zaterdag 4 januari 2020

Een verhaal over onvoorwaardelijke broederliefde


Voor veel mensen behoort De Gebroeders Leeuwenhart van Astrid Lindgren tot de favoriete jeugdboeken. Het avontuurlijke verhaal over dood, moed en broederliefde heeft bijna 50 jaar na verschijning nog niets aan populariteit verloren. Regisseur Casper Vandeputte maakte een bewerking voor het theater. “Tijdens de voorstelling ga je dichter tegen elkaar aan kruipen.”

Ook Vandeputte is het boek altijd bijgebleven: “In mijn jeugd was De Gebroeders Leeuwenhart een boek met een reputatie: je moest er van huilen. De eerste paar keer dat ik het las, ben ik niet verder gekomen dan het begin. Ik vond het te heftig.” Het raadselachtige in het verhaal sprak hem erg aan. “Ik begreep het niet helemaal als kind. Dat het over grote thema’s ging en dat het spannend was kon ik wel bevatten. Maar wat gebeurde er nu allemaal aan het eind?”

Foto: Bowie Verschuuren
Ervaring met kindertheater had Vandeputte niet, totdat artistiek leider Noël Fischer hem vroeg om De Gebroeders Leeuwenhart te bewerken voor het toneel. “Ik had er helemaal niet over nagedacht dat zoiets ook zou kunnen. Maar ik heb het altijd leuk gevonden om boeken te bewerken voor het theater. Het is een soort puzzel.” Eerder regisseerde hij een aantal stukken over dolende twintigers en dertigers. Ook bewerkte hij literaire teksten van o.a. Hugo Claus en Salinger voor het toneel. En zaterdag is dus de première van zijn eerst kindervoorstelling.

Vandeputte is lyrisch over het boek: “Het thema de dood is door Astrid Lindgren zo mooi in een verhaal gegoten dat het zelfs behapbaar wordt voor kinderen. Dat is ongelooflijk. Mensen zijn altijd een beetje huiverig om dat onderwerp te bespreken met kinderen, maar aan de hand van De Gebroeders Leeuwenhart kunnen ze het wel. Het is een heel goed, vriendelijk en spannend verhaal met grote thema’s. Het gaat natuurlijk ook over broederliefde.”

Tijdens herlezing bemerkte Vandeputte dat ook de fantasie een grote rol speelt. “Als kind nam ik het hele droevige verhaal voor waar aan, maar het boek gaat ook over het verzinnen van een verhaal over wat er na je dood zou kunnen gebeuren. Door die nieuwe insteek was ik meteen enthousiast.”

Het zijn vooral de scenes tussen de broers die de regisseur aanspreken. “Ik heb ook een oudere broer, dus als kind identificeerde ik mij vooral met het zieke kleine broertje. Je oudere broer kan gewoon alles: hij is de held. Zo werkt dat.” Als begindertiger had hij een andere leeservaring. “Toen zag ik dat de grote broer ook maar een kind is en geen held. Een jochie van 12 die zich groot houdt. Dat is toch het oog van de volwassene.”

Hoe heeft hij het kinderboek vertaald naar het toneel? “Er was al een prima Zweedse toneelvoorstelling. Die hebben we bewerkt. In de repetitieruimte zijn we op zoek gegaan naar de energie die we zelf voelden toen we als kind spelletjes speelden. Hoe je met een bezemsteel een mast van een boot uitbeeldt bijvoorbeeld. Vanuit die verbeelding zijn we de voorstelling gaan maken. Dat werkt in het theater beter dan wanneer je iets net echt maakt.”

Volgens Vandeputte is zijn theaterbewerking grappig, spannend, maar ook heel verdrietig geworden. “Het is belangrijk om samen te kijken. Tijdens de voorstelling ga je steeds dichter tegen elkaar aan kruipen.” De slaapkamer van de broers vormt het uitgangspunt. Hier zijn ze bezig met het verzinnen van een verhaal. “Door de muziek en de theatrale effecten wordt het steeds spannender en meeslepender, en raak je er helemaal in,” vertelt hij. “De soundtrack van Victor Griffioen is stoer en gevoelig tegelijkertijd.”

De voorstelling gaat niet alleen over sterven, benadrukt Vandeputte. “Het is geen enkelvoudig rouwverhaal. Het gaat ook over de vraag hoeveel je geleefd hebt als je dood gaat. Het jongetje vindt zichzelf aan het begin niks waard, maar groeit uit tot een hele dappere jongen die zijn grote broer niet meer nodig heeft.”

Opvallend is dat de twee broers gespeeld worden door volwassen acteurs. Rick Paul van Mulligen (38 jaar) speelt de oudste van de twee, Jonathan. “Het is heel lastig om kind-acteurs te vinden die deze rollen kunnen spelen. Die zijn zeldzaam. Een volwassene kan meer lagen aanboren dan een kind,” legt hij uit. Van Mulligen gaat niet allerlei fratsen uithalen op het toneel om kinderlijk over te komen. “We zetten geen rare stemmetjes op of zo. Als je een kind van elf gaat spelen wordt het al snel belachelijk. Je moet kinderen wel serieus nemen.”

Van Mulligen en tegenspeler Teun Luijkx, die de rol speelt van de jongste broer Kruimel, hebben al vaker samen gespeeld (o.a. in A’dam en E.V.A). “We kennen elkaar al heel lang en hebben een goede klik. Dat maakt het makkelijker om deze rollen te spelen, want de broers zijn heel close met elkaar.” Het leeftijdsverschil tussen beide acteurs is ongeveer 5 jaar. “Net als in het boek ja. Alleen zijn wij 30 jaar ouder haha.”

Eerdere publicatie in het AD Haagsche Courant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten