vrijdag 5 januari 2024

Een groot wonderkind


In Long Promised Road maken we een roadtrip met Brian Wilson, het gekwelde creatieve genie achter The Beach Boys. Kenner en fan Berend Dubbe bekeek de documentaire voor de VPRO Gids. ‘Hij is zo kwetsbaar en eerlijk, zonder sterallures. Hij is alleen maar muziek.’

‘Vanaf de eerste minuut zat ik al met tranen op de bank. Dat gebeurt vaak als ik hem zie,’ vertelt Berend Dubbe. Dubbe (oud-drummer van Bettie Serveert en later musicerend onder de naam Bauer) is een groot fan en kenner van The Beach Boys. Op verzoek van de gids bekeek hij de docu over Brian Wilson. ‘Hij is zo kwetsbaar en eerlijk, zonder enige sterrendom-allures. Hij is alleen maar muziek.’

Regisseur Brent Wilson (geen familie) koos ervoor om Rolling Stone journalist Jason Fine en Brian Wilson, die bevriend zijn met elkaar, samen in een auto te zetten. Met Jason achter het stuur bezoekt het tweetal plekken in Los Angeles die belangrijk zijn geweest voor Brian Wilson. Zo stappen ze uit bij het strand Paradise Cove, waar de foto op de albumhoes van het eerste The Beach Boys album, Surfin’ Safari (1962), werd geschoten. Ook wordt er halt gehouden bij het ouderlijk huis van Wilson en bij de woning van zijn in 1998 overleden broer Carl, zanger en gitarist van The Beach Boys.

Onderweg halen de twee herinneringen op aan het roerige leven van Brian Wilson. Die zorgt in de auto voor de soundtrack met een keuze uit zijn repertoire. Een opmerkelijke keuze om voor deze vorm te kiezen, maar het werkt: ‘Het is de enige manier om iets uit Wilson te krijgen,’ zegt Dubbe.
Want een prater is Brian Wilson niet, zoveel wordt al snel duidelijk. ‘Er zit ook zoveel angst in hem, alles is scary. Dat dit woord zo vaak voorkomt in zijn teksten zegt genoeg.’

De docu geeft evenwel helderheid over prangende kwesties, als die van ‘de zandbak’. Wilson plachte liedjes te schrijven achter een piano in een zandbak. Dubbe: ‘Mensen zijn dat altijd maar aan het duiden. Goed om eens te horen hoe het echt zit. Brian zegt: ‘Ik deed mijn schoenen en sokken uit en vond het gewoon lekker. Haha.’ Blijkbaar zat het zo comfortabel dat legendarische albums als Pet Sounds en Good Vibrations er uit zijn pen rolden.

Dat Brian Wilson een getormenteerde man is, is alom bekend. Al vroeg in zijn carrière, zo rond zijn 21e, kampte hij met stemmen in zijn hoofd. In 1964 kreeg hij tijdens een tournee een paniekaanval en besloot hij te stoppen met optreden. Decennia later pas werd er een ernstige psychische stoornis geconstateerd. Ondanks medicijnen en therapie zijn de stemmen nooit weggegaan. Zijn opvoeding, met een vader die Brian er regelmatig flink van langs gaf (verbaal en fysiek), zal hier vast een rol bij hebben gespeeld.

 Filmmaker Brent Wilson raakte in de ban van Brian Wilson na het horen van Shut Down van The Beach Boys (1963). ‘Dat lied raakte me recht in mijn ziel,’ meldt de persmap.

Wilson dacht de docu in een weekend op te kunnen nemen. Uiteindelijk kostte het drie jaar om de zeventig uur aan opnames samen te ballen tot een film van krap anderhalf uur. Voornaamste reden: Brian Wilson wilde vaak alleen maar plaatjes draaien en zwijgend door het autoraam naar buiten kijken.

Toch zit de film vol gedenkwaardige momenten. Dubbe: ‘Als ze samen naar het strandje lopen waar die surfhoes is gemaakt, houdt Jason zijn hand vast. Dat vind ik zo mooi! Het zal vast ook te maken hebben met het zand en de balans (Brian Wilson is 78 in de film, red.), maar het maakt Brian heel kwetsbaar.’

Na het beluisteren van een nieuwe plaat van een band die Wilson erg bewonderde, was hij soms wekenlang niet in staat om te werken. ‘Bijvoorbeeld als er iets uitkwam van The Beatles, of van Phil Spector.’

Ook een scene in een diner, waar de twee stoppen voor een lunch, (cobbsalad) raakt Dubbe. ‘Uit het niets vraagt Brian aan Jason: ‘Wat doe jij als je bang bent? Diep ademhalen?’ Die angst voor van alles en nog wat speelt blijkbaar nog steeds.’

In dit kader past een vrij bizarre ontmoeting tussen Wilson en Jason in 1997, in het huis van Brian Wilson. Tijdens het interview staat de muzikant opeens op en loopt weg. Jason wacht even op zijn terugkomst, en gaat dan toch maar op zoek. Hij treft Wilson aan in de koelkast (!). ‘Ik werd opeens bang,’ zegt hij. ‘Waarvoor?’, vraagt Jason. ‘Weet ik niet, dat gebeurt soms opeens. Bijvoorbeeld ook als ik What a fool believes van The Doobie Brothers hoor.’

Als kijker weet je soms niet of je moet lachen of huilen. Je zou bijna vergeten dat deze merkwaardige, zwaar getroebleerde man, samen met zijn broers Carl en Dennis, een neef en een buurjongen, aan de wieg staat van een van de populairste (en volgens vele ook beste) Amerikaanse bands allertijden, met hits als Wouldn’t it be nice, Surfin’ USA, Good Vibrations en God Only Knows. Vele muziekkenners noemen God Only Knows als het beste lied ooit.

Brian was als zanger, bassist, componist, arrangeur en producer het brein achter de meeste liedjes. Zijn broer Carl was het rustige type op gitaar en zang, Dennis de flamboyante drummer, zanger en surfdude. Hij was het die in de beginperiode alleen nummers wilde maken over surfen, auto’s en meisjes. Toen Brian meer complexe, gelaagde liedjes begon te schrijven (wat begon met het album Pet Sounds), ontstond er onenigheid tussen de broers.

Met het ambitieuze Pet Sounds wilde Brian Wilson The Beatles, die net Abbey Road hadden uitgebracht, de loef afsteken. Competitief is Wilson altijd geweest, zo blijkt al in de beginscene waarin de drie piepjonge broers worden geïnterviewd door een meisje van de televisie. ‘Er zitten veel bands in ons vaarwater. Die wil ik overtreffen’, zegt een doodserieuze Brian.’ Intussen flirt Dennis met de jongedame. ‘De meisjes zaten achter Dennis aan,’ vertelt Brian aan Jason. ‘Ik ben te verlegen.’

Op een gegeven moment vertelt Brian Wilson aan Jason dat hij soloalbum Pacific Ocean Blue van broer Dennis nooit beluisterde. Dubbe: ‘Dat is wel raar ja. Dennis is niet veel later overleden, Brian kon het niet aan om ernaar te luisteren, denk ik.’ Op verzoek van Wilson draaien de twee later in de docu toch dat album, in zijn woonkamer. Wilson zegt niet veel, maar is duidelijk te spreken over de composities. ‘Zeer aangrijpend om te zien,’ zegt Dubbe.

Emoties tonen is iets wat Brian niet veel doet. Maar als hij van Jason verneemt dat manager en co-auteur Jack Rieley enkele jaren geleden is overleden, krijgt hij het even te kwaad. Hij zet de muziek in de auto subiet af. ‘Ik ben er kapot van.’ ‘Best raar ook dat hij dat niet wist’, zegt Dubbe. Blijkbaar zijn er niet zoveel mensen die hem op de hoogte houden.’

De docu werpt volgens Dubbe een nieuw licht op hoe het is om mensen om je heen te verliezen. ‘Iedereen gaat weg, hij blijft alleen achter. Een eenzame, rijke bejaarde met een heel groot huis, die elke dag in dezelfde diner gaat eten.’

En dan is er nog dat verhaal over psychiater Eugene Landy. Op advies van zijn familie wordt die in 1975 ingeschakeld. Het gaat slecht met Brian, zowel fysiek (hij weegt dan 140 kilo, ‘Ik at twee biefstukken als ontbijt’) als psychisch (depressies en angstaanvallen). Ook kampt hij met een drugs- en alcoholverslaving. ‘Er wordt heel negatief over Landy gesproken, maar hij heeft hem ook uit de ellende getrokken,’ zegt Dubbe.

De werkwijze van Landy was onorthodox. Hij woonde 24 uur per dag in bij Brian (die in die tijd getrouwd was) en verbood hem acht jaar om contact op te nemen met vrienden en familie. Enigszins verbijsterend is dit citaat van Wilson in de film: ‘Ik moest van hem spaghetti van de grond eten.’ Toen de psychiater zijn tarief verdubbelde, en zich zelfs met de muziek van Brian ging bemoeien (Dubbe: ‘Krankzinnig!’), werd hij de laan uitgestuurd.

Nederland speelt ook een rol in het verhaal. Het album Holland werd opgenomen in Baambrugge, vlakbij Abcoude. Het leek manager en co-auteur Jack Rieley wel een goed idee om California voor even te verlaten en te genieten van een korte vakantie. Wilson zag dat aanvankelijk niet zitten, maar ging toch overstag. ‘Dat werden uiteindelijk zes maanden, wel een erg lange vakantie! Zes maanden in goddamm Holland!’, roept hij uit in de auto.

Wat niet meehielp: Wilson was depressief in die periode en lag voornamelijk bij het mengpaneel. 'Ik luisterde naar de productie van Carl. Toen ik uit mijn depressie kwam, schreef ik A Fairy Tale.’

Dubbe: ‘Brian heeft niet veel gezongen op Holland. Het is meer een Carl-ding geworden, met ingehuurde krachten uit Zuid-Afrika erbij. Maar het is een fantastische plaat! Sail on, Sailor is een van de favoriete liedjes van Brian. Het album is geweldig opgenomen met een prachtig instrumentarium.’

Dubbe was er uiteraard bij in Amsterdam (2004) toen Brian Wilson zijn nooit eerder afgeronde album Smile voor het eerst uitvoerde. ‘Dat was erg emotioneel.’ Samen met Van Dyke Parks begon Wilson midden jaren 60 aan ‘een tienersymfonie voor god’, maar dat plan ging aan ambities (en een te grote hoeveelheid LSD) ten onder. In 1967 werd de productie gestaakt. ‘We waren onze tijd ver vooruit, daarom is die plaat pas afgemaakt en uitgevoerd in 2004,’ is de uitleg van Wilson.

‘Eigenlijk is Brian Wilson net een groot kind,’ besluit Dubbe. ‘Alsof alles maar gewoon gebeurt. Als hem gevraagd wordt hoe het met de muziek zit, heeft hij daar geen antwoord op.’ In de docu zegt Wilson: ‘Vanuit mijn hoofd vloeit het naar de piano en vandaar naar de speakers in de opnamestudio.’ Een beter antwoord is er misschien ook niet.

Eerdere publicatie in VPRO Gids  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten