zaterdag 4 januari 2020

De Kleedkamer - Jeroen van Merwijk


Uitagenda Utrecht vraagt acteurs, cabaretiers en muzikanten naar hun beleving van de laatste momenten voordat ze het podium opgaan. Cabaretier Jeroen van Merwijk staat momenteel in de theaters met de Oudejaarsshow ‘Was volgend jaar maar voorbij’.

Ben je zenuwachtig voor een optreden?


“Dat hangt van de voorstelling af. Als ik een complete voorstelling uit mijn hoofd moet oplepelen, zoals ik jaren heb gedaan, is er wel enige nervositeit van te voren. Dat was zeker zo toen ik net begon. Het duurt toch een tijdje voordat je dat onder de knie hebt: optreden met publiek voor je neus. In mijn nieuwe show lees ik de liedjes grotendeels op van papier. En dan ben ik eigenlijk niet of nauwelijks zenuwachtig. Maar helemaal zonder spanning het podium opgaan is ook niet verstandig.”

Je staat al heel wat jaren op het podium. Vroeger had je er dus meer last van?

“Ja, de spanning is wel minder geworden. Van huis uit ben ik beeldend kunstenaar en dan is het moeilijk en tegen de aard in om het podium op te gaan. Maar ik ben ook weer een atypische kunstenaar omdat ik veel lul. Op de Kunstacademie was ik degene die het meeste lulde van allemaal. Dat was ook niet zo moeilijk met al die introverte types haha. Uiteindelijk zit ik toch liever in het atelier. Het podium opgaan heb ik echt moeten leren. Eerst was ik een week zenuwachtig, toen een paar uur, toen een uur, toen 13 minuten, toen 10 minuten en nu 1 minuut ongeveer.”

Heb je nog bepaalde rituelen voordat je het podium opgaat?

“Nee eigenlijk niet. Ik ben alleen maar bezig met me te concentreren. Liever heb ik niet te veel afleiding zodat ik een beetje voor me uit kan staren. Er worden dingetjes op mijn smoel gesmeerd zodat het niet te glimmerig wordt allemaal. Zoals een voetballer zich aankleedt voor een wedstrijd, zo kleedt een cabaretier zich aan voor de voorstelling. Bij mij is er geen sprake van rituelen of mascottes. In een interview heb ik wel ooit voor de grap gezegd dat ik altijd een beertje bij me had. Nee, geen biertje haha.”

Geen alcohol voor de voorstelling?

“Bij het eten drink ik altijd een borreltje, meer niet. Ik ken collega’s die dat wel doen, maar voor mij is het genoeg. Bij mijn nieuwe voorstelling zing ik in een behoorlijk tempo 30 liedjes. Dat zijn heel veel woorden. Ik moet dan goed kunnen articuleren, dat luistert heel nauw. Als ik teveel drink van te voren ben ik weg.”

Welke podiumervaring is je altijd bijgebleven?

“Ik schat dat ik zo’n 2500 keer heb opgetreden waarbij het 10 keer ging zoals ik wilde. Het gebeurt zelden dat je op een lijn zit met het publiek. Dat gebeurde wel ooit in La Comedy in Utrecht. Toen was het ongelooflijk leuk. Sowieso vind ik dat cabaret in een café thuishoort, waar het oorspronkelijk vandaan komt. Of in kleine zalen. Je hebt dan veel meer contact met het publiek.”

En een minder leuke ervaring?

“Er lopen regelmatig mensen weg bij mijn voorstelling, maar ik heb ooit een halve zaal zien leeglopen. De Vrienden van het Theater in Breda boden het theater een nieuwe vleugel aan, en als tegenprestatie kregen ze mij. Ik zag de bui al hangen toen ik het publiek in vol ornaat en smoking binnen zag komen. Mijn houding beviel ze niet. Zeker 150 mensen zijn weggelopen. In de pauze ontstond een heftige discussie tussen mensen die het leuk vonden en die het niks vonden. Na de pauze kreeg ik een staande ovatie van de mensen die waren blijven zitten.”

Waarom zouden mensen überhaupt bij jou de zaal uitlopen?

“We leven toch in een land waar je niet alles mag zeggen. Vrouwendingen, zwarten, slavernij, het zijn onderwerpen die heel gevoelig liggen. De teentjes worden steeds langer. Ik blijf alles zeggen ja, cabaret is er niet om politiek correct te zijn. Mijn nieuwe programma is heel zacht van toon, maar sommige mensen vinden van niet. Dat begrijp ik niet. Mensen zien vaak niet dat het ironie is, ze nemen alles letterlijk. De ironie is een beetje aan het verdwijnen uit onze samenleving.”

Kun je je eerste podiumervaring voor de geest halen?

“Ja, dat was voor een man of 1000 in het Luxortheater in Rotterdam. Het was live op de radio en er werden tv opnames gemaakt. Ik was geplaatst tussen Youp van het Hek en Freek de Jonge. In mijn eentje moest ik in korte broek opkomen en een heel klein liedje zingen. Dat ik dat heb gedaan beschouw ik nog steeds als de dapperste daad uit mijn leven. Ongelooflijk dat ik dat gedurfd heb, er luisterde werkelijk niemand. Ik weet de eerste zin nog: “Venetië zakt langzaam in de zee, de meeste mensen zitten daar niet mee. Maar ik krijg altijd overal de schuld van, oh jee.”

Je teksten zijn nier per se vrolijk van aard. De titel van je Oudejaarsshow is: ‘Was volgend jaar maar voorbij’ …

“Dat klopt wel. Ik zie op tegen elke dag. Sommige mensen gaan juichend door het leven, dat is mij niet gegeven. Ik ben wat somberder van aard, maar wel op een luchtige manier. Veel mensen zien de pittoreske huizen, ik zie daar de zwervers liggen. Ik beschouw mezelf als een optimistische pessimist.”

Eerdere publicatie in Uitagenda Utrecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten