donderdag 10 augustus 2023

Amber Arcades: Bluegrass en wildplukken


Singer-songwriter Annelotte de Graaf staat met Amber Arcades voor de eerste keer op Lowlands. Uiteraard kijkt ze daar erg naar uit, maar: ‘Wij gaan geen gekke dingen doen.’

Je zou het niet meteen verwachten: zangeres en liedjesschrijver Annelotte de Graaf, die onder de naam Amber Arcades een drietal albums uitbracht met experimentele dreampop, begon met muziek maken door het spelen van bluegrass. ‘Toen ik in Philadelphia studeerde, wilde ik iets doen met die Amerikaanse muziek. Dus ik kocht een mandoline en ben, zonder enige ambitie, met een stel vrienden in een park gaan spelen. Met het geld dat we verdienden, gingen we ‘s avonds barbecueën.’

En nu staat De Graaf met haar band (vernoemd naar een sprookjesverhaal van Godfried Bomans) voor de eerste keer op Lowlands. ‘We hebben al veel leuke dingen gedaan, zoals Down the Rabbit Hole, Best Kept Secret, Into The Great Wide Open en, niet te vergeten Glastonbury, maar Lowlands is wel een dingetje hoor.’ Al was het voor de zangeres geen must om ooit gespeeld te hebben op het festival in Biddinghuizen. ‘Ik was er nooit zo mee bezig eerlijk gezegd en zag het ook dit jaar niet aankomen. Maar het is wel cool natuurlijk!’

Jonge Utrechtse saxofonist speelt op straat én in bigband 


Mink Jaspers (13) uit Utrecht won onlangs de aanmoedigingsprijs van het Koninklijk Concertgebouw Concours. Dat hij koos voor de saxofoon als instrument, is min of meer toevallig. Nu speelt hij in een bigband en na de zomer gaat Mink naar de vooropleiding van het conservatorium.


De aanmoedigingsprijs bestond uit een privé masterclass. ‘Ik mocht zelf een professionele muzikant uitkiezen die mij een uur les gaat geven. Dat is saxofonist Mete Erker gworden. Van hem ga ik superveel leren!’ Heeft Mink een vermoeden waarom juist hij de onderscheiding kreeg? ‘Ik deed iets wat anderen niet deden: improviseren op een jazzstuk. De overige deelnemers speelden vooral klassieke stukken.’

Foto: Angeliek de Jonge
Waarom heb je ervoor gekozen om saxofoon te aan spelen?

‘Ik ben begonnen toen ik zeven jaar was. Eigenlijk wilde ik drummer worden, maar tijdens de open dag van de muziekschool zat het drumlokaal helemaal vol. Daar kon ik dus niet meer bij. Toen ik langs het saxofoonlokaal liep, kreeg ik een saxofoon in mijn handen gedrukt. Ik vond de kleur heel mooi en ik kreeg er gelijk geluid uit. Dat vond ik zo vet dat ik saxofoon ben blijven spelen.’

Kampong: Het begin van de opmars


Bart Jan Bekooij schreef een alleraardigst boek over het kampioensjaar van Kampong in 1962/1963, toen zijn vader in het eerste speelde: ‘Kampong 1 Voetbal. Het begin van de opmars!’. De NUK sprak met de auteur.


Het voetbalseizoen 1962/1963 betekende voor voetbalclub Kampong een afrekening met het verleden, waarin amateurisme en geploeter in de marge hoogtij vierden. Twee spelers van het team dat die jaargang kampioen werd en promoveerde naar de eerste klasse, rechtsback Bob Bekooij en rechtsbuiten Charles Tetteroo, hebben dat succesvolle jaar vastgelegd in gedetailleerde statistieken, leuke tekeningen en amusante wedstrijdverslagen. Bart Jan Bekooij, de zoon van Bob, kwam het werk van beide voormalig Kampongspelers op het spoor en maakte er een fijn voetbalboek van. Het boek is niet alleen een adequate, bij vlagen hilarische reconstructie van een cruciaal seizoen voor de Utrechtse voetbalclub, maar het geeft ook een mooi tijdsbeeld van een sportvereniging begin jaren 60.

Goede timing om dit boek nu uit te brengen. Kampong promoveerde het afgelopen seizoen opnieuw …

‘Ja, maar dat is toeval hoor. Het komt wel goed uit natuurlijk. Afgelopen woensdag was er een vrijwilligersbarbecue bij Kampong en Hans Créton (die heel belangrijk was voor het kampioenschap in 62/63, maar hierover later meer) deed ook een woordje. Hij is 88 jaar intussen, maar nog messcherp. Hij trok een parallel tussen het kampioenschap van toen met dat van afgelopen seizoen. ‘Van krantenjongen tot krantenmagnaat,’ zo omschreef hij het. In 1962 stond Kampong nog volstrekt amateuristisch en onbeholpen in het voetballeven. Inmiddels is de club uitgegroeid tot een volwassen derde divisionist.’

Grease Lightnin'

De film Grease deed 45 jaar geleden menig tienerhart sneller kloppen. Maar ook de gelijknamige Broadwaymusical, nu te zien in de stadsschouwburg, blijkt een echte kaskraker. Wat is toch de magie van Grease? Redacteur Machiel Coehorst, als kind groot fan, ging op zoek naar het antwoord.

Vorige maand maakte ik een reis door Mexico. In een bar in een verre uithoek van het land schalde het opeens door de speakers: het nummer Grease van Franki Valli, de titelsong van de gelijknamige filmmusical. Meteen werd ik teruggeworpen naar 1978, naar de tienjarige versie van mijzelf. In één klap idolaat was ik destijds, van de film en van de hoofdrolspelers. Maar waarom eigenlijk?

Mijn helden
Eenmaal terug in Nederland besluit ik op zoek te gaan naar de buttons, stickers en posters van 45 jaar geleden. Toen bezat ik namelijk een grote verzameling Grease-parafernalia. Stickers met mijn helden kon je in setjes van vijf kopen bij de drogist, buttons maakte ik zelf door een foto van John of Olivia over een badge van Unicef te plakken. Ik zoek tevergeefs – blijkbaar heeft mijn collectie van toen mijn laatste verhuizing niet overleefd. Wat ik wel vind: een oude schoolagenda, jaargang 1978/1979, gekregen van mijn oudere zus. Zij zat al een paar jaar op de middelbare school in de stad, maakte zelf uiteraard geen gebruik van die suffe, gratis schoolagenda, maar schafte een hip exemplaar aan. Het suffe exemplaar ging naar mij.

Theatermaker Greg Nottrot wil geld zien


Wat te doen met overtollig kapitaal? In de voorstelling Goed goud geld van NUT zoekt theatermaker Greg Nottrot uit in hoeverre hij een bijdrage kan leveren aan het veranderen van het geldsysteem. Want dat moet op de schop, vindt hij.

De tiende zomervoorstelling van NUT vormt de opmaat voor een grote theatervoorstelling die Nottrot in 2025 wil organiseren. Theatermakers, vermogenden, politici en wetenschappers zullen dan samenkomen om te broeden op een alternatief plan voor het huidige geldsysteem. Hiervoor heeft Nottrot veel geld nodig: een half miljoen euro om precies te zijn. In Goed goud geld vraagt hij het publiek om giften.

Hoe ga je dat aanpakken?

‘Ik begin de voorstelling met: ‘Lieve mensen, leuk dat jullie er allemaal zijn. Mijn naam is Greg. Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen. Ik wil geld van jullie, veel geld. En dit is geen grap!’ Soms geeft niemand iets als ik dit vraag, een andere keer krijg ik meteen vijftig euro. Dat kan ongemakkelijke situaties opleveren als de ene persoon wel iets kan missen en de andere niet. Dat ongemak zoek ik ook op. De kunst is vervolgens om het toch nog gezellig te krijgen in de rest van de voorstelling.’

Gaat dB’s het redden? ‘Het moet!’


dB’s zit in zwaar weer. De verhuizing naar de Vlampijpstraat leek rond te zijn, maar op die plek is nog niks gebouwd. En in november moet dB’s het CAB gebouw aan de Cartesiusweg verlaten. De NUK sprak met Johan Gijsen, Pepijn Zwanenberg, Maurits Westerik en Mart van Lier over de penibele situatie van de Utrechtse culturele broedplaats.

Johan Gijsen (voormalig organisator LGW)

‘dB’s is een belangrijke schakel in de Utrechtse muziekketen. Als je die weghaalt, stort alles in. Voor veel bands en artiesten begint het hier. Het is een essentiële plek met oefenruimtes en een concertpodium met een onderscheidend internationaal programma waarvoor verder in Utrecht geen plek is. Dat zou dan allemaal verdwijnen en dat mag niet gebeuren!

Foto: Han Ernest
Nog los van wat dB’s muzikaal oplevert, denk aan de Kensingtons en de John Coffeys: het is ook de plek waar creatievelingen zich op een laagdrempelige manier kunnen ontwikkelen. Veel jonge mensen ontdekken zichzelf bij dB’s. Het is een ontmoetingsplek waar je volwassen kunt worden, muzikaal én sociaal. En het is ook een thuis voor veel muzikanten. Zelfs voor Kensington. Als zij met een grote touringcar op tournee gaan, starten ze bij dB’s. Daar kunnen ze hun bus kwijt en voelen ze zich thuis.

DJ St. Paul: Al 25 jaar een missionaris


De clubavond Pop-O-Matic bestaat 25 jaar. DJ St. Paul (Paul Nederveen) staat al vanaf het begin aan het roer, samen met de vj Switchdoctor. Tot een paar jaar geleden was het wekelijks feest in Tivoli/TivoliVredenburg, nu is dat nog een keer per maand in de Ronda. Samen met De NUK blikt dj St. Paul terug op 25 jaar Pop-O-Matic.


Hoe verklaar je het jarenlange succes van Pop-O-Matic?

‘In een tijd waarin alles heel snel gaat, is het fijn om ankerpunten te hebben. Door de jaren heen heeft deze avond een vertrouwde positie verworven binnen het Utrechtse nachtleven. Dat komt voor een groot deel door de flexibele, brede formule van de avond, met aandacht voor veel genres. Pop-O-Matic is enerzijds niet gebonden aan hypes en anderzijds aan sentiment. Daardoor is het makkelijk om in te blijven spelen op de popculturele tijdsgeest. Vanaf het begin zijn er de vertrouwde elementen: ik als dj, de vaste vj en Tivoli als host. Zo krijgt deze avond een eigen karakter, een handtekening. Pop-O-Matic is vertrouwd door de makers en flexibel door de formule.’

Sophie Straat maakt geen liefdesliedjes 


De koningin van een nieuwe generatie protestzangers, zo wordt de Amsterdamse Sophie Straat genoemd. Op haar eerste album ‘Smartlap is niet dood’ verpakt ze haar kritische teksten in toegankelijke melodieën. ‘Er zijn gewoon veel dingen waar ik het niet mee eens ben.’

Het contrast is groot tussen de onvervaarde zangeres van de maatschappijkritische liedjes en de ingetogen variant aan de telefoon. In haar teksten neemt ze geen blad voor de mond, maar tijdens het interview is ze weinig uitgesproken. Het protest bewaart ze voor haar muziek, zoveel is duidelijk.

Foto: Luca Roelvink
Haar echte naam is Sophie Schwartz. ‘Toen mijn moeder ontdekte dat er op Facebook privacy details waren gelekt, leek het haar verstandiger om daar niet langer onder mijn eigen naam te staan. Mijn broer koos de naam Sophie Straat voor mij. Als grap, maar ook omdat we in die tijd veel naar hiphop luisterden.’ Toen de zangeres een artiestennaam nodig had voor haar afstudeerproject, was de keuze snel gemaakt.

Het project, met als thema de gentrificatie in Amsterdam, leidde tot haar eerste ep ’T is niet mijn schuld. Met een vet Amsterdams accent zingt Straat een aantal smartlappen over de woningcrisis en andere hoofdstedelijke sores. Zelf kreeg Sophie Straat met de gentrificatie te maken toen ze vanuit Den Haag, waar ze aan de kunstacademie studeerde, terug wilde keren naar Amsterdam en geen woning kon vinden.

Reis door Yucatan, Mexico


In mei dit jaar maakte ik samen met mijn vriendin een prachtige reis door Yucatan in Mexico. Tijdens die reis heb ik op Polarsteps wat foto's geplaatst en heb ik een verslag gemaakt dat hieronder te lezen is. 

Cancun en Isla Mujeres

Na ruim twee uur vertraging op Schiphol door een defecte airco in ons vliegtuig, en na een 'wolkenzachte landing' (aldus de gezagvoerder van United Airlines) in Houston en een verder voorspoedige doortocht naar Cancun, is de eerste indruk van Mexico, mede als gevolg van de nog aanwezige dikke Nederlandse kledij: pff wat is het warm ...

Rond 2.00 in de nacht (Nederlandse tijd) zitten we met een lichte jetlag, en een flinke trek, op advies van onze hotelbaas in een soort van kantine met selfservice, vlakbij het hotel, aan een (te duur) bord met rijst, kip en warme groenten. Koude groente durven we nog niet aan, gezien de waarschuwingen in de reisgids over mogelijk ziekmakend water. Het hotel ligt aan een drukke weg in Cancun, maar onze ruime kamer en prachtig uitzicht op zee (en de volle maan) vergoedt veel ...


Cancun is niet de mooiste stad van Mexico, verre van: sinds de Mexicaanse regering in 1968 besloot om het pittoreske vissersdorpje te veranderen in een touristisch centrum, zijn het vooral de grote en hoge hotelketens die het beeld bepalen. Op het hagelwitte strand, met palmbomen en heerlijk zeewater (soms blijft er wel een stukje zeewier tussen je tenen hangen, of achter je oren), is het wel erg fijn toeven de eerste dag van onze reis. Een leger leguanen houdt de wacht op het strand. Intrigerende (maar ongevaarlijke) oerbeesten zijn het, ik zag ze nooit eerder in het wild.

 Utrecht’s got talent


Dat er in en rond Utrecht heel veel mooie muziek wordt gemaakt, is geen geheim. Op welke singles, EP’s en albums kunnen we ons deze zomer verheugen? 7 pareltjes op een rij.

1. Bowl - Options, variables, shapes en angles (single)

Foto: Joy van den Berg
In een afgeladen dB’s won Bowl in april van dit jaar de finale van de Utrechts bandwedstrijd Clash of the Titans. Het vijftal kreeg de geldprijs uit handen van cultuurwethouder Eva Oosters. Bowl zorgde met haar hyperactieve, dwarse postpunk voor een heuse moshpit in de zaal. ‘Strak georganiseerde chaos’, was een van de loftuitingen in het juryrapport. ‘Options, variables, shapes en angles’ is de eerste single van de Utrechtse band, die werd gevormd op de Herman Brood Academie. Voor elk optreden zeggen de bandleden tegen elkaar: ‘Ik heb zin om te bowlen!’, vrij naar: ‘Fuck it dude, let’s go bowling’, uit de filmklassieker ‘The Big Lebowski’.

2. La Belle Époque - Back where I belong/Take it slow (single, met Maurits Westerik)

Twee jaar geleden bracht Danny van Tiggele (voorheen gitarist bij Mister and Mississippi) zijn eerste soloalbum uit: ‘Volume 1’. De liedjes waren van zijn hand, maar werden gezongen door gastmuzikanten. In november van dit jaar komt Van Tiggele met de opvolger en onlangs verscheen de eerste single ‘Back where I belong/Take it slow’. Maurits Westerik (eerder zanger bij GEM en Bewilder, tegenwoordig directeur van Best Kept Secret) neemt de vocalen voor zijn rekening. Dat is mooi, want muzikaal gezien is het al een tijdje stil rondom de Utrechter. Deze fijne melodische gitaarsong belooft veel voor het tweede album van La Belle Époque, waarop bijdrages zullen staan van o.a. Tim Knol, Robin Kester, Cato van Dijck (My Baby) en Spike (DI-RECT).

Spinvis speelt met klanken en woorden 

Be-Bop-A-Lula heet het nieuwe album van Spinvis, een verwijzing naar de oerkreet van de rock ‘n roll. ‘Het gaat om het pure plezier van een woord dat iets betekent zonder dat je precies weet wat. Dat gevoel heb ik altijd in mijn muziek behouden.’

Rock ’n roll is niet meteen het muziekgenre dat je associeert met de bedachtzame pop van Spinvis. ‘Dat klopt,’ zegt Erik de Jong lachend. ‘Maar sinds die oerkreet van 70 jaar geleden door Gene Vincent heeft rock ‘n roll zich ontwikkeld tot de meest uiteenlopende vormen. Van Duitse krautrock, Japanse bliepjesmuziek tot extreme electro-disco.’ En ja, zelfs tot Spinvis. ‘Ik ben toch ook een armpje van die octopus.’

‘De oudere generatie had niet door wat ermee bedoeld werd,’ vervolgt hij, ‘maar de jongeren begrepen het precies. Be-bop-a-lula heeft geen betekenis, maar des te meer gevoelswaarde.’ En daar is de connectie met de muziek van Spinvis. ‘Dat valt goed te rijmen met wat ik doe ja. Bij mijn teksten heeft het ook weinig zin om je af te vragen wat het betekent. Het gaat om het spelen met klanken en woorden, zonder veel waarde te hechten aan de betekenis.’

woensdag 9 augustus 2023

Dichter bij huis: Janne Schra


Janne Schra had al een succesvolle carrière met jazzpopformatie Room Eleven achter de rug toen ze in 2010 besloot om solo verder te gaan. Onlangs verscheen haar nieuwe album: The Heart Is Asymmetrical. ‘Met deze plaat was het net als met de liefde: niet sturen, geen plaatjes in je kop, het gewoon laten gebeuren.’

Met haar vorige band, De Vogels, maakte zangeres Janne Schra een succesvol Nederlandstalig jazzalbum: In de Regen. Het nummer Het Enige Dat Ontbreekt werd genomineerd voor de Annie M.G. Schmidtprijs en voor het album kreeg ze een Edison Jazz. Janne’s* nieuwe plaat, getiteld The Heart Is Asymmetrical, is een Engelstalige popplaat. ‘Gevoelsmatig ga ik vaak zo te werk,’ zegt ze. ‘Ik maak iets dat in mijn hoofd lijnrecht tegenover het vorige staat wat ik heb gedaan.’

Foto: Sophie Schra
Heb je wel een voorkeur voor de Engelse of de Nederlandse taal?

‘Uiteindelijk zing ik het liefst in het Engels. Ik vind de klank mooier. Het Nederlands kan hard zijn, met veel k’s en t’s. Ook blijf ik het lastig vinden om de juiste r te vinden. Engels zingt gewoon fijner. Een nadeel is wel dat tekstuele vondsten vaak verloren gaan voor de luisteraar; daarvoor leent het Nederlands zich beter.’

Gert Vlok Nel: Van Beaufort-Wes naar het Beauforthuis


Het eerste concert van de Zuid-Afrikaanse zanger Gert Vlok Nel in het Beauforthuis was rap uitverkocht. De liefhebbers van zijn muziek krijgen op 7 mei nog een kans om hem te bezichtigen. Interviews geeft Gert Vlok Nel slechts bij hoge uitzondering, dus het is best bijzonder dat Beaufortpost hem te spreken krijgt.

‘Must have been a Dutchman long ago, cause I’ve loved the sea and rivers so,’ zo luidt de aankondiging van zijn optreden in het Beauforthuis. Gert Vlok Nel heeft altijd een speciale connectie gehad met Nederland. En dan met name met het Beauforthuis.

Het is alweer enige tijd geleden dat er twee mooie albums van hem verschenen: ‘Beaufort-wes se beautiful woorde (2006) en Onherroeplik (2012). Tegelijk met het eerste album verscheen er een fraaie documentaire over zijn roots, getiteld Beautiful in Beaufort-Wes. Met zijn melancholieke, kalm meanderende liedjes, poëtische teksten in het Zuid-Afrikaans en zijn onnadrukkelijke, zachte stemgeluid verkreeg Gert Vlok Nel in Nederland een flinke schare bewonderaars. Sindsdien komt hij op onregelmatige basis naar ons land voor een aantal optredens.

Ik spreek met Gert Vlok Nel op een stenen bankje, net buiten concertzaal Willem Twee in Den Bosch, waar hij vanavond zal optreden. Dat we het interview in de buitenlucht doen, met veel afleidende straatgeluiden tot gevolg, is zijn uitdrukkelijke wens. Al snel blijkt waarom: de zanger draait het ene na het andere shagje. ‘Hij is geen prater,’ zegt manager Chris Grobler tijdens de kennismaking. Wat volgt is een vrij wonderlijk gesprek, waarin Gert Vlok Nel mij het ene moment bulderend van de lach op de schouders slaat, en een volgend moment kortaf, en nogal korzelig reageert met: ‘Daar geef ik geen antwoord op.’

Record Store Day: de dag dat vinyl wordt gevierd


Zaterdag is alweer de 24e editie van Record Store Day, de dag dat platenzaken en platenlabels vinyl in het zonnetje zetten. Ook in Broese zijn dit jaar weer speciale, gelimiteerde vinylreleases te koop en zijn er een aantal mooie optredens te zien.

De oorsprong van Record Store Day ligt in de VS, waar in 2008 werd begonnen met de jaarlijkse viering van vinyl. De dag was bedoeld om de (noodlijdende) onafhankelijke platenzaken te ondersteunen. Sinds 2010 worden ook in Groot- Brittannië, Nederland en veel andere Europese landen allerlei muzikale activiteiten georganiseerd. In Utrecht is boeken- en muziekwinkel Broese een van de vaste deelnemers. De NUK sprak met Bertram Borkes.

Kun je je de eerste deelname aan RSD nog voor de geest halen?

‘Jazeker. In 2017 hadden we een geweldige aftrap met een optreden van Maurits Westerik, bekend van GEM. Hij was toen net begonnen met zijn nieuwe band Bewilder. Ik was dol op hun eerste album. Toen ik hem vroeg om bij ons te komen spelen met RSD, was er net een cd verschenen met opnames bij 3VOOR12, waar verschillende bands een uur lang het nummer Forza (It is) van Bewilder hadden gespeeld. Allemaal in een andere uitvoering. Het was mijn advies geweest om daar een cd van te maken. Tijdens onze eerste line up in 2017 hadden wij de primeur van die cd. Daar ben ik nog steeds supertrots op! De eerste editie van RSD was overigens al in 2009, maar Broese kreeg pas het eerste muziekhoekje achter in de winkel in 2016. Daarom deden wij eerder nog niet mee.’

De Plaatboef: een no nonsens platenzaak zoals het hoort 


Zaterdag is het weer Record Store Day, met tal van instore optredens en speciale vinyledities. De tweedehands platen- en cd winkel de Plaatboef aan de Oudegracht in Utrecht viert deze dag vanzelfsprekend mee.


In de oudste platenzaak van Utrecht staan nog geen optredens gepland, maar eigenaar Nico Kruithof verwacht dat er nog wel een paar bands komen spelen. ‘Vaak word ik op het laatste moment benaderd door muzikanten die nergens anders zijn ingedeeld. Zij kunnen dan hier terecht.’ In het verleden was het tijdens Record Store Day nog wel eens volle bak in de Plaatboef, met optredens de hele dag door, maar de ruimte in de winkel is te beperkt. ‘Mensen kunnen dan niet meer naar binnen om iets te kopen.’

Foto: Angeliek de Jonge
Dat er zaterdag (vooralsnog) geen bands in zijn muziekwinkel staan, betekent geenszins dat Plaatboef niet meedoet met Record Store Day. Ook hier kunnen muziekliefhebbers terecht voor mooie, exclusieve releases. Om na te gaan wanneer hij voor het eerst deelnam, peutert Kruithof een aantal over elkaar geplakte posters los. ‘Ah, vanaf 2012 zie ik. Dit jaar wordt het dus de elfde keer.’

Op je gevoel


Bjorn Blom en Alex Panhuizen vormen het duo Strijkplankpoëzie. Onder de titel Het gaat goed hoor maken zij een heikel onderwerp bespreekbaar: de mentale gezondheid van mannen. Ook lanceerden ze de dichtbundel En nu echt!


In hun studententijd ontdekten Bjorn en Alex dat ze een passie deelden: poëzie. De jongens besloten samen te werken. ‘We wilden iets voordragen in ons studentenhuis en bij gebrek aan een podium gingen we maar achter een strijkplank staan,’ vertelt Alex. ‘Een van onze vrienden zei: “Mannen kunnen net zomin strijken als over emoties praten.” Toen hebben we de strijkplank gehouden als
symbool.’

Foto: Werry Crone
Jullie vonden elkaar in de thematiek: emoties van mannen.

‘Ja, er was er meteen een match. We komen allebei uit stereotiepe VVD-stemmende gezinnen waar niet gepraat werd over gevoelens. Niet dat het verboden was, maar al snel werd er dan gezegd: Oké, volgende onderwerp!” Toen we in Utrecht gingen studeren, bleek het daar wel te kunnen. Dat was een openbaring voor ons.’

vrijdag 4 augustus 2023

Stripmakers over Utrechts stripfestival MUS

Op MUS, het Utrechtse stripfestival, presenteren cartoonisten hun werk. Ook zijn er workshops, gesprekken en de uitreiking van de Gouden MUS. Drie makers blikken vooruit.


Wilbert van der Steen

Wat vind je van dit festival?
‘Heel tof, vooral omdat het kleinschalig is en net iets anders dan de reguliere stripboekenbeurzen. Daar staan vaak stands van grote uitgevers en handelaren met dozen waarin mensen kunnen rommelen. Deze markt is intiemer, zodat je eerder contact hebt met bezoekers.’

Het zal je vaak gevraagd zijn: ben je familie van Willy van der Steen?
‘Nee. Misschien heel ver weg, maar dat heb ik nooit uitgezocht. Of ik voordeel heb van deze achternaam? Misschien gaan mensen eerder kijken wat ik maak. Het is wel grappig dat ik in 2013 de Willy Van der Steenprijs gewonnen heb. De Suske en Wiske-boeken heb ik als kind verslonden, maar later ben ik andere dingen gaan lezen.’

Wat is je favoriete strip?
‘Thieves van Lucie Bryon vind ik erg leuk. Het gaat over twee jonge meiden die allebei graag stelen. Ze besluiten om de spullen terug te brengen en worden dan verliefd op elkaar. Het is een mooi, lief en bijzonder verhaal. Ik schrijf zelf ook veel over lhbtq+ gerelateerde onderwerpen, omdat dat mijn wereld is. Binnen het Nederlandse taalgebied gebeurt dat nog maar weinig0. Maar het is wel belangrijk, vind ik. Als jonge jongen had ik dat graag gezien: een representatie van mijn eigen gevoelswereld, een plek waar ik me thuis voel.’

Luna Movement: ‘Bewegen is goed voor alles’


Luna Movement is een nieuwe Utrechtse jongerenorganisatie bedoeld om de jeugd in beweging te krijgen. Aan de basis staan Ramzi Abu-Zeid en Daniël Cissé. ‘We zijn een soort grote broers voor de kids, ze zien ons als voorbeeld.’


In Buurtcentrum Hart van Hoograven zijn de twee net klaar met de activiteit ‘Politiekids’, bedoeld om kinderen tussen 8 en 12 jaar een positiever beeld bij te brengen van de politie. Luna Movement is verantwoordelijk voor het sportieve gedeelte.

De les bestond uit een uurtje ‘balans-gerelateerde spelletjes’: ‘Een circuitje, overgooien met een bal terwijl je achteruit loopt, dat soort dingen,’ vertelt Ramzi. De twee zijn tevreden over hun les, al kan het altijd beter: ‘Soms moeten we duidelijker onze grenzen aangeven. De kids zijn snel afgeleid en worden dan erg druk. Voor ons is dit ook leerzaam,’ zegt Ramzi.

Luna Movement is een nog vrij jonge organisatie, bestaande uit een tiental jeugdige trainers die nog studeren, of net klaar zijn met een opleiding. De gemene deler van deze groep jongeren: ze hebben allemaal een passie voor sport/beweging en vinden het leuk om met kinderen te werken.

De vette sound van Rob Touber


Muziekjournalist Frank Jochemsen maakte samen met Jim Immig een podcast over tv-regisseur en platenproducer Rob Touber: De Rob Touber sound. Daarbij deden ze een verrassende vondst: het onaangetaste oeuvre van Touber in audio.‘Hij haalde artiesten uit hun comfortzone.’

Bij het horen van de naam Rob Touber zal niet bij iedereen een belletje gaan rinkelen. Touber stierf al op 38-jarige leeftijd en van zijn tv-opnames is bijna niks bewaard gebleven. ‘Zelf heeft hij ook nooit op de voorgrond getreden. Dat was meteen ook zijn grootste drama: hij wilde zanger worden, maar dat was onmogelijk vanwege hevige astma,’ vertelt Jochemsen. ‘En in Nederland gaan we niet goed om met ons culturele erfgoed. Dat veel mensen aan hem voorbij lopen is een belangrijke drijfveer voor onze podcast.’

Foto: Beeld en Geluid
Het was oud-directeur van de VPRO Arie Kleijwegt die een belangrijke rol speelde bij de start van de carrière van Rob Touber, zo rond 1965. Touber schreef in die tijd behoorlijk kritische tv-recensies. ‘Op een gegeven moment zei Kleijwegt: ‘Als je het zo goed weet allemaal, waarom doe je het dan niet zelf?’ Zo belandde Touber achter de schermen en begon hij volgens Jochemsen met een professie die op dat moment nog moest worden uitgevonden: tv-regisseur annex platenproducer. ‘Dat vak heeft hij in Nederland mede vormgegeven.’

Klein Bulgarije in Utrecht


Aan het eind van de Amsterdamsestraatweg zit sinds een maand een Bulgaarse supermarkt, de eerste in Utrecht. Eigenaar Anton Antonov. ‘Ik wil de mensen in Utrecht kennis laten maken met de Bulgaarse keuken.’

De ballonnen in de kleuren van de Bulgaarse vlag ter ere van de opening hangen nog boven de deur van de ingang. En de ontvangst door Antonov en zijn vrouw Daniela met een stukje banitsa (smaakvol Bulgaars gebak) is allerhartelijkst. Banitsa is een van de typisch Bulgaarse producten die verkrijgbaar zijn in Little Bulgaria.

De winkel aan het eind van de Amsterdamsestraatweg is nu ruim een maand geopend. Het loopt al behoorlijk goed, zegt Antonov. ‘Vandaag (dinsdag, red.) is het iets rustiger dan anders omdat veel mensen hun inkopen in het weekend doen en dan een paar dagen vooruit kunnen.’

Foto: Angeliek de Jonge
Lange tijd had Antonov twee fietsenzaken in hartje Amsterdam. Door corona en het wegblijven van toeristen nam de klandizie flink terug. Toen daar een conflict bijkwam met de eigenaar van een van de panden besloot Antonov te stoppen als fietsenmaker en uit te kijken naar iets anders. Een vriend stelde voor om een Bulgaarse supermarkt te beginnen. ‘Ik dacht: waarom niet?’ In Amsterdam bleken er al twee te zijn, dus richtte Antonov zijn blik op Utrecht. 

Het muzikale protest van Sophie Straat


Ze wordt de koningin van een nieuwe generatie protestzangers genoemd. De Amsterdamse zangeres Sophie Straat verpakt haar maatschappelijk relevante boodschap in een smakelijke mix van smartlap en pop.


Als afstudeerproject aan de kunstacademie zong Sophie Straat (echte naam Sophie Schwartz) een lied over gentrificatie, iets waarmee ze zelf geconfronteerd werd in de Amsterdamse wijk De Pijp waar ze woonde. Vanaf dat moment is Straat protestzanger en zingt ze ook over onderwerpen als homohaat, de abortuswet in de VS en politiegeweld. Hoewel haar boodschap serieus is, zorgt humor voor een lichte toon. ‘Ja, ik breng het altijd met een knipoog. Dat maakt het draaglijker om met dit soort onderwerpen te dealen.’

Koos je voor de artiestennaam Straat omdat die goed past bij levensliederen?

‘Nee, Straat was altijd al mijn bijnaam. Toen het niet handig bleek om bij Facebook al je gegevens online te zetten, stelde mijn moeder voor om een andere achternaam te kiezen. Mijn broer en ik kozen voor ‘Straat’ omdat we veel op straat speelden. Vanaf dat moment dacht iedereen dat ik zo heette. Toen ik mijn eerste liedje uitbracht en een artiestennaam nodig had, was de keuze snel gemaakt.’

Best opvallend, een jonge zangeres die zegt beïnvloed te zijn door smartlappen.

‘Aanvankelijk luisterde ik er helemaal niet naar. Mijn ouders draaide de Stones en de Beatles. Toen ik de Zangeres zonder Naam hoorde, werd ik getriggerd. Zij kwam op voor homo’s en sprak zich uit tegen racisme en de oorlog in Vietnam. En als vrouw moest ze extra hard haar best doen. Dat alles sprak mij erg aan. Ik ben me gaan verdiepen in de betekenis van de smartlap.’

vrijdag 28 juli 2023

Vijf keer vinyl in Utrecht

Vinyl is weer helemaal terug. Op welke plekken in Utrecht kun je het beste struinen in de platenbakken naar goed verborgen pareltjes? Vijf tips. 

1. Elvis Corner

Ergens halverwege de Amsterdamsestraatweg zit een platenzaak speciaal gericht op fans van Elvis Presley. Er is niet alleen vinyl te vinden, maar ook cd’s, boeken, spellen én souvenirs zoals zonnebrillen en mokken met de beeltenis van Elvis erop. ‘Afgezien van een toevallige passant komen de mensen vooral voor onze collectie platen hoor’, zegt eigenaar Johan van Weezel, die de zaak samen met zijn vrouw Cherry runt vanaf 2005. Van heinde en verre reizen Elvisfans naar zijn winkel: ’Veel klanten komen uit Duitsland en België, maar er komen ook Elvisliefhebbers uit Israël en Rusland. Nou ja, nu dan even niet natuurlijk.’ Zijn verklaring voor de wereldwijde interesse: ‘In Europa zijn wij de enige die dit doen.’

2. Dig-it records

Dichterbij het centrum huist deze tweedehands vinylwinkel van Bert Tiggelers. Zo’n vijf jaar zit de Limburger op deze locatie waar voordien babyspulletjes werden verkocht. Een aantal jaren stond hij met zijn platen op de markt. Toen hij dat beu was (‘altijd strijd om een goede plek’) begon hij zijn eigen platenzaak. Zijn collectie bestaat uit ‘ongeveer 5000 kwaliteitsplaten in bijna alle genres, van wereldmuziek tot metal’. Wekelijks verkoopt hij er zo’n 300. ‘Bands als Abba en The Eagles zijn weer erg populair.’ Uit de boxen schalt de alternatieve rock van Them Crooked Vultures. ‘Mijn eigen smaak heeft niks te maken met wat ik verkoop. Een van mijn best verkopende albums is Brothers in Arms van Dire Straits, maar ik heb niks met die band.’ 

Sadettin K over Monumentaal: ‘Opeens stond overal een vraagteken achter’

In de voorstelling Monumentaal stelt theatermaker Sadettin Kirmiziyüz zichzelf de vraag: welke lessen die ik van mijn ouders heb geleerd, geef ik door aan mijn kinderen?

Eerder maakte Sadettin Kirmiziyüz voorstellingen waarin de verhalen van zijn Turkse familie symbool staan voor maatschappelijke en politieke thema’s, zoals identiteit, migratie, integratie en culturele meervoudigheid. In Monumentaal gaat hij dieper in op de relatie met zijn familie, op het wereldbeeld van zijn ouders en de overtuigingen die hij van hen meekreeg. Op welke manier wil hij zijn eigen kinderen voorbereiden op de toekomst?

foto: Bart Grietens
Waarom besloot je juist nu om deze voorstelling te maken?

‘Voor mijn werk put ik vaak uit mijn eigen leven. En als ik nu in de spiegel kijk, denk ik: ik ben net zo oud als mijn ouders toen zij drie kinderen hadden, ook twee jongens en een meisje. We zitten in dezelfde levensfase, met een huis, een baan en een gezin. En het afgelopen jaar is er in de privésfeer iets ingrijpends gebeurd waardoor ik ben gaan nadenken: mijn pasgeboren zoon belandde op de ic. Van mijn ouders heb ik altijd geleerd dat iets is omdat het zo is – volgens hen gebeurt alles met een reden. Zou zoiets heftigs als dat met ons zoontje dan ook zijn voorbestemd? En als God dit bedacht heeft, wat betekent dat dan? Waarom doet hij dat? Hoe moest ik zo’n idee overdragen op mijn kinderen, als ik het zelf ook niet meer wist? Levenslessen die ik geleerd had, kwamen op losse schroeven te staan. Achter alles wat ik was, of dacht te zijn, stond opeens een groot vraagteken. Daar wilde ik iets mee in mijn nieuwe voorstelling. Met ons zoontje gaat het nu naar omstandigheden trouwens redelijk goed.’

Leren & lachen


In zijn theaterlezing fileert historicus en tv-personality Maarten van Rossem op zijn kenmerkende wijze actuele, maatschappelijke en politieke kwesties. Er valt zeker wat te lachen, zegt hij, maar: ‘Het is wel belangrijk om te vermelden dat ik geen cabaretier ben. Ik zing geen liedjes en doe geen gekke dingen.’

‘Bel me niet voor één uur ‘s middags,’ is het advies. Maarten van Rossem is niet zo van het vroege opstaan. Hij werkt en leest tot diep in de nacht en houdt er een geheel eigen dagritme op na. Als ik hem rond een uur of twee benader voor een interview, blijkt het toch nog ongelegen te komen, want op hetzelfde moment wordt hij op zijn andere telefoon gebeld door zijn vrouw. ‘Nog een tip: neem nooit twee telefoons.’

ANP
Belemmert dit dagritme je niet in je dagelijkse bezigheden?

‘Nee hoor, er valt prima mee te leven. Het vroegste optreden dat ik ooit heb gedaan was om drie uur in de middag. De tijden dat ik college gaf op de universiteit kon ik zelf bepalen. Alleen toen mijn kinderen nog jong waren, stond ik vroeg op.’

Wie (voor de klas staat en) niet leest is gek


Het is allang geen nieuws meer: Nederlandse kinderen lezen steeds minder. Wat is eraan te doen? Naomi Smits schreef het boek Wie dit niet leest is gek, over hoe we de ontlezing kunnen tegengaan.

Nederlandse kinderen lezen het minst graag van alle kinderen ter wereld. Een groot deel haat het zelfs”, schreef onderwijsredacteur Aleid Truijens onlangs weer eens in de Volkskrant. En inderdaad, al jaren doen Nederlandse leerlingen het steeds slechter op de internationale ranglijsten, zowel qua leesvaardigheid (en dan vooral op het onderdeel ‘begrijpend lezen’) als qua leesplezier – twee zaken die elkaar beïnvloeden. Volgens schrijver en leerkracht Naomi Smits zit de crux bij haar collega’s. “Veel leerkrachten lezen niet en zijn slecht op de hoogte van het kinderboekenaanbod. Maar wat heb je voor de klas te zoeken als je zelf niet van lezen houdt?”

Woordjes blaffen

Hoe komt het dat de leesvaardigheid van Nederlandse kinderen zo slecht is in vergelijking met die van kinderen in het buitenland? 

“De digitalisering en de schermtijd spelen natuurlijk een grote rol, maar dat is in andere landen niet anders. Wat Nederland mist, is een groot onderwijsprogramma vanuit de overheid om ontlezing aan te pakken. Dat gebeurt in andere landen wel. In Portugal kwam er bijvoorbeeld een nationaal leesplan en in Vlaanderen is een heus ‘Leesoffensief’ van start gegaan, met ambitieuze doelstellingen. Nederland doet wel aanbevelingen, maar geeft geen prioriteit
aan het leesonderwijs. Er is geld genoeg, maar dat wordt aan andere dingen besteed. Het belang van goed en effectief leesonderwijs wordt hier onderschat.” 

Tom Waits zonder hoedje


Dat Flip Noorman (34), die eerder een voorstelling maakte over Leonard Cohen, vertaalde liedjes van Tom Waits ten gehore brengt, is niet heel verrassend. Zeker in zijn begintijd deden zijn stemgeluid en songmateriaal sterk denken aan die van de Amerikaanse bard. 

Noorman wil vooral Waits’ teksten onder de aandacht brengen. ‘Die zijn altijd een beetje onderbelicht gebleven. Daar heeft hij zelf ook schuld aan omdat hij overal doorheen brult. Maar hij is een waanzinnig grappige gast met heel duistere humor.’

Maandenlang moest er met het management onderhandeld worden om toestemming te krijgen voor de show. ‘We mogen de liedjes live spelen, maar filmen en opnemen mag niet. Ook is het niet toegestaan om zijn stem te imiteren, of net zo’n hoedje op te zetten als hij doet.’ Ook wilde Tom Waits een paar vertalingen vooraf lezen. ’Al met al heeft die hele voorbereiding me meer stress opgeleverd dan het maken van het programma zelf.’

Noorman begint de voorstelling met Big in Japan, wil hij wel alvast verklappen. ‘Dat nummer staat op een compilatiealbum van punklabel Epitaph. Het is minder hard dan de andere punknummers, maar wel rauwer. Ik kende Tom Waits al van mijn vader, maar dit lied trok me echt zijn oeuvre in.’ Het vertalen bleek nog geen sinecure. ‘Hij is een muzikale tekstschrijver. ‘Het kan me niet schelen of het er op papier goed uitziet,’ zei hij ooit, ‘als het maar goed klinkt.’

Na lang prakkezeren werd de openingszin van Clap Hands, ‘Sane sane they are all insane’: ‘Dwaas dwaas ze zijn maarts als een haas.’ Vrij vertaald naar Alice in Wonderland. Clap Hands is een favoriet nummer van Noorman, maar: ‘een kutnummer om te vertalen haha.’

Onlangs werd bekend dat het management van Tom Waits aan Flip Noorman toestemming heeft gegeven om een album uit te brengen met de covers.

Born on the Bayou


‘Na The Beatles de grootste band ter wereld’. Best een boude uitspraak van verteller Jeff Bridges aan het begin van de docu. Maar 1969 was onmiskenbaar een puik jaar voor Creedence Clearwater Revival: vijf top tien singles, drie albums in de top tien, een optreden in de Ed Sullivan show en headliner op Woodstock. 

In Travelin’ Band wordt de band uit California gevolgd tijdens hun eerste Europese tournee, met optredens in Berlijn, Stockholm, Rotterdam, Parijs en Londen. Het laatste concert, in de legendarische Royal Albert Hall, wordt vertoond in het tweede deel van de documentaire.

In het eerste deel is er aandacht voor de wederwaardigheden van de bandleden tijdens de tournee. Bassist Stu Cook is voor het eerst in Europa: ‘Het bevalt me goed. Bijzonder dat elk land zo anders is! Zelfs Zweden en Denemarken zijn totaal verschillend, al liggen ze vlakbij elkaar.’ Drummer Doug Clifford: ‘Het is zo spannend allemaal, ik wil eigenlijk niet slapen. Een fantastische ervaring!’ En zanger/tekstschrijver John Fogerty in Kopenhagen: ‘Het Engels begrijpen ze hier niet. Maar we communiceren via de muziek.’ 

Bijna aandoenlijk is het om die stoere rockjongens zo opgewekt, en zo naïef over Europa te horen praten. Cook is nog iets opgevallen: ‘In Europa kun je een baan krijgen met lang haar. Bij ons moet je het eerst afknippen, ongeacht je opleiding.’ In Berlijn hangt het viertal, grappend en grollend, rond bij de Berlijnse muur. ‘Als we nu eens gaan optreden op de muur, en het publiek dansend ervoor en erachter. Misschien valt de muur dan wel om!’

7 andere tips voor Noorderslag


1. Big Joanie

Big Joanie is een zwarte feministische vrouwenpunkband uit Londen die op intrigerende wijze de rebelse woede van de jaren 90 combineert met synth gestuurde post-punk. De band speelde al in het voorprogramma van St Vincent en IDLES. Onlangs verscheen het tweede album Back Home op het label van Thurston Moore (Sonic Youth), en daar zit je nooit verkeerd natuurlijk.

2. De Toegift

Nostalgie en melancholie staan centraal in de mooie liedjes van de Zeeuwse band De Toegift. Poëtische Nederlandstalige teksten en subtiele indie worden knap vermengd tot een dromerige sound. Met invloeden uit de jazz en steeds op zoek naar het experiment en het perfecte liedje. En de perfecte toegift. Ergens tussen Spinvis en Marten de Paepe.

3. Elephant

Elephant is een vierkoppige band uit Rotterdam die sterk beïnvloed is door de jaren 70. Niet zo gek dus dat hun eerste EP werd geproduceerd door Pablo van der Poel van DeWolff. Maar bij Elephant overheerst niet het grote rockgeluid, maar fijne laid back met mooie melodieën, zachte zang en rinkelende gitaren. Voor de liefhebbers van The Jayhawks en Wilco.

De beat van de archipel


Het jaarlijkse festival Noorderslag in Groningen gaat weer van start. Een van de bands die er optreden is Nusantara Beat, geïnspireerd door traditionele Indonesische muziek uit de jaren twintig én de westerse sixties-groove. ‘We vinden het belangrijk dat de muziek van onze voorouders gehoord blijft.

Het is even zoeken naar muziek van Nusantara Beat. Albums of singles zijn nog niet voorhanden. Op YouTube is welgeteld één liveopname te vinden. De band speelt het nummer Sabilulungan (‘een Soendanese klassieker’) tijdens het TTF Festival in Den Haag. Ze zullen zo vlak voor het optreden op Noorderslag toch wel meer dan een enkel liedje paraat hebben? ‘Haha, ja hoor. We hebben op dit moment ongeveer een uur aan muziek. En we hebben net twee singles opgenomen in de studio van Jasper Geluk, die eerder albums produceerde van Altın Gün en Jungle By Night, mijn andere band. Die komen begin dit jaar uit. Binnenkort gaan we werken aan ons eerste album,’ vertelt drummer Sonny Groeneveld in de Tolhuistuin aan het IJ in Amsterdam. Ook gitarist Rouzy Portier is present.

Verbazingwekkend is het wel dat een band die krap een jaar bestaat, en nog maar weinig van zich heeft laten horen, wordt gevraagd om op te treden op Noorderslag, het belangrijke showcasefestival in Groningen waar labelmanagers en bookers gretig rondstruinen op zoek naar nieuw talent. Groeneveld: ‘Dat is best bizar ja. Veel meer dan een paar liveoptredens hebben we eigenlijk nog niet gedaan. Maar daar werd wel erg enthousiast op gereageerd. Via mond-tot-mondreclame, en door een demo van ons die rondzwierf bij bookers, worden we nu opeens veel gevraagd. En daar zijn we natuurlijk erg blij mee.’ 

donderdag 12 januari 2023

Allemaal zijn we een beetje Elvis


Rondom de dag dat hij 88 jaar zou worden, organiseren enkele fans van Elvis Presley een feestje in Theater Berenkuil: het Elvisfest. Met cabaret, een Elvisdisco, een fototentoonstelling en de presentatie van de 20e editie van het magazine Almost in Elvis: ‘Mijn boek met bebopalulaverhalen’.

Bedenker en maker van dit periodiek met eigenzinnige verhalen over Elvis Presley is schrijver Dennis van Tiel. Al sinds zijn vroege jeugd is Van Tiel gefascineerd door zanger uit Memphis, Tennessee.

Foto: Angeliek de Jonge
Beschouw jij jezelf als grootste Elvisfan van Utrecht?

‘Ik zie mezelf niet direct als een fan die alles van Elvis geweldig vindt. Elvis is voor mij meer een excuusmuze om elke keer een leuk blad over hem te maken. Zijn leven en tragiek vormen voor mij de inspiratiebron. Hij is een soort vleesgeworden Amerika: alles wat in dat land samenkomt, zie je bij hem terug, zoals showbusiness, overdaad in fastfood, medicijnengebruik, voorliefde voor wapens, religie, talent en misbruik van talent.’

Wanneer is het zaadje geplant bij jou?

‘Toen ik een jaar of 9 was, zag ik een muziekprogramma over zijn laatste tournee in 1977. Die doodzieke man in een pak fascineerde mij. Waarom werd hij zo aanbeden? Ik kende tot dan alleen ‘normale’ artiesten als Meat Loaf. Mijn vader bracht uit de VS ook een paar platen mee van Elvis. Toen is de fascinatie ontstaan en die is altijd gebleven. Zijn verhaal ben ik pas later gaan lezen.’

Kovacs doet geen concessies meer


Binnenkort verschijnt het derde album van Kovacs. Sharon Kovacs is geboren en (deels) opgegroeid in Baarlo. Haar muziek reikt inmiddels tot ver over de landsgrenzen. Op het nieuwe album Child of Sin reflecteert ze op een moeilijke periode in haar jeugd.

Getooid met een fikse, knalgele zonnebril spreekt Sharon Kovacs op een snikhete middag openhartig over de thematiek op haar nieuwe album. De locatie: het terras dat onlangs tot beste van Limburg is uitgeroepen in het centrum van Baarlo, het dorp waar Sharon Kovacs 32 jaar geleden geboren is en de eerste jaren van haar jeugd doorbracht.

De plekjes met een parasol zijn helaas bezet. Is het niet te warm voor haar, zo in die brandende zon? ‘Nee hoor, ik heb mijn gezicht goed ingesmeerd. Ik vind het eigenlijk wel lekker zo.’

De zangeres combineert het interview met een bezoekje aan haar oma, die een paar straten verderop woont. Precies op de plek waar vroeger de lagere school stond van Kovacs, ’t Kempke. Eén keer heeft ze opgetreden in haar geboortedorp, zo zegt ze. ‘Dat was tijdens de viering van 50 jaar bevrijding. Toen heb ik voor al die oudjes in de bibliotheek gespeeld. Dat vonden ze erg leuk,’ zegt ze lachend. ‘En oh ja, ik heb ook nog als kind voor mijn oma gezongen in zaal Habets!’

Zoek niet te hard naar geluk


In zijn twaalfde bundel ‘Met wat geluk’ dicht Ingmar Heytze over gelukkig zijn in moeilijke tijden. Hoe maak je iets van een leven waarin gewone dagen steeds schaarser lijken? ‘Het nastreven van geluk is onverstandig. Tevreden zijn is al heel wat.’

‘In de generatie opa’s en oma’s is het grote sterven begonnen, de wereld zucht onder oorlog, klimaatcrisis en de naweeën van een pandemie. Hoe houd je een acceptabel humeur onder zulke omstandigheden?’, is te lezen op de achterkant van de nieuwe dichtbundel van Ingmar Heytze. ‘Wanneer ik gelukkig ben? Als ik teveel gitaren heb en een goede espressomachine.’

Kijk je nu heel anders aan tegen geluk dan toen je een jaar of 16 jaar was?

‘Zeker. Als zestienjarige heb je nog een compromisloze kijk op de wereld. Je kunt helemaal je eigen gang gaan en jezelf zijn, met alle angsten en onzekerheden over de toekomst. Ook kun je alles zeggen tegen iedereen, als puber kom je daar mee weg. Er is niet veel dat je afleidt van een beetje in het gras liggen, een stickie roken en naar het heelal kijken.’

In hoeverre is dat veranderd?

‘Dat flierefluiten gaat er wel af met de jaren. Het aantal beslommeringen neemt toe. Het grote verschil tussen toen en nu zijn mijn kinderen. Het is misschien een cliché, maar je bent zo gelukkig als je ongelukkigste kind. Als de kinderen gelukkig zijn, ben ik het ook. Dat is een directe voorwaardelijkheid. Zijn ze niet gelukkig, dan kan ik wel de Lotto winnen of allerlei literaire prijzen, maar dan ben ik het ook niet. Mijn geluk is dat van mijn kinderen.’

Ode aan Kate Bush


Sinds de jaren 80-hit Running up that hill te horen was in de populaire Netflixserie Stranger Things, is Kate Bush ontdekt door een jongere generatie. In haar nieuwe theatershow brengt Anneke van Giersbergen een eerbetoon aan de Britse zangeres.

‘Ja, het kwam mij ook wel goed uit,’ zegt zangeres Anneke van Giersbergen over de Kate Bush-revival. ‘Al was het ver voor Stranger Things dat ik besloot om een theatervoorstelling over haar te maken.’ Anneke is onder meer bekend van de metalband The Gathering, maar schreef ook muziek voor de Efteling, maakte een kindervoorstelling en deed een show over Madonna. 

Ze werkte samen met artiesten als Devin Townsend, Anathema, de IJslandse folkgroep Árstíðir en BLØF en begin 2021 verscheen haar soloalbum The Darkest Skies Are The Brightest. En nu staat Anneke op de planken met eigen interpretaties van liedjes van Kate Bush. ‘Zij kan wel hoger zingen dan ik. Ze is een sopraan, ik een mezzosopraan. Wuthering Heights kan ik overigens wel aan hoor. Het is niet zo dat ik de liedjes heb moeten verlagen. Maar het belangrijkste is dat je het gevoel goed overbrengt.’

Wanneer raakte jij in de ban van Kate Bush?

‘Toen ik als kind de clip van Wuthering Heights op tv zag, was ik meteen onder de indruk. Zo iemand was er nog niet, met die aparte liedjes en die hoge stem. Ik ben altijd naar haar muziek blijven luisteren. Kate Bush maakt emotionele en diepzinnige muziek die tegelijkertijd ook pop is. Haar stem is natuurlijk prachtig. En ze zingt over niet-alledaagse onderwerpen, zoals literatuur en poëzie, waarmee ze haar eigen verhaal maakt. Als je naar haar luistert, ontdek je elke keer wel iets nieuws: hoe ze naar het leven kijkt, haar emoties verwoordt, de dingen beleeft. Mijn favoriete album is The Red Shoes, met daarop You’re The One als een van haar mooiste liedjes. Het lijkt een gewone love song, maar als je er echt induikt, ontdek je allerlei lagen in de melodie, sound, emotie en tekst.’

In de vrije ruimte


Al tien haar helpt het Utrechtse platform No Man's Land jonge muzikanten bij het nemen van een volgende stap in hun ontwikkeling. ‘Laat de druk van de markt achter je. Pas dan heb je de vrijheid om kunst te maken.’


Talentontwikkeling; daar draait het vooral om bij No Man’s Land. Het platform richt zich op jonge makers die hun weg zoeken in de popmuziek, en stelt daarbij coaches, netwerken, kennisdeling en geld ter beschikking. Een gesprek met directeur-bestuurder Robert Kouijzer en programmamaker Chris van Beek.

Als je googelt op No Man’s Land kom je eerst uit bij een kledingmerk. Dat lijkt me niet helemaal de bedoeling …

Robert: ‘Dat wist ik niet, haha. Voors ons verwijst de naam No Man’s Land naar de ruimte die kunstenaars betreden als ze nog weinig structuur hebben. Het niemandsland’ Van Beek: ‘Om makers te helpen brengen wij in dat niemandsland partijen bij elkaar. Het is dé plek waar ze de kennis kunnen opdoen die ze nodig hebben voor een volgende stap.’ Kouijzer: ‘Samen ontwikkelen we nieuwe wegen.’ Chris: ‘Maar we kunnen ook nog altijd truien gaan verkopen, haha.’

Het levende lab van Pynarello


Het avontuurlijke klassieke ensemble Pynarello maakte vijf jaar geleden een vliegende start en werd al snel omarmd door publiek, programmeurs en andere musici. ‘We rekken op een vriendelijke manier de grenzen van het genre op.’


Pynarello is een muzikaal collectief uit Utrecht dat experimenteert met de conventies van klassieke muziek. Dat genre kan avontuurlijker, spontaner en directer, volgens het ensemble, dat dit jaar haar vijfjarige bestaan viert. Ter ere van dat jubileum kreeg Pynarello de sleutel van TivoliVredenburg om daar een seizoen lang Ensemble in residence te zijn. ‘De programmeur van TivoliVredenburg zei: “Jullie gedroegen je altijd al zo, dus veel verandert er niet.” En we zijn inderdaad al jaren kind aan huis in TivoliVredenburg; we spelen en repeteren er regelmatig,’ vertelt artistiek leider en violist Lonneke van Straalen. ‘Maar we zien de titel ensemble in residence toch als een cadeautje. Het is fijn dat we zo extra aandacht krijgen in ons jubileumjaar.’

Hoe is het idee ontstaan om Pynarello op te richten?

‘Ik had al langer de wens om met gelijkgestemde avonturiers een band, collectief, ensemble of orkest op te richten. De klassieke wereld werkt al decennialang met dezelfde conventies en kaders. Ik houd erg van tradities, maar kijk ook altijd hoe het anders kan. Soms is het goed om je af te vragen of iets nog wel bij de tijdgeest past, en of er misschien veranderingen nodig zijn. Een klassiek orkest met een experimenteerdrang zoals Pynarello was er nog niet. Vanaf minuut één zijn we een soort levend laboratorium. We houden er niet van om dingen kapot te maken, of ergens tegenaan te schoppen, maar rekken op een vriendelijke manier de grenzen een beetje op.’

Zoeken naar de bron van het licht


De voorstelling Licht van theatergezelschap Het NUT vertelt het verhaal van lichtontwerper Uri Papaport die twee weken blind door het leven gaat na een operatie aan zijn oog. Theatermaker Greg Nottrot neemt hem mee op een reis naar de bron van het licht.

Hoe kwam je op het idee om deze voorstelling te maken?

‘Het verhaal gaat over vriendschap, mijn angst voor het donker en de ogen van Uri Rapaport, de beste lichtontwerper van Nederland. Hij is een lichttovenaar die al meer dan veertig jaar achter de schermen bezig is. Vanaf mijn begintijd als theatermaker werken we al samen. Hij is ook een vriend van mij. Ik wilde al langer een voorstelling maken waarin hij als hoofdpersonage centraal zou staan, en niet in dienst van het verhaal, zoals gewoonlijk. Aanvankelijk zag hij dat niet zo zitten, Uri voelt zich prettiger in het donker. Maar gelukkig heeft hij moeite om nee te zeggen. Nu staat hij dus gedwongen vier weken als hoofdpersoon in mijn voorstelling.’

Kun je iets meer over het verhaal vertellen?

‘Het is een deels fictieve, deels realistische vertelling van een reis die we vorige zomer samen hebben gemaakt. Uri had te horen gekregen dat hij een tumor op zijn oogbol had. Na de operatie moest hij een tijdje geblinddoekt door het leven omdat zijn ogen nog moesten genezen. In afwachting van een hersteld zicht, of niet was hij dus een tijdje blind. Voor een lichtontwerper is dat het ergste wat er kan gebeuren. Dat gegeven heb ik gebruikt voor mijn voorstelling. Ik neem hem mee op reis, op zoek naar de bron van het licht.’

Voor ieder kind is er een boek


Wat doe je voor de klas als je zelf niet van lezen houdt? Deze vraag staat centraal in het boek ‘Wie niet leest is gek’ van schrijver, columnist én parttime leerkracht op de Drie Koningenschool in De Meern, Naomi Smits.


‘Nederland bungelt wat betreft leesvaardigheid al jaren onderaan de internationale lijsten. De crux zit bij de leerkracht. Teveel leerkrachten lezen niet en zijn nauwelijks op de hoogte van het (actuele) kinderboekenaanbod,’ zegt Naomi Smits.

Waarom is het zo belangrijk dat leerkrachten zelf ook van lezen houden?

‘Zien lezen doet lezen. En een goed voorbeeld doet volgen. Het hoort gewoon bij het vak van leerkracht. Over rekenen kan een leerkracht niet zeggen: ‘Dat is stom, dat doe ik niet.’ Hetzelfde geldt voor lezen. Het hoeft niet je grootste hobby te zijn, maar je moet kinderen wel kunnen adviseren en enthousiasmeren. Pas als je weet waar hun interesses liggen, kun je ze naar een goed boek leiden. Een goede leerkracht weet kinderen dagelijks te verrassen en te verleiden met een mooi kinderboek.’

Begin de dag met Bach


Muziek, gedachten en gedichten wisselen elkaar af tijdens Bezin met Bach, een themaochtend waarop je even ontsnapt aan de waan van de dag. Op de eerste editie staan publicist Corine Koole en dichter Maud Vanhauwaert stil bij de liefde.


Vanaf deze maand organiseert TivoliVredenburg op drie zaterdagochtenden Bezin met Bach. Cantates van Bach, gespeeld door de Nederlandse Bachvereniging, gaat samen met beschouwende verhalen over actuele levensvragen van schrijvers en denkers als Corine Koole en Maxim Februari. ‘Veel mensen zijn op zoek naar iets om tot rust te komen en de gedachten te ordenen,’ zegt medeorganisator Cécile Gouder de Beauregard.
 
Bezin met Bach is een nieuw concept. Hoe kwamen jullie op het idee?

‘Bij TivoliVredenburg zijn we altijd op zoek naar een aanvulling op ons aanbod. Er was nog weinig ruimte voor bezinning en spiritualiteit. We besloten om de thema-avonden Kennis & Debat te combineren met klassieke muziek, om zo tot iets nieuws te komen. Door corona is de behoefte aan bezinning sterker geworden. En de laatste tijd komt er sowieso al veel op ons af, denk ook aan de klimaatcrisis en de oorlog in Oekraïne. Veel mensen zijn op zoek naar iets om tot rust te komen en de gedachten te ordenen. De een doet dat op een yogamatje, de ander maakt een wandeling in de natuur. Tot bezinning komen kan nu ook tijdens de Bach-ochtenden.’

Soundtrack van hoop en troost


Een van de eerste Hammondorgels, de toga van Martin Luther King, de zogenoemde Slave Bible en video- en audiofragmenten van iconische gospelartiesten zijn nu te zien op de tentoonstelling Gospel. Zangeres en co-curator Shirma Rouse: ‘Gospel voelt als een warm bad.’


Veel mensen zullen gospel associëren met het opgewekte Oh Happy Day van Edwin Hawkins of de gospelsongs van Elvis Presley. Maar er valt meer te vertellen over de zeer invloedrijke muziekstroming die zijn oorsprong kent in het slavernijverleden. ‘Het is de soundtrack van hoop en troost,’ zegt Shirma Rouse. Ze is (gospel)zangeres en co-curator van de tentoonstelling Gospel in Museum Catharijne Convent.

Foto Maarten Laupman
‘Tijdens de burgerrechtenbeweging in de jaren 50 en 60 werd de muziek gebruikt in de strijd voor gelijke rechten voor de zwarte bevolking in de Verenigde Staten. Ook tegenwoordig zie je dat nog gebeuren. Als er in de VS iets ellendigs gebeurt, zingen mensen een gospel. Barack Obama zong Amazing Grace tijdens de herden - king van de aanslag in Charleston, in 2015. De muziek is nog altijd relevant.’

Hoe is de gospelmuziek ontstaan?

‘De basis ligt in de spirituals, de muziek die de tot - slaafgemaakten zongen op de katoenvelden in The Deep South, het zuiden van de VS. Zendelingen die daar naartoe werden uitgezonden om het woord van God te preken, brachten op hun beurt westelijke harmonieën mee in de vorm van akkoorden en melodieën. En de gitaar natuurlijk. De totslaafgemaakten hadden zelf geen snaarinstrumenten, alleen slagwerk en een stem. In de kerken, opgericht door de zende - lingen, groeiden de spirituals uit tot gospels. Je hoort de muziek later terug bij veel beroemde artiesten, zoals Ray Charles. Hij vertaalde It must be Jesus naar I got a woman. Ook andere grootheden van toen en nu, zoals Sam Cooke, Otis Redding, Aretha Franklin, Marvin Gaye, Beyoncé, Kanye West, maar ook Trijntje Oosterhuis startten hun carrière in de kerk. De invloed van gospel hoor je terug in seculiere muziek als pop, rock, soul, jazz en hiphop.’

dinsdag 10 januari 2023

 

Top 10 van 2022 (in redelijk willekeurige volgorde)


1. Bill Callahan - Ytilaer


De man die eerder al prachtige albums maakte onder de naam Smog, is solo ook alweer toe aan zijn achtste cd. En ook nu zijn de liedjes van Bill Callahan weer donker van toon en worden ze gezongen met die mooie sonore basstem. Akoestische gitaar, piano en hier en daar een koortje zorgen voor een fijne omlijsting. En die vreemde albumtitel? Bill Callahan houdt er van om woorden achterstevoren te schrijven. Ytilaer draait om het idee dat dromen realiteit zijn. 


 



 2. Spoon – Lucifer on the Sofa


Een jaar of vijftien geleden was ik danig onder de indruk van het frisse, eigenzinnige indie-geluid van Spoon. Eerlijk gezegd was ik de Texaanse band alweer enige tijd vergeten totdat ik het nieuwe album Lucifer on the Sofa hoorde. En wat blijkt: de formatie uit Austin staat op haar tiende album nog steeds garant voor lekker onvoorspelbare, springerige gitaarrock met een arty touch. 



3. John Fullbright - The Liar

            Met zijn derde album in tien jaar is de Amerikaanse singer-songwriter John Fullbright niet heel productief. De man uit Okemah, Oklahoma met de gruizige, vroegoude stem is altijd nog maar 34 jaar, dus er zullen er vast nog wel een aantal volgen. Net als op de voorganger Songs staat op dit album weer goed doortimmerde countryrock afgewisseld met prachtig doorleefde ballads.