donderdag 19 maart 2020

De nieuwe start van Marten de Paepe


Na zes jaar is Marten de Paepe terug met het album ‘Alles naar de stort’. De cd klinkt een stuk directer en kaler dan zijn eerdere werk. “Door zacht te zingen houd je de mensen dichterbij.”

“Het album is een loflied op het menselijk vermogen om steeds weer opnieuw te beginnen,” vertelt Marten de Paepe (37) in zijn woning in de Utrechtse wijk Ondiep. “Veel mensen vinden de titel niet zo vrolijk, maar voor mij is het een optimistische plaat geworden.” Na het beëindigen van zijn relatie (met voormalig bandlid/zangeres Chantal van der Leest) verhuisde De Paepe van Amersfoort naar Utrecht om met een schone lei beginnen. “Het album gaat over het opgeruimde gevoel van een nieuwe start.”

De opvolger van zijn vorige cd ‘Wait another year’ liet zes jaar op zich wachten. “Dat is best een lange tijd ja. Het resultaat moest helemaal goed zijn. Ik voelde niet de behoefte om er eerder mee naar buiten te treden en heb het eerst een tijd laten rijpen.” In de tussentijd was hij druk met “werken en leven.”
Een iets mindere geldingsdrang dan voorheen speelde ook een rol. “Vroeger had ik meer de ambitie om mezelf op de kaart te zetten. Nu ben ik vooral bezig met het maken van mooie, duurzame dingen. Muzikanten die een derde of vierde plaat maken, vind ik nu vaak interessanter dan een jonge muzikant met sturm und drang. Dat heeft vast met de leeftijd te maken.”

Het contrast tussen zijn nieuwe album en de ingetogen, soms wat dromerige gitaarliedjes uit zijn beginperiode is evident. “Ik wilde dat deze plaat meer poppy zou klinken. Niet omfloerst, wollig, krullerig of barok versierd, maar juist heel direct. Waarachtiger en compromisloos.” Ook thematisch ging De Paepe anders te werk: “Wait another year was vooral een verzameling liedjes. Dit album is meer een geheel.”

Met de term singer-songwriter heeft De Paepe een haat-liefde verhouding. “Tegen wil en dank zit ik in dat hoekje. Als men vraagt om mijn muziek te omschrijven, noem ik het zelf vaak ook zo. Ik luister graag naar singer-songwriters, maar ze roepen ook vaak het beeld op van een muzikant die achter geloken gordijnen pathetisch de misère van de wereld bezingt. Al die aplomb trek ik niet meer zo.”

Opvallend is de korte duur van de elf liedjes: die varieert van 2.5 tot 3.5 minuut. “Ik wilde alle poespas weglaten. Dat zit ‘m niet alleen in de liedjes, maar ook in de hoes, de opnames en de teksten. Dit is mijn meest consistente album tot nog toe.” Als voorbeeld diende ‘Master and Everyone’ van Bonnie ‘Prince’ Billy, maar ook de literaire teksten van Tommy Wieringa en Menno Wigman inspireerden De Paepe. “Door veel weg te laten komt Wieringa tot de essentie. Elk woord geeft zijn verhaal gewicht. En de poëzie van Menno Wigman is prachtig uitgebeend. Zo moest deze plaat ook worden: klein en dicht bij mezelf.”

Op Alles naar de stort zingt De Paepe voor het eerst in zijn moerstaal. “Bij mijn Engelstalige teksten dacht ik vaak: waar gaat het eigenlijk over? En heb ik er wel tot in de finesse over nagedacht?” Nederlandse artiesten die in het Engels zingen, imiteren volgens De Paepe vaak hun Engelstalige voorbeelden: “Een jonge vogel doet ook de roep van zijn moeder na.” Zelf werd hij kritischer op de boodschap van zijn liedjes. “Ik ging me afvragen: Welke woorden en zinnen passen bij wat ik wil zeggen? Daar heb ik de tijd voor genomen.” Ook is De Paepe zijn stem anders gaan gebruiken. “Vroeger zong ik harder om mijn emoties kracht bij te zetten. Maar door zacht te zingen houd je de mensen dichterbij.”

Hij is blij dat de muziekwereld hem na zes jaar niet vergeten is. De eerste recensies van zijn nieuwe album zijn lovend. “Blijkbaar zit ik nog in het collectieve geheugen. Het is ook interessant als een muzikant na twaalf jaar nog een plaat maakt. Ik denk dat ik een nieuwe doelgroep ga aanboren met deze plaat.”

Eerdere publicatie in AD Amersfoortse Courant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten