vrijdag 3 januari 2020

'Camino gaat niet over een man die filmt, maar over een man die loopt'


29 september draait de film ‘Camino’ van Martin de Vries op het NFF. De Utrechtse filmmaker liep de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella zonder de bedoeling er een film van te maken. Inmiddels is zijn gefilmde zelfportret de best bezochte documentaire van het jaar.

“Een redelijk cliché verhaal”, zo noemt Martin de Vries zijn beweegreden om de beroemde pelgrimstocht ‘Camino’ te gaan lopen: “Ik was net 60 jaar geworden, de kinderen waren de deur uit en ik had afstand gedaan van mijn bedrijf (NostalgieNet, red.). Tijd dus om eens uit zoeken hoe het er met me voorstond, fysiek, maar vooral mentaal. Mijn vrouw was er in eerste instantie niet zo blij mee: je bent toch drie maanden weg. De hond kan doodgaan. Of je moeder. Gelukkig is dat allebei niet gebeurd. En uiteindelijk steunde ze mij ook om dit avontuur aan te gaan.”

In augustus 2016 vertrok De Vries met een rugzak, selfiestick en GoPro-camera vanuit Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostella voor een tocht van 1600 kilometer. Nagenoeg onvoorbereid. “In de film zeg ik: Trainen hoef je niet te doen, dat doe je hier.’ Dat is niet helemaal waar natuurlijk, maar het mentale gedeelte kun je niet trainen. Goede schoenen zijn wel van wezenlijk belang.”

Plannen voor een film of documentaire had hij niet. “Net voordat ik begon met lopen dacht ik wel: wellicht is het goed om onderweg toch iets te registreren. Ik heb toch mijn hele leven in de media gewerkt. Het ging mij niet om de wandeltocht op zich: de mooie dorpjes, de kerkjes, het landschap. Ik wilde vastleggen wat mezelf overkwam tijdens het lopen. Bij terugkomst zou ik dat proces misschien kunnen zien.”

Na zijn terugkeer in Utrecht liet De Vries de opnames twee maanden op de plank liggen. “Toen ik ze ging bekijken raakte ik meteen gebiologeerd. Ik zag een wandelaar die aanvankelijk een beetje zenuwachtig is en niet goed weet hoe hij moet lopen. Tijdens het lopen bedenkt hij allerlei superlatieven voor het landschap, wat niet echt lukt natuurlijk. Hij krijgt last van zijn knie, maar die herstelt zich wonderbaarlijk. Gaandeweg raakt hij steeds meer in zijn element. In het begin loopt hij nog door een decor, aan het eind is hij erin opgenomen. Een overgang van waarnemen naar ervaren.”

Het mentale proces van de lopende man fascineerde De Vries. Hij besloot er een documentaire van te maken. Er was alleen een probleem: “Ik had niet gedraaid met als doel er een film van te maken. Verhaaltechnisch misten er veel dingen. Ik heb de tocht intuïtief gefilmd, niet op elke dag en op geen enkele manier geregisseerd.” Uiteindelijk is dat volgens De Vries de kracht geworden van Camino. “Hij gaat niet over een man die filmt, maar over een man die loopt.”

Met uitzondering van een droneshot aan het begin van de film heeft De Vries alle mooimakerij eruit gegooid. “Als editor was ik vroeger heel goed in ‘Kill your darlings’. Bij mijn eigen film vond ik het een stuk lastiger.” Medewandelaars en overnachtingsplekken komen bijna niet in beeld. “Als kijker raak je uit je ritme als je anderen ziet lopen. Het is de bedoeling dat je met die wandelaar meeloopt.”

In het eerste deel van de documentaire beperkt het gesproken commentaar zich tot alledaagse opmerkingen over een blaffende hond, een weggeraakt hoedje en mooie spinnenwebben. Na een uur ongeveer wordt De Vries persoonlijker en vertelt hij over zijn twijfels, de nakende ouderdom en het spoedige overlijden van een vriend. Pijnlijk en komisch tegelijk is het moment dat hij midden in een verhaal over zijn angsten verstrikt raakt in een stukje prikkeldraad.

Was Camino ook tot stand gekomen als hij met voorbedachten rade was gaan filmen? “Nee, dan was het te kunstmatig geworden. Nu is het een pure, meditatieve film. Heel strak en op de huid gefilmd. Een bezoeker gaf me het mooist denkbare compliment: “Het is een prachtige film, maar het kostte me wel fysieke inspanning om de film af te kijken.”

Eerdere publicatie in het AD Utrechts Nieuwsblad.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten