vrijdag 25 juni 2021

25 jaar in de eredivisie

Omdat Excelsior Recordings dit jaar 25 jaar bestaat, blikken acht bands terug op een belangrijk album dat ze uitbrachten bij het platenlabel. ‘Voor het eerst kreeg ik recensies in landelijke kranten.

’Het eerste album dat in 1996 verscheen op Excelsior Recordings was van Daryll-Ann. In de 25 jaar die volgden groeide het platenlabel uit tot een belangrijke smaakmaker in de Nederlandse indiewereld. ‘Wat de artiesten bij Excelsior met elkaar gemeen hebben, is dat ik ze allemaal bewonder,’ zegt directeur Ferry Roseboom. ‘Bovendien zijn het over het algemeen slimme, aardige en bijzondere personen met wie je een goede verstandhouding kunt opbouwen. Maar het begint met de muziek, de klik komt dan vanzelf. Die twee gaan hand in hand.’ Een verdienste vindt hij het niet, 25 jaar bestaan. ‘De artiesten hebben het werk gedaan. Maar ik ben wel heel happy met wat we doen en deden. Er zitten prachtige dingen bij.’ De VPRO Gids vroeg acht bands naar een album uit de beginperiode dat op Excelsior verscheen en belangrijk was voor het verloop van hun verdere carrière. 


The Kik – Springlevend (2012)

Dave von Raven: ‘Dit is een speciale plaat voor mij. Het was niet mijn eerste release bij Excelsior, van mijn vorige band The Madd waren er al twee albums op het label verschenen. Springlevend bestaat uit ‘hertaalde’ nummers van een aantal favoriete nummers van mij die ik eigenlijk had uitgezocht voor The Madd. Een compleet nieuwe tekst op een bestaande melodie. ‘Simone’ heette aanvankelijk ‘The Dancer’, een vrij obscuur lied van de Australische band The Allusions uit 1965. Omdat het publiek klaagde dat mijn Engelse teksten niet goed verstaanbaar waren, besloot ik om volledig in de Nederlandse taal over te gaan. Sindsdien heb ik nooit meer een zin in het Engels gezongen.’

Daryll-Ann - Daryll-Ann Weeps (1996)

Jelle Paulusma: ‘Het is niet mijn favoriete plaat, wel de meest dierbare. Hij heeft echt smoel. We maakten toen een enorme sprong in onze muzikale ontwikkeling, zonder dat we geforceerd op zoek waren naar een ander geluid. Onze muziek wordt altijd gecategoriseerd als ‘Westcoastpop’, maar dit album valt daarbuiten. We waren net gedumpt door ons Britse platenlabel, maar we wisten dat we sowieso een nieuwe plaat gingen maken. We waren hecht, als een broederschap. ‘

Anne Soldaat: ‘Een week lang sloten we ons, met een 8 track bandrecorder, op in een mooie villa in Hoog-Soeren. Nu noemen we dat ‘pre-productie’, toen heette het ‘onbekommerd klooien’. Toen we de ‘echte’ studio in gingen, wisten we in ieder geval vrij goed wat ons te doen stond. Terugkijkend ben ik vooral blij met de rol van de blokfluit op het album. Toch altijd een beetje het lelijke eendje in het orkest. Ten onrechte.’

Meindert Talma – Dammen met ome Hajo (1999)

‘Dammen met ome Hajo’ was mijn eerste soundtrack-cd: een album bij mijn debuutroman over mijn jeugd in Surhuisterveen. Het zette veel in beweging. Voor het eerst (en voor het laatst) tekende ik een platencontract voor drie albums, met een oplopend budget. Ook voor het eerst kreeg ik recensies in de landelijke kranten en ging ik op tournee, in het voorprogramma van Daryll-Ann. Het lied ‘Versmobiel Ondernemer’ zorgde ervoor dat ik met mijn band een week lang in een SRV-wagen mocht spelen op Terschelling, en later tien dagen op Noorderzon. Met dat lied trad ik ook op in De Plantage van Hanneke Groenteman, dus dat is erg belangrijk geweest voor mij.’

Alamo Race Track – Black Cat John Brown (2006)

Ralph Mulder: ‘Dit album was voor mij een kantelpunt: Ik besefte voor het eerst dat ik dit de rest van mijn leven wilde blijven doen. Ik heb het nooit meer in zijn geheel beluisterd, omdat ik het te vermoeiend vind om zonder oordeel te luisteren. Wel hoorde ik een paar keer een nummer van de plaat in een café voorbijkomen, zonder dat ik meteen doorhad dat het van ons was. ‘Mooi deuntje,’ dacht ik dan. Dat betekent dat het met die plaat wel goed zit. Het nummer ‘The open sea’ roept altijd mooie herinneringen op. Ik zat met mijn vriendin in de auto in Australië en luisterde naar een demo van de plaat. Toen we dit nummer hoorden, daalden we van een berg af richting zee, met een ongelooflijk mooi uitzicht. Sindsdien kan ik dat beeld en dat nummer niet meer los van elkaar zien en horen.’

Spinvis - Spinvis (2006)

‘Voor een popmuzikant was ik aan de late kant met mijn debuut. In 2001 stuurde ik mijn demo op naar Excelsior en die werd, zo gaat het verhaal, per toeval door Jelle Paulusma van Daryll-Ann op een feestje in een caravan uit de stapel gepikt. Terwijl ik 's nachts post stond te sorteren, werd mijn lot dus daar bepaald. Vervolgens kwam Ferry langs in Nieuwegein. Ik dacht toen dat er veel van dat gesprek afhing, maar nu ik Ferry alweer twintig jaar ken, weet ik wel dat hij toen allang wist dat we gingen samenwerken. Je kunt, in retrospectief, rustig stellen dat Ferry Roseboom de geestelijk vader van Spinvis is. De momenten dat hij een cruciaal idee had, of zaken opeens met elkaar verbond, zijn niet meer te tellen. Het sprookje van de postsorteerder op de Nieuwegeinse zolder kwam ook op die manier tot stand.’

Caesar - No Rest For The Aloneley (1998)

Roald van Oosten: ‘Voor ons was dit album, ons tweede, een hoogtepunt. We hadden een berg goede songs en producent Frans Hagenaars gaf alles technisch mooi vorm. Onze ideeën gingen alle kanten op. De tweede helft van de plaat bevat hele weirde nummers, zoals Keep eleven on, Horrorscope en This ain't a song. Maar Situations/Complications, dat ik er niet op wilde hebben, werd een radiohit. De titel van het album was eerst ‘No Rest For The Wicked’, en werd na 1000 discussies aangepast naar ‘Aloneley’, vrij naar Lennon. ‘Before My Head Explodes’ werd een culthit ja, ik geloof niet dat we die ooit bij een show overgeslagen hebben. Ik herinner me nog van de opnames dat we in tijdnood kwamen. Je hoort ook hoe haastig de gitaar overdubs erop geknald zijn: hilarisch!’

Roosbeef - Ze willen wel je hond aaien, maar niet met je praten (2008)

Roos Rebergen: ‘Als ik mijn debuut nu terugluister, klinkt het grappig en ontroerend. Dat meisje van 18 jaar dat niet zo goed weet hoe ze met de wereld moet omgaan. Het rammelt ook aan alle kanten, maar dat maakt het ook weer puur en mooi. Iedereen zei tegen me: ‘Je eerste album is belangrijk om naar buiten te treden.’ En inderdaad: je maakt maar een keer je debuut. Dat heb ik toen wel in mijn oren geknoopt. Die plaat was alles wat ik toen in me had, ik heb er echt alles uitgehaald. Geliefde liedjes als ‘Boerderij’ en ‘Volle magen’ zing ik nu nooit meer. Ik kan ze niet meer zingen zoals ik toen deed.’

De Staat – Wait for evolution (2009)

Torre Florim: ‘Ik was nog een onwetende, jonge gast. Dat eerste album heb ik helemaal in mijn eentje gemaakt. Er zit een soort grenzeloze creativiteit aan, dat vind ik wel mooi. Ik hoor mezelf zoeken en experimenteren, ik wist niet precies wat ik aan het doen was. Het is ook niet echt hifi. Maar ik luister zelden oude albums terug. Het is al zo lang geleden, 15 jaar ongeveer, en ik was een heel ander persoon toen. Soms spelen we wel nog een nummer van die plaat, maar dat voelt een beetje gek. We moeten dan echt moeite doen om het bij het nieuwe materiaal te laten passen. Wait for evolution en Habibi spelen we soms live in een andere versie, ook voor publiek dat ons al vanaf het begin volgt.’

Eerdere publicatie in VPRO Gids.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten