maandag 26 november 2007

De toegift

Mooi moment: de toegift. Of beter gezegd: het wachten op de toegift. De band is klaar met spelen en verdwijnt van het podium. Iedereen in de zaal weet het: die komen terug. Toch het ongedurige wachten. De verwachtingsvolle blikken. Beetje joelen en fluiten voor de vorm en na een minuutje of vijf volgt dan het sluitstuk van de show. Een ongeschreven wet bij live-concerten.

Soms gaat het anders. Afgelopen vrijdag in de Melkweg besluit het duo Two Gallants, na een formidabel optreden van krap een uur, de enthousiaste zaal te negeren en niet meer terug te keren voor een toegift. De dj start vrijwel direct een cd. Onbegrip in de zaal. Verbijstering en verontwaardiging ook. Een anticlimax. De arrogantie van die snotapen om zoiets te flikken.

Aan de andere kant: wat als je in een uurtje je verhaal verteld hebt? (het verhaal van Two Gallants: uitermate energieke en extraverte folkpunk met een flinke scheut country. Zanger/gitarist Adam Stephens schudt de pakkende riffs uit zijn mouw en zingt de strot uit zijn lijf. En drummer Tyson Vogel beschikt over een allesbehalve dienende drumstijl; hij vult virtuoos en bezield elke leemte in de songs op. Resultaat: een intrigerend, rauw en oorspronkelijk geluid). 

Moet er dan nog een toegift bovenop? De barman vind het prima zo, dat obligate gedoe altijd: “Gewoon, je doet je ding en bam, klaar.” Valt best iets voor te zeggen, maar dan mis je toch dat ene moment. Net ervoor. Het gelukzalige wachten op iets waarvan je weet dat het gaat komen. De toegift.

maandag 19 november 2007

Getroebleerde geest


Een flinke dosis talent is geen garantie is voor een glansrijk leven. Gipsygitarist Jimmy Rosenberg heeft het aan den lijve ondervonden. Kenners zien in hem als twaalfjarige de opvolger van Django Reinhardt. Op zijn vijftiende loopt hij met een miljoenencontract op zak. De wereld aan zijn voeten…


Documentairemaker Jeroen Berkvens maakte een prachtig portret van de dan 26-jarige gitarist, neef van de vermaarde Stochelo van het Rosenberg Trio. In een Belgische kliniek probeert hij de demonen uit zijn hoofd te verdrijven en weer grip te krijgen op zijn leven. Een sterk contrast met de beelden van een piepjonge Jimmy, zeer begaafd en (schijnbaar) zorgeloos, in een wereld van volwassenen. Hij kan de weelde echter niet aan en vlak voor een wereldwijde doorbraak gaat het mis. 

Jimmy raakt aan de heroïne, en als zijn vader -een dominante man maar ook bindende factor van het gezin- voor acht jaar in de cel belandt wegens de moord op zijn schoonzoon, slaan de stoppen helemaal door. Jimmy vergooit in korte tijd al zijn kapitaal aan drugs en dure auto’s die hij vervolgens (geen rijbewijs) in de prak rijdt. Een groot hart heeft hij wel; sommige daklozen zijn hem nog steeds dankbaar voor de duizenden guldens die hij ze toestak.