vrijdag 25 juni 2021

Fuck it en gaan!

Vier decennia geleden was Utrecht een stad van hanenkammen, tweedehands legerkistjes en snoeiharde muziek. Erik de Jong, alias Spinvis, zat destijds in een punkband, en maakte nu een verzamelalbum met lokale klassiekers. ‘Het punkgevoel is niet dood.

Eind jaren 70 raakte Utrecht in de ban van de punkmuziek. Op de podia van Eigen Wijs, ACU, RASA en HE33 zorgden bands als Noxious, Lullabies, Coitus Int. en Rakketax voor de nodige oproer. In een van de eerste Utrechtse punkbands, The Duds, drumde – jawel – de toen 17-jarige Erik de Jong, later bekend als Spinvis. Voor Record Store Day maakte hij een compilatie met nummers van legendarische Utrechtse punkbands. Ook coverde hij vier Utrechtse punknummers.

Een compilatie met Utrechtse punk was er nog niet? 

Er zijn er wel een paar verzamelalbums, maar volgens de kenners zijn die niet compleet. Utrecht was de eerste stad in Nederland waar punk voet aan de grond kreeg. Veel generaties van nu kennen die periode niet, dus het was interessant om daar iets mee te doen. Wat mij persoonlijk betreft: Ik ben in een punkband begonnen, dus punk maakt een belangrijk onderdeel uit van mijn muzikale geschiedenis. En ik mag mij op de borst kloppen, want ik heb in een van de eerste punkbands van Utrecht gespeeld: Blitzkrieg, later The Duds genaamd.’

Foto: Ronnie van Ouwenaar

Was het lastig om al die obscure nummers van bijna een halve eeuw geleden te verzamelen?

‘Veel punkbands zijn nooit in de studio geweest en hebben alleen een demo op cassette. Dus dat was nog best een zoektocht. Gelukkig kreeg ik hulp van Jeroen ‘Buffel’ Meijerink, een beroemdheid in de Utrechtse muziekscene die bij veel Utrechtse bands roadie en/of geluidstechnicus geweest, ook bij Spinvis. De aangewezen persoon dus om als een detective demo’s en plaatjes op te sporen.’
 
Hoe kijk jij terug op je punkperiode?

‘Ik heb er leuke herinneringen aan. Die punk - bands waren geen van allen avondvullend, wat niet zo vreemd is als je bedenkt dat de meeste nummers hooguit twee minuten duurden. Dus gingen we met drie of vier bands samen op pad om ergens in het land een minifestival te verzorgen. Vaak was er dan één muziekinstallatie waar we allemaal op speelden. Ik was vooral geïnteresseerd in de muzikale verandering. Als 16-jarige luisterde ik naar progrock of symfonische rock: heel ingewikkelde muziek, gemaakt door onbereikbare halfgoden. En opeens was daar de punk. Die was veel eenvoudiger en kon je zelf spelen. Je ging op een podium staan en er was nog publiek ook. Voor een beginnende muzikant als ik was dat iets gigantisch. Die periode is heel belangrijk geweest voor mij.’

Was je als punker ook politiek georiënteerd?

‘Punk was geen homogene groep, het was een vergaarbak van allerlei stijlen. Je had de politieke punk, links of rechts georiënteerd, de pretpunk, de kunstacademiepunk. Het gemeenschappelijke gevoel was: er staat iets te gebeuren. Daarin vonden we elkaar. Bij de anarchie van de punk voelde ik me minder thuis. Tijdens optredens van Noxious, de gevaarlijkste band van toen, vonden regelmatig vechtpartijen plaats. De zanger is omgekomen bij een mes-incident, dat zegt eigenlijk wel genoeg. Maar het is niet zo dat al het politieke in die tijd aan me voorbijging, hoor. Ik was ook actief bij het kraken van het NV-huis, het latere Tivoli.’

Lullabies noemde zichzelf ‘de slechtste band van Utrecht.’ Veel muzikale bagage is toch ook niet vereist toch om punk te kunnen spelen?

‘Het is een cliché, maar het klopt wel. 1, 2, 3 en gaan. Die energie moet er zijn. Maar als je iets te zeggen hebt, kán het ook met weinig middelen. Muziek gaat om zeggingskracht, en dat had een band als Lullabies zeker. Noxious beschikte dan weer over heel goede muzikanten, hun liedjes zaten slim in elkaar. En Coitus Int. heeft een legendarische elpee opgenomen waar nog steeds wereldwijd over wordt gesproken. In de VS en Engeland is er zelfs een re-issue geweest. Toen ik al die Utrechtse punkbands terugluisterde, was ik verbaasd over de kwaliteit.’

Tegenwoordig maak je natuurlijk heel andere muziek. Hoe punk ben je nog? 

‘Het belangrijkste in de punk is: do it yourself. Geef het niet uit handen. Dat betekent: zelf spelen, zelf opnemen, zelf hoesjes maken, zelf posters maken, en ja, zelf interviews doen haha. Dat hoort allemaal bij de attitude. Jij maakt het, het is jouw ding, en wat iemand anders ervan vindt: fuck it! Dat is de aard van het beestje, en dat zit er bij mij nog steeds in. Het punkgevoel is niet dood.’

Kijk je met enige weemoed terug op die tijd? 

‘Nee, wel met veel plezier. In die tijd is alles voor mij begonnen: daar ligt de kiem van wat ik later zou gaan doen. Het mooiste vond ik dat alles nieuw was, je kon alles voor de eerste keer doen. Ik heb er ook veel geleerd. Als drummer zat ik achter een muur in een veilig huisje, maar ik was wel de machine van de band. Als het ritme in punk niet klopt, dondert alles in elkaar. De zanger en gitarist kunnen feestvieren, de drummer moet het huis bewaken. Maar uiteindelijk had ik ook liever voor op het podium gestaan, hoor, daar gebeurde het toch allemaal.’

Je coverde zelf vier punknummers onder de titel Fuck the originals. Een knipoog naar toen?

‘Ja. Muzikaal zijn het heel andere nummers geworden, met uitzondering van één remix. De teksten heb ik niet veranderd. Ik denk dat ik die nummers integer heb vertaald naar hoe ik er nu over denk. Het is heel wonderlijk om bijna een halve eeuw later iets te doen met muziek uit die tijd. Ik voelde me weer verbonden met Erikje van 45 jaar geleden.'

Eerdere publicatie in Uitagenda Utrecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten