zaterdag 2 maart 2019

Liedjes over voetbal


Meindert Talma, de onbekendste popster van Nederland, brengt een album uit met elf liedjes over eigenzinnige voetballers en trainers. 

Eerst maar eens informeren naar die wat archaïsche albumtitel, Balsturig: “De voetballers en trainers in de liedjes zijn allemaal personen met ‘een kop erop’, met een eigen karakter dus. ‘Balsturig’ betekent eigengereid, koppig. En er zit het woord ‘bal’ in natuurlijk,” vertelt de boomlange Meindert Talma in zijn pittoreske woning in het Groningse Noordhorn.

In een elftal liedjes bezingt Talma de eigenzinnige karakters van o.a. Arjen Robben, Robin van Persie, Louis van Gaal en Johan Cruijff, maar ook van minder bekende namen als Abe van den Ban en Jan Blijham. 

Sommige voetballiedjes lagen al enige tijd op de plank. “Die over het fietsen van Robben en de snoekduikkopbal van Van Persie heb ik gemaakt tijdens het WK van 2014,” vertelt Talma. Andere liedjes zijn ontstaan bij voetbalavonden waar Talma sinds 2012 na het verschijnen van zijn eerste voetbalalbum Eenmaal oranje (over eenmalige internationals als André Hoekstra, Bert van Marwijk en Oekie Hoekema) regelmatig voor wordt gevraagd. “Die avonden worden georganiseerd door het hele land. Zo heb je bijvoorbeeld ‘Bier en Ballen’ in Breda en ‘De bal is rond’ in Winschoten. Het is altijd leuk om dan een nieuw liedje te schrijven.” 

Niet bij iedereen zal meteen een belletje gaan rinkelen bij het horen van de naam Meindert Talma, al heeft de geboren Fries intussen 15 albums achter zijn naam. Melancholieke, soms droogkomische teksten, onvoorspelbaar meanderende melodielijnen en een gortdroge, donkere stem vormen de ingrediënten van een volstrekt eigenzinnig (of balsturig) en uniek repertoire. 

Ooit bedacht journalist Sander Pleij de titel ‘Nederlands onbekendste popster’ voor de muzikant. Talma vindt het prima. “Het liefst word ik natuurlijk elke dag gedraaid op de radio, maar ik leg me erbij neer dat de massa me niet blieft. Bij sommige mensen ben ik bekend, maar bij de meeste niet. Zo lang ik mooie platen kan maken, blijf ik gewoon mijn ding doen.”

In zijn beginperiode trad Meindert Talma op met begeleidingsband The Negroes (“Nee, die naam zou nu niet meer kunnen, denk ik.”) Later stond hij vaak solo op het podium, of met bands in wisselende samenstellingen (o.a. met de Rode Kaarten en The Melisma Saxophone Quartet). Sinds 2016 treedt Talma weer op met een vaste band, na het verschijnen van de cd Jannes van der Wal, een mooie plaat over een andere balsturige (denk)sporter.

En nu is er dus opnieuw een album met voetballiedjes. Waar komt Talma’s passie voor voetbal eigenlijk vandaan? “Die is ontstaan tijdens het WK van 1978. Ik was toen 9 jaar en fan van Ajax, met Dick Schoenaker en Tscheu La Ling als grote helden. Beide noem ik ook in mijn Friestalige lied ‘Hippert hipe’. Later werd ik meer een Feyenoord-man.”

Ook het voetbalboek in de kast van zijn ouders, München 1974. Wereldkampioenschap, van Hans Molenaar en Cees van Nieuwenhuizen, sprak tot de verbeelding: “Talloze malen heb ik alle heroïsche wedstrijdverslagen gelezen en de foto’s bekeken van de tanige, engelachtige Johan Cruijff en zijn oranje kameraden die allemaal in het bezit waren van indrukwekkende bakkebaarden.”

Aanvankelijk was Cruijff voor de jonge Talma een fictief persoon. “Johan Cruijff voetbalde in Spanje en ik was te jong (5 jaar) om het WK van 1974 en het EK van 1976 bewust mee te maken. Tijdens het WK 1978 in Argentinië was hij er niet bij. Daarom was Cruijff voor mij tijdens mijn lagere schooltijd in de eerste plaats een boekpersonage.”

Behalve het lied over de Amsterdamse stervoetballer (en zijn band met ‘Ome Henk’) staan er op Balsturig in liedvorm gegoten karakteriseringen van de trainer Fritz Korbach (“Een bezeten trainer die helaas verslaafd raakte aan alcohol”), Louis van Gaal (“Een zelfverzekerde, maar ook gevoelige man”), Dick Nanninga (“Een bikkelharde aanvaller met een geweldige koptechniek, die naast het Oosterparkstadion opgroeide, maar nooit bij zijn droomclub FC Groningen mocht spelen. Maakte wel het enige velddoelpunt voor Nederland in een WK finale”).

Ook de indianenstreken van Stijn Vreven, de majestueuze krulsnor van Abe van den Ban en het verdwijnen van het roemruchte stadion van Veendam, De Langeleegte, passeren de revue. En, hoe kan het ook anders: de Friese voetbalheld Abe Lenstra: “Abe Lenstra is de personificatie van ‘balsturig’. Een aansprekend figuur en een prachtige voetballer, maar niet altijd even gemakkelijk voor zijn omgeving en zijn teamgenoten vanwege zijn halsstarrige karakter. Ook weigerde hij, ondanks vele lucratieve aanbiedingen, om naar een buitenlandse club te gaan omdat hij al een goed inkomen had bij de gemeente Heerenveen.”

En dan is er nog dat lied over Jan Blijham. Jan Blijham? “Een sterspeler bij Veendam midden jaren zestig. Hij kreeg de kans om bij Ajax te gaan spelen. Maar zoals ik zing: ‘Voelde me niet zo prettig buiten de Groningse grenzen. Die Hollanders zijn zo gebekt, het zijn niet ons soort mensen.’ Blijham kwam moeilijk uit zijn woorden, hetgeen vaak tegen hem werd gebruikt in wedstrijden. Dan werd hij uitgescholden en geprovoceerd. En Blijham reageerde altijd fysiek door klappen uit te delen en te schoppen, en dan kreeg hij weer kaarten.”

De cd is niet alleen bedoeld voor voetballiefhebbers, vertelt Talma. “De liedjes zijn niet doorspekt met kennis, het gaat meer over psychologische zaken bij spelers en trainers. Het lied over Arjen Robben handelt bijvoorbeeld over zijn doorzettingsvermogen. Voor school en training fietste hij vier keer per dag van Bedum naar Groningen. Ook toen hij bij Chelsea voetbalde, kwam hij op de fiets naar het stadion. Voetbal is wel een terugkerend thema op de cd, maar je hoeft zeker geen kenner te zijn. Het gaat over mensen.”

Talma’s eigen voetbalcarrière zal niet zo snel een thema zijn op een voetbalalbum. “Ik heb op de lagere school wel veel gevoetbald, maar nooit in clubverband. Ik had toen een beste vriend met wie ik samen op korfbal belandde. Later zat ik ook op basketbal, tennis en tafeltennis.”

Voetbalstadions bezoekt hij ook niet. ”Ik ben zelf als artiest al vaak de hort op, dus daar heb ik niet veel behoefte aan. En je staat er ook anderhalf uur in de kou. Als ik een zoon of dochter zou hebben die voetbal leuk zou vinden, had ik wel een seizoenkaart van FC Groningen gekocht. Maar mijn twee dochters hebben geen interesse in voetbal.”

Tot slot: welke speler van nu leent zich wel voor een voetballiedje? “Memphis Depay, omdat hij samen met Virgil van Dijk het nieuwe boegbeeld van Oranje is en behoort tot een deel van de nieuwe voetbalgeneratie die graag mag opvallen met Instagram-foto’s en filmpjes, tattoos, rapvideo’s en, in het geval van Depay: expliciete uitspraken over het geloof.”

Eerder verschenen in het AD.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten