maandag 21 april 2008

Blue Highways 2008


Vanwege gehannes met gitaarkabels laat de start van het optreden van Dayna Kurtz een poosje op zich wachten. Een kwartier later dan gepland zet de in rode jurk en dito laarzen gehulde zangeres sterk in met Nola, een fraaie wals afkomstig van haar laatste album. 

De donkere, expressieve stem van Kurtz combineert mooi met het bluesy geluid van haar kompaan, de fiks behaarde en bebaarde Peter Vitalone op piano, accordeon en orgel. Kurtz tokkelt op de banjo in het schitterende, duistere folkliedje Banks of the Edisto. Ook het klaaglijke Venezuela met Vitalone op accordeon is sterk. 

Als Kurtz te horen krijgt dat er nog tijd rest voor slechts twee nummers, lijkt de puf er een beetje uit: de blues die volgt klinkt niet erg geïnspireerd en als slotnummer raffelt ze op elektrische gitaar een rock ’n roll-nummertje af. “Thanks for suffering with me”, en weg is Dayna Kurtz. Jammer van het einde, voor de rest een spannend optreden.

JB Beverly & The Wayward Drifters

Een overbelichte foyer met kroonluchters aan het plafond is niet het passend decor voor de drankovergoten rockabilly en honky-tonk van JB Beverly & The Wayward Drifters. Het energieke trio met een waarachtige cowboyhoed boven de contrabas krijgt het publiek wel aardig mee met hun veelal uit covers (o.a. van Chuck Berry en de Rolling Stones) bestaande repertoire. Gejodel aan het eind van elk lied maakt het feest compleet. 

De fiks getatoeëerde JB Beverly draagt een T-shirt met de tekst: ‘Keep kids off drugs’; zelf geeft hij het goede voorbeeld door regelmatig een biertje achterover te slaan. Een donkerbruine kroeg was een betere entourage geweest voor deze vrolijke jongens en het klinkt wat belegen allemaal, maar eerlijk is eerlijk: de zaal is laaiend.

Diana Jones

Diana Jones oogstte vorig jaar veel lof op Blue Highways. De ietwat bleek ogende, tuttig geklede zangeres heeft voornamelijk kale, authentieke country op het repertoire. Ze is een vaardig verhalenvertelster, zoals blijkt uit haar tekst over een stervende mijnwerker die een afscheidsbrief schrijft aan Mary, zijn geliefde. “Sad songs cheer me up”, zo zegt ze zelf. 

Soms komt ze grappig uit de hoek en ze beschikt over de zelfspot: The Day I Die kondigt ze aan met: “And now a cheery number” en een van haar teksten luidt: I Don’t Wanne Be a Pretty Girl. Diana Jones beschikt echter over een nasaal, regelmatig overslaand en weinig krachtig stemgeluid waar je van moet houden; mij werkt haar stem voornamelijk op de zenuwen. En dan kun je nog zo’n mooie liedjes maken …

Mary Gauthier
Een tegenpool van Diana Jones is Mary Gauthier. Niet alleen vanwege de bijna mannelijke uitstraling: zonnebril, ultrakort haar en stropdas, maar ook vanwege de stem. Die van Gauthier boeit wel. Ze opent sterk met het ingetogen, broeierige Falling Out of Love. 

Gauthier’s zang is niet alleen stukje doorleefder dan die van Diana Jones, haar verhalen zijn ook net iets boeiender en geestiger. De bitterzoete anekdotes voorafgaand aan Last of the Hobo Kings en Drag Queens in Limousines zijn daar een voorbeeld van. Mary Gauthier heeft er zin in vanavond en speelt begeesterde uitvoeringen van o.a. I Drink en met name Mercy Now. Een ijzersterk optreden van een ongewone vrouw.

Gauthier/Jones
Na de solo-set van Mary Gauthier verschijnt Diana Jones wederom op het podium voor een gezamenlijk optreden. En het zij gezegd: Jones klinkt nu een stukje stemvaster en zelfverzekerder. De twee totaal verschillende stemmen blijken wonderwel bij elkaar te passen in de donkere countryballades die ze ten gehore brengen. 

Het pittige Wheel Inside The Wheel van Gauthier en een lied met de troostrijke regels “Better times will come, better days will shine” vormen een mooi slot van dit samenspel. Het publiek zingt schoorvoetend mee.

Jason Isbell

Net als andere jaren is de afsluiter van Blue Highways er een die wakker wil schudden. De overgebleven plukjes publiek in de Grote Zaal krijgen tegen middernacht een pittig optreden voorgeschoteld van het nieuwe project van Drive-By-Trucker Jason Isbell, genaamd Jason Isbell & The 400 Unit. Het kwartet gaat onstuimig van start en wat volgt is een sterke show met goed doortimmerde countryrock; sterke riffs, fraai slepende gitaarpartijen en bezielde (samen)zang. 

Isbell is een uitstekend zanger/gitarist. Soms klinkt zijn formatie als een pittige variant van The Jayhawks, een andere keer zompig rockend als Neil Young in zijn beste dagen, zoals in het nummer Try. En ook met gloedvolle soul kan deze band prima uit de voeten. Als verrassing speelt de dobro-speler van Malcolm Holcombe nog een nummertje mee. Een prima afsluiter van het festival.

19 april 2008

Geen opmerkingen:

Een reactie posten