woensdag 30 mei 2018

Wat een illustrator ziet als hij heel goed luistert


27 mei is de Illustratie Biënnale in de Toneelschuur Haarlem. Twaalf illustratoren kregen de opdracht een platenhoes te ontwerpen bij hun favoriete muziekstuk of album. Acht van hen vertellen over de beweegredenen bij hun keuze.

1. Ytje Veenstra: Shonen Knife, Osaka Ramones

"Ik wilde graag iets doen met rock 'n roll, al hou ik ook erg van noise, techno, ambient en Japanse psychedelica. Maar omdat de Illustratie Biënnale precies samenvalt met de Stripdagen Haarlem, heb ik gekozen voor rock 'n roll. Door het werk van striptekenaars als Charles Schultz en Robert Crumb zijn strips en rock and roll nauw met elkaar verbonden. The Ramones zijn natuurlijk de iconen van de rock 'n roll, maar daar is al veel over getekend.

Het leek me leuk om een link te leggen met Japanse manga, en die te plaatsen tegenover de Amerikaanse strip. Ik heb gekozen voor 'Osaka Ramones', een album van de Japanse band Shonen Knife, met nummers van The Ramones. Ik hou ook van de architectuur en het stadsgevoel van New York waar The Ramones vandaan komen, dus dat combineerde ik met de skyline van Osaka, waar Shonen Knife vandaan komt. Ook wilden ik drie stoere vrouwen in een auto op de cover, de leden van de band.

En er moest een obi strip bij: een stuk papier, dat bij de 'rug' van Japanse vinyl uitgaven (maar ook bij boeken, dvd's en cd's) wordt aangebracht. Vaak wordt een uitgave beduidend meer waard, alleen om die obi strip. Ik vond het leuk om daar mee te spelen."

2. Aart- Jan Venema: Kurt Vile, Wakin on a pretty daze

"Kurt Vile is een artiest waar ik al lang naar luister. Hij maakt muziek met rare teksten en in de uitvoering hoor je veel kleine details. Ook klinkt hij een beetje nonchalant. Het lijkt alsof hij er niet veel waarde aan hecht om voor een perfect strakke uitvoering te gaan. Misschien is dat helemaal niet waar en slechts projectie, maar die dingen zie ik ook in mijn eigen werk terug.

Wat me vooral aanspreekt bij Kurt Vile is het contrast tussen zijn hele rustige stem en de teksten/muziek waarin van alles gebeurt. Een soort kalmte in een storm. Het is ook muziek die voor mij kan werken als kalmte in een storm.

Tijdens het werken aan de hoes heb ik zijn muziek niet gedraaid: ik kan niet tegelijk aandachtig werken en aandachtig naar muziek luisteren. Maar ik ken zijn nummers goed: ik heb er veel naar geluisterd op de academie. Bij het werken aan de hoes ben ik meer op het gevoel over zijn muziek afgegaan.

Ik vond het leuk om weer eens met verf te werken. De laatste tijd heb k veel digitaal gewerkt, maar ongepolijst en niet gecorrigeerd past veel beter bij Kurt Vile!"


3. Tjarko van der Pol: Roosbeef, Raak me aan

"Ik had eigenlijk geen tijd om mee te doen, omdat ik in de afronding zit van een kinderboek. Maar toen ik gevraagd werd, moest ik meteen aan een nummer denken. Dat onrustige gevoel raakte me niet meer los, en dan moet ik het maken. Het gaat om 'Raak mij aan' van Roosbeef.

Als kind dacht ik altijd dat ik niet oud zou worden. Mijn doel was toen om in ieder geval niet als maagd te sterven. Inmiddels heb ik een prachtige dochter, dus dat is mooi gelukt. Wellicht komt ook door het hebben van een kind dat dit lied mij zo geraakt heeft. “Het kwam recht binnen in mijn flikkert”, zou mijn Amsterdamse oma gezegd kunnen hebben.

Op de website van Roos Rebergen (Roosbeef) las ik dat het lied gaat over een meisje dat in de oorlog leeft. Ze is niet per se bang om dood te gaan, maar vooral om onaangeraakt te blijven. Voor mijn dochter hoop ik dat ze nooit in een oorlog terecht komt en dat al haar wensen uit zullen komen. En misschien word ik dan wel opa."

Dit is het enige lied waarbij ik flink kan huilen, met veel tranen en zo. In ons huis geldt dan ook een ‘Raak mij aan’ afspeelverbod."


4. Eline Jetten: Promenade, The Divine Comedy

“Ik heb voor 'Promenade' van The Divine Comedy gekozen omdat dit album voor mij een hoog nostalgisch karakter heeft en de composities ijzersterk in elkaar zitten. Ik luisterde er veel naar toen ik net op kunstacademie zat. Promenade heeft een duidelijk thema en veel humoristische beeldspraak waar ik meteen allerlei ideeën bij kreeg.

Mijn eerste ingeving was om een Martin Parr-achtig beeld te creëren: een Engels tacky strand met patat, meeuwen en zongebruinde mensen. Maar ik ben toch meer gegaan voor de sfeer van de oorspronkelijke covers van de band. Daar heb ik mijn eigen draai aan gegeven. Ik heb gekozen voor het nummer 'Don't look down', dat gaat over hoogtevrees in een reuzenrad.

Nadat de schaarsgeklede hoofdfiguren een regenbui hebben overleefd in het lied ervoor, gaan ze naar zo’n reuzenrad dat je vaak op promenades vindt. Eenmaal aan de top heeft de zanger een aanvaring met de God waar hij niet in gelooft. Op de zonnebril is nog een reflectie te zien van de lucht waar dit tafereel plaatsvond. In eerste instantie wilde ik ook nog een vrouwfiguur in beeld brengen, maar dan werd de cover te vol en ingevuld. Zo wordt er ook nog iets aan de verbeelding overgelaten."


5. Rick Berkelmans: Jessie Ware, Glasshouse

"Ik heb eerder een keer, voor een soortgelijke albumcover-expositie, een illustratie gemaakt voor de Beatles' Sgt Pepper album. Het was erg verleidelijk om dit keer voor 'Yellow Submarine' te gaan. Mijn illustratieve stijl ligt namelijk vrij dicht bij die van Heinz Edelmann (de artiest achter de cover en de gelijknamige speelfilm), maar uiteindelijk heb ik gekozen voor een hele andere weg.

Het album waarmee ik aan de slag ben gegaan is Jessie Ware's laatste: Glass House. De minimalistische cover van dat album heb ik als uitgangspunt genomen. Ik ben al lange tijd fan van haar muziek en heb haar twee maanden geleden voor het eerst live gezien in Paradiso. Ik was toen super onder de indruk van haar witte jurk met grote zwarte grafische cirkels erop, en wilde die graag laten terugkomen in mijn ontwerp. Helaas zag dit er in de praktijk net iets minder mooi uit.

Ik ben vrij dicht bij het origineel gebleven omdat ik deze juist heel sterk vond. Op de valreep heb ik er toch nog wat extra elementen aan toegevoegd om het wat meer eigen te maken. Zo heb ik uiteindelijk afgezien van de bollenjurk, en heb ik juist in de compositie om de artiest heen wat extra elementen bijgevoegd."


6. Johan Kleinjan: Basement track XXL, Traxmen

"Halverwege de jaren negentig hoorde ik twee nummers van deze plaat bij het nachtelijke radioprogramma Dansvacuüm van de VPRO. Dj I-f draaide een nacht per week in dit programma, en deze ep zat ook in zijn mix. Die klonk voor mij echt magisch, hoewel het best crisismuziek is: ghetto tech uit detroit met heel veel ass, titties, fuckin & suckin …

De ep is alleen uitgekomen in een hoes zonder artwork, dus het leek me superfeestelijk om er een cover voor te maken. Ik wilde het lowbrow houden, want alles wat op het label Dance Mania uitkwam was altijd superkrisis. Nooit was er artwork, behalve bij een paar mix cd's waarop het leek alsof een graffiti-vriendje snel een "dope mannetje " had getekend. Daarom heb ik hem helemaal in viltstift gemaakt, lekker on-fancy!

Omdat het nogal een seksplaat is, wilde ik daar wel iets mee doen op de hoes. Op tumblr vond ik een obscure foto van een vrouw met twee strippers naast haar. De foto zag er ook nog eens uit alsof -ie ergens jaren 90 gemaakt was, dus die heb ik toen als basis gebruikt voor mijn tekening."


7. Tja Ling Hu: Rachels's song, Vangelis

"Dit stuk werd afgespeeld toen ik een ceremoniële ayahuasca ervaring had. Het is een van de nummers die me erg is bijgebleven. Het is heel mooi en tegelijkertijd geeft het me een unheimisch gevoel. Het deed me denken aan de sirenen in Odyssee, waarin de zeelieden aangetrokken worden door prachtig gezang. Door de gezangen te volgen loopt het echter slecht met ze af.


Dat ongemakkelijke gevoel kreeg ik ook toen ik dit stuk hoorde. Je weet niet of het nu een slechte of een goede energie in zich draagt; waarschijnlijk beide. Die ambigue eigenschap maakt het zo interessant: de samenloop van het rustgevende en tegelijkertijd het dreigende dat er doorheen druppelt. Het leek mij ook een uitdaging om de visioenen die ik kreeg tijdens dit nummer in beeld te brengen.

Ik heb zo goed mogelijk geprobeerd om de beelden die ik zag tijdens deze ervaring te tekenen vanuit mijn herinnering. Dit was niet makkelijk omdat het gevoel bij de ervaring veel duidelijker was dan het visuele ervan. Het is vergelijkbaar met een droom. Wanneer je een droom hebt onthouden, heb je vooral het gevoel bij de droom onthouden. Maar details van hoe de omgeving er precies uitzag, blijven meestal heel vaag."


8. Sarah Yu Zeebroek: Carnaval de Binche, Airs des gilles

"Ik heb een redelijk uitgebreide platencollectie thuis. Dat maakte het kiezen voor één specifieke plaat er niet makkelijker op. Toen ik aan de opdracht begon, besefte ik ineens geen zin te hebben in het maken van artwork voor een artiest/band/componist. Dus koos ik voor het masker en de massa. Tromgeroffel en klompengestamp. Champagne en gerookte zalm!

Het is de veelvoud aan Gilles die belangrijk is en die het feest tot één geheel maken. De massa, het repetitieve (zowel in klank als uiterlijke verschijning), het anonieme en de bizarre klederdracht gaven me de zin om met deze muziek aan de slag te gaan.

Ik wilde eerst een 10-tal Gilles tekenen, maar voelde dat het er meer moesten zijn. Ik kleefde simpelweg nieuw papier aan de tekening, zodat ik nog meer Gilles kon tekenen. Het origineel bestaat dus uit verschillende stukjes papier aan elkaar geplakt.

Deze plastiek hoes gaat over de kartonnen vinyl hoes waarop de massa Gilles staan. Zo krijg je een transparante Gilles over een zee van Gilles de Binche. Een Gilles de Binche geest als het ware. Hij loopt over de massa met zijn houten klompen, stampend op de hoofden van de menselijke Gilles, en verjaagt de boze geesten van de winter. Santé!"

Eerdere publicatie in het AD. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten