donderdag 15 november 2018

De onverminderde energie van Claw Boys Claw


Al 35 jaar speelt Claw Boys Claw de Nederlandse podia plat met hun vuige en energieke rock. Frontman en oprichter Peter te Bos (67 jaar) is nog minstens zo gedreven als in de begintijd. 12 oktober staat de band in Fluor.

"Ik moet er wel meer moeite voor doen om fit te zijn voor optredens. Want die hakken er behoorlijk in," vertelt de zanger. Een half jaar geleden is Te Bos gestopt met drinken: "Ik neem nu nog maar één blikje bier en een kleine Jack Daniels voor een concert. Dat scheelt een boel qua fitheid. En het is hard nodig om de goede vibe te krijgen." Ook is hij meer gaan bewegen: "Ik loop nu naar mijn werk (Te Bos is tevens grafisch ontwerper, red.) en voor de boodschappen. Dat is voor mij al heel wat hoor." 

En doet hij nog iets om die kenmerkende luide en lage stem in conditie te houden? "Niet veel. Geen melk en kaas: zuivel is slecht voor de stem. En ik weet inmiddels ook dat één Jack Daniels te veel voor een optreden betekent dat de kans een stuk groter is dat het misgaat. Dus daar let ik wel op."

Maar wie de band onlangs nog eens live zag, weet dat hun energieke live-shows na al die jaren nog niks aan kracht hebben ingeboet. Vorig jaar verscheen een ijzersterk 12e album, It’s Not Me, The Horse Is Not Me – Part 1. Tijdens deze tour speelt de Amsterdamse formatie bijna alle nummers van die cd. Het album leent zich er uitstekend voor: "Die cd is perfect in balans qua stevige en rustige nummers, zodat er op het podium een hele goede flow ontstaat. Een nummer knallen, dan even laidback en vervolgens weer exploderen. En nieuwe nummers als Red Letter en Suck Up the Mountains behoren tot ons beste werk."

Klassieke knallers uit de beginperiode als Superkid, Indian Wallpaper en Bite The Dice komen ook steevast voorbij tijdens een optreden. Hoewel Claw Boys Claw met de jaren (zowel op cd als live) meer ruimte inlast voor stemmige ballads, zijn er volgens Te Bos zeker nog overeenkomsten met die begintijd: "De ongekunsteldheid van toen hebben we nog steeds, net als de pure rauwe power."

De energie van Claw Boys Claw is na al die jaren inderdaad onverminderd groot, zeker op het podium. Hoe flikken ze dat toch? "We zijn nog steeds allemaal nerveuzig en scherp voor een optreden en hebben nooit het gevoel: ach, dat doen we wel even. Of we nu voor 40 of 1000 man spelen, dat maakt niet uit. Als dat gevoel in je botten zit, komt het op het podium wel goed."

Het contact tussen band en publiek is altijd van groot belang geweest voor Claw Boys Claw. "We proberen tijdens een optreden altijd een brug te slaan. En omdat we een band zijn zonder veel opsmuk zijn we heel herkenbaar voor mensen in de zaal. Ze krijgen het gevoel: ik had daar ook kunnen staan." Een bekende act van Te Bos is, al vanaf de begintijd van de band, zijn wandeling door de zaal, met microfoon en al. "Dat vind ik nog steeds geweldig. Je kunt met mensen praten, of ze zingen mee. Soms maak ik ze aan het schrikken, dat is ook erg leuk haha. Het is een prima manier om de barrière tussen podium en vloer te slechten."

Gebeurt er eigenlijk wel eens wat onderweg? "Ik word vaak in mijn billen geknepen door vrouwen, een soort MeToo'tje dus. Of ik word geaaid. En soms gebeuren er dingen die ik beter voor me kan houden …"

In Nederland beschikt Claw Boys Claw over een flinke vaste schare fans, maar hoe doet de band het eigenlijk over de grenzen? "In België en Duitsland hebben we enige bekendheid. En ook in Parijs. Maar verder weinig of niet." Jammer? "Ja, best wel. Maar het zat er nooit in omdat al onze bandleden hun eigen werk of projecten ernaast deden. Maar we hadden er wel meer aan kunnen doen. Vaker optreden bijvoorbeeld, zoals een band als Peter Pan Speedrock, die zich het lazarus hebben getourd in de VS, Duitsland, Frankrijk en Spanje. Als ik hun verhalen hoor lig ik dubbel."

Maar wie weet: "Volgend jaar gaan we een maand naar China voor zo'n 15 optredens. Geweldig! Ik ben er nog nooit geweest, en ik vind het heel spannend om te zien hoe Chinezen op ons reageren. Ik heb wel gezegd dat ik in een normaal hotel wens te slapen en niet bij de promotor op de bank. Want ik wil wel goed liggen haha."

Eerder verschenen in AD Amersfoortse Courant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten