vrijdag 25 juni 2021

 45 jaar ACU: Eigengereid, antiautoritair en antikapitalistisch


Cultureel politiek centrum en poppodium ACU aan de Voorstraat bestaat 45 jaar. Vrijwilligers Monique en Inge vertellen waarom ACU zo’n bijzondere plek is en Sven Schlijper blikt terug op het Noise Central Festival dat hij er organiseerde.


Monique werkt zo’n tien jaar bij het ACU. Ze houdt zich bezig met de bandprogrammering en de jamsessies. ‘Toen ik stopte als sessieleider bij Cees Place ben ik op zoek gegaan naar een laagdrempelig podium waar ook beginnende muzikanten zouden kunnen spelen. Bij ACU kon ik meteen terecht.’

Is elke muzieksoort toegestaan in ACU?

‘Er zijn bijna geen limieten. Je ziet de meest verrassende combinaties op het podium. Zo speelden een keer een metalgitarist en een klassiek violist samen. Soms is het niveau knettergoed, soms is het wat minder. Overigens is het een misverstand dat er vroeger alleen punkbands speelden in ACU. Onlangs zag ik een filmpje uit de tijd van Dick Dijkshoorn, een van de grondleggers van de jamsessies in ACU. Er was niet alleen punk te zien en te horen, maar ook reggae en singer-songwriter. Eigenlijk heeft ACU altijd ruimte geboden aan vele soorten muziek.’

Wat maakt het voor jou zo fijn om bij ACU te werken?

‘Iedereen is gelijkwaardig, er is een horizontale structuur. Er is geen baas die vertelt hoe je het moet doen. Alles gebeurt in overleg. Natuurlijk zijn er wel mensen met meer verstand van bepaalde zaken. Die vormen een soort natuurlijk leiding.’

En er werken alleen vrijwilligers toch?

‘Ja, dat klopt. Al is de groep wel flink geslonken door corona. Het is moeilijk gebleken om de groep te behouden omdat we fysiek niet bij elkaar konden komen. Het digitale vergaderen was geen groot succes. Ook zaten we niet allemaal op een lijn in hoeverre we corona serieus moesten nemen. Ik denk dat we ongeveer vijftien mensen zijn kwijtgeraakt, niet alleen door corona overigens. In totaal hadden we er zeventig, van wie een man of vijftien de kar trekken en de boel coördineren, zoals bestellingen doen, het rooster rond krijgen en de bar aanvullen. Er zijn er ook die een paar uurtjes per maand komen. Tijdens de corona waren er voor een aantal mensen wellicht ook andere prioriteiten.’

Hoe zag jullie jubileumfeest eruit?

‘We hebben digitaal een paar bandjes en dj’s geprogrammeerd. Dat was best leuk, al was het natuurlijk een domper dat we niet groot konden uitpakken. Ik was wel zenuwachtig. Ik zou het licht regelen en dat had ik al een jaar niet meer gedaan. Gelukkig ging het goed en had ik binnen no time weer door hoe het moest. Op dat moment merkte ik wel hoe erg ik dit werk miste. Het licht doen bij een band is al een leuke bezigheid, maar mijn passie ligt bij jamsessies, bands programmeren en zelf muziek maken. Online sessies heb ik ook geprobeerd, maar daar haalde ik geen voldoening uit. Dan zit je daar met een gitaartje achter de webcam. Sfeer krijg je door de aanwezigheid van mensen. Zo ontstaat de vibe en de inspiratie. Tijdens ons online feest was het wel tof om weer even wat te voelen. Tegelijk was het ook een reality check: ‘Jezus, is dit het nou?’ Van mij mag het allemaal wel weer beginnen!’

Tijdens de lockdown hebben jullie een voedselactie op touw gezet …

‘Ja, dat idee is bij een paar vrijwilligers ontstaan. De naam van het project was Solidarity Kitchen. Veel plekken voor voedselverstrekking voor mensen die het nodig hadden gingen ook dicht tijdens de lockdown. In eerste instantie deden we het voor dak- en thuislozen: dagelijks koken en maaltijden uitdelen. Het project is een beetje uit de hand gelopen. In totaal hebben we in drie maanden meer dan 18.000 maaltijden verstrekt. Toen onze vrijwilligers het niet meer konden organiseren, hebben we de gemeente gevraagd om het van ons over te nemen. Ze zouden kijken naar een oplossing, maar er is tot nog toe geen actie ondernomen. Heel jammer en ook wel teleurstellend.’

Zijn er het afgelopen jaar zorgen geweest over het voortbestaan van ACU?

‘Uiteraard, net als bij elke andere horecaonderneming. Veel mensen denken: ‘Bij ACU werken alleen vrijwilligers, dus dan valt het vast wel mee.’ Maar de maandelijkse kosten voor huur, verlichting, elektriciteit, e.d. zijn best hoog. En de inkomsten zijn vrij laag omdat we voor veel activiteiten geen entree vragen en de kosten voor eten en drinken laag willen houden. Het moet ook betaalbaar blijven voor mensen met een kleine portemonnee. We moeten de realiteit niet uit het oog verliezen: financieel zit er voor ons zeker een risico aan. Als het te lang duurt, zou ACU over de kop kunnen gaan. Dat zou heel zonde zijn, niet alleen voor Utrecht, maar ook voor Europa en de wereld. We staan wereldwijd bekend om wat wij uitdragen en zijn. Maar ik ben optimistisch en denk dat ACU gewoon blijft bestaan.’

Waarom is dat zo belangrijk?

‘Het is een van de weinige plekken in Nederland waar de alternatieve scene bij elkaar kan komen. Er is een heel divers aanbod van optredens, jamsessies, dj’s, exposities, feesten, restaurant en politieke avonden. Qua diversiteit zijn we alleen maar gegroeid. En ACU biedt een podium voor bandjes die nog niet klaar zijn voor grotere podia, zoals TivoliVredenburg. Een plek als ACU geeft bands de kans om te groeien. Je moet toch ergens beginnen. De Colombiaanse skapunkband Skampida heeft regelmatig bij ons gespeeld en staat nu ook op grotere podia in Nederland. Ze komen nog steeds bij ons terug, voor hetzelfde tarief. Ze vragen niet meer omdat ze achter onze idealen staan.’

Wat zijn die idealen precies?

‘We ondersteunen voornamelijk kleine, lokale biologische bedrijven door niet voor commerciële merken in ons assortiment te kiezen en we staan voor een open en inclusieve samenleving waarin iedereen geaccepteerd wordt zoals ze willen zijn. Daarnaast zijn we anti-autoritair en antikapitalistisch. Iedereen is welkom in ACU, zolang je anderen niet tot last bent. Mensen in pak en mensen van de straat ontmoeten elkaar hier en drinken samen een biertje of een kopje koffie. Dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven. Het activisme is wel minder geworden, maar de kraakscene is natuurlijk ook uitgedund.’

Over vijf jaar het vijftigjarige jubileum dus?

‘Ja, en hopelijk blijft ACU daarna ook nog lang bestaan. We gaan door met ons gevarieerde aanbod voor jong en oud en voor iedereen met een kleine portemonnee. Ook blijven we een springplank voor mensen die willen groeien en ervaring opdoen. Dat geldt niet alleen voor bands, maar ook voor de vrijwilligers.’

Inge begon in 1998 als vrijwilliger in het vegetarisch eetcafé van ACU. Ze woonde op dat moment nog in Maastricht, zodat ze slechts af en toe kon meedraaien in het team. Vanaf 2002, toen ze in Utrecht is gaan wonen, is ze zich meer gaan inzetten voor ACU. Ze heeft ACU zien veranderen in de loop van de tijd. ‘Het is, gelukkig, drukker en veelzijdiger geworden. Er is meer diversiteit in de avonden en in de bezoekers. Vroeger ging de kroeg alleen open als men zin had. Door de legalisatie en de hypotheekkosten is het vrijblijvende er wel wat vanaf gegaan. De toename van de activiteiten, van bands tot films, eetcafé, info/discussieavonden en dansavonden vind ik een meerwaarde.’

De tweemaandelijkse Kako da Ne avonden die ACU organiseerde vanaf 2007, met ‘slivo beats en new global folk explosion’ zijn haar het meest bijgebleven. ‘Ook al omdat het een avond was die ik zelf coördineerde. Maar het was ook altijd erg leuk. Ik kon me ook goed vermaken bij een folk-optreden of bij de queerparty ‘Kitty of Cruise Control.’

Behalve over de diversiteit is ze te spreken over de eigengereidheid van ACU en de financiële onafhankelijkheid. ACU ontvangt geen subsidies of andere overheidssteun. Van Inge mag ACU nog heel lang bestaan: ‘Het is een unieke en bijzondere plek. Helaas zijn er nog maar weinig vrije en eigenzinnige plekken over in Nederland, laat staan in Utrecht.’

Sven Schlijper organiseerde het Noise Central Festival in ACU

‘Een mooie tent, een gouden plek. Wat ik absoluut vermeld wil hebben: ACU is ongelooflijk gastvrij. De artiesten die optraden, sliepen vaak in het hostel en zonder uitzondering waren ze vol lof over de crew, de ontvangst en de zorg. De combinatie van zaal, café, hostel, open mindness en hart voor de goede zaak is ongekend. Daarin vonden wel elkaar. Omdat ik gek genoeg was om lange avonden vol herrie te organiseren, klikte het ergens wel. Al vonden ze het feit dat ik een jasje droeg en voor eventueel verlies zou instaan wel wat kapitalistisch hoorde ik achteraf haha. Maar geen seconde heeft iemand het gehad over mijn programmering. En dat was takkeherrie: van dark ambient tot power noise, industriële techno en tekno. Maar wel een volle bak. Noise kan ook bizar sinistere kanten ter fout-rechterzijde in de gelederen hebben, maar ook daar heb ik ACU niet over gehoord. Zoals gezegd: een open mind voor het vrije, anarchistische geluid. Ver weg van de gebaande paden, of: van het pad dat andere zalen platliepen. Dat is ACU.’

 Eerdere publicatie in De NUK.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten