donderdag 15 november 2018

Reizen door moeilijke landen


Samen met de Moldavische accordeonist Oleg Fateev trekt schrijver en programmamaker Jelle Brandt Corstius langs de theaters van Nederland met de voorstelling Uw Universele Reisgids voor Moeilijke Landen.


"Het moeilijkste land waar ik ooit gereisd heb?" Jelle Brandt Corstius hoeft niet lang na te denken. "Dat was Kazachstan. De afstanden zijn er enorm, de wegen slecht en het is een vervelende dictatuur. Ja, er bestaan ook leuke dictaturen. Bovendien eten ze er voornamelijk goedkoop paardenvlees. Ik adviseer mensen om er niet naar toe te gaan." Desalniettemin is de schrijver/programmamaker een groot voorstander van (lastige) reizen. "Ik ben voor spirituele dienstplicht: als je 18 jaar bent, moet je een jaar naar een moeilijk land, zodat je Nederland meer gaat waarderen."

Voor de VPRO maakte Brandt Corstius veelgeprezen reportages over India, Rusland en de Kaukasus. Ook scheef hij een aantal reisboeken. Zijn boek uit 2012, "Universele reisgids voor moeilijke landen", vormt het uitgangspunt voor deze theatervoorstelling. "Eigenlijk zijn alle landen buiten Europa moeilijk te bereizen. Al vind ik België ook al een twijfelgeval," vertelt Corstius. Samen met de Moldavische accordeonist Oleg Fateev, met wie hij eerder de voorstelling "'Hoe overleef ik de Russische winter?" maakte, brengt Brandt Corstius een aantal reisverhalen op het podium tot leven. "Ik richt me vooral op reizen die ik niet voor de tv heb gemaakt."

De voorstelling over moeilijk te bereizen landen balanceert tussen verdieping en vermaak. "De bezoeker wordt er wijzer van, maar er valt zeker ook wel wat te lachen." Een voorbeeld: "Ik leg uit hoe je zo pijnloos mogelijk vieze hapjes door kunt slikken. Vaak word je onderweg door mensen uitgenodigd om iets te eten en kun je beleefdheidshalve moeilijk weigeren. Maar ze maken vaak de smerigste dingen, zoals schapenstaart of walvisblubber."

Serieuzer is deze kwestie: hoe reageer je op een kind dat bedelt? "Tja, op zo'n moment moet je hard zijn en geen geld geven. Je weet immers niet waar het blijft. En als je een keer wel iets geeft, heb je de volgende dag een hele roedel kinderen achter je aan. Het is natuurlijk hartverscheurend om "Nee" te zeggen, maar het hoort bij reizen." Daarmee wil Brandt Corstius overigens niet zeggen dat een reiziger de ogen moet sluiten voor armoede: "Er is altijd wel een plek waar ze goed werk verrichten, bijvoorbeeld een weeshuis of een bibliotheek. Het is veel nuttiger om daar geld in te steken."

Tijdens zijn vele reizen is het Brandt Corstius opgevallen dat je in elke uithoek Nederlanders aantreft. "We zijn het meest reislustige volk ter wereld." Minder positief is hij over het 'dominee-complex' dat hij aantreft bij zijn landgenoten: "Nederlanders hebben al gauw het idee dat ze het beter weten, en dat andere landen niet deugen. Snel oordelen, en dat vervolgens ook kenbaar maken aan het land waar je bent, zit er bij ons in gebakken."

Hij vervolgt: "Als ik in India, Rusland of Alaska doorvraag over de mentaliteit van Nederlanders, beginnen ze altijd over de clichés: drugs en tulpen. Maar vervolgens zeggen ze dat Nederlanders hun mening vaak willen opdringen." Een belangrijke les van zijn voorstelling is dan ook: "Leer je te verplaatsen in een ander."

Van de geijkte reisverhalen is Brandt Corstius geen liefhebber. "Het moet niet te vrijblijvend zijn. Zo van: "Ik was op die berg en het was erg mooi." Dat is niet interessant. Bij veel reisliteratuur gaat het mis omdat er gefocust wordt op de dingen die mooi zijn, met name landschappen. Maar het draait juist om de tegenslagen. De mensen willen horen wat er allemaal misging."

Niet zo vreemd dus dat Brandt Corstius een groot bewonderaar is van de reisverhalen van Bob den Uyl, waar tegenspoed regeert. "Op een tropisch eiland beleef je niks. Later, aan een tafeltje in het bejaardenhuis, heb je veel meer succes met grappige verhalen over de tegenslagen die je onderweg hebt ervaren."

Hij mag dan wel een fervent reiziger zijn, Brandt Corstius plaatst ook kanttekeningen bij het nomadisch bestaan. "Ik vertel er leuk over, maar reizen betekent ook: veel wachten, ziek zijn, irritaties en diefstal. En elke keer moet je op een nieuwe plek weer het wiel uitvinden. Dat is reuze interessant allemaal, maar ook heel vermoeiend." Tot het moment dat hij vader werd, was Brandt Corstius jaarlijks zo'n tien, elf maanden op reis. Tegenwoordig doet hij het wat rustiger aan en heeft hij met zijn vriendin een quotum afgesproken van drie maanden per jaar.

En een leven zonder reizen? "Ik zat een keer ergens te signeren ergens in de Achterhoek en vroeg een oudere man of hij nog op reis ging binnenkort. "Nee", zei hij, "ik ben nog nooit in het buitenland geweest. Sterker: nog nooit in Amsterdam. Maar ik lees boeken en reis vanuit mijn stoel." Ik was jaloers, dat lijkt me heerlijk!"

Maar het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan: "Ik heb het toch nog steeds af en toe nodig om op een godvergeten plek te zijn, zonder bereik en slecht eten. Al kun je je ook afvragen of het wel zo gezond is om te verlangen naar ontberingen en afzien." In ieder geval wil hij alle landen die eindigen op –stan nog een keer bezoeken. "Dan moet ik inderdaad weer terug naar Kazachstan."

Eerder verschenen in het AD.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten