vrijdag 28 juli 2023

Wie (voor de klas staat en) niet leest is gek


Het is allang geen nieuws meer: Nederlandse kinderen lezen steeds minder. Wat is eraan te doen? Naomi Smits schreef het boek Wie dit niet leest is gek, over hoe we de ontlezing kunnen tegengaan.

Nederlandse kinderen lezen het minst graag van alle kinderen ter wereld. Een groot deel haat het zelfs”, schreef onderwijsredacteur Aleid Truijens onlangs weer eens in de Volkskrant. En inderdaad, al jaren doen Nederlandse leerlingen het steeds slechter op de internationale ranglijsten, zowel qua leesvaardigheid (en dan vooral op het onderdeel ‘begrijpend lezen’) als qua leesplezier – twee zaken die elkaar beïnvloeden. Volgens schrijver en leerkracht Naomi Smits zit de crux bij haar collega’s. “Veel leerkrachten lezen niet en zijn slecht op de hoogte van het kinderboekenaanbod. Maar wat heb je voor de klas te zoeken als je zelf niet van lezen houdt?”

Woordjes blaffen

Hoe komt het dat de leesvaardigheid van Nederlandse kinderen zo slecht is in vergelijking met die van kinderen in het buitenland? 

“De digitalisering en de schermtijd spelen natuurlijk een grote rol, maar dat is in andere landen niet anders. Wat Nederland mist, is een groot onderwijsprogramma vanuit de overheid om ontlezing aan te pakken. Dat gebeurt in andere landen wel. In Portugal kwam er bijvoorbeeld een nationaal leesplan en in Vlaanderen is een heus ‘Leesoffensief’ van start gegaan, met ambitieuze doelstellingen. Nederland doet wel aanbevelingen, maar geeft geen prioriteit
aan het leesonderwijs. Er is geld genoeg, maar dat wordt aan andere dingen besteed. Het belang van goed en effectief leesonderwijs wordt hier onderschat.” 

Met welke problemen krijgt een kind op latere leeftijd te maken als het niet goed leert lezen op school?
“Het internationale PISA-onderzoek naar schoolprestaties van vijftienjarigen toont aan dat vijfentwintig procent van alle Nederlandse leerlingen het risico loopt om laaggeletterd het onderwijs te verlaten. Bovendien lezen deze leerlingen niet alleen slecht, ze kunnen ook niet goed interpreteren. Dat betekent dat ze later geen bijsluiters van medicijnen of hypotheekaktes kunnen lezen, of belastingformulieren kunnen invullen. Als school wil je dat leerlingen succesvolle lezers worden, die zich later kunnen redden in de maatschappij.”

Hoe kan het leesonderwijs in Nederland verbeterd worden?
“We zouden massaal moeten inzetten op effectief leesonderwijs waarin leesplezier en leesvaardigheid (‘technisch lezen’) elkaar versterken, en waarin het begrijpend lezen automatisch wordt meegenomen. Basisscholen beschouwen begrijpend lezen als een apart vak, terwijl het eigenlijk een vaardigheid is die je bij alle vakken kunt toepassen. Als je met leerlingen veel rijke teksten en kinderboeken leest
en over de inhoud praat, krijgen ze een dieper tekstbegrip en meer kennis. Natuurlijk moeten leerlingen begrijpen wat ze lezen, maar bij het vak begrijpend lezen ligt er zó veel nadruk op het aanleren van leesstrategieën dat het ten koste gaat van het leesplezier.”

“Ook de manier van testen op basisscholen moet onder de loep: waarom zou je zo veel mogelijk woordjes binnen één minuut moeten kunnen lezen? ‘Woordjes blaffen’ noem ik dat. Ik leer mijn leerlingen om met expressie te lezen – zoals je praat, met aandacht voor intonatie, volume
en dictie. Zo begrijpen ze een tekst veel beter. Als ze een leestoets met expressie en foutloos lezen, maar er twee seconden langer over doen dan de toegestane tijd, dan vind ik dat ze geslaagd zijn. En tot slot zijn er dus te weinig leerkrachten die zelf veel lezen en daarmee het goede voorbeeld geven.”

Rolmodel

Jij geeft in jouw klas het goede voorbeeld. Wat moet er gebeuren op andere basisscholen om het tij te keren?

“Zorg voor veel kinderboeken in de klas. Straal als school uit dat lezen een speerpunt is. Om alle leerlingen aan het lezen te krijgen, moet je een lezende leerkracht zijn, de leesinteresses van je leerlingen kennen, en een leescultuur creëren in de klas en op school. Daarbij is het belangrijk dat
het hele team op één lijn zit, dat er goede afspraken worden gemaakt en dat je een schoolleiding hebt die dit wil faciliteren – anders lukt het niet de ontlezing aan te pakken. Gelukkig zijn er altijd wel een paar enthousiaste kartrekkers die vertellen hoe het anders moet en kan, zoals de leescoördinators.”

“Maar uiteindelijk zijn het de leerkrachten die het goede voorbeeld moeten geven. Voor leerlingen zijn wij een soort influencer, een rolmodel. Als leerlingen de leerkracht enthousiast bezig zien met boeken, gaan ze mee. Ja, ook bij mij in groep acht! Het hoort ook gewoon bij de taak van een leerkracht: lees zelf boeken zodat je jouw leerlingen kunt adviseren, geef leesbevordering een vaste plek op het
rooster, en praat over wat je hebt gelezen, promoot boeken.”

In je boek verbaas je je over leerkrachten die zelf niet van lezen houden. Waarom is het zo belangrijk dat de juf of meester ook voor het eigen plezier geregeld een boek oppakt?

“Wat doe je voor de klas als je niet van lezen houdt? Nogmaals: lezen is het allerbelangrijkste vak op school. Het hoeft echt niet je grootste hobby te worden, maar het hoort bij je werk. Het is jouw verantwoordelijkheid dat jouw leerlingen lezers worden. Ik adviseer leerkrachten: ‘Ga gewoon eens met boeken aan de slag. Lees bijvoorbeeld elke week een kinderboek.’ Ik vraag altijd aan leerkrachten: ‘Wat doe jij als je stilleest met de klas?’ ‘Dan ga ik koffie halen of werk nakijken.’ ‘Nee, je moet ook een kinderboek gaan lezen’, zeg ik dan. ‘Zien lezen doet lezen!’ ”

Leeslijst

En dan speelt de thuissituatie van kinderen ook nog een rol bij ontlezing. Hoe belangrijk is het dat kinderen door hun ouders worden voorgelezen?

“Een kind dat thuis wordt voorgelezen, komt met een 10-0-voorsprong de school binnen. Denk maar aan die enorme woordenschat. Toen ik nog lesgaf in groep drie, merkte ik meteen wie wel en wie niet werd voorgelezen thuis. Voor ouders die de Nederlandse taal niet machtig zijn, of die de middelen niet hebben, zijn er de organisaties VoorleesExpress en Taalmaatjes. Die regelen vrijwilligers die bij mensen thuis komen voorlezen. Maar je kunt ook gewoon een luisterboek opzetten.”

We hebben het nog niet gehad over de pabo-opleidingen. In je boek laat je je kritisch uit over de lerarenopleidingen in Nederland …

“De ene pabo doet meer aan lezen dan de andere. Mijn aanbevelingen: het vak jeugdliteratuur zou vanaf het eerste jaar verplicht moeten zijn, en geen keuzemodule of cursusje. En leg een leeslijst aan voor de studenten, zodat ze elke week verplicht een boek lezen; dan hebben ze er tweehonderd gelezen wanneer ze zijn afgestudeerd. Me dunkt dat je dan je kinderen kunt adviseren! Als je omgaan met kinderen leuk vindt, maar lezen absoluut niet, dan kun je net zo goed in een animatieteam op de camping gaan
werken.” 

Vijf tips voor de leerkracht

1. Lees zelf kinderboeken!
2. Lees elke dag voor!
3. Lees samen boeken!
4. Praat over boeken!
5. Promoot boeken!

Eerdere publicatie in Onze Taal

Geen opmerkingen:

Een reactie posten