woensdag 14 april 2021

 De duistere droomwereld van Robin Kester


Achter de dromerige folk van Robin Kester schuilt een wereld vol dystopische visioenen en nachtmerries. In haar donkere teksten ontvlucht de Utrechtse muzikante voor even de dagelijkse beslommeringen. ‘Als ik lekker gegruweld heb van een serie als Westworld en daarna weer terugkeer in de werkelijkheid, voelt dat als een verademing.’

Onlangs verscheen een mini-album van Robin Kester, This is not a democracy, met een zevental liedjes die ze eerder schreef de afgelopen jaren. De avond voor de tweede (gedeeltelijke) lockdown stond ze nog op het podium van Paradiso. ‘Dat was heel beladen. Tijdens het spelen schoot ik op de automatische piloot, maar na het laatste liedje kwam het besef dat dit voorlopig het laatste optreden in deze bezetting zou zijn. Het was alsof we op een uitvaart waren. Na afloop zeiden de mensen tegen ons: ‘Sterkte!’

Na het verschijnen van een album wil je natuurlijk zo veel mogelijk optreden …

‘Ja, het is onzeker wat we de komende tijd gaan doen. De festivals Le Guess Who en Crossing Border, waar we ook geprogrammeerd staan, gaan wel door, maar waarschijnlijk alleen online. Ik hou alleen niet van dit soort optredens waarbij je gefilmd wordt en er geen interactie is met een publiek. Het enige voordeel van deze lockdown is dat ik nu alle tijd heb om aan ons eerste echte album te werken, dat ergens in het volgend jaar zal verschijnen.’

Het mini-album ‘This is not democracy’ kreeg veel positieve respons. Hoe kwam je op die titel?

‘Die regel zit in het lied ‘Empty head’ en heeft voor mij een dubbele betekenis. In hoeverre heb je grip op alles wat er gebeurt? Bestaat er zoiets als een vrije wil? Of ben je willoos en slechts slachtoffer van je eigen bedrading? Dat is de ene kant van het verhaal. Soms als ik het gevoel heb dat alles me overkomt, zeg ik tegen mezelf: ‘Stop met dat eindeloos gepieker en overleggen met mezelf, wees een dictator. Het is hier geen democratie, kies eens voor jezelf. Tussen die twee uitersten word ik heen en weer geslingerd.’

In je teksten kan het soms behoorlijk spoken. Zo komen de doden met holle ogen uit hun graf gekropen …

‘Ja, ik heb een voorliefde voor duistere en ongrijpbare dingen. Als kind had ik al hele levendige fantasieĆ«n. Een voorbeeld? Dat ik langs een druk kruispunt fiets en de dwanggedachte krijg dat ik val, een auto over mijn hoofd rijdt en dat mijn hoofd knapt als een nootje. Behoorlijk gestoord haha. Ik hou ook erg van escapisme en sciencefiction. Alles wat buiten de werkelijkheid staat fascineert me. Het dagelijkse leven vind ik soms best zwaar en geestdodend, vanwege het repetitieve, de herhaling. Maar als ik lekker gruwel van dystopische sf, zoals de serie Westworld of boeken als Brave New World en 1984, en daarna weer terugkeer in de werkelijkheid, voelt het als een verademing. Dan kan ik elke dag hetzelfde riedeltje doen weer waarderen.’

Kate Bush is een groot voorbeeld voor jou, las ik in een eerder interview. Wat spreekt je zo aan in haar?

‘Kate Bush zingt ook veel over nare nachtmerries. Ze kan heel lieflijk overkomen, maar ze schetst vaak gekke droomwerelden. In het lied ‘Under Ice’ bijvoorbeeld schaatst ze over het ijs en ziet ze zichzelf daaronder vast liggen. Ik hoorde haar voor het eerst toen mijn vader het lied ‘Army Dreamers’ draaide toen ik een jaar of tien was. Iets in haar ijle, hoge stem ging bij mij door merg en been. En het ritme van dat lied deed me denken aan marcherende soldaten. Ik heb ook een tijdje een fascinatie gehad voor de WO II. Zo viel alles samen.’

Het duurde toch nog vrij lang voordat je popmuziek echt leerde waarderen …

‘Ja, ik heb pas op mijn 24e gitaar leren spelen. Ik kom ook uit een volstrekt amuzikaal gezin: mijn moeder kon nog geen reclamejingle toonvast nazingen haha. Ik heb in mijn jeugd wel een tijdje klassieke zang gedaan. Met mijn oma oefende ik de toonladders. Maar ik kwam er pas laat achter dat je met popmuziek je eigen nummers kunt maken.’

Over eigen nummers gesproken, hoe ver ben je met je nieuwe album?

‘De basis is opgenomen. Nu komt het leukste gedeelte: het verfijnen en aankleden met geluidjes en details. Dat duurt bij mij het langste. De productie doe ik, net als op mijn mini-album, samen met Marien Dorleijn, de zanger van Moss. Hij is net zo’n geluidsnerd als ik. Ook houden we allebei erg van oude instrumenten. Zo hebben we net een te gekke draailier gevonden en een Celesta piano. We hebben ook samen de muziek van een paar liedjes geschreven. Op het nieuwe album zal meer ruimte zijn voor experiment, uptempo en beat driven. Wat voor mij uptempo is, is voor anderen overigens nog steeds mellow hoor. This is not a democracy was het product van een transitieperiode door de jaren heen, met kleine intieme, maar ook met meer gelaagde nummers. Nu wil ik iets anders doen dan aandacht vragen met stille, breekbare muziek. Ik wil niet langer het gevoel hebben dat alles moet komen uit dat ene zanglijntje of gitaartje. Soms is het ook gewoon fijn om energie te maken.’

Eerdere publicatie in Uitagenda Utrecht


Geen opmerkingen:

Een reactie posten