donderdag 10 augustus 2023

Kampong: Het begin van de opmars


Bart Jan Bekooij schreef een alleraardigst boek over het kampioensjaar van Kampong in 1962/1963, toen zijn vader in het eerste speelde: ‘Kampong 1 Voetbal. Het begin van de opmars!’. De NUK sprak met de auteur.


Het voetbalseizoen 1962/1963 betekende voor voetbalclub Kampong een afrekening met het verleden, waarin amateurisme en geploeter in de marge hoogtij vierden. Twee spelers van het team dat die jaargang kampioen werd en promoveerde naar de eerste klasse, rechtsback Bob Bekooij en rechtsbuiten Charles Tetteroo, hebben dat succesvolle jaar vastgelegd in gedetailleerde statistieken, leuke tekeningen en amusante wedstrijdverslagen. Bart Jan Bekooij, de zoon van Bob, kwam het werk van beide voormalig Kampongspelers op het spoor en maakte er een fijn voetbalboek van. Het boek is niet alleen een adequate, bij vlagen hilarische reconstructie van een cruciaal seizoen voor de Utrechtse voetbalclub, maar het geeft ook een mooi tijdsbeeld van een sportvereniging begin jaren 60.

Goede timing om dit boek nu uit te brengen. Kampong promoveerde het afgelopen seizoen opnieuw …

‘Ja, maar dat is toeval hoor. Het komt wel goed uit natuurlijk. Afgelopen woensdag was er een vrijwilligersbarbecue bij Kampong en Hans Créton (die heel belangrijk was voor het kampioenschap in 62/63, maar hierover later meer) deed ook een woordje. Hij is 88 jaar intussen, maar nog messcherp. Hij trok een parallel tussen het kampioenschap van toen met dat van afgelopen seizoen. ‘Van krantenjongen tot krantenmagnaat,’ zo omschreef hij het. In 1962 stond Kampong nog volstrekt amateuristisch en onbeholpen in het voetballeven. Inmiddels is de club uitgegroeid tot een volwassen derde divisionist.’

Dat het kampioenschap van Kampong in 1962/1963 precies 60 jaar geleden is, zal niet toevallig zijn?

‘De datum van publicatie heb ik wel bewust gekozen ja. Het was de bedoeling om het boek op 19 mei uit te geven, maar het is iets later geworden. Wat heel bijzonder is: de meeste jongens uit het elftal van toen, om precies te zijn tien van de twaalf, leven nog. En bijna allemaal hebben ze hun haar nog, daar ben ik dan wel jaloers op haha. Door alle spelers werd ik keurig en hartelijk ontvangen toen ik bezig was met het boek. Het zijn leuke gasten allemaal. Hennie de Rijk, de linkshalf van toen, loopt nog alle velden af. Hij is een beroemdheid in Utrecht. Van het kampioenschap kon hij zich niks meer herinneren. ‘Ik wil je wel helpen, maar weet er niks meer van,’ zei hij. Hij hield wel van een biertje, dat kan een reden zijn haha. Pas geleden is er nog een reünietje georganiseerd. Het grappige is dat die jongens gewoon doorgaan met waar ze gebleven waren, hoewel de meeste elkaar tientallen jaren niet hebben gezien. Een biertje hier, een dolletje daar. Maar ook wel een serieuze noot af en toe natuurlijk.’

Het overlijden van je vader, Bob Bekooij en rechtsback in het kampioenselftal van Kampong, heeft je aangezet om dit boek te schrijven?

‘Ja, mijn vader stierf in 2019. Zijn vrouw kwam aanzetten met een blauwe map. ‘Kun je hier iets mee?’, vroeg ze. In een mooi handschrift had mijn vader alle uitslagen, het scoreverloop en de opstellingen van dat seizoen bijgehouden. Ik belde mijn vaders vriend, Charles Otterloo, om te zeggen wat ik gevonden had. Hij vertelde me dat hij nog wedstrijdverslagen had uit die tijd, die kon ik ook gebruiken. Journalist en prominent Kamponger Erik Hardeman gaf me oude clubblaadjes van Kampong. Daarin stonden ook de tekeningen die mijn vader bij elke wedstrijd maakte. Vervolgens ben ik in het archief gaan neuzen naar oude kranten uit die tijd. Het viel me op dat er opvallend vaak artikels over Kampong in stonden, zeker gezien hun niveau. De toenmalig hoofdredacteur van het UN was vroeger een belangrijk lid van Kampong, dat zou mee kunnen spelen … ’

Het is een zeer lezenswaardig boekje geworden. Met name de hilarische wedstrijdverslagen van Charles Otterloo zijn erg leuk om te lezen.

‘Charles Otterloo schreef die toen hij een jaar of 22 was. Gewoon, op zijn kamertje thuis. Nooit wetende natuurlijk dat ik hem zestig jaar later zou vragen om die voor mijn boek te gebruiken. Eigenlijk moest hij rechten studeren, maar daar had hij geen zin in. Al de getypte vellen met wedstrijdverslagen had hij bewaard in een klapper. Lange tijd was hij ze kwijt. Toen hij zijn jazzcollectie wilde verkopen (hij was ook een groot jazzliefhebber), vond hij die ordner terug. Meenemen mocht ik die verslagen niet, dus heb ik foto’s gemaakt. Ze zijn inderdaad zeer kleurrijk. Onomwonden schreef Otterloo wat hij van een wedstrijd vond en hierbij spaarde hij niemand. ‘Je bent wel op een paar tenen gaan staan he,’ zei ik. ‘Ach ja, het is zestig jaar geleden,’ zei Otterloo. Zelfs mijn vader, zijn boezemvriend notabene, kreeg er flink van langs. Maar die had er hartelijk om kunnen lachen.’

Hebben de spelers van toen het boek al gelezen?

‘Die vinden het allemaal prachtig. Alle kritiek wordt zonder enige moeite geslikt, haha. Het leuke is dat die wedstrijdverslagen van Otterloo ongecensureerd zijn. Tegenwoordig zouden de scherpe kantjes eraf worden gehaald. De tijdsgeest van het amateurisme wordt er heel goed in getroffen. En de geloofwaardigheid is groot omdat niet alles en iedereen wordt bewierookt. Zo wordt in het eerste wedstrijdverslag de voorzitter van de tegenstander aangeduid als ‘het voorzittertje’. Over amateurisme gesproken: een uur voor de eerste wedstrijd kreeg mijn vader te horen dat hij erin zou staan, maar: ‘De volgende wedstrijd wordt Hans Visscher opgesteld!’ Ook was er een speler die aan het slot van de competitie, toen er echt om het kampioenschap werd gespeeld, ging zeilen en zijn ploeg gewoon in de steek liet …’

Waarom was 1962/1963 nog meer zo’n bijzonder jaar voor Kampong?


‘Er vond een omslag plaats in een paar categorieën. Kampong was een enorm elitaire club in die tijd en niet heel populair in Utrecht. In 1962/1963 werd de ballotage afgeschaft. Hans Créton heeft daar een heel belangrijke rol bij gespeeld. Hij ging spelers van buiten de club benaderen en haalde ze weg bij onder andere UVV en DOS. Daar werd bij Kampong raar naar gekeken: ‘Wat doen die nu hier?’ Maar zo ontstond er wel een andere mentaliteit bij de club. Die jongens van buiten stroopten de mouwen op en kletsten er wat vaker op. Zo leerde Kampong dat het ook om winnen ging, en niet alleen om meedoen. Voor het seizoen 1962/1963 was Kampong een amateuristische hobbyvereniging.’

Wat hield die ballotage eigenlijk precies in?

‘Ja, dat was iets afgrijselijks. Bij mijn vader zijn ze ook thuis geweest. Ze vroegen nog net niet naar de loonstrook, maar controleerden wel of het een fatsoenlijk huishouden was. Schandalig en volstrekt gedateerd dat anderen de standaard gingen bepalen. Echt te gek voor woorden! Daarom had Kampong ook geen goede naam in Utrecht. Voor mij zou een ballotage een reden zijn geweest om niet bij die club te gaan. Het is heel goed dat Hans Créton daar een einde aan heeft gemaakt. De man die toen de ballotages deed overigens, is wel erelid geworden. Blijkbaar hechten ze er bij de club toch wel waarde aan.’

Hoe staat Kampong er nu voor?

‘Het is een enorme vereniging, met 7000 leden in totaal. De voetbalclub heeft ongeveer 2000 leden. Niet te vergelijken met toen. In 1962/1963 waren er maar zes elftallen. In het clubblad stond: ‘Niet afschrijven jongens, we hebben maar 67 spelers voor 6 elftallen!’ Kampong is nu een hele prettige en fatsoenlijke vereniging. Goed geleid door integere mensen en met een uitstekende, vrouwelijke voorzitter. In het bestuur zitten evenveel vrouwen als mannen, dat is ook heel goed. De ballotage ligt ver achter ons. Mijn rol daar? Ik ben de historicus haha. Als er een in memoriam geschreven moet worden, of als iemand 50 jaar bij de club zit, word ik aangesproken. Ik heb ook bij Kampong gevoetbald, maar dat mag geen naam hebben.’

Komt er nog een vervolg op dit boek?

‘Ja, samen met journalist Kees van Dam ben ik bezig om een boekje te maken over het seizoen 1979/1988 toen Kampong ook kampioen werd. Het zal ongeveer dezelfde formule worden. Mooi om de geschiedenis van Kampong zo in beeld te brengen!’

Eerdere publicatie in De NUK.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten