dinsdag 12 december 2017

Het bewogen leven van Iris Hond


Op 9 december treedt Iris Hond op in de Flint met haar theaterprogramma 'Bewogen', waarin zij nummers van haar eerste zelfgeschreven album Dear World speelt en vertelt over haar roerige leven.

"'Dear World' is een soort mix geworden van alle muziek waar ik naar geluisterd heb," verteld Iris Hond in een Hilversums café. "En dat varieert van klassiek, fado en klezmer, tot Leonard Cohen (die haar album bij het verschijnen nog de hemel in prees)". De eerste cd met eigen werk van de klassiek geschoolde pianiste varieert van ingetogen luisterliedjes tot orkestrale pianomuziek, met soms verrassende ritmische begeleiding. Op een paar liedjes is Hond ook als zangeres te horen. Aan het oer-Hollandse denken in hokjes heeft ze een broertje dood: "We leven in een tijd waarin grenzen vervagen en allerlei disciplines worden samengevoegd."

Hond jongleert op 'Dear World' met verschillende genres, maar ze verloochent haar muzikale afkomst zeker niet. Wel was ze een beetje bevreesd voor de reacties uit de klassieke muziekwereld, maar die waren alleen maar positief. "Het album is ook met veel respect voor de klassieke muziek gemaakt." In de voorstelling 'Bewogen' speelt ze, behalve nummers van haar nieuwe album, ook vertrouwde klassieke stukken van Chopin en Rachmaninoff. "En tussendoor vertel ik over de dingen die me hebben geïnspireerd en gevormd."

Gruppo Sportivo na 40 jaar nog springlevend


Eind jaren zeventig genoot Gruppo Sportivo een aanzienlijke populariteit met hun frisse, ironisch getinte en intelligente popliedjes. De band van Hans Vandenburg bleef actief de jaren erna, met wisselend succes. In mei verschijnt er een nieuw album. "Een band zonder humor is gewoon niet sexy."

De locatie van het gesprek is -verrassenderwijs- niet zijn thuisstad Den Haag, maar Centraal Station Amsterdam. "Ik ben hier op bezoek geweest bij mijn kinderen," legt Hans Vandenburg uit. "Maar ik ben ook zeker geen doorsnee Hagenees hoor. Ik ben niet zo gericht op Den Haag. Ik zou overal kunnen wonen." Dat is dan ook maar meteen gezegd. "Ik heb zelfs een seizoenskaart van Ajax tegenwoordig, ha ha."

In mei verschijnt er, na zo'n dertien jaar, een nieuw album van Gruppo Sportivo. Heuglijk nieuws voor de trouwe fans. "We zijn nooit weg geweest hoor. Vanaf 2013 zijn we wel een studio-only band. Maar ik hoef maar met mijn vingers te knippen en we pakken de draad weer op." Laatste wapenfeit van de Haagse formatie was een dubbel-cd in de reeks 'The Golden Years of Dutch Pop Music.' 

Wat betreft het nieuwe album is Vandenburg zeer content met het resultaat tot dusver. "Het moet nog afgemixt worden, maar we hebben nu veertien nummers die staan als een huis." Een werktitel is er ook al: "Great".

Eind jaren zeventig maakte het Haagse gezelschap nationaal (en ook internationaal) furore met intelligente popliedjes, waarin de knipoog en de relativering nooit ver weg waren. De albums 10 Mistakes en Back to 78, met songs als Beep Beep Love, Hey Girl, Disco Really Made It en Tokyo waren een groot succes. In Nederland, maar ook in Groot-Brittannië, Duitsland en Spanje. De band bleef vervolgens gestaag (goed besproken) albums maken, en Vandenburg liet ook solo regelmatig van zich horen (o.a. met de Nederlandstalige band Dierenpark). Het succes van die beginjaren is echter nooit meer geëvenaard.

woensdag 29 november 2017

Amerikaanse droom is niet zo vrolijk  


De Drents-Duitse tentoonstelling ‘The American Dream’ toont de mogelijkheden, maar vooral de schaduwkanten van naoorlogs Amerika. Het is voor het eerst dat zoveel werken uit die periode van overzee in Europa te zien zijn.

De argeloze bezoeker van de tentoonstelling zal toch wel even van zijn à propos zijn als hij in een hoekje van het Drents Museum de sculptuur aantreft van een laveloze vrouw, liggend in de goot. Het hyperrealistische, en nogal opzienbarende kunstwerk van Duane Hanson is getiteld 'Derelict woman' (Verlaten vrouw). "Als er geen lijntje voor gespannen was, zou je inderdaad denken dat het echt is," vertelt Annemiek Rens, conservator van het Drents Museum. "Mijn collega's schrokken er van. Ik ben benieuwd naar de reacties van het publiek."

Het moge duidelijk zijn: het realisme staat centraal in deze expositie over de Amerikaanse naoorlogse kunst. Na de Tweede Wereldoorlog verschuift het centrum van de cultuurwereld van Parijs naar New York. De tentoonstelling The American Dream toont zowel de onbegrensde mogelijkheden van die periode, als ook de schaduwkanten: het toegenomen egoïsme en de sociale uitsluiting van de zwakkeren in de maatschappij. De tentoonstelling geeft zo een fraaie inkijk in het culturele en maatschappelijke leven in de VS tussen 1945 en nu.

Een dergelijk omvangrijke tentoonstelling over deze periode was er niet nog eerder in Europa. Bijzonder is ook dat de collectie van de schilderijen, werken op papier, foto's en sculpturen zijn verdeeld over twee locaties: het Drents Museum van Assen en de Kunsthalle Emden. "Je ziet wel vaker dat een expositie een reis maakt van het ene museum naar het andere, maar zoals nu is het nog niet eerder gedaan," zegt Rens. "Voor ons is het ook interessant om te ontdekken of we zo meer Duitse bezoekers kunnen trekken. Andersom geldt dat natuurlijk ook voor de Kunsthalle Emden."

Big in Japan


In eigen land is het nog even wachten op de grote doorbraak, maar in Japan hangt zijn foto naast die van Phil Collins in de platenzaken. Tijd voor een gesprek met de Utrechtse muzikant Tim Treffers.


Zijn tweede album Carnival of Life is niet alleen in de Nederlandse platenzaken te vinden, maar ook in die van Japan. Binnenkort gaat hij zelfs een tour maken door het land. "Ik had niet speciaal iets met Japan, tot me werd verteld dat het andere muzikanten, zoals Wouter Haemel en Hans Dulfer, ook gelukt is om daar bekend te worden." Toen is het balletje gaan rollen: "Ik ben me in het land gaan verdiepen en veel mensen gaan mailen. Binnen een dag had ik een platencontract."

Waarom lukt het in Japan wel, maar in eigen land vooralsnog niet? "Voor mijn muziek is in Nederland geen grote markt. Het is te geen 538 muziek. Ik durf zelfs te zeggen: Het is te muzikaal." In Japan lopen ze wel warm voor de vrij zorgeloze mix van jazz, pop en soul, geënt op de jaren 70 en 80. "Zeker als het ook nog met een lichtelijk hoge stem wordt gezongen." Inspiratie haalt Treffers o.a. uit Stevie Wonder, Elton John en Michael Mc Donald. "En niet te vergeten: Hans Vermeulen. Hij is een van mijn grootste helden," vertelt de Utrechter, niet wetende dat de zanger/componist van de Sandy Coast een dag later plotseling zou overlijden.

Bananenelpee na 50 jaar nog springlevend


50 jaar geleden debuteerde The Velvet Underground met The Velvet Underground & Nico, een van de meest invloedrijke albums uit de rockgeschiedenis. 11 november wordt deze plaat in het Paard van Troje integraal gespeeld door een all-star gelegenheidsformatie.


Een van de muzikanten is Henk Koorn, al drie decennia de frontman van de Haagse rockband Hallo Venray. Ook hij raakte ooit in de ban van 'het bananenalbum': "Eind jaren '70 was ik bij een vriend aan het luisteren. In die tijd kocht je een plaat en ging je met zijn allen nabespreken. Na afloop zei ik meteen: zet die plaat nog eens op, ik heb 'm niet door!" Met de jaren is het album gaan groeien. "Het was echt iets nieuws. Na de Beatles en CCR was dit heel andere koek, vooral qua sfeer. Het is geen mooimakerij. En de teksten bleken ook nog eens heel goed."

Organisch
Dat het album ook nu nog springlevend is, bewijzen de volle zalen die de gelegenheidsformatie trekt. Samen met Carol van Dyk van Bettie Serveert, Bewilder zanger Maurits Westerik, Jerry Hormone en The Tambles staat Henk Koorn op diverse podia in het land om het album in zijn geheel te spelen. Zelf is hij verantwoordelijk voor de vocale uitvoering van de (meer experimentele) songs 'Heroin', 'Black Angel' en 'European Son'. "'Heroin' is echt een gezamenlijke effort: de hele band moet achter me staan. Als zanger trek ik dat niet alleen." Volgens Koorn is Heroin het meest organische nummer op de plaat. "Je hoeft er technisch gezien het minst voor te kunnen spelen, maar je moet het wel begrijpen."

maandag 6 november 2017

Twee generaties Crossing Border


Crossing Border bestaat 25 jaar. Vader en zoon Behre kijken terug op de geschiedenis van het Haagse muziek- en literatuurfestival. "Schrijvers willen vaak in het diepst van hun hart een muzikant zijn, en vice versa."


De man van het eerste uur, Louis Behre, woont momenteel in Drenthe. "Maar ik ben nog lang niet met pensioen hoor. Ik kom nog iedere week een of twee dagen in Den Haag," vertelt hij monter. Tijdens de eerste editie van Crossing Border, in 1993, had Behre nooit kunnen bevroeden dat het festival 25 jaar later nog zou bestaan, laat staan zo zou floreren. "Het vond toen plaats in een kraakpand, zonder elektriciteit. Na elke tien nieuwe bezoekers rende ik naar de kleedkamer om de volgende artiest uit te betalen." Op het eerste affiche van Crossing Border prijkten de namen van o.a. Herman Brood, Sonic Youth en Jules Deelder.

Dat Louis Behre een festival opzette waarbij de inbreng van muziek en literatuur gelijkwaardig is, kent een eenvoudige reden: "Ik kon niet kiezen tussen beide genres, dus daarom koos ik ze maar allebei." Enthousiast vertelt hij over de beginjaren: "Soms sliepen artiesten met twee of drie man op een hotelkamer. Maar ze kwamen allemaal hoor. Met een mooie brief nodigde ik ze persoonlijk uit."

Schaken op school


Een bezoek aan het Hoogovens Schaaktoernooi, dat begin 2016 een dag neerstreek in het Utrechts Spoorwegmuseum, bracht Henk ten Hoeve van basisschool Het Schateiland op het idee om schaken meer onder de aandacht te gaan brengen op basisscholen. 

Met name de daar vertoonde film "De Droomvermenigvulderaar", over een schaakschool in de Indische Buurt in Amsterdam, inspireerde hem tot dit initiatief. Samen met Anne-Marie Benschop (voormalig Nederlands kampioen schaken) begon Ten Hoeve schaaklessen te organiseren op zijn school in Kanaleneiland, waarvan een groot deel (zo'n 90 procent) van de kinderen een immigratieachtergrond heeft. "Ook bij deze groep slaat het schaken aan. Het mooie van schaken is dat het wereldomvattend is en dat iedereen het kan spelen. Mondeling taalgebruik is niet belangrijk."

Door het organiseren van schaaklessen hoopt Ten Hoeve de interactie, en ook de integratie in zijn buurt te verbeteren. "Schaken kan vanaf vier jaar tot hoogbejaard. Als kinderen met hun oom, tante of buurman gaan schaken, kan er tussen de verschillende generaties een goede interactie ontstaan." En ziet hij al succes in Kanaleneiland? "Ja het werkt, maar het gaat heel langzaam. Het is een kwestie van lange adem." Om kinderen niet alleen op school, maar ook thuis te laten schaken, organiseerde Ten Hoeve voor hun moeders eveneens schaaklessen. En vanaf januari 2018 wordt het schaken zelfs, vanaf groep 4, een verplicht lesonderdeel op het Schateiland.

Een klein lied voor een groot drama


Aangezien er na haar vondst al zoveel mooie teksten en gedichten waren gemaakt, twijfelde singer-songwriter Siebe Palmen lang of hij een lied zou schrijven voor Anne Faber. "Het droeg ook bij aan mijn eigen verwerkingsproces."


Er kwamen vele positieve reacties op het ingetogen liedje, getiteld 'Verdwijnen'. "Ja, dat is erg tof natuurlijk. Ook de familie en vrienden van Anne vonden het heel mooi." Zo mooi zelfs dat Palmen zijn lied mocht voordragen tijdens Anne's uitvaart van afgelopen vrijdag. "Dat was heel bijzonder en intens. Ik vond het fijn om deze laatste eer aan Anne te kunnen bewijzen."

Palmen kende Anne Faber van het Louis Hartlooper Complex, waar ze collega's waren. "We waren niet heel close, maar soms deden we een naborrel samen. Anne kon goed ouwehoeren, maar ze was ook heel lief. Bovendien kon ze hard werken en was ze er altijd voor collega's. Ze was een mooi mens."

Van het putje naar het podium


Over zijn jaar leven op straat schreef Wim Eickholt het boek 'Wat ik nou toch heb meegemaakt.' Inmiddels heeft hij weer een eigen woning en is hij van de drank af bovendien. "Ik vind mezelf een leuker mens geworden."

Het glas bier op zijn tafeltje bij het terras van café Markzicht voorspelt weinig goeds. "Het is alcoholvrij hoor," zegt Eickholt lachend. In zijn mindere periode nam hij nochtans behoorlijk in. Dagelijks consumeerde hij zo'n zes liter rosé, vaak nog gevolgd door een fles whisky of wodka. "Ik leefde op sigaretten en drank. Voor de vorm kocht ik yoghurtjes, maar die gooide ik weg."

Lange tijd functioneerde Eickholt, zo zegt hij zelf, naar behoren. Wanneer begon de drank problematisch te worden? "Dat weet ik niet precies. Misschien toen ik thuis kwam te zitten na mijn ontslag (Eickholt was groepsmentor bij moeilijk lerende kinderen). Of het moment dat Vera verdween. Toen was er geen enkele rem meer."

woensdag 18 oktober 2017

"Flamenco is armoede en tragiek, maar ook het grote geluksgevoel"


 Met de voorstelling 'Patrias' staat flamencogitarist Paco Peña zondag in De Flint in Amersfoort. De meester van de flamenco zet de Spaanse Burgeroorlog en de Spaanse dichter/toneelschrijver Federico García Lorca hierin centraal.


De invloed van Lorca (1898-1936) op het Spaanse culturele erfgoed is evident, beaamt ook de 'koning van de flamenco', Paco Peña: "Lorca was niet alleen een uitermate inspirerende intellectueel, maar hij heeft ook grote invloed gehad op de flamenco. Hij componeerde zelf muziek en speelde gitaar en piano." Vanwege zijn linkse karakter (en waarschijnlijk ook als gevolg van zijn openlijke homoseksualiteit) werd Lorca in 1938 gedood door aanhangers van Franco."Hij was pas 38 jaar oud, zijn geest zat nog boordevol mogelijkheden. Dat hij gedood is door een hersenloos iemand, is een grote tragedie."

De tragiek van de vermoorde dichter koppelt Paco Peña in zijn voorstelling 'Patrias' ("Spaans voor "Vaderlanden") aan een andere dramatische gebeurtenis uit de Spaanse geschiedenis: de burgeroorlog tussen 1936 en 1939. Aan de hand van historische filmbeelden (o.a. uit de Franse documentaire film 'Mourir à Madrid' uit 1963), en in samenwerking met muzikanten en dansers, neemt de gitarist het publiek mee terug naar het Spanje van de jaren 30. Hoe is het idee ontstaan voor dit onderwerp? "Tijdens de honderdjarige herdenking in Edinburgh van de WOI, in 2014, ben ik gevraagd om de thema's oorlog en flamenco met elkaar te verbinden. Toen kwam ik al snel uit bij mijn eigen oorlog: de Spaanse burgeroorlog."

dinsdag 17 oktober 2017

Een avondje treurnis op herhaling


Waarom zou je een succesvolle voorstelling een klein jaar later niet gewoon nog een keer programmeren? Dat is vast de (begrijpelijke) gedachtegang geweest bij Molen de Ster in Utrecht.

En dus is het vanavond wederom droefheid troef, met de voorstelling 'Wee Mij' van De Kift en de Vorlesebühne. Op een troostrijke locatie, dat wel, want de 18e eeuwse houtzaagmolen aan de Leidsche Rijn in de wijk Lombok -met een houten vloer en allerlei gezellige molenattributen her en der, én met een bar- biedt voldoende knusheid om een avondje treurnis te kunnen weerstaan.

Om beurten betreden de muzikanten van De Kift en de vier literaire voordragers het podium om de vele bezoekers onder te dompelen in meer, of minder treurige aangelegenheden. Aan de De Kift is die droefenis wel besteed natuurlijk, want op hun repertoire prijken vele treurliederen, variërend van onbestemd melancholisch tot diepdroef. Wat helpt hierbij is dat de theatrale fanfarerockband veelal put uit de Russische literatuur, voorwaar geen bron van grote vrolijkheid. En het droefgeestige geluid van de tuba werkt ook goed.

Een ode aan de schrijfmachine


Omdat er vroeger op school geklaagd werd over zijn handschrift, kochten de ouders van Ingmar Heytze een schrijfmachine. Dat was voor de Utrechtse dichter het begin van een levenslange fascinatie en verzamelwoede, die uiteindelijk resulteerden in het boek 'Tien vingers blind, een ode aan de schrijfmachine'.


Je bent met dichten begonnen op een schrijfmachine?
"Ja, mijn eerste gedicht schreef ik op een oud elektrisch exemplaar. Ik was vijftien en het was eigenlijk niet de bedoeling dat ik er gedichten op zou gaan schrijven. Hij was aangeschaft om huiswerk op te maken. Mijn ouders hadden de schrijfmachine tweedehands voor me gekocht bij een winkel in kantoorbenodigdheden, op de Amsterdamsestraatweg. Maar zodra ik al dat gezoem en geratel hoorde, was ik verkocht, en schreef ik de eerste jaren al mijn gedichten erop."

Wat was jij gaan doen als de schrijfmachine nooit was uitgevonden?
"Precies hetzelfde, maar dan een stuk minder goed leesbaar."

Had je ooit zo'n fascinatie ervoor ontwikkeld als je een leesbaar handschrift had gehad?
"Goed punt! Misschien niet. Aan de andere kant zit de aanleg voor fascinatie ook wel in me, en voor het aanleggen van verzamelingetjes. Ik heb het ook met gitaren."

"Een boek kan prima zonder film"
Arnon Grunberg over zijn tweede liefde: de cinema


Als tiener had hij de droom om acteur te worden, maar Arnon Grunberg werd een succesvol romanschrijver. De passie voor de cinema is echter gebleven, zo bewijst ook zijn rol als 'Blikverruimer' (gastprogrammeur) bij het NFF in Utrecht.

Zelf is hij de eerste om zijn rol als gastcurator bij het NFF te relativeren: "Mijn bijdrage
is slechts symbolisch, het gaat natuurlijk om de films. Het gedoe eromheen is hooguit een manier om aandacht voor films te krijgen. Daar moet je redelijk nuchter over blijven."

23 september zal Arnon Grunberg aanwezig zijn in Pathé Rembrandt bij de première van de nieuwste film van Michael Haneke, Happy End. "Haneke is een van mijn favoriete regisseurs. Hij onderzoekt de menselijke wreedheid, zonder zich te laten verleiden tot de makkelijkste reflex: afkeuring. Haneke neemt het perspectief van daders én slachtoffers in en alles wat er tussenin zit." Grunberg heeft de nieuwe film van de Oostenrijkse filmmaker, die veelbesproken films regisseerde als 'Amour', 'Funny Games' en 'La Pianiste', zelf nog niet gezien. "Van sommige regisseurs kun je ongezien iets laten zien."

Maar de schrijver is ook liefhebber van de films van Charlie Chaplin, Martin Scorsese, Roman Polanski en Stanley Kubrick. Filmmakers met een gemeenschappelijk kenmerk: hun wereldbeeld. "Al deze regisseurs kijken naar de wereld op een manier die ik herken. Ongenadig, maar met humor. Ook leren ze mij iets over mijzelf, de wereld en andere mensen."

Utrechtse rockband met fijn gevoel voor de 'groove'


23 september presenteert My Blue Van haar derde album in De Helling. Samen met producent Simon Akkermans werd gezocht naar een iets ander geluid.

"Aanvankelijk noemden we onszelf een bluesrockband, maar dat zijn we eigenlijk nooit geweest. We laten ons niet leiden door genres," vertelt drummer Dennis Wechgelaar. Samen met Bas Beenackers (gitaar en zang) en Johan van Bussel (bas) vormt hij de Utrechtse band My Blue Van. Het trio is muzikaal gezien niet zo eenvoudig in een hokje te plaatsen, en laveert ergens tussen blues, soul en alternatieve rock. Wel met één constante: een fijne groove.

Wechgelaar: "Die groove komt toch vooral door mij. Bas vaart daar lekker in mee." In de jaren 90 luisterde Wechgelaar veel naar metalbands als Korn en Limb Bizkit, want: "die speelden ook heel ritmisch in een hard genre." Over andere inspiratiebronnen van My Blue Van wil hij verder niet veel kwijt. "We zijn allemaal breed georiënteerd, van jazz en hiphop tot wereldmuziek. Het is nooit vooraf ons plan geweest om een bepaald soort muziek te maken." En best verrassend: "Bas luistert zelfs nauwelijks naar muziek, hij wil zich niet teveel laten inspireren door anderen."

Bas is zanger, gitarist en tekstschrijver Bas Beenackers, die met zijn soulvolle stem en prima gitaarspel een belangrijke factor is binnen de band. Het klikte vanaf het begin tussen beiden. Wechgelaar: "Met Bas had ik meteen een connectie: we wisten precies waar we samen muzikaal gezien naar toe wilden. Dat had ik nog nooit zo gehad met een andere muzikant." Over diens gitaarspel is hij lovend: "Bas speelt heel ritmisch en ongepolijst. Soms laat hij het ook nog eens lekker vunzig klinken."

maandag 18 september 2017

Schrijfster Lisa Weeda gaat op zoek naar haar Russische roots


Om inspiratie op te doen voor haar debuutroman gaat Liza Weeda drie jaar op reis door het voormalige Sovjet Unie. Een groot deel van haar familie woont er nog steeds.

In mei dit jaar tekende de Utrechtse schrijfster een contract bij uitgeverij de Bezige Bij. "Dat is wel echt geweldig ja. En er waren ook nog vier andere uitgevers geïnteresseerd," vertelt ze niet zonder trots. Over vier jaar moet haar eerste roman klaar zijn. Ter inspiratie reist ze, vanaf oktober, drie jaar door de voormalige Sovjet-republieken. Tussendoor geeft ze ook nog les aan de Kunstacademie ArtEZ en de Rockacademy in Tilburg, dus Weeda pendelt op en neer tussen de voormalige Sovjet Unie en Nederland: ze bezoekt steeds een land en keert dan weer terug.

Of haar boek fictie of non-fictie zal worden, dat is nog even ongewis. Een overkoepelend thema heeft Weeda wel al in gedachten: "Ik ga mensen de volgende vraag stellen: "Stel dat je een museum zou mogen inrichten, met aan de ene kant alles wat goed was aan de voormalige Sovjet Unie, en aan de andere kant alles wat slecht was, wat zet je dan waar neer?" Op basis van de antwoorden van de geïnterviewden en de overige reiservaringen construeert Weeda haar verhaal.

Bevroren tenen en een nieuwe liefde


Na een monstertocht van 55.000 kilometer -per fiets- arriveerde Rick Creemers op 2 september weer in zijn thuisstad Utrecht.


"Ik dacht dat er een man of dertig zouden staan bij de Dom, maar het waren er zo'n tweehonderd schat ik. Pure waanzin!" Creemers is nog vol van de grootse ontvangst bij zijn terugkomst in Utrecht. "Ik voel me een hele normale jongen hoor, en doe gewoon wat ik leuk vind." Hoe kijkt deze 'normale jongen' terug op zijn fietsreis rond de wereld? "Al met al viel het me toch tegen. Gaandeweg werd het steeds zwaarder." 

Maar er is ook veel om met voldoening op terug te kijken. "In de Andes, in Peru, ben ik een berg van 4872 meter omhoog gefietst. Dat is bijna vijf kilometer hoog, weet je!", vertelt hij enthousiast. Moeiteloos somt hij nog een lijstje op met onvergetelijke ervaringen: "De outpack in Australië waar het zaadje van deze reis ooit is geplant, de Golden Gate Bridge in San Fransisco, Hawaï, Alaska. Het kost me nog moeite om te beseffen wat ik allemaal gedaan heb, maar ik ben wel supertrots!"

Het merendeel van zijn beoogde reisdoelen heeft hij bereikt. "Maar voor de Himalaya, Mongolië, Siberië en de Noordpool was het te gevaarlijk, of het seizoen was niet geschikt." Waar het seizoen ook niet goed voor was: de woestijn van Oezbekistan. Het was er koud, erg koud. -32 graden om precies te zijn. "Daar heb ik een grote fout gemaakt." De Siberische winden arriveerden er twee maanden eerder dan gepland, maar Creemers besloot er toch zijn tent op te slaan.

Dichter Alexis de Roode probeert het kwaad te begrijpen


'Een steen openvouwen' is de titel van de vierde dichtbundel van de Utrechtse dichter Alexis de Roode." 16 september treedt De Roode op tijdens de Nacht van de Poëzie.

Daar kijk je zeker erg naar uit?
"Het is de derde keer voor mij, maar het blijft een hele eer. Na zes jaar heb ik eindelijk mijn vierde bundel klaar, en die is kennelijk in goede aarde gevallen. Ik ben al druk aan het denken over wat ik zal gaan voorlezen. Je hebt maar zeven minuten, daarin moet het gebeuren."

Wat maakt de Nacht van de Poëzie voor jou zo bijzonder?
"Jarenlang was het een droom voor mij om daar te staan. In 1998 bezocht ik voor het eerst 'De Nacht' als bezoeker. Om de een of andere onlogische reden had ik het gevoel: hier ben ik dan. Ik dacht: jullie kennen mij nu nog niet, maar ik ben er. Ik had toen nog geen gedicht gepubliceerd of zelfs maar voorgelezen, en was pas sinds kort serieus met poëzie bezig. Ik weet nog dat ik een Escher-stropdas droeg."

En toen werd je zelf gevraagd om er voor te dragen
"Negen jaar later ja. Het duurde tot 2005 voor ik debuteerde met mijn eerste bundel. In 2006 werd ik helaas niet uitgenodigd, maar in 2007 wel. Dat had ik te danken aan een nominatie voor de Buddingh'-prijs. Alle genomineerden mochten toen optreden in de Nacht. Ik moest als laatste dichter het podium op, tegen 4 uur 's ochtends, en bracht toen een dichterlijke ode aan de zon."

Een belangrijk thema van je laatste bundel is goed versus kwaad. Wanneer is die fascinatie ontstaan?
"Dat is pas laat gebeurd. Vroeger was ik helemaal niet geïnteresseerd in de realiteit, in nieuws en politiek. Ik was meer geneigd om boven het aardoppervlak te zweven en was vooral met de fantasiewereld bezig. Maar met het vorderen van de jaren kreeg ik meer interesse voor de wereld om me heen. Ik ging me afvragen: "Wat is een goed leven en hoe relatief is dat? Is er een absoluut goed en een absoluut kwaad? En wat is het ergste kwaad?"

maandag 14 augustus 2017

Theatergezelschap Het Nut zet de tijd stil in Leidsche Rijn


‘De denderende tijd’ is de vijfde zomervoorstelling in Leidsche Rijn van Het NUT. Dit keer speelt het theatergezelschap rondom de grootste bouwput van Nederland, waar hijskranen de toekomst uit de Romeinse grond trekken.

Het is 15 februari 1894. Martial Bourdin wandelt richting Greenwich, Londen, met een tijdbom om zijn middel. Zijn missie is duidelijk: een aanslag plegen op het Koninklijk Observatorium, het ijkpunt van de tijd. De aanslag van de Fransman mislukt echter omdat de bom -hoe ironisch- te vroeg afgaat. Deze historische gebeurtenis is het uitgangspunt van de voorstelling 'De denderende tijd' van Het NUT (Nieuw Utrechts Toneel) op het Berlijnplein in Leidsche Rijn. "Ik ben eigenlijk niet zo van de grote idealen, maar in het stilzetten van de tijd kan ik me wel vinden," vertelt schrijver/acteur Greg Nottrot. 

Voort tikkend
Samen met co-auteur/medespeler en levensgezellin Floor Leene onderzoekt Nottrot in deze voorstelling de motieven van Martial Bourdin. Nottrot vermoedt dat Bourdin de tijd -en dus de vooruitgang- stil wilde zetten, omdat zijn toekomst als kleermaker op het spel stond. Dit vanwege het begin van de industrialisatie en de komst van fabrieken. Beide theatermakers vragen zich tevens af hoe zij heden ten dage de tijd tot stilstand zouden kunnen brengen. Het lijkt de enige manier om te kunnen ontsnappen aan het alsmaar voort tikkende verval. Zo wordt de mislukte terreurdaad van Bourdin verweven met het persoonlijke relaas van twee dertigers die worstelen met de tijd. "Veel mensen van mijn generatie kampen met een burn-out, stress of doelloosheid. Dat heeft alles te maken met onze overspannen ambities," vertelt Nottrot. "Het stopzetten van de tijd is dan een aantrekkelijk alternatief."

De Wëreldbänd op de Parade: 'Slapstick is van alle tijden.'


De muzikale slapstick van de Wëreldbänd misstaat niet tussen de bonte stoet van optredende artiesten op De Parade. De voorstelling Släpstick is een ode aan de muzikale komiek.


De lovende kritieken op de voorstelling hebben geleid tot een bomvolle tent, 'De Reizende Schouwburg'. En ook vanavond wordt de muzikale slapstick van de Wëreldbänd hooglijk gewaardeerd, zo blijkt uit de vele lachsalvo's uit het publiek. 'Släpstick' is ook entertainment van hoog niveau: muzikaal, acrobatisch en geestig tegelijk.

Zo wordt een filmpje van Charlie Chaplin muzikaal geniaal ondersteund door het viertal, voeren twee muzikanten op knappe wijze eenzelfde koddig dansje uit als Laurel en Hardy in een ander filmpje, en nodigt de band uit tot hilarische publieksparticipatie middels blikgooien (waarbij de blikken steeds groter worden) en vissenvangen met een enorme hengel.

"Ja, de Parade is super," vertelt Ro Krauss, medeoprichter en multi-instrumentalist van de Wëreldbänd tussen twee optredens door. "Het oude circusgevoel dat het festival oproept maakt je nostalgisch." Krauss prijst de onderlinge samenwerking op het theaterfestival: "Van acteur en regisseur tot de poffertjesman en de man die de zweefmolen bedient: met zijn allen moet je ervoor zorgen dat de bezoeker zich vermaakt."

donderdag 13 juli 2017

Utrecht in de ban van de blaasmuziek


Van 15 t/m 23 juli staat Utrecht in het teken van de symfonische blaasmuziek. Meer dan 1500 blaasmuzikanten zullen tijdens het WASBE International Symphonic Wind Band Festival hun kunsten vertonen in TivoliVredenburg en op tal van andere locaties in de stad.


Het blaasfestival is onderdeel van de internationale WASBE Conferentie, en wordt georganiseerd door ZIMIHC in samenwerking met Wens Travel en WASBE. Voor het Utrechts publiek een mooie gelegenheid om kennis te maken met de veelzijdigheid van blaasmuziek. "Blaasmuziek is veel meer dan alleen fanfare. De orkesten die gaan optreden beschikken over een heel divers repertoire, variërend van klassiek tot film- en popmuziek. Er wordt allerlei soorten muziek geschreven voor blaasorkesten," vertelt Martine Spanjers van ZIMIHC, de Utrechtse organisatie die amateurkunst ondersteunt.

Robuust fort als decor voor opera


Fort Rijnauwen in Amelisweerd vormt de indrukwekkende locatie waar vanaf 15 juni de opera 'Styx' wordt uitgevoerd. "Je gelooft toch niet dat we op deze plek spelen: het is hier zo mooi!"

"We moeten er een kathedraal omheen gooien!" (andere optie voor citaat: "Misschien moeten de trompetten hier weg, en spelen alleen de trombones.") Vanaf de tribune instrueert regisseur Joke Hoolboom de zangers en het orkest van Holland Opera. Zo'n man of tien (pers en crew) zijn, vanaf de geïmproviseerde zitplaatsen bij Fort Rijnauwen, getuige van de voorlaatste repetitie voor de opera 'Styx'. Donderdag 15 juni is de eerste van vier try outs. "Natuurlijk moet je hard op haar af rennen, je wil haar toch snel zien?"

Gewone kleren
In hun alledaagse kloffie (spijkerbroek, t-shirt, petje) ogen de zangers van Holland Opera als alledaagse passanten, totdat een scène aanvangt en ze hun stem opzetten. "Het is echt warm vandaag, dus dan is het wel fijn om in je gewone kleren te repeteren. Al zit je met pruik op en pakkie aan wel sneller in je rol," vertelt Wiebe Pier Cnossen na afloop van de repetitie. Cnossen speelt Charon, de veerman die de doden de rivier de Styx overzet, van de aarde naar de onderwereld. Hij verveelt zich, totdat Antigone ten tonele verschijnt, de levend begraven dochter van Oidipous.

Heuvels van Engeland
Het mythische verhaal over de Styx wordt uitgevoerd tegen de achtergrond van het (gerenoveerde) Fort Rijnauwen, te midden van het weelderige groen van Amelisweerd. "Je gelooft toch niet dat we op deze plek spelen: het is hier zo mooi! Een kwartiertje fietsen vanaf het Centraal Station en het lijkt het alsof je midden in de heuvels van Engeland zit," vertelt regisseur Hoolboom enthousiast. "En niet alleen de natuur is geweldig, maar ook het robuuste fort. Dat industrieel erfgoed vormt een prachtig decor." Martijn Cornet, die de rol van Kreon speelt (de koning die opdracht gaf Antigone levend te begraven) beaamt dit: "Je kunt je bijna niet voorstellen dat in zo'n afgesloten gebied waar nooit iets gebeurt nu zo'n massaproject plaatsvindt."

De liedjes met een geheim van Spinvis


Vijftien jaar na zijn debuut verscheen onlangs het vierde album van de Utrechtse muzikant Spinvis (Erik de Jong). "Zolang een liedje in je hoofd zit is het perfect."

De albumtitel springt in het oog: 'Trein Vuur Dageraad'. Drie woorden die weinig met elkaar gemeen lijken te hebben, maar Erik de Jong denkt daar anders over: "Om te beginnen is het een ritmische combinatie: ta ta tatata. En bij drie woorden ontstaat al snel een verhaaltje in mijn hoofd." Maar vanwaar deze drie? "'Trein' staat voor een reis door je leven, 'vuur' voor liefde en energie, maar ook voor gevaar. En 'dageraad' staat voor de nieuwe hoop die zich elke dag weer aandient. Drie begrippen die begonnen als een zaadje waar uiteindelijk het hele album uit gegroeid is."

De romantiek
Aanvankelijk streefde De Jong op zijn nieuwe cd naar een ander geluid dan op de voorgaande drie. Zonder succes. "Het plan was om een elektronisch, meer modieus album te maken, maar dat voelde voor mij niet oprecht. Vanzelf kwam de romantiek er weer bij." En dus werden de arrangementen verfraaid en hier en daar violen toegevoegd. "Van lieverlee heb ik toen maar afscheid genomen van het hele idee van een hip album. Al was mijn zoon er wel over te spreken." 'Trein Vuur Dageraad' klinkt dan ook als een vertrouwd Spinvis-album. Soms dromerig en ingetogen, een andere keer meer uitbundig. Met associatieve teksten en het kenmerkende stemgeluid van De Jong. "Het waaiert muzikaal gezien alle kanten uit. Mijn stem is de enige verbindende factor."

vrijdag 2 juni 2017

"Ik wil Cristiano Ronaldo nog eens interviewen"


De nieuwe presentator van het Jeugdjournaal, Lucas van de Meerendonk, woont in de Utrechtse wijk Lombok. De Wijkkrant 'De Uitblinker' sprak met hem over zijn spannende werkzaamheden als journalist.

Omdat Lucas (31 jaar) al een tijdje werkt bij de tv (o.a. bij het Zapp Weekjournaal), wordt hij regelmatig herkend als hij in Lombok over straat loopt: "Kinderen vragen me vaak om een handtekening, of een foto. Dat vind ik leuk hoor. Als je daar moeite mee hebt, moet je een ander beroep kiezen." Journalist zijn was altijd al zijn grote droom, zo vertelt hij tegen de jeugdige verslaggevers. "Vroeger wilde ik sportjournalist worden of bij het Jeugdjournaal werken. Een van de twee is gelukt, en dat is mooi natuurlijk."

James Bond
In Utrecht volgde Lucas de School voor de Journalistiek. Daar koos hij al snel voor de richting 'Televisie'. "Je moet dan een test doen om te kijken of je goed kunt voorlezen en presenteren." De Utrechter bleek een geboren presentator en ging na zijn opleiding bij het Zapp Weekjournaal aan de slag. Hij werkt graag voor kinderen: "Jullie vinden hele andere dingen leuk dan ik. Ook word ik er vrolijk van om met onderwerpen iets te doen waar ik zelf niet zo snel op zou komen. Zo heb ik vorige week rapper Boef geïnterviewd."

Voor tv mocht Lucas al veel beroemde mensen interviewen, zoals Louis van Gaal, Arjen Robben, Bill Gates (de rijkste man ter wereld) en James Bond. "Bij die laatste was ik wel een beetje zenuwachtig ja."

vrijdag 12 mei 2017

De vergeten nederpophelden van Johan Derksen


Hij staat vooral bekend om zijn ongezouten kritiek op voetbal- en niet voetbalgerelateerde zaken in het tv-programma Voetbal Inside. Wat minder mensen weten, is dat Johan Derksen een groot muziekliefhebber is. Zaterdag 13 mei staat hij met 'De Pioniers van de Nederpop' in de Goudse Schouwburg.

Zijn huis in Oudewater staat volgestouwd met 30.000 cd's , bij RTV Rijnmond heeft hij een eigen radioprogramma, en dan is er natuurlijk nog de theatertour met vergeten Nederpophelden waarmee hij al enkele seizoenen door het land trekt. "Als ik moet kiezen tussen voetbal en muziek? Muziek natuurlijk. Het is echt niet mijn ultieme genot om in een ordinair voetbalprogramma te zitten. Maar ja, ik moet ook de kost verdienen hè?"

Levensverhaal
Na zijn pensioen stortte Derksen zich vol overgave op zijn grote liefde: de muziek. De oud-voetballer besloot om bijna vergeten zangers en muzikanten uit populaire Nederbeatbands van de jaren zestig wederom een podium te bieden. En dat bleek een gouden vondst. "Bezoekers hebben een kostelijke avond: ze vinden het geweldig. Maar het is wel ouderenjongeren leut hoor. Mensen onder de vijftig tref je bij ons niet aan." Heeft Derksen een verklaring voor het succes van zijn theaterprogramma? "Mensen raken ontroerd bij de muziek. Het is een feest van herkenning: Ze worden herinnerd aan hun eerste liefde, trouwen, scheiden en kinderen krijgen. De liedjes vertellen een levensverhaal en daar zijn mensen gevoelig voor.

Harpist Remy Van Kesteren slaat de brug van herdenken naar vieren


Voor de 25e keer wordt op 5 mei het Bevrijdingsfestival in Utrecht georganiseerd. Op het affiche staan bands als Blaudzun, Room Eleven en My Baby, maar ook de band van Remy van Kesteren. De harpist speelt ook de dag ervoor in de Domkerk.

Remy van Kesteren en de Domkerk lijken geschapen voor elkaar. De warme sonore klanken van zijn harp gedijen prima in de gewijde ambiance van een kerk. Verrassender is het dat de klassiek geschoolde muzikant een dag later ook de openingsact is op het Bevrijdingsfestival. "In de Domkerk zal de nadruk iets meer liggen op het ingetogene en het introspectieve, op 5 mei gaan alle registers open," vertelt de harpist.

Hoewel hij er eerder optrad, blijft een concert in de Domkerk een bijzondere gebeurtenis. "Het is een prachtige kerk en extreem akoestisch. Alleen al de galm is waanzinnig." Het noopt Van Kesteren en band tot enige muzikale aanpassingen. "We nemen er wat meer de tijd voor. Met een te harde, of te snelle drum hoor je de muziek nauwelijks meer." Ook past hij zijn repertoire er op aan, maar het onderscheid zit volgens Van Kesteren meer in de arrangementen van de nummers en de intentie waarmee wordt gemusiceerd. "Je moet gebruik maken van de gehele ruimte. Spelen in de Domkerk is een hele specifieke uitdaging die je zelf naar je hand kunt zetten." 

Een bijzondere aanvulling op het concert van Van Kesteren is de lichtshow die zijn muziek visueel zal ondersteunen. De muzikant kijkt zeer uit naar het optreden in de Domkerk, maar ook zijn show de dag erna op het Bevrijdingsfestival ziet hij verwachtingsvol tegemoet. "Zo'n groot festival blijft toch altijd weer spannend." Volkomen onbekend terrein is een popfestival echter niet voor de harpist: Eerder stond hij al op de podia van Into The Great Wide Open en het Best Kept Secret Festival. De laatste jaren integreert Van Kesteren steeds vaker rock- en popelementen in zijn muziek, en met Eric Vloeimans verkende hij eerder al de grenzen van de jazz. 

'Wat zeggen de asperges?'


Cabaretier Ronald Snijders tourt momenteel door het land met zijn voorstelling 'Welke Show'. 8WEEKLY sprak met hem over absurde humor, Toon Hermans en kopdichten. "Er is veel mogelijk als je je fantasie gebruikt."


Hoe zou je de voorstelling omschrijven?
"Ik maak een specifiek soort humor. Je vindt het leuk of niet. Het is erg talig, absurdistisch, en vrij melig. Ik doe ontzettend veel grapjes in een show, sommige mensen vinden het zelfs te veel. Verder is het een vrolijk, open programma waarbij het bijna gezellig wordt. Ik heb de ambitie om de boze buitenwereld buiten te laten. Al ben ik ook wel van de vervreemding natuurlijk."

Toon Hermans lijkt een inspiratie te zijn …
"Klopt, in deze voorstelling heb ik me erg door hem laten inspireren. Ik heb zijn oude shows veelvuldig teruggekeken. Mijn voorstelling is een kleine ode aan hem, een buiging zou je kunnen zeggen. Wat hij deed wordt niet meer gedaan in het theater. Toon Hermans was een heel innemende man, het leek bij hem alsof je op een verjaardag was en getrakteerd werd op zijn komische kijk op de dingen."

Absurdisme speelt een grote rol in je teksten.
"Zeker. Ik maak in mijn shows veel gebruik van miscommunicatie, bijvoorbeeld als je een woord verkeerd verstaat, of bij een verschrijving of een verspreking. Ook doe ik veel met de verschillende betekenissen van een woord. En voor het bedenken van nieuwe woorden heb ik een soort zesde zintuig ontwikkeld."

Je hebt ook een nieuwe vorm van gedichten bedacht: de kopdichten. Hoe kwam je daar op?
"Toen ik tafelgast was bij DWDD werd ik vooraf gevraagd naar het nieuws van de dag. Ik ging kijken op Telegraaf.nl en zag daar hele poëtische nieuwskoppen, o.a. over de schoonheid van vrouwen, dikke billen, harde werkers en Yolanthe. Van een aantal koppen heb ik toen een gedicht gemaakt: mijn eerste kopdicht."

"De Godfather van het Utrechts cabaret"


Hennie Oliemuller heeft aan de wieg gestaan van het succes van o.a. Utrechtse cabaretiers als Herman Berkien en Tineke Schouten. Zelf bereikte hij nooit een groot publiek. Filmmaker Floris Meinardi gaat zijn leven in beeld brengen.


In zijn eigen theatertje, in een werfkelder aan de Oudegracht, begon Oliemuller begin jaren zestig met optreden. Het waren de jaren van Wim Kan, Toon Hermans en Wim Sonneveld, maar in Utrecht was er nog geen sprake van serieus cabaret. Na vele omzwervingen belandde Oliemuller uiteindelijk in het Schillertheater aan de Minrebroederstraat. De 'godfather van het Utrechts cabaret', noemt Meinardi hem. Een groot publiek wist Oliemuller echter nooit te bereiken. "Hij voelde zich het meest thuis in zijn eigen, kleine theater. Daar kwam hij ook het best tot zijn recht."

vrijdag 21 april 2017

Toontje Lager, toen en nu


Samen met Doe Maar en Het Goede Doel zorgde Toontje Lager er begin jaren tachtig voor dat Nederlandstalige pop bekend werd bij een groot publiek. Na dertig jaar staat de band weer op de planken. In een nieuwe samenstelling, maar met zanger Erik Mesie.

Een gewiekste en luchtige combi van reggae, (synthi)pop en rock: zo zou je de liedjes op het bekendste album van Toontje Lager Erop of Eronder (1982) kunnen omschrijven. Met veel ruimte voor de sologitaar van Gerard de Braconier en de vrijpostige en ironische teksten van Bert Hermelink. 8WEEKLY sprak met zanger Erik Mesie.

Wat deed je besluiten om de oude nummers van Toontje Lager weer te gaan spelen?
“Het besef dat we toen iets bijzonders hebben gemaakt en dat de liedjes sprankelend en spontaan zijn gebleven. Ze hebben de tand des tijds goed doorstaan en worden nog steeds veel gedraaid.”

Waarom wilde de originele bandleden van toen eigenlijk niet meedoen?
“Dat weet ik niet. Het lijkt erop dat ze vinden dat Toontje Lager begraven is en dat dat zo moet blijven.”

Hoe kijk je zelf terug op die succesvolle periode in de jaren tachtig?
“Het was een prachtige tijd. Maar het was ook erg druk en hectisch. Er was weinig ruimte voor een sociaal leven. Ik denk met veel plezier terug aan die creatieve periode en aan de aandacht die we van de fans ontvingen.”

Herman Pouderoyen schrijft eigen koningslied


De Utrechtse zanger Herman Pouderoyen schreef een alternatief koningslied, getiteld 'Koning zijn is geen sinecure'. Hij was niet te spreken over het officiële lied.

Een nieuw koningslied dus, wanneer kwam je op het idee?
'Toen ik het officiële lied hoorde, dacht ik eerst dat het een carnavalslied was. Ik vind het echt schandalig hoe slecht het is geschreven, en ik weet niet eens door wie. "De dag die je wist dat zou komen" is er literatuur bij ...'

Waarom maak je je er eigenlijk zo druk om?
'Het is al niet eenvoudig om koning te zijn omdat iedereen je op de vingers kijkt, daar gaat mijn tekst ook over, en dan krijg je ook nog zo'n prutslied aangeboden. Nou bedankt hoor, zal Willem-Alexander denken.'

Heb je eigenlijk iets met het koningshuis?
'Nou, ik ben geen echte Oranjefan. Maar het officiële koningslied vond ik echt te erg voor woorden. En dat ze dat dan namens alle Oranjeverenigingen aanbieden ... Dieper kun je niet zinken wat mij betreft.'

Ga je jouw lied nog aanbieden aan de koning?
'Ik hoorde dat hij aanwezig zou zijn bij de eerste muntslag van de nieuwe 10 euromunt. Toen heb ik mensen bij de Munt gezegd dat ik het graag wilde spelen voor de koning. Ze vonden het een leuk idee, maar ze waren te laat met de uitnodiging. Bovendien zat zijn agenda al vol."

Hier kun je het alternatieve koningslied van Herman Pouderoyen beluisteren.

Eerdere publicatie in het Stadsblad.

Jongens van de kust even terug in Domstad


De Zeeuwse formatie Racoon keert terug in Utrecht. Want de wieg van het grote succes van de band staat in de Domstad. "Een wereldwijde evergreen, dat zou mooi zijn."

Enigszins geroerd bekeken de vier bandleden van Racoon vorige week bij DWDD een filmpje met een terugblik op hun twintigjarige carrière. Gitarist Dennis Huige: ,,Die twintig jaar zijn echt voorbij gevlogen. Zelf sta je daar niet zo bij stil. Als je dan, onverwacht, zo'n filmpje te zien krijgt, komt dat wel even binnen ja.’’

Een twintigjarig jubileum: er zijn maar weinig popbands die dat voor elkaar krijgen. ,,Je houdt het alleen zo lang uit samen als je in het gareel blijft, en dus niet verzuipt in de verleidingen die op je pad komen. Bovendien hebben we nu allemaal een gezin en kunnen we sowieso niet meer doorhalen tot drie uur ’s nachts’’, vertelt drummer Paul Bukkens.

Superhandig
De kiem van het grote succes van Racoon ligt in Utrecht, waar drie bandleden in de jaren negentig een studentenhuis deelden in de Kanaalstraat. Voor de prille band had het zo zijn voordelen om bij elkaar in een huis te wonen. Huige: ,,Als ik naar boven liep, zat Bart (van der Weide, de zanger) al klaar met zijn gitaar op schoot.’’

In het nabijgelegen oefenhonk dB's werkte de band energiek aan zijn eerste nummers. Het onverwachte succes van het debuutalbum 'Till Monkeys Fly' betekende overigens meteen bijna het einde van Racoon. ,,We zagen elkaar teveel: in de bandbus, bij optredens en dan ook nog eens thuis. Het werd een soort snelkookpan’’, vertelt Huige. Twee bandleden verkasten naar Woerden, Huige bleef nog enige tijd in Lombok wonen.

Blaudzun: ‘Ik hou het meest van zonnige melancholie'


Deel 1 en 2 van zijn trilogie ‘Jupiter’ zijn inmiddels verschenen, deel 3 volgt nog. 8WEEKLY sprak met Blaudzun in TivoliVredenburg, na afloop van de repetitie met zijn band. “Soms moet je eerst keihard neergaan om weer op te kunnen staan.”

Hoe ging het?

‘Zes weken hebben we geen show meer gedaan, dus dan is het altijd goed om weer even te repeteren. We zijn nu achter de komma aan het werken. Dat is nodig, want foutjes die je live maakt moet je creatief kunnen oplossen. Maar uiteindelijk word je van een optreden voor een publiek uiteindelijk zoveel beter. Dan ben je gewoon scherper. Repeteren is toch een soort van kantoorbaan.’

Vanavond spelen jullie in de Grote Zaal van TivoliVredenburg. Denk je nog wel eens terug aan het oude Tivoli?
'Die zaal mis ik soms wel ja. Intussen zijn er gelukkig ook veel mooie shows geweest in TivoliVredenburg, dus langzaam komt de ziel er wel in. Maar al met al ben ik toch meer van de oude vibe van Tivoli aan de Oudegracht.’

Vanwaar die titel ‘Jupiter’ voor de trilogie?
‘Ik vind het wel een grappig gegeven dat Jupiter, de grootste planeet van ons zonnestelsel, de vijfde planeet is vanaf de zon gezien. Dit is ook mijn vijfde album. Bovendien is Jupiter een soort magneet die, door de zwaartekracht, veel zooi uit de ruimte weghaalt. Bij kunst werkt dat ook zo: goede kunst trekt slechte dingen bij je weg, zoals de rommel die in je hoofd zit.’

donderdag 23 maart 2017

Wereldburger en muzikant Kim Janssen pakt het grootser aan


Op 31 maart presenteert Kim Janssen in De Helling zijn nieuwe album 'Cousins', waarop herinneringen, realiteit en spiritualiteit samenkomen.


Door het ontwikkelingswerk van zijn vader reisde Kim Janssen al op jeugdige leeftijd de wereld over. Via Thailand en Cambodja kwam hij in Nepal terecht waar hij een groot deel van zijn jeugd doorbracht. Op 'Cousins' kijkt Janssen terug op die jaren. "Beelden en herinneringen heb ik gecombineerd met ervaringen van nu. Zo is het een mengelmoes van absurd realisme geworden." Over de titel 'Cousins' zegt hij: "Dat woord fascineert me al lang. Het is een interessant fenomeen: je hebt een bloedband samen, maar vaak ken je elkaar nauwelijks."

Eigen verhaal
Popfestival Noorderslag vormde de succesvolle vuurdoop van het album. Een optreden in Londen volgde, en Antwerpen, Berlijn en Parijs staan nog op de rol. "Onze muziek werkt ook internationaal blijkbaar. In april verschijnt er een speciale uitgave van de cd in Japan." Thematisch gezien pakt Janssen het op 'Cousins' anders aan dan op zijn eerdere albums. "Dat waren meer conceptplaten. Op mijn nieuwe album vertelt elk nummer zijn eigen verhaal." Dat het drie jaar duurde aleer 'Cousins' het licht zag, komt vooral omdat Kim Janssen veel tijd en aandacht besteedt aan zijn teksten."Het schrijven duurt lang bij mij: mijn teksten staan centraal. Ik moet er dus volledig achter staan."

Abstracte animatie van Johan Rijpma op HAFF


Woensdag 22 maart gaat de twintigste editie van het Holland Animation Film Festival (HAFF) van start. Het festival vindt plaats op diverse locaties in Utrecht, met Louis Hartlooper Complex als kloppend hart.

Op het HAFF worden meer dan 450 lange en korte films, installaties, strips en games vertoond. Ook zijn er diverse competities, speciale programma’s, presentaties en talkshows. De opening van het HAFF vindt plaats in de Cinemec. Dan zal ook 'Extrapolate' van de Utrechtse filmmaker Johan Rijpma te zien zijn.

Het ontstaansproces van deze korte film was bijzonder: "Deze animatie heb ik voor een groot deel in Tokyo gemaakt bij een residentie, waar animatoren uit de hele wereld negentig dagen waren uitgenodigd om aan een animatie te werken," vertelt Rijpma. Een vruchtbare plek om te creëren. "Daar vindt echt een kruisbestuiving plaats tussen landen en kunstenaars." Rijpma studeerde in Hilversum aan de HKU Image en Media Technology en maakt vooral experimentele films, video's en animaties, waarbij hij eenvoudige objecten vaak plaatst in een experimentele setting. Of, zoals hij het zelf zegt: "Ik richt me in mijn films met name op het creatieve proces en de onvoorspelbaarheid die daar in zit."

Passie en melancholie in Molen de Ster


Zaterdag speelt de Balkanformatie Bikavar in Molen de Ster. Deze week brengt het negenkoppige gezelschap haar tweede album uit.


"Vooral de combinatie van passie en melancholie in die muziek spreekt me erg aan", vertelt zangeres Miranda van Kuik. "Hoe vrolijk een lied ook is: er zit altijd wel een vleugje mineur in." Ze trekt een lijn van Balkanmuziek naar het leven zelf: "Vier het als het goed gaat, want het kan zo weer anders worden. En gaat het slecht: blijf toch zingen en dansen!" Volgens Van Kuik is het een kwestie van mentaliteitsverschil tussen het westen en het oosten: "Het heeft met overgave aan het leven en je gevoelens te maken. Dat kunnen we hier niet zo goed."

Vogels bekijken in de Botanische Tuinen


Bij een aangenaam lentezonnetje opende vogelkenner, en ambassadeur van Vogelbescherming Nederland, Nico de Haan, afgelopen vrijdag een vogelkijkhut in de Botanische Tuinen op de Uithof.

De Haan, vooral bekend van het natuurprogramma 'Baardmannetjes' dat hij presenteert samen met Hans Dorrestijn, is zeer te spreken over de nieuwe vogelkijkhut in de Botanische Tuinen: "Ik heb er honderden gezien, maar het concept van eenrichtingsglas is uniek in Nederland." Door het spiegelglas kan de bezoeker wel naar de vogels kijken, maar de vogels zien de toeschouwer niet. "Op deze manier kun je heel dicht bij de vogels komen. Je ziet ze op tien centimeter van het voederapparaatje. Hun emotie komt zo heel mooi over, en dat komt echt bij je binnen hoor!", vertelt De Haan vol passie. "Kijk, daar word je als vogelkijker enthousiast van. Dan wil je meteen meer weten over die vogels." Over de vogelkijkhut zelf zegt hij: "Die is mooi geïntegreerd in het landschap en fraai vormgegeven bovendien."

De piano als afleidingsmoment


Sinds de kerst van 2016 staat er in de centrale hal van het UMC een piano. Even leek het erop dat hij moest verdwijnen, maar dankzij donaties kan de piano blijven staan.


Patiënten, bezoekers en medewerkers kruipen regelmatig achter het klavier in het UMC. Het niveau van het pianospel is heel behoorlijk, zegt Karen van Gelder van het UMC. "Met regelmaat hoor je erg mooie stukken voorbij komen." Het initiatief voor de piano is afkomstig van de Vrienden van het UMC Utrecht, die tijdens de kerstperiode iets extra's wilden doen voor patiënten en bezoekers. Dat bleek een succes. "We kregen zoveel mooie en warme reacties op de piano dat we besloten om hem te laten staan," zegt Van Gelder.

maandag 6 maart 2017

De drang om te overleven van Erny Green


25 jaar zit hij nu in het vak, de Utrechtse muzikant Erny Green. De laatste jaren kreeg hij het nodige voor de kiezen, maar met zijn nieuwe album toont hij zich weer van zijn beste kant.

De titel van de cd, 'Pheromones', verwijst naar zijn nieuwe liefde. Feromonen zijn geurstoffen die mens en dier inzetten om een soortgenoot te lokken. "Voor een groot deel selecteer je je partner inderdaad op geur. Maar mijn liedjes zijn ook een soort feromonen, maar dan klankgeuren die je uitstoot om je essentie mee uit te drukken."

Na enkele jaren van malheur (burn-out, scheiding, overlijden van zijn ouders, ontslag) is er nu weer ruimte voor enig positivisme bij Erny Green."Een crisis is een goed moment om je leven te overzien. Mijn oude jas moest uit: het was nodig om mezelf te resetten." De een klopt dan aan bij een psychiater, maar Erny Green gebruikt zijn liedjes als uitlaatklep: "Muziek is voor mij een houvast. Misschien is mijn nieuwe album wel net zo urgent als mijn debuut, toen ik nog gitaar speelde tussen de junkies onder Hoog Catharijne."

Zelfkant
Midden jaren tachtig besloot Erny Green (echte naam: Ernst Grevink) om, na zijn studie Moderne Letterkunde, in Utrecht op straat te gaan spelen. Zijn Nederlandstalige lied 'De Nacht' -geschreven op verzoek van Joris Linssen voor een Utrechtse documentaire bij de Domroep (tegenwoordig RTV Utrecht)- vormt de weerslag van die periode. Green heeft altijd een zwak gehad voor de zelfkant van het bestaan: "Je kunt alles wel uitstippelen in je leven, maar ik vind juist de spanning van wat er mis kan gaan interessant. Het is fascinerend als mensen stuurloos zijn, maar toch een sterke drang hebben om te overleven. Dat herken ik wel."

Het minibos: Een stukje natuur in de stad


Op een achtergesteld gebiedje bij de Cremertuin in Utrecht-West groeit over tien jaar een volwassen minibos. Dat is de achterliggend gedachte van de aanplant zo’n 1000 inheemse bomen op het terrein.


De werkzaamheden aan de Cremerstraat zijn inmiddels van start gegaan. "Graafmachines hebben de bodem geschikt gemaakt om het bos te planten," vertelt initiatiefnemer Maarten Bruns. De grond is tot een halve meter diep weggegraven, vervolgens gemengd met poreus materiaal en weer teruggeplaatst. Door de heidecompost die er nu bovenop ligt, wordt vruchtbare bosgrond gesimuleerd. Dit alles op advies van de Indiase expert Shubhendu Sharma (het mini-bos stamt uit India), die adviseerde om de kwaliteit van de grond in de Cremertuin grondig te verbeteren. "Nu kan de vorst erover en dan gaan we half maart de eerste boompjes planten." 

Een mooie ode aan Jannes


Meindert Talma zingt op zijn laatste cd over Jannes van der Wal, de excentrieke dammer die in de jaren 80 (met name door zijn media-optredens) een soort cultheld werd, en over de damsport in het algemeen. 8WEEKLY sprak met Talma vlak voor zijn optreden in TivoliVredenburg. "Je bent iets of je bent het niet hè."

Wat maakt Jannes van der Wal zo interessant?
"Hij was een onaangepast figuur en maakte veel gekke dingen mee. Als Jannes ergens was, gebeurde er altijd wel iets. Overal waar ik optrad met mijn liedjes over dammen kwamen mensen naar me toe om verhalen over Jannes te vertellen. Ik had er nog wel een paar coupletten bij kunnen schrijven." ('De Ballade van Jannes van der Wal' duurt 22 minuten, MC)

Vertel nog eens een aardige anekdote …
"In Suurhuisterveen vertelde een kroegeigenaar me dat Jannes ooit -na een damsimultaan- in het café was blijven plakken tot het laatst. Hij vroeg toen of hij er mocht blijven slapen, maar dat vond de eigenaar geen goed idee. Toen is hij maar bij een andere bezoeker blijven slapen die het wel goed vond. Het tekent een beetje de persoon Jannes. Hij liet alles maar gebeuren en had gewoon geen zin om de bus terug te nemen."

Herman Brusselmans spreekt over de liefde


Twee keer maar liefst bezoekt de Belgische schrijver Herman Brusselmans binnenkort de stad Utrecht. In de Boekenweek (25 maart t/m 2 april) is hij de hoofdgast, en op 8 maart treedt de schrijver op in de Utrechtse Schouwburg alwaar hij spreekt over de liefde, in alle toonaarden. "Zorg voor rust in je relatie."

"De voorstelling begint met een drumsolo van mij", kondigt de Vlaamse schrijver alvast aan. Onlangs kocht Brusselmans een nieuw drumstel ("in Amsterdam, of all places") waarop hij duchtig aan het oefenen is. Les krijgt hij momenteel van Nico, "mijn chauffeur, goede vriend en tevens getalenteerd drummer. Hij is trouwens ook zeer goed in tuinaanleg." De scheidslijn tussen scherts en ernst is dun bij de Belgische schrijver. Zo zegt hij over Utrecht: "Ik hou van die stad, zijn voetbalclub, zijn burgemeester, zijn volk en zijn landschap. Absoluut!"

Eenzelfde kader
Herman Brusselmans is een veelschrijver: zijn oeuvre telt inmiddels meer dan zeventig titels. In zijn laatste roman, "Guggenheimer koopt een neger", wisselt de Belg als vanouds (en 320 pagina's lang) geestige spitsvondigheden af met oeverloos geouwehoer. Guggenheimer is een niet bijster sympathiek personage ("een rechtse, stinkend rijke hufter", zo typeert Brusselmans hem zelf) aan wie de schrijver eerder vier boeken wijdde. Regelmatig is er de kritiek uit literaire hoek te horen dat hij zichzelf te veel herhaalt. "Ik vind zelf dat ik heel verschillende boeken schrijf, maar wel allemaal binnen eenzelfde kader. Maar ik ben de schrijver die ik ben en ik ga niet opeens een boek schrijven als Arnon Grunberg of Tommy Wieringa. Weet je, het kan ook me ook geen fuck meer schelen hoe er over me gedacht wordt. Ik wil niet blasé klinken, maar ik heb intussen wel 75 boeken geschreven hè."

woensdag 22 februari 2017

Wars van elke trend


Altijd fijn: een nieuw album van Joop Nolles. De laatste cd van de eigenzinnige Utrechtse muzikant dateert alweer van 2012. The Unknown Known is een mooi vervolg op een klein, en te onbekend oeuvre.

Een kort bluesfragment van Blind Willie Johnson gaat vooraf aan de jachtige openingstrack 'Long Way Home'. 'Invisible Man' vervolgens is zompig rockend, met een prettig ontsporende finale van gitaar en mondharp. Nolles weet ook te ontroeren, zoals in het kleine, subtiele 'Sister Is Gone'.

Zo balanceert Joop Nolles op dit, door Maartje Jaquet kunstzinnig vormgegeven album, wederom vernuftig tussen traditionele muziekstijlen als blues en countryrock en het experiment. Enkele referenten: Neil Young, Howe Gelb en dEUS. Saai wordt het nooit bij de Utrechter, elk liedje heeft wel een aardige muzikale verrassing in petto. Dat kan een plotse wending zijn, een venijnige gitaar of een stemmige trompet.

De muziek van Joop Nolles heeft ook iets onbestemds, zoals in 'We'll Meet Again' of in het ijle 'Can't Go Wrong'. Dat ongrijpbare is onmiskenbaar zijn charme, maar het zou Nolles ook wel eens in de weg kunnen staan bij het bereiken van een groter publiek. Maar daar lijkt het hem ook niet om te doen. Joop Nolles doet het op zijn eigen manier en is wars van elke trend. En dat is goed zo.

Eerdere publicatie op 8WEEKLY.

Speeltuin Bankaplein: al 85 jaar het bruisend hart van Lombok


Midden in de wijk Lombok ligt een van de oudste speeltuinen van Utrecht: Speeltuin Bankaplein. Deze karakteristieke speeltuin bestaat binnenkort 85 jaar.

Gerdy de Kruijk beheert sinds enkele jaren, samen met Roos de Ridder, de speeltuin die zijn oorsprong kent in mei 1932. "Er zit een enorme geschiedenis aan vast. Ouders die hier vroeger nog gespeeld hebben, komen nu met hun kinderen. Speeltuin Bankaplein is bijna cultureel erfgoed," vertelt De Kruijk.

Wellicht zijn veel mensen niet op de hoogte van het bestaan: "Wanneer de platanen in bloei staan, is het bijna niet te zien dat hier een speeltuin is. Hij is heel natuurlijk opgenomen in de woonwijk." Dat speeltuin Bankaplein wordt omgeven door zo'n veertig statige platanen geeft er een bijzonder cachet aan. "Die bomen vormen echt een waanzinnig onderdeel van onze speeltuin. En als het hoogzomer is, is het hier in de schaduw altijd een paar graden koeler. Gezinnen komen dan met tassen vol eten en drinken naar de speeltuin. Op die dagen bruist het hier."

dinsdag 7 februari 2017

Een Nederlander in Sevilla


Met zijn blonde haren en lengte van twee meter voldoet Tino van der Sman niet aan het stereotiepe beeld van de flamencogitarist. Toch is de Nederlander er in geslaagd om voet aan de grond te krijgen in de bakermat van de flamenco: Sevilla. 8WEEKLY sprak met de gitarist na afloop van zijn optreden met vijfkoppige band in de Rotterdamse schouwburg tijdens de Flamenco Biënnale.

Hoe was het om weer eens in je thuisland op het podium te staan?
"Het is altijd leuk om hier te spelen, zo vaak krijg ik de kans niet om in Nederland op te treden. Het voelt ook goed omdat het vertrouwd terrein is. Wel vond ik het spannend: de Flamenco Biënnale is een groot festival, dus je wil wel je best doen natuurlijk. Maar uiteindelijk wilde ik vooral genieten en plezier maken op het podium en dat is gelukt. Daar ben ik erg blij om."

Waar gaat je voorkeur naar uit: een muisstille theaterzaal of een rumoerig Spaans café?
"Ja, het is inderdaad stil in deze zaal, maar niet omdat de mensen zich vervelen. Het zijn spannende stiltes met volledige concentratie, en dat voelt ook goed. Flamenco heeft ook niet alleen "olé"-momenten, de muziek kent ook veel melodische passages. Natuurlijk is het leuk als twintig mensen tegelijk "olé" roepen. Maar de technische condities van zo'n schouwburg zijn veel beter. Ik speel hier graag."

Kunst als middel tegen onveiligheid


Het kunstenaarsduo Arno & Iris is vooral bekend geworden door hun werk voor de Rotterdamse Markthal. Voor de Utrechtse wijk Overvecht ontwierp het tweetal een bewegend lichtkunstwerk, gebaseerd op het computerspel Donkey Kong.

Vanaf komende zomer is het kunstwerk, getiteld 'The only way is up', te zien op een zijwand van een flatgebouw in Overvecht, vlakbij winkelcentrum Overkapel. "Veel mensen voelen zich onveilig in deze buurt, vooral als het winkelcentrum dichtgaat. Met bewegend licht op de muur van een flat hopen we dat gevoel te verminderen," zegt Arno Coenen van het duo Arno & Iris. Aan de hand van buurtonderzoek, uitgevoerd door studenten van de Universiteit Utrecht, ontwierp het tweetal een kunstwerk met lichtelementen die achter elkaar oplichten. De karakters of ‘spelfiguren’ zijn gebaseerd op verschillende groepen wijkbewoners.

maandag 9 januari 2017

Top 10 van 2016: Imponerende muziekveteranen


Erg verrassend is mijn lijstje niet geworden dit jaar. Een aantal van mijn favoriete bands/artiesten bracht een prima nieuw album uit, dus dan is de keuze al snel gemaakt. Opvallend is wellicht wel (naast het ontbreken van een Vlaamse band) de prominente aanwezigheid van de muziekveteranen, die het donkere muziekjaar 2016 toch nog enige kleur gaven. Of nou ja, een donkere kleur dan ...


1. David Bowie - Blackstar

Drie dagen na de release van zijn beste album sinds lange tijd overleed Bowie plots. Hoewel de verwijzingen op zijn (schitterende) zwanenzang evident waren, kwam zijn dood toch totaal onverwacht. Op dit jazzy en bij vlagen experimentele album toont Bowie zich nog eenmaal van zijn beste kant en dus is Blackstar sowieso de belangrijkste cd van dit jaar geworden.





2. Radiohead - A Moon Shaped Pool

Minder elektronisch en meer ingetogen dan de voorganger King of Limbs, die dateert van alweer vijf jaar geleden. Op beklemmende, maar redelijk ingetogen wijze bezingt Tom Yorke zijn sores (met deze keer de nadruk op zijn stukgelopen relatie) in songs die alle kanten op waaieren: van minimale pianosequenties tot extatische vioolerupties.