dinsdag 25 oktober 2022

Hoe Bart Achter Clarenburg redde


Pal tegen Hoog Catharijne aan ligt Achter Clarenburg. Een historisch stukje stad dat begin jaren 70 bijna werd opgeofferd aan een brede weg. Mede dankzij activist Bart Klück ging dat plan gelukkig van tafel. Vlak voor zijn overlijden blikte Bart op die tijd terug met zijn neef, journalist Machiel Coehorst.

Vorig jaar overleed mijn oom. Dat zou op deze plek niet vermeldenswaardig zijn geweest, ware het niet dat ik hem kort daarvoor nog had geïnterviewd. We spraken over Achter Clarenburg, waar hij meer dan 45 jaar met zijn vrouw Els heeft gewoond op huisnummer 2A. Het is een prachtige plek met een rijke geschiedenis. Een beetje verborgen, maar midden in de stad. Mijn oom Bart Klück, gepensioneerd bouwhistoricus, is van onschatbare waarde geweest voor het behoud van Achter Clarenburg.

Foto: Ton van den Berg
Een soort Rotterdam 
Een lange stenen buitengang, opgesierd door varens, affiches van tentoonstellingen en kunstfoto’s, leidt naar een weelderig begroeid tuintje en een piepklein, maar sfeervol huis. Over de geschiedenis van deze wonderbaarlijke, mooi gesitueerde woning had ik tijdens familiebijeenkomsten wel het een en ander opgevangen. Dat het pand ooit gekraakt was, bijvoorbeeld, en dat er plannen waren geweest om er dwars doorheen een snelweg aan te leggen. Maar het fijne weet ik er niet van. Daarom besluit ik Bart op te zoeken op Achter Clarenburg 2A. Wat kan hij me vertellen over de bijzondere plek waar hij woont? 

Pratend met hem aan de keukentafel blijkt hij zich veel nog tot in detail te herinneren. Hoe zat het bijvoorbeeld met die geplande snelweg, vraag ik hem. Hij begint te vertellen, bedaard, alsof het gisteren is gebeurd in plaats van vijftig jaar geleden. ‘Toen ik in 1967 voor mijn studie van Rotterdam naar Utrecht verhuisde, waren er plannen om van deze stad ook een soort Rotterdam te maken, met de bedoeling dat je overal met je auto kon komen. Iedere winkelier droomde ervan dat de klant voor zijn deur kon stoppen. Daarom wilde de gemeente een brede weg met flinke rijbanen aanleggen door de binnenstad.’ 

Voor die weg, die vanuit Vredenburg dwars door Achter Clarenburg naar de Mariaplaats zou leiden, zouden honderden panden gesloopt moeten worden. Ook waren er plannen voor veel nieuwbouw, vertelt Bart. ‘Panden in de binnenstad waren niks waard, zo werd er toen over gedacht. Je kunt het je nu niet meer voor ­ stellen. Maar in de jaren 60 was er sprake van verwaarlozing van de Nederlandse binnensteden, met als gevolg dat men liever in Kanaleneilanden en Overvecht woonde dan in de binnenstad. Ja, dat waren andere tijden.’

Een toevallige ontdekking 
Over de toenmalige ambities van de gemeente heeft Bart geen goed woord over. ‘Een volstrekt bizar plan. Er werd notabene een Duits bureau uitgenodigd om te komen vertellen hoe Utrecht in de toekomst plat moest. En dat dertig jaar na het bombardement in Rotterdam!’ De jonge student biologie, toen al samen met zijn vrouw Els, woonde destijds op de Jeruzalemstraat. Samen met een werkgroep van studenten besloot hij in actie te komen om Achter Clarenburg te behouden. Dit historische stukje stad mocht niet opgeofferd worden aan de moderne tijd, vond hij. 

Er volgde een periode van veel vergaderen, inspraakavonden bezoeken en nieuwe visies indienen bij de gemeente. Door minutieus vast te leggen wat er allemaal zou verdwijnen bij het aanleggen van de weg, hoopte de werkgroep de plannen van de gemeente te dwarsbomen. De focus lag vooral op het in kaart brengen van monumentale panden. Bart: ‘Met de bouwplannen van de gemeente in de hand liepen we door de stad en namen we foto’s van alles wat gesloopt dreigde te worden. Daar zaten prachtige panden bij. Op Mariaplaats 14 had je bijvoorbeeld de Herensociëteit, een monumentaal middeleeuws gebouw.’ 

Een toevallige ontdekking van Bart zou de zaak veel goeds brengen. Hij vertelt het als een spannend verhaal: ‘Bij de Mariaplaats liep ik een steegje in: de Begijnenpoort. Achter een hek stond nog een pand. Bij een naburig studentenhuis wisten ze er meer van. “Geef maar een mep tegen de deur, dan schiet hij open. Wij halen er binnen regelmatig hout om te stoken,” zeiden ze.’

Roet in het eten 
Het pand bleek Achter Clarenburg 2 te zijn, een voormalige groothandel in auto-onderdelen. Bart ging naar binnen en dwaalde door de kamers en gangen. ‘Opeens stond ik in een leeg vertrek met een gotische schouw, zware balken aan de muur en een eiken vloer. Compleet middeleeuws. Ik dacht: dit is het! Dit zou de gemeente weleens op andere gedachten kunnen brengen.’ Met de werkgroep zette Bart een nieuw slot op de deur, ze bezetten het huis en zochten de toenmalig burgermeester – Van Tuyl van Serooskerke – op. ‘In die tijd ging je nog gewoon bij een burgemeester langs als je hem nodig had. Hij was niet thuis, maar zijn vrouw en dochter vonden het een geweldig verhaal en wensten ons veel succes.’ 

De Utrechtse wethouders, de raadsleden en de Rijksdienst voor Monumentenzorg brachten een bezoek aan het middeleeuwse pand en de lokale pers besteedde uitgebreid aandacht aan de zaak. ‘Iedere dag stonden er wel berichten in de krant over het bijzondere pand en onze acties en ideeën,’ herinnert Bart zich. De Utrechtse gemeente besloot nog eens zorgvuldig naar de plannen te kijken. ‘Gelukkig had Utrecht net een nieuw college met D66, die zich profileerde als een progressieve partij.’

De ontdekking van het middeleeuwse Achter Clarenburg 2 had niet veel later moeten gebeuren. ‘Het rijksmonument de Herensociëteit aan de Mariaplaats was het enige gebouw dat een doorbraak van Achter Clarenburg nog in de weg stond. De gemeente was al in in overleg om het van de monumentenlijst af te voeren, zodat men de aanleg van de nieuwe weg kon doordrukken.’ Maar nu was er opeens dit andere Middeleeuwse pand dat roet in het eten gooide. Na ampel beraad besloot de gemeente de sloopplannen van tafel te vegen.

Groene oase 
En zo kon het gebeuren dat Els en Bart ruim 45 jaar op deze mooie plek in de binnenstad woonden. Aanvankelijk als huurders en ten slotte als eigenaars. ‘Het karakteristieke huisje zou er, net als de rest van Achter Clarenburg, zonder Bart niet meer geweest zijn,’ denkt Els. ‘Sinds 1974 tot aan de zomer van dit jaar hebben we hier samengewoond, op 2A, ooit de kosterswoning die deel uitmaakte van de oudkatholieke kerk waar nu café Olivier zit. Onze dochter is hier geboren en nu logeren de kleinkinderen regelmatig in de authentieke bedstede, of ze verstoppen zich in het vroegere turfkeldertje eronder. De stenen binnenplaats is inmiddels getransformeerd in een groene oase, waar de zang van de merel zelden door ander geluid wordt overstemd.’

In nagedachtenis aan mijn oom Bart Klück, die geheel onverwacht op 30 juli 2021 overleed tijdens een vakantie in Griekenland. Bart is 76 geworden. Dit artikel is eerder gepubliceerd in Uitagenda Utrecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten