woensdag 9 september 2020

De Kift zonder kapstok


15 mei verschijnt het twaalfde album van De Kift: Hoogriet. Bloemrijker en gevarieerder dan de vorige albums, omdat zanger Ferry Heijne een vastomlijnd thema achterwege liet. Maar met de vertrouwde weerbarstigheid, bezieling en weemoed. Muziek om op te springen, te walsen of om bij te treuren.


‘Ik ben een beetje in onbalans de laatste tijd,’ vertelt Ferry Heijne aan de telefoon. ‘Als componist en verzamelaar van onze teksten ben ik gewend om alleen te werken. Maar ik mis wel de energie van het gezamenlijk muziek maken en optreden.’ Overleg tussen de bandleden vindt noodgedwongen plaats via Zoom, repeteren doet ieder voor zich. ‘Vrijdag hebben we onze eerste online borrel. Die deden we altijd na de repetitie.’ 
Afgelopen zaterdag stond in Paradiso de release gepland van de nieuwe cd Hoogriet, maar die ging uiteraard niet door. De Kift besloot het album wel alvast uit te brengen. Heijne: ‘Het culturele aanbod is wel erg schraal nu. Dan is het voor de mensen fijn dat ze al plezier aan het album kunnen beleven. En voor ons betekent het een beetje inkomen.’ 

Net als de hele cultuursector probeert de band uit Koog aan de Zaan zo goed en zo kwaad als het gaat de crisis door te komen. Heijne bewerkte drie afzonderlijke thuisoptredens tot een online clip voor het lied Engelenkoor. En met zijn neef Pim (Heijne, gitarist), deed hij een livestream voor het geannuleerde In-edit Festival. ‘Online proberen we zo de bordjes in de lucht te houden. Dit soort zaken zijn helemaal nieuw voor ons. Maar we willen contact houden met ons publiek.’ De band is nog naarstig op zoek naar een geschikte locatie voor het opnemen van online concerten. ‘Onze repetitieruimte is te klein om met zijn achten die afstand van 1.5 meter te kunnen bewaren.’

Op internet circuleert een mooi filmpje waarop De Kift optreedt aan de voet van een verzorgingshuis. ‘Mijn vader, tevens de vader van Marco (Heijne, zanger/drummer) en de oom van Pim, woont daar. Een aantal jaren geleden kreeg hij een herseninfarct. Lange tijd speelde hij trompet in onze band. Hij woont op de tweede verdieping, maar ik kon zien dat het hem ontroerde,’ vertelt Heijne. Voor vader/oom Jan Heijne, zijn medebewoners en de zorgmedewerkers bracht De Kift hun klassieker Beguine als serenade. ‘Het verzorgend personeel vroeg of we aan alle kanten van het gebouw wilden spelen. Toen hebben we maar een tourtje gedaan rondom het verzorgingshuis.’ 

Behalve Beguine speelde de band, tot groot genoegen van de aanwezigen, de Kiftliedjes Tabee en Historia d’un amour. Heijne: ‘Eigenlijk zou iedereen die een instrument bespeelt of kan zingen zoiets kunnen doen. Dat wordt zeer gewaardeerd. Als deze crisis nog langer duurt, doen we het zeker nog een keer.’

Van het nieuwe album zijn inmiddels twee singles verschenen: Donauboot en Engelenkoor. ‘Hoogriet is bloemrijker en gevarieerder geworden dan onze vorige albums. Eerder werkten we vaak met een vastomlijnd thema, een kapstok. Nu had ik er behoefte aan om zonder plan vooraf, en zonder alles af te bakenen, het muziekventiel open te zetten. Zo deed ik het ook toen ik net begon. Ik ben voor mijn kast met ordners gaan zitten (Heijne put voor de teksten van De Kift uit de wereldliteratuur, mooie fragmenten bewaart hij in een aanzienlijke reeks van ordners, red.), ben gaan bladeren en heb de ideeën zichzelf laten vormen. Zo heb ik al associërend de liedjes voor het nieuwe album gemaakt.’

Het is niet alleen om de muziek -die theatraal van opzet is, uitbundig dan wel weemoedig getoonzet en met invloeden uit de punk, fanfare en Balkanmuziek- dat de band in Nederland een trouwe schare fans heeft, ook de handgemaakte albums van De Kift oogsten immer veel lof. Eerder verscheen werk van de Zaanse formatie al in een sigarendoos, een fotoalbum en gerecycled jute. Hoogriet is gegoten in de vorm van een heuse ordner. Heijne: ‘Bij De Kift veranderen dingen vaak op het laatste moment: de volgorde van de nummers, de teksten, etc. Wim (Ter Weele, drummer en grafisch ontwerper) heeft een vorm bedacht waarbij dat geen probleem is. Naar believen kun je er van alles uithalen en tussenschuiven.’ 

Maar ook hierbij speelt de coronacrisis de band parten. ‘Het snijden en plakken van het album is wel een dingetje nu. Normaal doen onze vrijwilligers dat in de Koog, maar dat kan nu niet met die verplichte 1.5 meter afstand. Dus laten we thuiswerkpakketjes bij de mensen brengen, zodat ze daar kunnen rillen en vouwen,’ vertelt Heijne. ‘Het echte handwerk dus.’

Op Hoogriet laat De Kift laat zich bijstaan door een aantal bevriende muzikanten. Zo wordt Donauboot gedragen door de ritmesectie van Stuurbaard Bakkebaard. ‘Zij geven dat nummer een fantastische swing mee. Onze drummer speelt altijd iets hoekiger. Het is wel een hele rare maatsoort geworden, met rondjes van 15 tellen. Maar als je erin meegaat, kun je er geweldig op swingen.’ De band Donnerwetter speelt mee in een drietal liedjes, waaronder Kolken. Heijne: ‘Ik heb ze gevraagd om dat lied te laten ontsporen en een woeste zee te creëren waarin we allemaal ten onder gaan. Dat is ze goed gelukt.’

Blues for F verwijst naar het aloude St. James Infirmary Blues. Heijne: ‘Voor dat lied heb ik me laten inspireren door het verhaal Blues for Gaston van de Franse absurdist en filmmaker Roland Topor. Een man loopt door de duinen, ziet een schuur en gaat naar binnen. Achter de bar staat een jazzband te spelen. Vervolgens wordt de man door de band gevolgd tot aan zijn huis. De muzikanten laten hem niet meer met rust. Een van de nummers die de band speelt is St. James Infirmary Blues.’ Heijne ging op zoek naar andere uitvoeringen van deze klassieker en stuitte op de befaamde van Louis Armstrong. ‘Die langzame bluesversie met trompet is prachtig. Via dat boek, dat lied en een stuk muziek dat ik had liggen kwam ik uit bij Blues for F.’

Ook het schitterende Engelenkoor kwam associatief tot stand. Het lied is een bewerking van Paha Vaanii van Marko Haavisto, uit de film Man without a past van Aki Kaurismäki. ‘Een van mijn favoriete films. Paha Vaanii is oorspronkelijk een Fins countrylied. Ik ben gaan uitzoeken waar de tekst over gaat en heb er vervolgens een Kiftversie van gemaakt.’

Heijne voegt op Hoogriet in een paar liedjes zelfgeschreven fragmenten toe, maar het merendeel van de Kiftteksten is afkomstig uit de wereldliteratuur. Een werkwijze die Heijne al vanaf de beginjaren van de band hanteert. ‘Van origine ben ik muzikant. Over het maken van muziek ken ik geen twijfels. Bij het schrijven van teksten voel ik me minder zeker. Voor goede teksten, proza of poëzie, moet je van nature een schrijver of dichter zijn. Dat ben ik niet. En er zijn al zoveel mooie teksten gemaakt waar ik niet aan kan tippen.’ Op Hoogriet bezingt Heijne citaten van W.H. Auden, Jan Arends, Paul van Ostaijen, Rodaan Al Galidi, Joseph Brodsky, Anton Tsjechov, W.F. Hermans, en Armando. Op eerdere albums maakte hij o.a. gebruik van teksten van Baudelaire, Lucebert, Arends en veel Russische literatuur.

De liefde voor taal is er welzeker: ‘Het vertellen van een goede tekst of een mooi verhaal vind ik heel belangrijk. Als je dan toch op een podium staat … Ik vind het prachtig om mijn muziek te combineren met teksten die ik mooi vind en die aansluiten bij mijn innerlijk gevoel. Zo levert het ook een meerwaarde op. En volgens mij is De Kift uniek in deze manier van werken.’

Wanneer denkt Heijne met het nieuwe album te kunnen touren? ‘In het theater kan ik me nog wel iets voorstellen bij die 1.5 meter-regel, eventueel sloop je een aantal stoeltjes eruit. Maar in Paradiso? Je kunt moeilijk dranghekken gaan plaatsen. Dan lijkt het meer op een veemarkt. Misschien moeten hoepelrokken weer in de mode raken. Ja, die passen inderdaad wel goed bij onze muziek haha.’

Eerder verschenen in de VPRO Gids.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten