zaterdag 23 maart 2013

Een echte fan   


Het nieuwe album van David Bowie heb ik nu een keer of tien beluisterd en ik hoezeer ik ook mijn best doe: het lukt me niet om het goed te vinden. En dat betreur ik.

Mijn eerste kennismaking met alternatieve popmuziek betrof de albums 'Heroes' en 'Lodger' die ik begin jaren tachtig van vooruitstrevende vrienden op een cassettebandje (TDK SA 90) mee naar huis kreeg ter beluistering. Ik was een jaar of vijftien en mijn muzikale horizon reikte niet verder dan Supertramp en Pink Floyd (uit de platenkast van mijn ouders), The Police, Gruppo Sportivo en JJ Cale (uit die van mijn zussen) en 'eigen' ontdekkingen als de Simple Minds en The Cure. Niks mis met al deze bands, maar Bowie had iets wat ik nog niet eerder had gehoord.

Onbestemde spanning, een donkere sound ook en iets venijnigs (zeker op 'Heroes'). Goede gitaristen bovendien, een connectie met Lou Reed (die ik ook zeer bewonderde) en die machtige stem natuurlijk. De blijdschap toen ik na twee weken mijn reservering bij de lokale bibliotheek af kon halen van 'Heroes' en 'Lodger'! Van kant 2 van 'Heroes' begreep ik niet veel als vijftienjarige, wel vond ik het fascinerende en prettige zwelgmuziek bij een zwaarmoedige bui. In de hoes van 'Lodger' zaten de teksten bijgevoegd en tot de dag van vandaag ken ik een groot deel ervan uit mijn hoofd. Pas later, bij het beluisteren van 'Ziggy Stardust: The Motion Picture', ontdekte ik dat Bowie al een hele carriere achter zich had.

Goed, het nieuwe album. Ik keek er  - en velen met mij -  reikhalzend naar uit. Toen ik vernam dat KindaMuzik een dossier aan Bowie ging wijden, hoefde ik niet lang na te denken om me beschikbaar te stellen voor het schrijven van een achtergrondverhaal. Een mooie gelegenheid om zijn hele oeuvre nog eens te beluisteren. Wel moet ik bekennen dat ik veel van zijn werk na 'Let's Dance' nog niet of nauwelijks gehoord had. Van tijd tot tijd las ik een recensie van een nieuw album en besloot dan ook deze plaat weer niet te kopen of te lenen omdat -ie volgens de recensent niet kon tippen aan zijn beste werk (wat de vraag oproept of ik wel een echte fan ben). Ik draai de albums van Bowie (net als veel andere muziek die ik goed vind) nog maar zelden, maar tijdens het schrijven van dat artikel heb ik me een paar dagen op Spotify heerlijk kunnen wentelen in al het moois dat hij heeft gemaakt. En toen kwam dus dat nieuwe album uit ...

De meeste media (de Humo en de Volkskrant plaatsten kanttekeningen) waren lovend en de eerste twee singles die via de sociale media verschenen konden me ook best bekoren. Al had ik wel mijn twijfels over het wat zeurderige 'Where Are We Now' (wat ik nu een van de beste liedjes op de cd vind). Hoe blij ik ook ben met een teken van leven van Bowie: 'The Next Day' valt mij tegen. Eerlijk gezegd laat de cd me (op enkele nummers na) tamelijk koud. De meeste liedjes komen niet of onvoldoende uit de verf en vertonen wat mij betreft een wat amechtige poging om tijden van weleer te doen herleven. Soms is het ook de stem van Bowie die die niet goed klinkt of raar vervormd is, een andere keer wordt een liedje abrupt afgebroken.

Het album strandt in goede bedoelingen en roept slechts een weemoedig verlangen op naar zijn vroegere werk. Ook de productie vind ik (ondanks de inbreng van Tony Visconti) niet mooi, soms zelfs lelijk. Zeker als je het vergelijkt met albums van tegenwoordig. Zo is 'The Next Day' een ratjetoe geworden van alle stijlen die Bowie zich tot nog toe eigen heeft gemaakt, maar voor elk nummer zijn er met gemak drie uit zijn carriere te bedenken die beter zijn. Uiteindelijk bevallen de drie ballads me nog het meest: zonder opsmuk en zijn stem komt hier het beste tot zijn recht.

Natuurlijk is het niet eerlijk om 'The Next Day' te vergelijken met Bowies eerdere werk, maar wat doe je eraan? Dat vind ik dan wel weer een kenmerk van een echte fan: kritisch blijven.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten