maandag 20 juni 2022

De ziel van Motown


De documentaire Hitsville: The Making of Motown vertelt het verhaal van Berry Gordy, de man die Motown oprichtte. Onder zijn leiding groeide het label uit tot leverancier van onverslijtbare soulhits.


De documentaire Hitsville: The Making of Motown begint met een geluidsopname van een zogeheten Motown Quality Control Meeting. Op de achtergrond klinkt het intro van de Temptations-single ‘Papa Was a Rolling Stone’. Berry Gordy, oprichter en eigenaar van het platenlabel Motown, somt – nadat hij een laatkomer heeft berispt – namen op van artiesten met nieuw materiaal: ‘The Supremes, The Four Tops, Stevie Wonder, Smokey Robinson & the Miracles.’ Marvin Gaye & Tammi Terrell staan in de top tien met ‘Ain’t No Mountain High Enough’. Het is 1960 en Motown staat aan de vooravond van een ongekende succesperiode.

Gordy is geen onverdienstelijk tekstschrijver (Jackie Wilsons ‘Reet Petite’ is van zijn hand), maar hij komt al gauw tot het inzicht dat hij componeren en schrijven beter aan anderen kan overlaten. Als hij mentor van Smokey Robinson wordt, schrijft hij nog wel mee aan diens ‘Got a Job’ voor The Miracles, dat eind jaren vijftig een behoorlijke hit wordt in de r&b-lijsten. Omdat de royalty’s tegenvallen besluit Gordy met geleend geld een eigen platenlabel te beginnen. Een voormalige fotostudio met garage aan de West Grand Boulevard in Detroit doet vanaf 1959 dienst als opnamestudio annex woning van de familie Gordy. Hitsville USA wordt het gebouw genoemd – een naam die profetisch zal blijken – en de slogan luidt: ‘The Sound of Young America.’

Gordy laat zich bij de oprichting van Motown inspireren door de auto-industrie in Detroit. De lopendebandproductie staat model voor de wijze waarop hij hits wil afleveren. ‘Een producer hier, een arrangeur daar, een tekstschrijver, wat dansers, zangers – en klaar!’

Weddenschap

In Hitsville blikken Berry Gordy en zijn kompaan Smokey Robinson terug op de even succesvolle als roerige geschiedenis van het label. Vanuit de oorspronkelijke thuisbasis in Detroit – tegenwoordig een museum – halen de twee herinneringen op, terwijl ze af en toe een deuntje op de piano spelen. Regelmatig steken ze elkaar de loef af met anekdotes, al overheerst wederzijds respect. Zo vertelt Gordy dat hij weggeblazen werd door ‘I’ll Try Something New’ van Smokey Robinson. ‘Voor het eerst in mijn leven werd ik van mijn troon gestoten, zo voelde het als schrijver. Tot die tijd was ík de man: ik schreef songs en produceerde ze. Maar zoiets had ik nooit kunnen bedenken.’

Tamelijk hilarisch wordt het als de twee voor de camera een weddenschap afsluiten over de oorsprong van ‘I Heard It Through the Grapevine’. Was het geschreven voor Marvin Gaye of voor Gladys Knight & the Pips? De inzet is honderd dollar en er wordt een productiemanager gebeld. Gordy wint: de song was oorspronkelijk bedoeld voor Marvin Gaye.

Als Gordy de broers Eddie en Brian Holland en Lamont Dozier – respectievelijk een tekstschrijver en twee componisten – binnenhaalt, neemt het succes van Motown snel toe. Samen met Smokey Robinson staan Holland, Dozier en Holland garant voor een reeks Motownhits. Later worden onder anderen Norman Whitfield en het duo Ashford & Simpson aan het schrijversteam toegevoegd. Als vaste begeleiders fungeren The Funk Brothers, door de wol geverfde sessiemuzikanten uit de jazzscene van Detroit die nooit van het succes zullen profiteren.

Kwaliteitscontrole

Hitsville belicht ook de opkomst van enkele grote Motownsterren. Zo zijn we er getuige van hoe een elfjarige Stevie Wonder iedereen in de studio overdondert met zijn muzikale talent. Ook een piepjonge Michael Jackson doet met The Jackson 5 auditie en veel van de dansmoves die zijn handelsmerk zullen worden, blijken dan al in zijn repertoire te zitten. Vervolgens zien we hoe hij, met een enorme paarse hoed op zijn kinderhoofd, Smokey Robinsons ballad ‘Who’s Loving You’ vertolkt.

Gordy weet hoe hij het talent in zijn stal optimaal moet benutten en hoe je platen verkoopt. Want hits scoren, dat is waar het om draait bij Motown. Nieuwe nummers worden steevast onderworpen aan een strenge kwaliteitscontrole door een panel van tekstschrijvers, producers en arrangeurs. Om beurten geven zij aan of een nummer hitpotentie heeft of niet. ‘Ik zorgde voor competitie. Dat levert kampioenen op,’ zegt Gordy hierover. Naast dansbaarheid en een gestroomlijnde productie is een onweerstaanbaar intro karakteristiek voor Motownliedjes. Dit heeft volgens Smokey Robinson een reden: ’Je moest Gordy binnen tien seconden inpakken met een song.’

Black Power

Wanneer Italiaan Barney Ales salesmanager wordt, ziet een deel van de zwarte gemeenschap Gordy als een verrader. ‘Maar we waren niet per se een zwart label,’ aldus Gordy. ‘Onze muziek was voor iedereen.’ De aanstelling van de enigszins louche ogende Italiaan voedt ook geruchten dat Motown banden zou hebben met de maffia, iets waarover de documentaire geen uitsluitsel geeft. Wel leren we dat Gordy vaak vrouwen op sleutelposities in zijn bedrijf neerzet – bepaald niet gebruikelijk in die tijd.

Halverwege de jaren zestig krijgt Gordy een relatie met zijn oogappel, Diana Ross, wat voor wrijving zorgt. Als Holland, Dozier en Holland vervolgens een eigen label beginnen en Stevie Wonder dreigt te vertrekken, lijkt het gedaan met de grote successen. Ook de verhuizing van Motown naar Los Angeles valt niet bij iedereen in goede aarde. En er komt kritiek vanuit de Black Powerbeweging, omdat de maatschappelijke onvrede in de VS geen aandacht krijgt in Motownsongs.

Gordy kan niet voorkomen dat zijn artiesten meer maatschappelijk betrokken raken – mede dankzij de snelgroeiende burgerrechtenbeweging –, al had hij het liever anders gezien. Marvin Gaye profileert zich zelfs als protestzanger met ‘What’s Going On’, een reactie op de gevolgen van de Vietnamoorlog. Nu zegt Gordy daarover: ‘Mensen zijn geen auto’s. Uiteindelijk willen ze hun eigen gang gaan, buiten het systeem om.’

Motown volgens drummer Antonie Broek (De Dijk)

‘Mijn muzikale fundament bestaat uit Stax, blues en Motown. Motown goot zwarte Amerikaanse muziek in een smakelijke vorm: toegankelijk, poppy én soulvol. Bij een Motownliedje kun je alles meezingen: de drumpartij, de baslijn, de toetsenpartij. 

Veel Motownnummers beginnen met een drum fill, zodat je meteen weet: dit is Motown! Eigenlijk is het tienermuziek, maar ik ben 64 en vind het nog steeds te gek! “Dansen op de vulkaan’ en “Recht in de ogen” zijn Dijknummers waarin je de Motowninvloeden goed kunt horen.

Wat betreft Berry Gordy: ik heb bewondering voor de manier waarop hij Motown heeft opgezet, maar het was ook een boef. Het zou me niks verbazen als er connecties waren met de maffia. En dan die vaste Motownband: ze kregen vijf tientjes voor het inspelen van nummers die wereldhits werden!’
 
Eerdere publicatie in VPRO Gids.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten