zondag 29 maart 2020

De magie van de Matthäus Passion


Er is geen land ter wereld waar de Matthäus Passion zo vaak wordt uitgevoerd (en bezocht) als Nederland. Dirigent Willem Mengelberg was rond 1900 de eerste die kwam met een grootschalige, moderne uitvoering van Bachs interpretatie van het lijdensverhaal van Jezus. Aanvankelijk werd er nog geprotesteerd tegen zijn ‘eindeloos lange’ versie die ‘ongegeneerd emotioneel’ was. Maar de Matthäus Passion werd wel een jaarlijks terugkerende muzikale belevenis, waar steeds meer mensen warm voor liepen.

Tegenwoordig zijn er naar schatting jaarlijks zo’n 180 versies van de Matthäus Passion te zien en te horen, variërend van kleinschalige amateuruitvoeringen, meezingversies en moderne varianten tot majestueuze voorstellingen. Zelfs zanger/liedjesschrijver Jan Rot waagde zich in 2006 met het Residentie Bachkoor aan een interpretatie. Het werd een tangoversie. De EO zendt dit jaar een gekortwiekte variant van 1.5 uur uit (normaal duurt de Matthäus Passion ongeveer 2.5 uur). Voor de puristen een vorm van heiligschennis, andere liefhebbers vinden elke vorm van aandacht voor het stuk te prijzen.

De bekendste uitvoering is in de Grote Kerk in Naarden, waar BN’ers en politici hun gezicht laten zien. Maar ook in Utrecht zijn elk jaar prachtige uitvoeringen te zien. Een drietal Utrechtse kenners/liefhebbers laat hun licht schijnen over de magie van de Matthäus Passion.

donderdag 19 maart 2020

Open doekje in De Lieve Vrouw


De Cultuurhackers van De Lieve Vrouw, acht jonge film- en theaterliefhebbers uit Amersfoort, organiseren op 29 maart een Open Doek. Jonge filmmakers uit de regio krijgen de kans om hun korte film te vertonen op een wit doek, gratis en in een echte filmzaal. Lune van den Berg is een van de organisatoren.

Hoe zijn jullie op het idee gekomen voor dit initiatief?
‘Toen De Lieve Vrouw 30 jaar bestond, is ons gevraagd om een project op te zetten om de filmzaal aantrekkelijker te maken voor jongeren. Wij willen laten zien dat dit theater ook interessant kan zijn voor jongeren, als het filmaanbod maar iets beter aansluit bij hun leefwereld. Nu zie je toch vooral veertigplussers naar de voorstellingen komen. Eerder hebben we zoiets met theater gedaan, maar nu wilden we iets met films organiseren. Een thema-avond of iets dergelijks.’

Wat houdt het project Open Doek precies in?
‘Jonge filmmakers konden tot eind februari films naar ons opsturen. Ze mochten tussen de drie en 10 minuten duren, maar we keken niet op een minuut meer of minder. Wij zijn van mening dat er te weinig aandacht is voor jonge filmmakers. Het is moeilijk voor hen om hun film op een wit doek te vertonen. Meestal moeten ze daarvoor betalen of een zaal huren. Wij bieden ze de mogelijkheid om hun film gratis in een filmzaal te laten zien.’

Hoe waren de reacties?
‘Aanvankelijk reageerde de mensen een beetje sceptisch. Ze waren van mening dat hun film niet goed genoeg zou zijn voor een theater dat arthouse films programmeert. Toen we hadden uitgelegd wat onze plannen zijn, werden mensen enthousiaster. In totaal zijn er zeven inzendingen binnengekomen. We hadden er liever iets meer gehad, maar het is genoeg om de avond door te kunnen laten gaan. Hopelijk lukt het ons om zo enthousiasme te creëren voor dit project zodat we er een jaarlijks evenement van kunnen maken.’

Het einde van Kytopia


In een open brief lieten vader Erik en zoon Colin Benders onlangs weten dat het niet gelukt is om een permanente plek te vinden voor Kytopia, de Utrechtse culturele broedplaats die tijdelijk in Den Dolder is gevestigd. Onderweg naar Berlijn voor een optreden doet Colin Benders zijn verhaal.


Hoe groot was de teleurstelling?
‘Toen we het bericht naar buiten hebben gebracht had ik er wel vrede mee. We hebben alles geprobeerd en elke steen is omgedraaid. Er is gezocht in elke hoek van de stad. Dat we geen permanente plek hebben gevonden: ja, dat was wel een grote teleurstelling natuurlijk.’

Wat betekent dit voor Kytopia?
‘Voorlopig kunnen we nog in Den Dolder blijven zitten, maar het is de vraag hoe lang. We huren antikraak. Het werkt echter demotiverend voor ons dat er geen zicht is op een permanente werkplek. De verhuizingen zijn te intensief: Kytopia is niet geschikt voor tijdelijke plekken. De locatie in Den Dolder was bedoeld als overbrugging naar een permanente plek.’

Wat is de belangrijkste reden dat het niet gelukt is om een vaste locatie te vinden?
‘De tijd waarin we nu zitten: Utrecht is ramvol. Alle beschikbare grond is of verkocht of in ontwikkeling. Bovendien zijn de huurprijzen flink gestegen. En om een locatie geschikt te maken voor Kytopia moet er ook nog flink geïnvesteerd worden. De gemeente beschikt slechts over beperkte middelen voor dit soort situaties. Dan wordt het heel lastig. Dat we onze locatie aan de Oudegracht moesten verlaten heeft ook niet meegeholpen.’

Passie in de stad

Maar liefs twee grootheden uit de flamenco zijn deze maand te zien in de stad: gitarist Tomatito en danseres Eva Yerbabuena. Waarom zijn deze artiesten zo beroemd en hoe ver reikt hun invloed? Een rondgang langs onze eigen Utrechtse flamenco-toppers. 

José ‘Tomatito’ Fernández Torres is het boegbeeld van de flamenco nuevo, een stijl geworteld in de Andalusische muziektraditie met vertakkingen naar de jazz, latin en pop. Tomatito was de vaste begeleider van de legendarische zanger Camarón de la Isla en speelde samen met Paco de Lucia en artiesten als Frank Sinatra, Elton John, George Benson, Neneh Cherry en John McLaughlin. Ook sleepte hij twee Latin Grammy’s in de wacht. 

Is Tomatito een legende in de wereld van de moderne flamencomuziek, dan is Eva Yerbabuena de grand lady van de hedendaagse flamencodans. Befaamd om haar expressie, technische perfectie en duizelingwekkende voetenwerk geeft ze de flamenco een diepe zeggingskracht. Ze was een belangrijke wegbereider voor een nieuwe dans en werd in haar lange carrière bedolven onder de prijzen.

Tess et les Moutons houdt het Franse chanson in leven


Zaterdag speelt Tess et les Moutons in een uitverkocht Paard. Zangeres Tess van der Zwet is er helemaal klaar voor. Nu alleen nog snel een nieuwe Franstalige ode schrijven over Den Haag …


Het interview zou aanvankelijk plaatsvinden voorafgaand aan de try out in het Utrechtse muziekcafé ‘t Oude Pothuys. Op het laatste moment laat zangeres Tess van der Zwet weten dat het gesprek niet door kan gaan omdat er “iets heel vervelends is voorgevallen, waar ik verder nog niks over kan zeggen.” Kort hierna verschijnt er op de Facebookpagina van de band het bericht dat de zangeres, onderweg van Den Haag naar Utrecht, in de trein een koffertje met promo-cd’s heeft laten liggen. Zou dit nu de reden zijn voor de annulering van het interview?

Nee, het blijkt toch anders te liggen. “Dat kwijtgeraakte koffertje was de ‘icing on the cake’. Ik was er in de trein met mijn hoofd niet bij,” vertelt Van der Zwet de volgende dag aan de telefoon. Het zit zo: Gisteren kreeg ze van de erven van Annie M.G. Schmidt te horen dat er met onmiddellijke ingang gestopt moest worden met het zingen van La Haye, een vertaald lied van de kinderboekenschrijfster over Den Haag. “Een rechtenkwestie. Ik wist gisteren niet wat ik wel en niet mocht zeggen,” verklaart ze, nog steeds enigszins beduusd, het uitstellen van het interview. “We hebben dat lied met de beste bedoelingen, en als eerbetoon aan Annie M.G. Schmidt vertaald. Dat mag dus niet blijkbaar. Ik had het van te voren moeten vragen ...”

De nieuwe start van Marten de Paepe


Na zes jaar is Marten de Paepe terug met het album ‘Alles naar de stort’. De cd klinkt een stuk directer en kaler dan zijn eerdere werk. “Door zacht te zingen houd je de mensen dichterbij.”

“Het album is een loflied op het menselijk vermogen om steeds weer opnieuw te beginnen,” vertelt Marten de Paepe (37) in zijn woning in de Utrechtse wijk Ondiep. “Veel mensen vinden de titel niet zo vrolijk, maar voor mij is het een optimistische plaat geworden.” Na het beëindigen van zijn relatie (met voormalig bandlid/zangeres Chantal van der Leest) verhuisde De Paepe van Amersfoort naar Utrecht om met een schone lei beginnen. “Het album gaat over het opgeruimde gevoel van een nieuwe start.”

De opvolger van zijn vorige cd ‘Wait another year’ liet zes jaar op zich wachten. “Dat is best een lange tijd ja. Het resultaat moest helemaal goed zijn. Ik voelde niet de behoefte om er eerder mee naar buiten te treden en heb het eerst een tijd laten rijpen.” In de tussentijd was hij druk met “werken en leven.”
Een iets mindere geldingsdrang dan voorheen speelde ook een rol. “Vroeger had ik meer de ambitie om mezelf op de kaart te zetten. Nu ben ik vooral bezig met het maken van mooie, duurzame dingen. Muzikanten die een derde of vierde plaat maken, vind ik nu vaak interessanter dan een jonge muzikant met sturm und drang. Dat heeft vast met de leeftijd te maken.”