niet een-op-een dezelfde. ‘Het is verre van bevredigend om sec de werkelijkheid na te bootsen.’

Licks uit de lik


De Achterhoekse songschrijvers Rocco Ostermann en Wout Kemkens (Donnerwetter, Shaking Godspeed) namen samen met bajesklanten een album op onder de naam De Niemanders. Het een en ander leidde tot intense muziek met indringende verhalen.


Op het moment van dit interview stonden optredens met de gedetineerden gepland in een aantal gevangenissen. Maar ook hier gooide de corona roet in het eten. “De gevangenen mogen nu geen bezoek ontvangen. En mooie initiatieven als de onze moeten al helemaal wachten,” vertelt Wout Kemkens via beeldbelprogramma Whereby.

Goed, eerst maar eens die naam. ‘Iedereen wil iemand zijn,’ legt Rocco Ostermann uit. ‘Je beste ik laten zien en met je hoofd op een glossy, daar gaat het tegenwoordig om. De mensen die niet meedoen en vastzitten, in een gevangenis of in hun normale leven, worden niet interessant genoeg gevonden. Dat zijn de niemanders, de mensen die op de achterkant van een cv staan. Of slechts een nummer zijn, zoals in de gevangenis. Het Engelse ‘nobodies’ begrijpt iedereen wel.’

Podcast over mentale stoornissen


Claire de Groot (20) worstelt met een depressie, een dwangstoornis en een persoonlijkheidsstoornis, en heeft een verleden met anorexia. Haar vriend Jeroen Sturing (24) is journalist en radiomaker, en besloot samen met zijn vriendin in de wereld van mentale stoornissen te duiken. 


In ‘Stoorzender, de Podcast’, hoor je indringende, open gesprekken met belangrijke gasten op het gebied van mentale gezondheid, in een laagdrempelige setting. De NUK sprak met radiomaker Jeroen Sturing.

Hoe zijn jullie op het idee gekomen voor deze podcast?
‘In het begin van onze relatie liep ik stage bij radiostation NPO KX. Ik was erg gespitst op ideeën voor podcasts en programma’s. Toen ik Claire beetje bij beetje beter leerde kennen, vond ik haar verhaal zo bijzonder en haar verleden in klinieken zo schrijnend, dat ik dacht: hier moet meer aandacht voor komen. Al snel kwam ik op het idee van een podcast. Die hebben we mogen ontwikkelen voor de stage. Uiteindelijk is die niet op het radiostation terecht gekomen, maar hebben we de podcast op eigen titel uitgebracht.’

Wat willen jullie ermee bereiken?
‘We hopen meer begrip te kweken voor mentale stoornissen. Veel mensen met een mentale stoornis lijden in stilte, omdat ze zich schamen of denken dat hun problemen er niet toe doen. Er rust iets van een taboe op. Met onze podcast willen we dit taboe doorbreken en mensen aanzetten om erover te praten. In de podcast komen we ook op gesprekken die je niet zo gemakkelijk aan de eettafel zou voeren (Claire en ik wonen samen). De onderwerpen bieden mij een inkijkje in de ‘gebruiksaanwijzing’ van Claire en voor Claire is de podcast de kans om uit te leggen hoe ze tegen dingen aankijkt. Ook komt ze vaak, door de gasten, op nieuwe inzichten over haar eigen stoornissen.’

De Kift zonder kapstok


15 mei verschijnt het twaalfde album van De Kift: Hoogriet. Bloemrijker en gevarieerder dan de vorige albums, omdat zanger Ferry Heijne een vastomlijnd thema achterwege liet. Maar met de vertrouwde weerbarstigheid, bezieling en weemoed. Muziek om op te springen, te walsen of om bij te treuren.


‘Ik ben een beetje in onbalans de laatste tijd,’ vertelt Ferry Heijne aan de telefoon. ‘Als componist en verzamelaar van onze teksten ben ik gewend om alleen te werken. Maar ik mis wel de energie van het gezamenlijk muziek maken en optreden.’ Overleg tussen de bandleden vindt noodgedwongen plaats via Zoom, repeteren doet ieder voor zich. ‘Vrijdag hebben we onze eerste online borrel. Die deden we altijd na de repetitie.’ 
Afgelopen zaterdag stond in Paradiso de release gepland van de nieuwe cd Hoogriet, maar die ging uiteraard niet door. De Kift besloot het album wel alvast uit te brengen. Heijne: ‘Het culturele aanbod is wel erg schraal nu. Dan is het voor de mensen fijn dat ze al plezier aan het album kunnen beleven. En voor ons betekent het een beetje inkomen.’ 

Net als de hele cultuursector probeert de band uit Koog aan de Zaan zo goed en zo kwaad als het gaat de crisis door te komen. Heijne bewerkte drie afzonderlijke thuisoptredens tot een online clip voor het lied Engelenkoor. En met zijn neef Pim (Heijne, gitarist), deed hij een livestream voor het geannuleerde In-edit Festival. ‘Online proberen we zo de bordjes in de lucht te houden. Dit soort zaken zijn helemaal nieuw voor ons. Maar we willen contact houden met ons publiek.’ De band is nog naarstig op zoek naar een geschikte locatie voor het opnemen van online concerten. ‘Onze repetitieruimte is te klein om met zijn achten die afstand van 1.5 meter te kunnen bewaren.’

Dichten tegen de eenzaamheid


Dichter aan de lijn is een initiatief waarbij telefonisch een gedicht wordt voordragen aan eenzame mensen. Bij uitstek geschikt dus voor deze roerige tijden. Ook een aantal Utrechtse dichters doet mee. De NUK sprak met Vrouwkje Tuinman en Mark Boog over het project.


Vrouwkje Tuinman

Waar komt dit idee vandaan?

‘Het project is in België ontstaan bij de organisatie verblind.be en past goed bij hun initiatieven die als doel hebben: verbinding, minder eenzaamheid en meer samenzijn. In België heet het 'Dichters van wacht'. Door de coronacrisis is het een groot succes geworden. Een paar weken hebben tientallen dichters elke avond van 20.00 tot 22.00 mensen via de telefoon te woord gestaan.’ 

Hoe ging dat te werk?

‘Mensen belden een gratis 0800-nummer en werden doorverbonden met een willekeurige dichter. In België waren dat vooral Vlamingen, maar ook een paar Nederlanders, zoals Jan Baeke, Erik Jan Harmens en ikzelf. Elke dag belden er tussen de 500 en 1000 mensen, dus blijkbaar was er een grote behoefte aan. Van kleine kinderen tot hoogbejaarden. Op een gegeven moment kwam er zelfs een wachtmuziekje, dat ook uit poëzie bestond.’

Wat doe jij nou?


Waar zijn de Utrechters uit de culturele scene mee bezig nu alle evenementen zijn afgelast? Klavecinist en organist Tineke Steenbrink van Holland Baroque.

'Vaak heb ik de afgelopen jaren gedacht aan wat ik zou doen als ik een zee van tijd voor me had liggen. Een heel lijstje had ik. Niets van het lijstje heb ik gedaan sinds we thuis moeten blijven. Blijkbaar heeft deze gedwongen stilstand toch een hele andere inpakt op mij dan een gekozen halt. Wel heeft iets in de trant van mijn voornemens mij te pakken. Ik heb mijn tanden in een geschiedkundig onderwerp gezet, dat te maken heeft met mijn beroep en waar ik vandaan kom: een dorpje in Brabant. Samen met stagiaire Nino Natroshvili ben ik op zoek gegaan naar muziek uit Brabantse kloosters in de 17de eeuw. Echt een niche. Uren en uren boeken zitten doorspitten, bibliotheken aanschrijven. Die zijn nu ook dicht dus veel sporen lopen dood. Gelukkig hebben veel collegae tijd om te helpen en kennis te delen. Er ontstaat een verbroedering die blijft, hoop ik.

Wat doe jij nou?


Waar zijn de Utrechters uit het culturele veld mee bezig nu alle evenementen zijn afgelast? Marlies Timmermans, directeur van EKKO.


‘Op het moment dat hier de lockdown begon, maakte ik nog een prachtige rit door de VS. We reden Joshua Tree Park uit, en toen ik eenmaal bereik had op mijn mobieltje zag ik meer dan honderd appjes.
Onze reis kwam abrupt tot stilstand en we keerden eerder terug naar Nederland. Mijn hoofd had wat langer nodig door de thuis-isolatie die volgde.

Dankzij mijn platenkast kwam de rust. Zeker met de laatste release van Damien Jurado: ‘What’s New Tomboy’. In een interview vergeleek deze Amerikaanse singer-songwriter het schrijfproces van nieuwe nummers met het gedrag van zijn kat. Die springt pas bij hem op schoot nadat hij het beest eerst negeert. De beste liedjes komen dus tot stand als je er geen aandacht aan besteedt. Ik vergelijk zijn nummers liever met honden: als je ze aait maak je oxytocine aan en daalt je cortisol. Hoe dan ook: een echte aanrader!

dinsdag 8 september 2020

‘Er begint een mentale afstand te ontstaan tot de roman’


De roman Vallen is als vliegen van Manon Uphoff is genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs. De NUK sprak met de Utrechtse schrijfster over de totstandkoming van het indringend boek over misbruik in haar kinderjaren, en over de vele positieve reacties. Het interview kon vanwege de corona alleen telefonisch plaatsvinden.

Om te beginnen: hoe ervaar jij deze verwarrende periode?
‘Ook in mijn leven grijpt de corona in, net als bij iedereen. Lezingen geef ik niet meer en interviews doe ik alleen telefonisch. Het is een onzekere tijd. Je voelt de spanning bij iedereen. De Boekenweek is volledig ondergesneeuwd, en dat is volkomen terecht hoor. Zo goed en zo kwaad als het kan moeten we er allemaal in mee bewegen om erger te voorkomen.’

Heb je er ook direct mee te maken?
‘Ja, op de heuglijke avond dat ik hoorde dat ik op de shortlist sta van de Libris Literatuur Prijs, kreeg mijn jongste zus  een zware hartinfarct. Ze is niet adequaat behandeld en werd naar huis gestuurd met ernstige beschadigingen. Dat was natuurlijk een enorme klap. Niet alleen omdat ze ernstig verzwakt is, en de foute behandeling invloed heeft op haar dagelijks leven, maar zij is ook een van de personen die we nu niet mogen bezoeken. Dat is heel akelig, ook haar kinderen kunnen niet bij haar komen.’

America-na: Jack Poels zonder Rowwen Hèze 


25 jaar liep hij al met het plan, maar steeds kwam er iets tussen. Op 27 maart verschijnt het eerste soloalbum van Jack Poels, zanger van Rowwen Hèze. ‘Ik zat er al zo lang over te zeuren dat de andere bandleden opgelucht waren dat het nu eindelijk gebeurde. ‘Gooi het er maar eens uit’, zeiden ze.’

‘Hier is het allemaal mee begonnen.’ In het kantoor van de opnamestudio van Rowwen Hèze in America (Noord-Limburg) toont Jack Poels de achterkant van zijn mobieltje. Met een stukje plakband is een blauw veertje bevestigd. Het is afkomstig van een Vlaamse Gaai, vertelt Poels. ‘Op de dag dat mijn zoon Jan naar Zuid-Korea vertrok voor zijn studie, vond ik tijdens een wandeling deze veer. Ik was in een melancholieke bui omdat hij een half jaar weg zou zijn. Hij die daar hoog in de lucht in die grote blauwe vogel zat, en ik die beneden dit blauwe veertje aantrof. Ik ben niet bijgelovig, maar ik maak mezelf graag wijs dat het zo heeft moeten zijn.’

Op internet ontdekte Poels dat het vinden van zo’n veer echt iets betekent: ‘Je moet dan terugdenken aan het moment dat je hem vond. Wat ging er toen door je heen?’ En voilà: de tekst voor het titelnummer was daar. De vuurdoop van het album vond eind november plaats tijdens het 25-jarige jubileum van muziekmagazine Heaven in TivoliVredenburg. ‘Ik heb een goede band met dat blad en houd van de muziek die ze bespreken. Toen ze me vroegen om op te treden, dacht ik: ‘Nu moet ik toeslaan!’ Dat bleek nog geen sinecure. ‘De eerste keer solo vond ik erg spannend. Stond ik daar op het trapje van het podium, met een bemoedigend handje van mijn manager Rudy op mijn rug …’

donderdag 3 september 2020

Wat doe jij nou?


Waar zijn de Utrechters uit de culturele scene mee bezig nu alle evenementen zijn afgelast? Ingmar Heytze werkt mee aan ‘Dichter aan de lijn’, waarbij je gebeld wordt door een dichter die voorleest uit eigen werk.


Hoe gaat het?
‘Zoals Frits Egters uit De Avonden van Gerard Reve al verzuchtte: Het gaat slecht, maar verder gaat het goed. Ik vermoed dat het met mij zo is gegaan als met veel mensen: eerst overheersen verwarring, stress, angst en paniek. Maar dat hou je geen weken achter elkaar vol. Op een gegeven moment ga je toch over tot de orde van de dag, al is het dan een heel andere orde die daardoor ook tot andere dagen leidt. Die negatieve emoties verdwijnen niet helemaal, maar ik merk steeds vaker dat mijn belangrijkste gemoedsstemming verbazing is. Hoe rot dit ook is, we maken toch wel iets bijzonders mee, en het is niet allemaal alleen maar slecht. Er valt ook veel te genieten, stom genoeg van dingen waar ik vroeger te weinig tijd voor nam. Ik heb een hoop plezier met mijn dochters, mijn vrouw heeft tijd om uitgebreid en heerlijk te koken en brood te bakken, en ik had nooit beseft hoe mooi appelbloesem eigenlijk is.’

zondag 29 maart 2020

De magie van de Matthäus Passion


Er is geen land ter wereld waar de Matthäus Passion zo vaak wordt uitgevoerd (en bezocht) als Nederland. Dirigent Willem Mengelberg was rond 1900 de eerste die kwam met een grootschalige, moderne uitvoering van Bachs interpretatie van het lijdensverhaal van Jezus. Aanvankelijk werd er nog geprotesteerd tegen zijn ‘eindeloos lange’ versie die ‘ongegeneerd emotioneel’ was. Maar de Matthäus Passion werd wel een jaarlijks terugkerende muzikale belevenis, waar steeds meer mensen warm voor liepen.

Tegenwoordig zijn er naar schatting jaarlijks zo’n 180 versies van de Matthäus Passion te zien en te horen, variërend van kleinschalige amateuruitvoeringen, meezingversies en moderne varianten tot majestueuze voorstellingen. Zelfs zanger/liedjesschrijver Jan Rot waagde zich in 2006 met het Residentie Bachkoor aan een interpretatie. Het werd een tangoversie. De EO zendt dit jaar een gekortwiekte variant van 1.5 uur uit (normaal duurt de Matthäus Passion ongeveer 2.5 uur). Voor de puristen een vorm van heiligschennis, andere liefhebbers vinden elke vorm van aandacht voor het stuk te prijzen.

De bekendste uitvoering is in de Grote Kerk in Naarden, waar BN’ers en politici hun gezicht laten zien. Maar ook in Utrecht zijn elk jaar prachtige uitvoeringen te zien. Een drietal Utrechtse kenners/liefhebbers laat hun licht schijnen over de magie van de Matthäus Passion.

donderdag 19 maart 2020

Open doekje in De Lieve Vrouw


De Cultuurhackers van De Lieve Vrouw, acht jonge film- en theaterliefhebbers uit Amersfoort, organiseren op 29 maart een Open Doek. Jonge filmmakers uit de regio krijgen de kans om hun korte film te vertonen op een wit doek, gratis en in een echte filmzaal. Lune van den Berg is een van de organisatoren.

Hoe zijn jullie op het idee gekomen voor dit initiatief?
‘Toen De Lieve Vrouw 30 jaar bestond, is ons gevraagd om een project op te zetten om de filmzaal aantrekkelijker te maken voor jongeren. Wij willen laten zien dat dit theater ook interessant kan zijn voor jongeren, als het filmaanbod maar iets beter aansluit bij hun leefwereld. Nu zie je toch vooral veertigplussers naar de voorstellingen komen. Eerder hebben we zoiets met theater gedaan, maar nu wilden we iets met films organiseren. Een thema-avond of iets dergelijks.’

Wat houdt het project Open Doek precies in?
‘Jonge filmmakers konden tot eind februari films naar ons opsturen. Ze mochten tussen de drie en 10 minuten duren, maar we keken niet op een minuut meer of minder. Wij zijn van mening dat er te weinig aandacht is voor jonge filmmakers. Het is moeilijk voor hen om hun film op een wit doek te vertonen. Meestal moeten ze daarvoor betalen of een zaal huren. Wij bieden ze de mogelijkheid om hun film gratis in een filmzaal te laten zien.’

Hoe waren de reacties?
‘Aanvankelijk reageerde de mensen een beetje sceptisch. Ze waren van mening dat hun film niet goed genoeg zou zijn voor een theater dat arthouse films programmeert. Toen we hadden uitgelegd wat onze plannen zijn, werden mensen enthousiaster. In totaal zijn er zeven inzendingen binnengekomen. We hadden er liever iets meer gehad, maar het is genoeg om de avond door te kunnen laten gaan. Hopelijk lukt het ons om zo enthousiasme te creëren voor dit project zodat we er een jaarlijks evenement van kunnen maken.’

Het einde van Kytopia


In een open brief lieten vader Erik en zoon Colin Benders onlangs weten dat het niet gelukt is om een permanente plek te vinden voor Kytopia, de Utrechtse culturele broedplaats die tijdelijk in Den Dolder is gevestigd. Onderweg naar Berlijn voor een optreden doet Colin Benders zijn verhaal.


Hoe groot was de teleurstelling?
‘Toen we het bericht naar buiten hebben gebracht had ik er wel vrede mee. We hebben alles geprobeerd en elke steen is omgedraaid. Er is gezocht in elke hoek van de stad. Dat we geen permanente plek hebben gevonden: ja, dat was wel een grote teleurstelling natuurlijk.’

Wat betekent dit voor Kytopia?
‘Voorlopig kunnen we nog in Den Dolder blijven zitten, maar het is de vraag hoe lang. We huren antikraak. Het werkt echter demotiverend voor ons dat er geen zicht is op een permanente werkplek. De verhuizingen zijn te intensief: Kytopia is niet geschikt voor tijdelijke plekken. De locatie in Den Dolder was bedoeld als overbrugging naar een permanente plek.’

Wat is de belangrijkste reden dat het niet gelukt is om een vaste locatie te vinden?
‘De tijd waarin we nu zitten: Utrecht is ramvol. Alle beschikbare grond is of verkocht of in ontwikkeling. Bovendien zijn de huurprijzen flink gestegen. En om een locatie geschikt te maken voor Kytopia moet er ook nog flink geïnvesteerd worden. De gemeente beschikt slechts over beperkte middelen voor dit soort situaties. Dan wordt het heel lastig. Dat we onze locatie aan de Oudegracht moesten verlaten heeft ook niet meegeholpen.’

Passie in de stad

Maar liefs twee grootheden uit de flamenco zijn deze maand te zien in de stad: gitarist Tomatito en danseres Eva Yerbabuena. Waarom zijn deze artiesten zo beroemd en hoe ver reikt hun invloed? Een rondgang langs onze eigen Utrechtse flamenco-toppers. 

José ‘Tomatito’ Fernández Torres is het boegbeeld van de flamenco nuevo, een stijl geworteld in de Andalusische muziektraditie met vertakkingen naar de jazz, latin en pop. Tomatito was de vaste begeleider van de legendarische zanger Camarón de la Isla en speelde samen met Paco de Lucia en artiesten als Frank Sinatra, Elton John, George Benson, Neneh Cherry en John McLaughlin. Ook sleepte hij twee Latin Grammy’s in de wacht. 

Is Tomatito een legende in de wereld van de moderne flamencomuziek, dan is Eva Yerbabuena de grand lady van de hedendaagse flamencodans. Befaamd om haar expressie, technische perfectie en duizelingwekkende voetenwerk geeft ze de flamenco een diepe zeggingskracht. Ze was een belangrijke wegbereider voor een nieuwe dans en werd in haar lange carrière bedolven onder de prijzen.

Tess et les Moutons houdt het Franse chanson in leven


Zaterdag speelt Tess et les Moutons in een uitverkocht Paard. Zangeres Tess van der Zwet is er helemaal klaar voor. Nu alleen nog snel een nieuwe Franstalige ode schrijven over Den Haag …


Het interview zou aanvankelijk plaatsvinden voorafgaand aan de try out in het Utrechtse muziekcafé ‘t Oude Pothuys. Op het laatste moment laat zangeres Tess van der Zwet weten dat het gesprek niet door kan gaan omdat er “iets heel vervelends is voorgevallen, waar ik verder nog niks over kan zeggen.” Kort hierna verschijnt er op de Facebookpagina van de band het bericht dat de zangeres, onderweg van Den Haag naar Utrecht, in de trein een koffertje met promo-cd’s heeft laten liggen. Zou dit nu de reden zijn voor de annulering van het interview?

Nee, het blijkt toch anders te liggen. “Dat kwijtgeraakte koffertje was de ‘icing on the cake’. Ik was er in de trein met mijn hoofd niet bij,” vertelt Van der Zwet de volgende dag aan de telefoon. Het zit zo: Gisteren kreeg ze van de erven van Annie M.G. Schmidt te horen dat er met onmiddellijke ingang gestopt moest worden met het zingen van La Haye, een vertaald lied van de kinderboekenschrijfster over Den Haag. “Een rechtenkwestie. Ik wist gisteren niet wat ik wel en niet mocht zeggen,” verklaart ze, nog steeds enigszins beduusd, het uitstellen van het interview. “We hebben dat lied met de beste bedoelingen, en als eerbetoon aan Annie M.G. Schmidt vertaald. Dat mag dus niet blijkbaar. Ik had het van te voren moeten vragen ...”

De nieuwe start van Marten de Paepe


Na zes jaar is Marten de Paepe terug met het album ‘Alles naar de stort’. De cd klinkt een stuk directer en kaler dan zijn eerdere werk. “Door zacht te zingen houd je de mensen dichterbij.”

“Het album is een loflied op het menselijk vermogen om steeds weer opnieuw te beginnen,” vertelt Marten de Paepe (37) in zijn woning in de Utrechtse wijk Ondiep. “Veel mensen vinden de titel niet zo vrolijk, maar voor mij is het een optimistische plaat geworden.” Na het beëindigen van zijn relatie (met voormalig bandlid/zangeres Chantal van der Leest) verhuisde De Paepe van Amersfoort naar Utrecht om met een schone lei beginnen. “Het album gaat over het opgeruimde gevoel van een nieuwe start.”

De opvolger van zijn vorige cd ‘Wait another year’ liet zes jaar op zich wachten. “Dat is best een lange tijd ja. Het resultaat moest helemaal goed zijn. Ik voelde niet de behoefte om er eerder mee naar buiten te treden en heb het eerst een tijd laten rijpen.” In de tussentijd was hij druk met “werken en leven.”
Een iets mindere geldingsdrang dan voorheen speelde ook een rol. “Vroeger had ik meer de ambitie om mezelf op de kaart te zetten. Nu ben ik vooral bezig met het maken van mooie, duurzame dingen. Muzikanten die een derde of vierde plaat maken, vind ik nu vaak interessanter dan een jonge muzikant met sturm und drang. Dat heeft vast met de leeftijd te maken.”

maandag 6 januari 2020

Jacques Brel terug in Kurhaus


Iedere show verliest Olivier Laurent twee kilo aan zweet. Op het podium perst de Vlaamse Brelimitator er alles uit om de intensiteit van de meester te evenaren. 28 december treedt Laurent op in het Kurhaus.


Op zesjarige leeftijd ontdekte Laurent zijn talent voor imitatie. “Met mijn grootvader ging ik naar optredens van grote zangers als Serge Gainsbourg en Charles Aznavour. Ik merkte al snel dat ik die mensen goed na kon doen. Toen ben ik er mee begonnen.” Dat Brel hem het beste lag, merkte hij jaren later toen hij meedeed aan een show. “Ik had een honderdtal stemmen op mijn repertoire. Toen ik Ces Gens-là van Brel zong kreeg ik een staande ovatie.” Het was op dat moment dat Laurent besloot een voorstelling rondom Brel te maken.
Foto: Anthony Klein

Lange tijd trad hij op als Brelimitator, al vond hij zelf dat hij er nog niet klaar voor was. “Het heeft me nog zeker tien jaar gekost om alle details onder de knie te krijgen: de beweging van zijn armen, zijn benen, zijn mimiek. Ook had ik nog niet genoeg meegemaakt in het leven. Brel is niet alleen een zanger, maar ook een acteur. Elk liedje van hem moet je acteren. Ik heb nu pas het gevoel dat ik er helemaal klaar voor ben.”

Met zijn Brelshow trekt Laurent sinds een jaar of twee de wereld over: van Dubai en Barcelona tot New York en Quebec. Uiteraard ontbreken België en Frankrijk niet op de speellijst. Hij krijgt de volledige steun van de familie van Jacques Brel: “Dat is heel belangrijk voor mij. Daar krijg ik oprecht tranen van.” Wat spreekt hem zo aan in de chansonnier? “Hij had alleen een spot en muziek nodig en was vertrokken. Voor mij is hij de verpersoonlijking van rock ‘n roll.”

Poppenspeelster (84): “Ik krijg er nog steeds heel veel voor terug”


25 jaar geleden kreeg het Amersfoortse Poppentheater Toermalijn een plek in Koetshuis Randenbroek. Daarvoor zat het theater jarenlang in de Koppelpoort. Poppenspeelster Camilla Koevoets (84 jaar) is vanaf de beginperiode actief bij Poppentheater Toermalijn en speelt in de kerstvakantie diverse voorstellingen.

Hoe bent u poppenspeelster geworden?

“Mijn vader deed dit als hobby en thuis had hij ook een marionettentheater. Ik wist dus van het bestaan. Via allerlei omwegen ben ik bij het poppentheater van Bert Brugman terechtgekomen. In Salzburg heb ik geleerd om met marionetten te werken. Toen ik een jaar of 20 was, ben ik met een eigen theater begonnen. De drang om poppenspeelster te worden was zo groot dat ik het heb doorgezet, of ik er nu van kon leven of niet. Ik heb ook nog een aantal jaren rondgereisd en op scholen gespeeld.”


Foto: Nicole Nierop
Was het in de beginperiode heel anders dan nu? 
“Ja, aanvankelijk deed ik nog twee verhalen: een voor kinderen tot zes jaar en een voor kinderen tot 12 jaar. Oudere kinderen kwamen toen ook nog kijken. De mensen die in de begintijd kwamen, zijn altijd blijven komen. Nu komen ze met hun kleinkinderen kijken. Ze vertellen dan trots dat ze ook nog met de vader of moeder van het kind zijn geweest. Dat is echt een geschenk hoor.”
Oudjaarsshow Jeroen van Merwijk over de toegenomen truttigheid

‘Was volgend jaar maar vast voorbij’, zo luidt de titel van de oudejaarsconference waarmee de Utrechtse cabaretier Jeroen van Merwijk door het land trekt. De slotvoorstelling vindt op 29 december plaats in -hoe kan het anders- de Utrechtse Schouwburg. De NUK sprak met Van Merwijk over de voorstelling.

Hoe kwam je op het idee voor een eindejaarsshow? 

‘Bij het grote publiek sta ik vooral bekend als liedjesschrijver, dus ik dacht: waarom geen oudejaarsshow met alleen maar liedjes? Dat was ook nog niet eerder gedaan. In de voorstelling zing ik dertig liedjes en tussendoor praat ik een beetje. Een keer of veertien heb ik deze show intussen gedaan. De definitieve vorm heb ik nu wel gevonden. Het is altijd weer even zoeken naar tempo en ritme.’

Heb je nog veel veranderd in de tussentijd?

‘Ja, best wel. Er zijn nieuwe liedjes bijgekomen en ik heb er een paar uitgehaald. Ook de teksten tussen de liedjes door zijn beter, meer sturend geworden. De reacties uit de zaal spelen een grote rol: een lied waarvan ik veel verwachtte heb ik ingekort tot twee regels. Het was een drammerig lied over klimaatdrammers. De zaal keek me glazig aan. Wat ervan is overgebleven? “Als er één ding wordt gehaat dan is het drammen, en dan vooral wanneer het gaat over het klimaat.”’

Utrecht loves jazz


Het Utrechtse jazzklimaat is goed, zeggen zij die het weten kunnen. Lokale muzikanten spelen veel samen en steeds meer podia programmeren het genre. Saxofoniste Kika Sprangers: ‘De stad is een prima voedingsbodem voor het ontstaan van veel verschillende soorten jazz.’

Precies 100 jaar geleden vond in Utrecht het eerste jazzconcert plaats. In het oude Tivoli aan de Kruisweg kon de bezoeker voor een bedrag van drie gulden op de eerste rang genieten van de Mayfair Jazzband. Cultuurcentrum Parnassos, aan diezelfde Kruisweg, viert dit heugelijke feit met een concert van bassist Tjitze Vogel. Die speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de Utrechtse jazzscene. In het SJU Huis – lange tijd hét jazzpodium van de stad – liet hij musici uit de jazz en wereldmuziek met elkaar optreden.

Kika Sprangers
Het SJU Huis behoorde, samen met het Bimhuis in Amsterdam, tot de oudste jazzpodia in het land. Het verdwijnen ervan in 2011 maakte veel los bij jazzminnend Utrecht. ‘Toen het ophield te bestaan, was het echt even zoeken naar een nieuw podium,’ zegt Hugo van Els van UJazz, platform voor jazzmusici en -liefhebbers. Een tijdje fungeerde het Mirliton Theater als alternatief Utrechts jazzpodium ‘Een mooie plek,’ aldus Van Els, ‘maar wel erg diep verstopt in de spelonken van Hoog Catharijne.’

De Kleedkamer - De Gestampte Meisjes


Uitagenda Utrecht vraagt acteurs, cabaretiers en muzikanten naar hun beleving van de laatste momenten voordat ze het podium opgaan. Esmee van Liere, Ymke van Hoof en Thenera van de Pluijm van De Gestampte Meisjes touren momenteel door het land met hun magic show F*KE IT.

De Gestampte Meisjes?

Thenera: ‘Die naam hebben we supersnel bedacht. Hij slaat erg op wat wij doen: theater maken met een twist en een randje. En soms stampen we elkaar inderdaad de grond in, haha.’

Jullie show is erg fysiek. Hoe bereid je je voor in de kleedkamer?

Esmée: ‘Ik ben ook danslerares en draai mijn hele streetdance-playlist in de nog lege zaal. Om op te warmen doe ik dansjes waarbij ik een kurk in mijn mond hou. Ik slis namelijk, en als ik de kurk eruit haal, kan ik daarna beter articuleren.’
Thenera: ‘We dagen elkaar uit met push ups. En om alerter te worden, doen we een samoeraivechtersspel genaamd Hoo Tjin Tjak. De een valt aan met een Hoo, een denkbeeldig zwaard, de ander verdedigt zich met een Tjin en de derde snijdt haar vervolgens, Tjak, doormidden. O ja, we gooien ook nog over met een onzichtbare bal. Zo komen we op hetzelfde energielevel en raken we connected voordat we het podium opgaan.’
Esmee: ‘Vergeet de zeven kussen niet! We gaan we in een kringetje staan, geven elkaar zeven kussen, roepen heel hard whooo!’

zaterdag 4 januari 2020

De tijd met zang te lijf gaan


Al drie decennia staat de Zaanse formatie De Kift op de planken. Het elfde album ‘Bal’ krijgt na een clubtour nu een theatertournee. 6 december staat de band in Diligentia in Den Haag.

De muziek van De Kift is te omschrijven als een aanstekelijke, soms kolderieke maar immer bezielde mix van polderpunk, Oost-Europese muziek, theater en fanfare. Vrolijkheid wordt afgewisseld met melancholie. De band speelde eerder in theaters, maar voor het eerst is er nu een heuse theatertour.

De Kift in Diligentia 
‘Bal’ verscheen in 2017 op cd (en vinyl) waarna een clubtour volgde. Nu is er dus een theatertour met de liedjes van dat album, aangevuld met nieuwe teksten, muziek en scenes. “Ik vind het allebei fijn om te doen. Wel komen onze teksten beter tot hun recht in het theater,” vertelt zanger en oprichter Ferry Heijne. Het theater is een plek waar de band er wel voor moet waken om ‘witjes te laten vallen’: “Dat is een theaterterm die we hebben geleerd. Het betekent dat een overgang niet lekker loopt. In een club is het minder erg als er dingen fout gaan. Daar kun je spontaan op reageren. In het theater moet vanaf het begin alles goed staan.”

Hoe VanWyck haar stem vond


Onlangs verscheen het tweede album van singer-songwriter VanWyck, Molten Rock. Op de opvolger van An Average Woman grossiert ze eveneens in prachtige donkere en stemmige folkliedjes. 'Ik heb veel verdriet meegemaakt in mijn leven.'

‘Ik heb lang gedacht dat ik niet kon zingen. Daarom ben ik begonnen als rapper.’ Het klinkt vrij ongeloofwaardig uit de mond van zangeres Christien Oele. Juist haar donkere, sensitieve stemgeluid maakt veel indruk. En de ingetogen folk van haar band VanWyck associeer je niet direct met rapmuziek. Maar heus: de Amsterdamse zangeres (met Nieuw-Zeelandse roots) is begonnen in de hiphop, begin jaren 90. ‘Freestylen bij een beat, dat lag me wel,’ zegt ze lachend. Pas sinds kort realiseert ze zich dat mensen geraakt worden door haar stem. ‘Dat had ik niet voorzien nee.’

Via de nodige omzwervingen kwam de 48-jarige zangeres uit bij de verstilde, Amerikaans georiënteerde muziek die ze maakt onder de naam VanWyck. Als rapper en toetsenist van jazzdance-formatie Hit the Boom! trad ze op in heel Europa, maar de echte doorbraak bleef uit. Toen de manager haar op een dag voorstelde om een triphoplied te zingen, ging Oele schoorvoetend akkoord. ‘Rappen was energiek en stoer. Daar kon ik me achter verschuilen. Als zangeres voelde ik me kwetsbaar. Wel merkte ik dat er een connectie met het publiek ontstond. Dat intrigeerde mij.’

Beter een slechte keuze dan geen keuze


Alles achter je laten en ergens anders opnieuw beginnen. Dat is het uitgangspunt van de tragikomische theatervoorstelling Sexual Healing. Een ongelukkig Nederlands gezin vertrekt naar Frankrijk en raakt daar in de ban van een geheimzinnige jongeman.

Nee, een directe link met het zwoele nummer uit het begin van de jaren tachtig is er niet. “Iedereen begint het te zingen als ik de titel van de voorstelling noem. Op associatief niveau zijn er wel connecties. Marvin Gaye probeerde in Oostende in het reine te komen met zichzelf. En er was ook nog die familietragiek met zijn vader. Maar Sexual Healing gaat zeker niet over hem,” vertelt regisseur Jeroen De Man.

Waar gaat het stuk wel over? “Over reiniging en heling. En over de verstoorde band die mensen hebben met het woord ‘seks’. Bestaat seks alleen uit die ene actie? Of is contact maken en naar elkaar kijken ook seks? En vechten met elkaar? Troosten?”

De dromen van asielzoekers in Overvecht 


Honderden vluchtelingen streken in 2017 en 2018 neer in een tijdelijk asielzoekerscentrum in het Utrechtse Overvecht. Hoopvol, met dromen over een nieuwe toekomst. Maar die kwamen lang niet altijd uit, blijkt uit een documentaire van Jos Bierings en Marieke Spee.

De 25-jarige Pakistaan Saddam Hussain is een van de geportretteerden. ,,In de VS had hij een studiebeurs aangevraagd, maar die werd afgewezen vanwege zijn naam en land van herkomst,” vertelt Bierings. Spee voegt toe: ,,Hij had biochemie gestudeerd en sprak goed Engels. Het was een intelligente, open jongen. We hadden meteen een goede klik met hem. Zijn droom was om in Nederland champignons te kweken op koffiedrab.” Ondanks goede bedoelingen komt zijn plan niet van de grond. De onzekerheid over zijn verblijfstatus zorgt ervoor dat hij zijn zaakjes niet rond krijgt. Hussain wacht de procedure niet af en vertrekt naar Parijs waarna de documentairemakers hem uit het oog verliezen.

Van Bach tot Metallica


Samen met het Residentieorkest staat de Haagse Hammondspeler Sven Figee 16 november in het Paard met de voorstelling Symphonic Junction. Van Bach tot blues en van Vivaldi tot Metallica. Het is een eenmalig optreden, dus Figee moet er wel staan die dag.

“Leuk is anders,” verzucht Figee na de vraag of de spanning zich al een beetje ophoopt. “De afgelopen weken, maanden heb ik vaak gedacht: waarom werk ik niet in een koffiebar? Daar word je ook blij van. Koffiezetten is redelijk te managen en veroorzaakt weinig stress.”

Het is duidelijk geen sinecure: het optreden van de gelouterde Hammondspeler met het symfonieorkest in het Paard. Enigszins verklaarbaar zijn de zenuwen wel. De show is eenmalig en er worden tv- en plaatopnames gemaakt . “Er is geen second change. Dat maakt de spanning vooraf heel heftig. En het zijn ook nog eens verdomd lastige stukken om te spelen. Het is onwijs zwaar en bepaald niet relaxed.”

Foto: ProperPictures Fotografie
Je zou de muzikant bijna een ander leven toewensen. Maar het plezier van muziek maken is hij toch niet verloren. “De kik van een optreden is ook lekker hoor,” herpakt hij zich. “Als het goed gaat, krijg je kippenvel. En als ik de strijkers hoor, en er midden in zit, kan ik in trance raken van mijn eigen muziek. Dat is onbetaalbaar. Ik vind het supergaaf als ik mensen met de ogen dicht in vervoering zie raken.”

De Kleedkamer - Jeroen van Merwijk


Uitagenda Utrecht vraagt acteurs, cabaretiers en muzikanten naar hun beleving van de laatste momenten voordat ze het podium opgaan. Cabaretier Jeroen van Merwijk staat momenteel in de theaters met de Oudejaarsshow ‘Was volgend jaar maar voorbij’.

Ben je zenuwachtig voor een optreden?


“Dat hangt van de voorstelling af. Als ik een complete voorstelling uit mijn hoofd moet oplepelen, zoals ik jaren heb gedaan, is er wel enige nervositeit van te voren. Dat was zeker zo toen ik net begon. Het duurt toch een tijdje voordat je dat onder de knie hebt: optreden met publiek voor je neus. In mijn nieuwe show lees ik de liedjes grotendeels op van papier. En dan ben ik eigenlijk niet of nauwelijks zenuwachtig. Maar helemaal zonder spanning het podium opgaan is ook niet verstandig.”

Je staat al heel wat jaren op het podium. Vroeger had je er dus meer last van?

“Ja, de spanning is wel minder geworden. Van huis uit ben ik beeldend kunstenaar en dan is het moeilijk en tegen de aard in om het podium op te gaan. Maar ik ben ook weer een atypische kunstenaar omdat ik veel lul. Op de Kunstacademie was ik degene die het meeste lulde van allemaal. Dat was ook niet zo moeilijk met al die introverte types haha. Uiteindelijk zit ik toch liever in het atelier. Het podium opgaan heb ik echt moeten leren. Eerst was ik een week zenuwachtig, toen een paar uur, toen een uur, toen 13 minuten, toen 10 minuten en nu 1 minuut ongeveer.”

Kim Wilde vindt zingen weer leuk 


22 november staat Kim Wilde in de Grote Zaal van het Paard. In de jaren tachtig bestormde de popdiva de hitlijsten met nummers als ‘Kids in America’ en ‘Cambodia’. Na een sabbatical van enkele jaren, besteed aan moederschap en tuinieren, liet ze in 2003 weer van zich horen. Vorig jaar verscheen haar veertiende studioalbum en de inmiddels bijna 60-jarige zangeres denkt voorlopig niet aan stoppen.


Dat ze met haar debuutsingle, het energieke ‘Kids in America’, in 1982 een komeetachtige entree maakte in de popwereld, verbaasde Kim Wilde niet echt. “Het nummer had veel power. Ik zag in het publiek de energie ontstaan als we het speelden. Het was de perfecte popsong. Ik speel het nog steeds graag,” vertelt ze telefonisch. De piepjonge Kim Wilde (20 jaar) werd op slag een wereldster. Enigszins tegen wil en dank. “Ik reisde de hele wereld over om die single en mijn eerste album te promoten: van Australië, Japan, Nederland en Duitsland tot de VS. Het begin van mijn carrière ben ik alleen maar bezig geweest met interviews, fotoshoots en tv-optredens.”

Foto: EPA
Al snel volgden er meer hits, zoals ‘Chequered love’, ‘Cambodia’ en ‘View from a bridge’. Het schrijven van liedjes liet Wilde aanvankelijk over aan haar vader en broer. Vanaf midden jaren 80 pas had de zangeres voldoende vertrouwen om dat zelf te gaan doen. Het grote succes overdonderde haar, maar Wilde is niet alleen negatief over die periode: “Ik heb er zeker ook van genoten. En succes hebben is beter dan geen succes hebben.” Ze is blij dat ze haar momenten van glorie beleefde in de jaren 80 en 90, en niet in de huidige tijd: “Toen vond ik de media al lastig, nu zou ik het echt verschrikkelijk gevonden hebben. Door de druk van sociale media hebben jonge muzikanten het tegenwoordig veel zwaarder dan in mijn tijd.”

Le Guess Who?: Embrace the unknown


7 t/m 10 november vindt alweer de dertiende editie plaats van Le Guess Who?, het festival voor grensverleggende muziek van over de hele wereld. Onder het motto ‘Embrace the unknown’ is er ook dit jaar weer avontuurlijke muziek te horen en zien uit de meest uiteenlopende genres. In popzalen, theaters, kerken, clubs en oude fabriekspanden in Utrecht.


Deze editie treden onder andere op: de baanbrekende Malinese muzikant Fatoumata Diawara, de Nederlandse fashionfuturist Iris van Herpen & geluidskunstenaar Salvador Breed, de Noorse multidisciplinaire artiest Jenny Hval, de elektronische producer The Bug, de New Yorkse avant-gardecomponist Patrick Higgins en de psychedelische krautrockband Moon Duo.

Speciale optredens zijn er van de Pakistaanse Ustad Saami, de laatste levende uitvoerder van khayál, de voorloper van de oude, islamitische qawwali-muziek, jazz/funk/disco-icoon Asha Puthli, die als een van de eerste traditionele Indiase muziek met westerse pop samenbracht en wiens muziek gesampled werd door o.a. Notorious B.I.G. en Jay-Z, en de Ethio-groove legende Ayalew Mesfin, die samen met de Debo Band een exclusieve Europese show geeft.

Andere artiesten die optreden tijdens Le Guess Who? 2019 zijn Holly Herndon, Deerhunter en Efterklang.

Johan Gijssen over LGW?: "Ik ben nog nooit zo relaxed geweest."


Over twee dagen barst het muziekfestival Le Guess Who? weer los. Op vele plekken in Utrecht kun je je laten verrassen door avontuurlijke muziek. Hoe staat het met de voorbereidingen? De NUK sprak met organisator Johan Gijssen.

“Ik ben nog nooit zo relaxed geweest voor Le Guess Who? als dit jaar”, vertelt Johan Gijssen lachend, onderuitgezakt in een zitzak in een koffietent aan de Oudenoord. “Alles staat in de steigers. Het loopt nu.” Is er geen enkele zorg? “Jawel, de lange rijen.”

Wat is er dit jaar anders dan andere jaren?

“We doen meer aan samenwerkingen in de stad. Zo zijn er dit jaar lezingen op de universiteit en werken we samen met Stichting Fotodok. Ook is er voor het eerst een driedaags filmfestival. Er gebeurt zoveel tijdens Le Guess Who? dat het zelfs voor mij soms lastig is om alles bij te houden.”

Zijn er bands die hebben afgezegd?

“Nee, gelukkig niet. Dat blijft wel altijd een risico voor ons omdat we relatief weinig acts boeken die op tournee zijn. Ze komen speciaal voor Le Guess Who? naar Utrecht. En dat de artiesten uit de hele wereld komen maakt het ook spannend. Zo zijn pas vorige week de visa geregeld voor de Ethiopische artiest Ayalew Mesfin. Een hele opluchting. Op dit soort dingen hebben we maar weinig invloed.”

Een verhaal over onvoorwaardelijke broederliefde


Voor veel mensen behoort De Gebroeders Leeuwenhart van Astrid Lindgren tot de favoriete jeugdboeken. Het avontuurlijke verhaal over dood, moed en broederliefde heeft bijna 50 jaar na verschijning nog niets aan populariteit verloren. Regisseur Casper Vandeputte maakte een bewerking voor het theater. “Tijdens de voorstelling ga je dichter tegen elkaar aan kruipen.”

Ook Vandeputte is het boek altijd bijgebleven: “In mijn jeugd was De Gebroeders Leeuwenhart een boek met een reputatie: je moest er van huilen. De eerste paar keer dat ik het las, ben ik niet verder gekomen dan het begin. Ik vond het te heftig.” Het raadselachtige in het verhaal sprak hem erg aan. “Ik begreep het niet helemaal als kind. Dat het over grote thema’s ging en dat het spannend was kon ik wel bevatten. Maar wat gebeurde er nu allemaal aan het eind?”

Foto: Bowie Verschuuren
Ervaring met kindertheater had Vandeputte niet, totdat artistiek leider Noël Fischer hem vroeg om De Gebroeders Leeuwenhart te bewerken voor het toneel. “Ik had er helemaal niet over nagedacht dat zoiets ook zou kunnen. Maar ik heb het altijd leuk gevonden om boeken te bewerken voor het theater. Het is een soort puzzel.” Eerder regisseerde hij een aantal stukken over dolende twintigers en dertigers. Ook bewerkte hij literaire teksten van o.a. Hugo Claus en Salinger voor het toneel. En zaterdag is dus de première van zijn eerst kindervoorstelling.

Pussy Riot: 'Vrijheid is niet vanzelfsprekend'


Maria Alyokhina, oprichtend lid van de Russische politieke punkrockband Pussy Riot, geeft met de voorstelling Riot Days een inkijkje in haar verhaal van protest, politie, de gevangenis in Moskou en politiek activisme. De voorstelling is een mix van quotes en poëtische statements, en wordt ondersteund door sax, drums, electronica en performers. 

“Kun je me over tien minuten nog eens bellen? Mijn telefoon werkt niet momenteel.” Nu het eindelijk gelukt is om contact te krijgen met Maria Alyokhina, na maanden van vruchteloos mailen, bellen en anderszins, belooft haar eerste opmerking weinig goeds. Maar zowaar: Tien minuten later beantwoordt de Russische redelijk welwillend, vanuit een rumoerige eetgelegenheid en af en toe met volle mond, de vragen over de theatervoorstelling. De eerste woorden zijn in het Russisch, maar gelukkig schakelt ze meteen over op het Engels, met een grappig accent.

Nee, in Utrecht is ze nog nooit geweest, bekent ze. Eerder dit jaar was ze wel in Amsterdam, om een lezing te geven aan de UvA. “Ik vind het altijd interessant om feedback te krijgen op mijn verhaal uit andere landen. Amsterdam vond ik overigens veel te druk,” zegt de Moskou woonachtige Alyokhina. Het verhaal waarmee ze nu in het theater staat, is volgens haar niet gebonden aan een specifiek land of regime. “Het is een universele vertelling over menselijke waarden en politieke gevangenschap en laat zich niet beteugelen door landsgrenzen.”

Le Mini Who? en Lombok Festival 


Het jaarlijks Utrechts festival voor avontuurlijke muziek Le Guess Who?, dat kan rekenen op wereldwijde aandacht, organiseert ook twee kleinere muziekfestivals: Le Mini Who? en Lombok Festival. Beide gratis festivals zijn opgezet om Le Guess Who? nog meer te verbinden met de stad Utrecht. Coördinator Hanan de Sain vertelt.

Lombok Festival wordt georganiseerd door buurtbewoners, locaties en de organisatie van Le Guess Who? tezamen. “In het eerste jaar (2017) hebben we alle bewoners een brief gestuurd met de oproep om ‘samen Lombok te vieren’. Veel mensen uit de wijk boden aan om op te treden of om te koken op de markt op het Moskeeplein,” vertelt De Sain. Verspreid door de wijk zijn er op het Lombok Festival allerlei muziekoptredens (met een lichte focus op Noord-Afrikaans en Oosters georiënteerde muziek) en openbare eetgelegenheden met maaltijden van alle windstreken. “Het festival is ontstaan vanuit de gedachte dat Lombok een van de weinige multiculturele wijken van Utrecht is die dicht bij het stadscentrum ligt. Ook zijn er veel culturele plekken en liggen alle locaties op loopafstand van elkaar.”
“Maar,” zo benadrukt De Sain “Lombok Festival wil vooral het multiculturele geluid van Lombok laten horen omdat de samenstelling van de wijk door gentrificatie (d.w.z. het aantrekkelijk maken voor meer vermogende nieuwe bewoners, red.) flink is veranderd. De Kanaalstraat en het Moskeeplein ogen wel nog multicultureel, maar dat beeld is niet meer representatief voor de hele wijk.”

Dit jaar ligt de nadruk iets meer op de samenwerking met de diverse locaties, zoals Molen de Ster, Kopi Susu, De Voorkamer en de moskee. “In de moskee wordt een rondleiding georganiseerd. Veel mensen kennen het karakteristieke gebouw niet van binnen. De architectuur is prachtig! Bezoekers krijgen verhalen te horen over de verschillende gemeenschappen die er komen en over de achtergrond van de Ulu Moskee.”

vrijdag 3 januari 2020

De rare shit van Indian Askin


5 oktober staat Indian Askin in de Fluor. De jeugdige Amsterdamse band staat garant voor frisse garagerock met psychedelische invloeden. Het AD Amersfoortse Courant sprak met toetsenist/gitarist Bart van der Elst.

“Meestal begint mijn dag inderdaad iets later,” zegt Van der Elst lachend als hij wordt geconfronteerd met de opmerking dat een interview met een rockmuzikant zo vroeg in de ochtend wellicht wat ongebruikelijk is. “Ik heb wel even de wekker moeten zetten ja.”

Bedachtzaam, en toch ook wel redelijk uitgeslapen vertelt hij vervolgens over zijn toetreding in 2015 tot Indian Askin, de band van zanger en liedjesschrijver Chino Ayala die al enige jaren actief was als trio. “Ik speelde met mijn toenmalige formatie The Brakes in de Exit, een legendarische Rotterdamse club uit de jaren ‘70 en ‘80 die tijdelijk was heropend, en Indian Askin trad na ons op. Na afloop vertelden ze me dat ze nog een vierde persoon zochten om hun sound te verbreden. Ik was verrast dat ze mij vroegen. Na onze eerste gezamenlijke repetitie ben ik er nooit meer weggegaan.”

Het geluid van Indian Askin beviel Van der Elst meteen. “Het klonk heel rauw en er was ruimte voor avontuur. Het voelde als een soort ontdekkingsreis. Ik was toen ook pas 17 of 18 jaar.” Fijne bijkomstigheid was dat de band al beschikte over enige podiumervaring, o.a. opgedaan tijdens de Popronde van 2014. “Ik stapte op een rijdende trein.” ‘Psychpop’, zo wordt de muziek van Indian Askin wel getypeerd. Kan hij zich daar in vinden? “Al schiet je me lek. Maken we pop, rock, indie of alternative? Het is gewoon gitaarmuziek met synthesizers. Het omschrijven van genres vind ik eigenlijk overbodig.”

Verder leven na de dood


De dichtbundel ‘Lijfrente’ van Vrouwkje Tuinman is een verslag van het eerste jaar na een verlies. In maart 2019 overleed haar geliefde: dichter en beeldend kunstenaar F. Starik. Gedichten schrijven is voor Tuinman de manier om hem in leven te houden. “Maar ik wilde er ook graag iets praktisch mee doen.”

Twee weken geleden presenteerde ze samen met Andrea Stultiens de dichtbundel ‘Lijfrente’, tegelijk met een tentoonstelling waar een deel van de nalatenschap van F. Starik wordt getoond. In maart dit jaar bezorgde ze het boek ‘Klaar’, dat gaat over de sterfelijkheid van zijn moeder en hemzelf. In haar huis in Zuilen vertelt een ietwat zieke en vermoeide Tuinman over de totstandkoming van ‘Lijfrente’.

Voelt het goed om nog zoveel met hem bezig te zijn? Of beschouw je het als je werk?

“Allebei. Het werkt troostend omdat ik op deze manier met hem in dialoog blijf. Hij was ook schrijver en we waren altijd veel met elkaars werk bezig. We waren heel kritisch op elkaar, maar wel resultaatgericht. Het voelt nu toch alsof hij meekijkt en zegt hoe het anders moet. Maar het is ook mijn manier om met zo’n grote gebeurtenis om te gaan. Ik wilde er graag iets praktisch mee doen. Er ligt nog zoveel werk van hem. Ik vind het niet passen om dat allemaal weg te gooien.”

Is het moeilijker om te schrijven over een overleden geliefde?

“ ‘Lijfrente’ is persoonlijker en directer dan mijn eerdere werk, dat maakte het wel zwaarder om te doen. De privacy grens lag ook iets anders dan normaal. Voor mij was het logisch om all the way te gaan. Er zijn wel gedichten die ik liever niet voorlees omdat ik ze te persoonlijk vind, zoals “Wat ik mocht:”. Maar hij hoort er wel tussen. ‘Het weigerachtige lichaam’ is een belangrijk thema in mijn werk.”